Jacob Ludwig Felix Mendelssohn-Bartholdy

Felix Mendelssohn werd geboren in de bankiers familie van Abraham en Lea Mendelssohn. Zijn grootvader was de befaamde filosoof Mozes Mendelssohn. In 1811 moest de familie vluchten naar Berlijn om vervolging door de Franse bezetter te vvoorkomen. Het culturele leven van Berlijn en de invloed van Felix's moeder stimuleerden het gebruik van zijn talenten. De familie werd liet zich Christelijk dopen in 1816 (de vader in 1822) en nam de naam Bartholdy over van het familie bezit. Hij debuteerde op negenjarige leeftijd als pianist en had als twaalfjarige al meerdere werken gecomponeerd. Mendelssohn's populairste werk, A Midsummer Nights Dream, werd voor het eerst uitgevoerd in 1827. Op twintigjarige leeftijd dirigeerde hij een revival van Bachs Mattheús Passion, die hernieuwde interesse in de Barokke meester op gang bracht.

Mendelssohn reisde veel als pianist en dirigent en leerde bekende musici en literatoren kennen, in het bijzonder Goethe. In 1835 werd hij dirigent van het Leipzig Gewandhaus orkest. Hij trouwde in 1837, en uit dit gelukkige huwelijk werden drie zonen en twee dochters geboren. Hij stond mede aan de wieg va het Leipziger Conservatorium in 1840. Naast zijn symphonieën, overtures, kamer muziek, concertos, orgel en piano werken is Mendelssohn bekend om twee oratoria, Paulus (1840) enElijah (1846).

Mendelssohn was de belangrijkste figuur in de ontwikkeling van het Duitse Koraal in de 19e eeuw. Aan zijn grote koorwerken zijn harmonisaties van koralen ontleend:

Hoewel melodieën van Mendelssohn en andere componisten (zoals Mozart, Haydn en Beethoven) in Engelstalige landen tot het standaard gemeentezang repertoire behoren, zijn deze niet algemeen geaccepteerd in Duitse gezangboeken. Zie Sing with Understanding: An Introduction to Christian Hymnody, Second Edition, Revised, Harry Eskew and Hugh McElrath (Nashville: Church Street Press, 1995.