LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Hervomde Bundel 1938 ALPHABETISCH REGISTER DER GEZANGEN
Heft uw oogen langs de velden 286 Her Lam, voor ons op eard' gealacht 41 Het leven is: een krijgsbanier 118(A) Het zwerk blijft somber nederhangen 290 Heugelijke tijding , 113 Hoe blinkt g', o morgenster, zoo schoon 251 Hoe blinkt uw majesteit alom 140 Hoe groot, o Heer, en hoe vervaarlijk 199 Hoe zacht zien wij de vromen 241 Hoe zal ik U ontvangen 1 Hoe zalig, Vader, is ons lot 176 Hoor, de eng'len zingen d'eer 25 Houdt Christus zijne Kerk in stand 101 Ik geloof in God den Vader 208 Ik heb gejaagd wel jaren lang 155 Ik heb U lief, mijn Heer en God 213 Ik hoor trompetten klinken 305 Ik kniel aan uwe kribbe neer 21 Ik nader voor uw heilig' oogen 158 Ik wil mij gaan vertroosten 154 Ik wil U minnen, mijne sterkte 118 Ik zeg het allen dat Hij leeft 64 In eeuwig schrift op berg en rots , 188 In 't oosten klaar laat blozen 276 't Is Christus, die zijn Kerk behoedt 260 Is dat, is dat mijn Koning , 43 Is de nood zoo hoog gerezen 200 Ja, amen, Jezus is in 't leven 65 Ja, amen, Vader, is , 198 't Jaar heeft haast zijn loop volbracht 296 Jeruzalem, gij schoone stad 125 Jeruzalem, o stad, zoo hoog gebouwd 127 Jezus Christus, heil der aarde , 175 Jezus, ga ons voor 222 Jezus, Gij zijt de weg tot God 220 Jezus is mijn toeverlaat 234 Jezus leeft, en wij met Hem 62 Jezus, leven van mijn leven 49 Jezus neemt de zondaars aan , 168 Jezus' zoete gedachtenis 167 Kom, Christenschaar, komt, knielen wij 28 Komt allen tezamen 18 Komt allen, deze dag 83 Komt Christ'nen, laat ons Jezus loven 6 Komt en last ons Christus eeren 22 Komt, heffen wij een lofzang aan 63 Komt, knielen wij voor Jezus samen , 52 Komt laat ons samen nederknielen 295 Komt, laat ons voortgaan kind'ren 217 Komt nu met zang van zoete tonen 146 Komt, verwondert u hier, menschen , 15 Laat heel de wereld zinken 284 Laat komen, God, uw rijk , 115 Laat m'in U blijven, groeien, bloeien 229 Laat ons, Heer, uw dood gedenken 255 Last ons saitm met Jezus wand'1en 215 Lam Gods, dat men onschuldig..............38 Lam Gods, dat zoo onschuldig 39 Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten 34 Loof den Konine, alle volken 68 Looft God gij Christ'nen, maakt Hem groot 12 Meester, men zoekt U wijd en zijd 227 I Met avonds laten schemerschijn 283 Met de tranen in haar oogen , 44 Middelpunt van ons verlangen , 51 Midden in het leven zijn wij 236 Morgenglans der eeuwigheid 128 Mij naar alles stil te voegen 206 Mijn eerst gevoel zij dankbaarheid 274 Mijn God, ik weet wel, dat 'k zal sterven 239 Mijn goede Herder is de Heer , , , 183 Mijn Verlosser hangt aan 't kruis 45 Mijn ziel verheft den Heer 9 Natuur verrijst ten leven weer 56 Neem, Heer, mijn beide handen 232 Nu daagt het in het oosten 8 Nu last Gij Heer, uw dienstknecht gaan 31 Nu zijt wellekome , 14 O, Bethlehem, hoe blinkt g' in eer , 16 O eeuw'ge Vader, sterk in macht 203 O God, die de gedachten 156 O God, die droeg ons voorgeslacht 293 O God en Heer in 't glorielicht 120 O God, eer 't aardrijk was gegrond 142 O God van hemel, zee en aard 291(A) O goedheid Gods, nooit recht geprezen 181 O groote God, die 't aller tijd 161 O groote God, o goede Heer 212 O Gij, die waarheid zijt 187 O Heer, die daar des hemels tente spreidt 303 O Heilige Geest, o heilige God 80 O hoofd, bedekt met wonden 32 O hoogt' en diepte, looft nu God , 177 O Jezus, dat ik nooit vergeet 123 O Jezusnaam, geen sterv'ling heeft 172(A) O Kerstnacht, schooner dan de dagen 20 O Lam van God, gehoond, bespot 40 O Vader, dat uw vriend'lijk oog 269 Ons hart verheugt zich, dat bij God 196 Ontsluit, o Heer, ontvlam ons hart 33 Ontwaak, gij die slaapt 165 Ontwaak, o mensch, de dag breekt aan 277(A) Onz' eerste toon vermeld' uw eer 273 't Oog omhoog, het hart naar boven 75 Op bergen en in dalen 143 Op, op, die 't rijk bewonen 4 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen , 7 Op, waakt op, zoo klinkt het luide 98 Prijs, mijn ziel, den Hemelkoning , 147 Reeds daalt met een omwolkt gezicht , 287 Roemt 's Vaders welbehagen 270 Ruisch, o Godsstroom der genade , 87 Rust mijn ziel, uw God is Koning , 179 Schaart u om den goeden Herder 259 Schep in mij, o God, een rein harte 164 Schoonste Heer Jezus , 221 Sla, o God vol mededoogen 267 Slaat d' oogen naar 't gebergte henen 102 Staat op en strijdt den goeden strijd 117(A) Steeds geslingerd en bewogen 195 Straks groeten w'onze moederstranden 110 U heb ik lief, U roep ik aan 237 U, verborgen Christus, bid 'k eerbiedig aan 250 U zeeg'ne God 263 U zij altijd, mijn hart gewijd 193 Uit hoogen hemel kom ik aan 11 Uren, dagen, maanden, jaren , 292 Uw dankb're Christenschaar 85 Vader, U zij toegewijd , 299 Vader, vol van mededoogen , 159 Van glans omschenen , 129 Van U zijn alle dingen 148 Vaste rots van mijn behoud 174 Verhef, verhef uw zegezangen 86 Verheft u, Christ'nen boven 't stof 70 Verhoogd zij 't dal, de berg geslecht 5 Verhoogde Heiland, trek ons hart 253 Verlosser, Vriend, Gij hoop en lust 171 Verschenen is de zaal'ge dag 59 Voor alle heil'gen, rustend na hun werk 122 Vorm tot uw dienst ons hart, o heilig God 226 Waak, Christen, waak, blijft in 't geloof 211 Waar vloodt g', o vriend'lijk jaargetij 289 Waar zijn de wijzen, die mij zeggen 144 Waarom zou mij kommer drukken 219 Waartoe toch al dat angstig schromen 160 Wachter on de heil'ge muren 104 Wat de toekomst brengen moge 300(A) Wat God doet, dat is welgedaan 186 Wat God wil, dat geschied' altijd 192 Wat vlied' of bezwijk', Getrouw is mijn God 202 Wat ware zonder U het leven 224 Wah zou ooit mijn hart vervaren 178 Wat zijt Gij groot, wat zijt Gij goed 285 Waterstroomen wil Ik gieten 109 Wees gegroet, gij eersteling der dagen 53 Wees niet vervaard, gij kleine stoet 100
Wegen Gods, hoe duister zijt sij 131 Welk een liefde, vol van leven 190 Welzalig 't huis, o Heiland onzer zielen 264(A) Wie heeft op aard de prediking gehoord 35 Wie is het, die zoo hoog gezeten 133 Wie maar den goeden God laat zorgen 194 Wie zijt Gij, eeuwig onvolprezen 151 'k Wil U, o God, mijn dank betalen 280 Wilhelmus van Nassauen 301 Wilt heden nu treden 302 Wij bidden U, o Heil'ge Geest 79 Wij danken U, barmhartig God en Vader 247 Wij knielen voor uw zetel neer 73 Wij loven U o God, wij prijzen uwen naam 132 Wij loven U, o groote God 141 Wij naderen tot eenen troon 258 Wijk thans, o wereld, uit mijn oog 254 Zalig, die in Christus sterven 242 Zalig, zalig, niets te wezen 205 Zalig zijn de armen van geest 209 Zalig zijn de geest'lijk armen 210 Zie ons ootmoedig tot U naad'ren , 306 Zie ons te zaam uw naam belijden 257 Zie op ons neer naar uw barmhartigheid 246 Zingt, gij afgelegen landen 107 Zou mij dood en graf doen beven 243 |
|