LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Hoe zit een gezang in elkaar II:
|
1 Er is een land van louter licht 2 Daar is het altijd lentetijd, 3 Men ziet het veld aan de overkant 4 Maar ach de stervelingen staan 5 Hing niet het wolkendek zo zwart 6 God, laat ons staan als Mozes hier -- Izaak Watts, 1674-1748 |
A A A A A A
|
Het rijmschema is: ABAB |
Net als muziek heeft poetisch metrum een distinct ritme gebaseerd op sterke en zwakke accenten. Deze accenten zijn verbonden aan de individuele LETTERGREPEN in de dichtregel en volgen over het algemeen de natuurlijke klemtoon van de normale uitspraak. Deze klemtonen maken deel uit van grotere eenheden die VERSVOET genoemd worden. Bij voorbeeld:
Poezie Aantal lettergrepen
per regel: Aantal versvoeten per regel:O Je-zus hoe ver-trouwd en goed
klinkt mij Uw naam in 't oor,
uw naam die mij ge-lo-ven doet:
Gij gaat mij red-dend voor;-- John Newton, 1725-1807, vertaling W. Barnard
8
6
8
6
4
3
4
3
Dik gedrukt geeft KLEMTOON aan, lettergrepen die meer benadrukt worden dan andere. Het is natuurlijk om Je-zus te zeggen, niet Je-zus.
Vaste patronen van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen worden versvoet genoemd.
Je-zus (beklemtoond-onbeklemtoond) is een trocheische versvoet (een Trochee)
Te-loor (onbeklemtoond-beklemtoond) is een jambische versvoet (een Jambe)In de angelsaksische wereld is het metrum van een gezang synonym met het AANTAL LETTERGREPEN PER VERSREGEL. Dit systeem is in Nederland ook wel gebruikt. Het metrum van het gezang 'Er is een land van louter licht" is 8.6.8.6. Dit metrum was erg gebruikelijk (common) in de 17e en 18e eeuw in Engeland, vandaar dat het daat bekend staar als COMMON METRE. Veel gebruikte gezang metra zijn:
COMMON METRE 8.6.8.6 (CM)
SHORT METRE 6.6.8.6 (SM)
LONG METRE 8.8.8.8 (LM)
COMMON METRE DOUBLE 8.6.8.6.8.6.8.6 (CMD)
LONG METRE DOUBLE 8.8.8.8.8.8.8.8 (LMD)Een VERSVOET begint ofwel op met een benadrukte lettergreep (sterk accent), of met een onbenadrukte lettergreep (zwak accent). De meest voorkomende versvoeten zijn Iambe (onbeklemtoond-beklemtoond) en Trochee (beklemtoond-onbeklemtoond)
IAMBISCHE PENTAMETER = 5 iambische versvoeten.
TROCHAIC TETRAMETER = 4 trocheische versvoeten.
Poetische Middelen (zie ook Dichtkunst)
Gezangen maken gebruik van STIJLFIGUREN die gebruikelijk zijn in de klassieke poezie, zoals
HYPERBOOL: Overdrijving.
ANADIPLOSIS: Woorden of ideeën die een couplet afsluiten en het volgende couplet beginnen.
ALLITERATIE: De herhaling van de beginklank van opeenvolgende (of dicht bij elkaar geplaatste) woorden
Andere stijlfiguren die gebruikelijk zijn in gezangen:
ANAFOOR: De herhaling van hetzelfde woord aan het begin van opeenvolgende regels
PARADOX: Een uitspraak die tegenstrijdig is
ANTHITHESE: Scherp contrasterende ideeën tezamengebracht
PERSONIFICATIE: Het voorstellen van een zaak of abstract idee als persoon of fysieke vorm (Vaste Rots van mijn behoud)
SIMILE: Vergelijking van ongelijksoortige zaken op één punt (Petrus is als een rots)
METAFOOR: Het gebruik van een woord of frase om een aspect ervan te laten gelden (Petrus is een rots)
TAUTOLOGIE: De herhaling van dezelfde gedachte in een net andere gedaante
CLIMAX: Het ordenen van ideeën zodat ze een hoogtepunt bereiken
ZieHymn Mechanics II: Analysis of a Hymn