NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants



HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis









Hervomde Bundel 1938

ALPHABETISCH REGISTER DER GEZANGEN


Aan de deur van 's harten woning 231
Aan des Heeren kruis te denken 47
Ach, blijf met uw genade 162
Ach, blijf met uw genade 214
Alle menschen moeten sterven 238
Alle roem is uitgesloten 173
Alle volken, looft den Heere 150
Als God, mijn God, maar voor mij is 201
Als ik Hem maar kenne 223
Als ik bet wond're kruis aanschouw 48
Ais ik in gedachten sta 46
Behoed uw Kerk zet uit, o God, haar palen 103
Bereidt, bereidt uw harten 6
Beveel gerust uw wegen 180(A)
Blijf bij mij, Heer, want d'avond is nabij 282
Broeders, komt, de Heiland noodt 252
Bron der hoogste zaligheden 81
Bij 't krieken van den dageraad 60 I
Christus, heilig Godslam 37
Christus is opsestanden 57
Christus is verschenen 13
Christus, onze Heer, verrees 61
D'aarde was in nacht verzonken 30
d'Allerhoogste zij eeprezen 272
d'Almachtig' is mijn Herder en Geleide 182
Daal Schepper, Heil'ge Geest, daal af 78
Daar is die zegenrijke nacht 27
Daar is uit 's werelds duist're wolken 10
Daar komt een schip geladen 2
Dag des toorns, o dag des Heeren 124
Dankt dankt nu alien God 135
Dat w' U deez' dag, o Jezus, wijden 268
De Christenschare, blij van geest 19
De dag der kroningis gekomen 72
De dag, door uwe gunst ontvangen 281(A)
De dageraad met rooden glans 54
De dorre vlakte der woestijnen 111
De genade van onzen Heer Jezus Christus 95
De haan, de bode van den dag 275
De Heer in zijnen troon, zeer schoon 145
De Heer is God, een eenig Heer 134
De Heer is God en niemand meet 138
De Heer is mijn Herder 184
De Heer is waarlijk opgestaan 82
De lendenen omeord en brandende de lampen 298
De nacht, de moeder van de rust 279
De strijd volbracht, de prijs behaald 55(A)
Deez' aard is uw, o Heer der heeren 288
Den hoogen God alleen zij eer 90
Des Konings vanen rukken voort 36(A)
Die mijns harten vrede zijt 233
Diep, o God, in 't atof gebogen 50
Dit is de dag, then God ona schenkt 24
Door den nacht van smart en zoraen 116
Door uwen donk'ren sluier been 204
't Dorstend hart amacht naar de bronwel 235
Een jaar zinkt in der tijden nacht 294
Een naam is onze hope 112
Een roze, frisch ontloken , 17
Een vaste burcht is onze God : : 97
Een vaste burg is onze God 96
Een stem weerklinkt er schoon en luid 106
Eene kudde zal 't eens zijn 261
Eere zij aan God, den Vader 93
Eere zij den Vada en den Zoon 88
Eind'loos houdt Gods liefde stand 189
Geest des Heeren, kom van boven 76
Gelukkig is het land 304
Gelijk als de witte zwanen 240
Gelijk een landman, moe van 't ploegen 244
Gezalfde Heer en Koning 84
Gezegend is de middagtijd 278
God des vredes, heil en vrede 271
God en Vader, neem dit kroost 245
God enkel licht 153
God heeft ons zijn woord gegeven 185
God in den hoog' alleen zij eer 91
God is getrouw, zijn plannen falen niet 130
God is mijn lied 139
God is tegenwoordig; God is in ons midden 265
God roept ons, broeders, tot de daad 121
Goedertieren is de Heer 114
Gord u aan, Gord u aan 108
Gordt u aan! Gordt u aan 119
Groote God, wij loven U 149
Guldene hemelstad 126
Gij hebt, o albestierend' Koning 207
Gij Jezus, die ten troon verheven 74
Halleluia, de blijde toon 58
Halleluia, eeuwig dank en eere 94
Halleluia, lof zij den Heer 89
Halleluia, lofgezongen 166
Halleluia, looft den Heer 26
Halleluia, prijst den Onbegonnen 297
'k Heb aan 's Heilands disch gezeten 256
'k Heb Jezus lief! Hij is mijn licht en kracht 170
Heer, mijn hart is boos en schuldig 163
Heer, tot wien zou ik mij wenden 191
Heere Jezus, zie ons saam 266
Heere keere van ons af 99
Heiland, Christus, aller Heer 23
Heiland, laat ons waardig komen 249
Heil'ge Geest, daal tot ons neer 77
Heil'ge Jezus, mij ten leven 216
Heilig' God, voor wien slechts waarheid 157
Heilig, heerlijk Opperwezen 137
Heilig, heilig, heilig , 92
Heft aan, heft aan een luiden zang 29
Heft aan, verheugt u, Christ'nen, samen 105
Heft, Christ'nen, heft uw lofzang aan 67
Heft op uw hoofden, poorten wijd 3

Heft uw oogen langs de velden 286

Her Lam, voor ons op eard' gealacht 41

Het leven is: een krijgsbanier 118(A)

Het zwerk blijft somber nederhangen 290

Heugelijke tijding , 113

Hoe blinkt g', o morgenster, zoo schoon 251

Hoe blinkt uw majesteit alom 140

Hoe groot, o Heer, en hoe vervaarlijk 199

Hoe zacht zien wij de vromen 241

Hoe zal ik U ontvangen 1

Hoe zalig, Vader, is ons lot 176

Hoor, de eng'len zingen d'eer 25

Houdt Christus zijne Kerk in stand 101

Ik geloof in God den Vader 208

Ik heb gejaagd wel jaren lang 155

Ik heb U lief, mijn Heer en God 213

Ik hoor trompetten klinken 305

Ik kniel aan uwe kribbe neer 21

Ik nader voor uw heilig' oogen 158 

Ik wil mij gaan vertroosten 154

Ik wil U minnen, mijne sterkte 118

Ik zeg het allen dat Hij leeft 64

In eeuwig schrift op berg en rots , 188

In 't oosten klaar laat blozen 276

't Is Christus, die zijn Kerk behoedt 260

Is dat, is dat mijn Koning , 43

Is de nood zoo hoog gerezen 200

Ja, amen, Jezus is in 't leven 65

Ja, amen, Vader, is , 198

't Jaar heeft haast zijn loop volbracht 296

Jeruzalem, gij schoone stad 125

Jeruzalem, o stad, zoo hoog gebouwd 127

Jezus Christus, heil der aarde , 175

Jezus, ga ons voor 222

Jezus, Gij zijt de weg tot God 220

Jezus is mijn toeverlaat 234

Jezus leeft, en wij met Hem 62

Jezus, leven van mijn leven 49

Jezus neemt de zondaars aan , 168

Jezus' zoete gedachtenis 167

Kom, Christenschaar, komt, knielen wij 28

Komt allen tezamen 18

Komt allen, deze dag 83

Komt Christ'nen, laat ons Jezus loven 6

Komt en last ons Christus eeren 22

Komt, heffen wij een lofzang aan 63

Komt, knielen wij voor Jezus samen , 52

Komt laat ons samen nederknielen 295

Komt, laat ons voortgaan kind'ren 217

Komt nu met zang van zoete tonen 146

Komt, verwondert u hier, menschen , 15

Laat heel de wereld zinken 284

Laat komen, God, uw rijk , 115

Laat m'in U blijven, groeien, bloeien 229

Laat ons, Heer, uw dood gedenken 255

Last ons saitm met Jezus wand'1en 215

Lam Gods, dat men onschuldig..............38

Lam Gods, dat zoo onschuldig 39

Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten 34
Leer ons, Vader, U verbeiden 197
Leid vriend'lijk Licht, mij als een trouwe wacht ... 230
Liefde, boven alle liefde 169
Lof zij den Heer, den almachtigen Koning der eere ....136

Loof den Konine, alle volken 68

Looft God gij Christ'nen, maakt Hem groot 12

Meester, men zoekt U wijd en zijd 227 I

Met avonds laten schemerschijn 283

Met de tranen in haar oogen , 44

Middelpunt van ons verlangen , 51

Midden in het leven zijn wij 236

Morgenglans der eeuwigheid 128

Mij naar alles stil te voegen 206

Mijn eerst gevoel zij dankbaarheid 274

Mijn God, ik weet wel, dat 'k zal sterven 239

Mijn goede Herder is de Heer , , , 183

Mijn Verlosser hangt aan 't kruis 45

Mijn ziel verheft den Heer 9

Natuur verrijst ten leven weer 56

Neem, Heer, mijn beide handen 232
Neem mijn leven, laat het, Heer 228
Noem d' overtreding mij, die Gij begaan hebt 42

Nu daagt het in het oosten 8

Nu last Gij Heer, uw dienstknecht gaan 31

Nu zijt wellekome , 14

O, Bethlehem, hoe blinkt g' in eer , 16

O eeuw'ge Vader, sterk in macht 203

O God, die de gedachten 156

O God, die droeg ons voorgeslacht 293

O God en Heer in 't glorielicht 120

O God, eer 't aardrijk was gegrond 142

O God van hemel, zee en aard 291(A)

O goedheid Gods, nooit recht geprezen 181

O groote God, die 't aller tijd 161

O groote God, o goede Heer 212

O Gij, die waarheid zijt 187

O Heer, die daar des hemels tente spreidt 303
O Heiland, trouwe Heer, moog' onze tong U prijzen.........225

O Heilige Geest, o heilige God 80

O hoofd, bedekt met wonden 32

O hoogt' en diepte, looft nu God , 177

O Jezus, dat ik nooit vergeet 123

O Jezusnaam, geen sterv'ling heeft 172(A)

O Kerstnacht, schooner dan de dagen 20

O Lam van God, gehoond, bespot 40

O Vader, dat uw vriend'lijk oog 269

Ons hart verheugt zich, dat bij God 196

Ontsluit, o Heer, ontvlam ons hart 33

Ontwaak, gij die slaapt 165

Ontwaak, o mensch, de dag breekt aan 277(A)

Onz' eerste toon vermeld' uw eer 273

't Oog omhoog, het hart naar boven 75

Op bergen en in dalen 143

Op, op, die 't rijk bewonen 4

Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen , 7

Op, waakt op, zoo klinkt het luide 98

Prijs, mijn ziel, den Hemelkoning , 147

Reeds daalt met een omwolkt gezicht , 287

Roemt 's Vaders welbehagen 270

Ruisch, o Godsstroom der genade , 87

Rust mijn ziel, uw God is Koning , 179

Schaart u om den goeden Herder 259

Schep in mij, o God, een rein harte 164

Schoonste Heer Jezus , 221

Sla, o God vol mededoogen 267

Slaat d' oogen naar 't gebergte henen 102

Staat op en strijdt den goeden strijd 117(A)

Steeds geslingerd en bewogen 195

Straks groeten w'onze moederstranden 110

U heb ik lief, U roep ik aan 237

U, verborgen Christus, bid 'k eerbiedig aan 250

U zeeg'ne God 263

U zij altijd, mijn hart gewijd 193

Uit hoogen hemel kom ik aan 11

Uren, dagen, maanden, jaren , 292

Uw dankb're Christenschaar 85

Vader, U zij toegewijd , 299

Vader, vol van mededoogen , 159

Van glans omschenen , 129

Van U zijn alle dingen 148

Vaste rots van mijn behoud 174
Verheerlijkt Hoofd, op 's Vaders troon verheven .248

Verhef, verhef uw zegezangen 86

Verheft u, Christ'nen boven 't stof 70

Verhoogd zij 't dal, de berg geslecht 5

Verhoogde Heiland, trek ons hart 253

Verlosser, Vriend, Gij hoop en lust 171

Verschenen is de zaal'ge dag 59

Voor alle heil'gen, rustend na hun werk 122

Vorm tot uw dienst ons hart, o heilig God 226

Waak, Christen, waak, blijft in 't geloof 211

Waar vloodt g', o vriend'lijk jaargetij 289
Waar werd oprechter trouw , 262(A)

Waar zijn de wijzen, die mij zeggen 144

Waarom zou mij kommer drukken 219

Waartoe toch al dat angstig schromen 160

Wachter on de heil'ge muren 104

Wat de toekomst brengen moge 300(A)

Wat God doet, dat is welgedaan 186

Wat God wil, dat geschied' altijd 192

Wat vlied' of bezwijk', Getrouw is mijn God 202

Wat ware zonder U het leven 224

Wah zou ooit mijn hart vervaren 178

Wat zijt Gij groot, wat zijt Gij goed 285

Waterstroomen wil Ik gieten 109

Wees gegroet, gij eersteling der dagen 53

Wees niet vervaard, gij kleine stoet 100

 

 

 

Wegen Gods, hoe duister zijt sij 131

Welk een liefde, vol van leven 190

Welzalig 't huis, o Heiland onzer zielen 264(A)

Wie heeft op aard de prediking gehoord 35

Wie is het, die zoo hoog gezeten 133

Wie maar den goeden God laat zorgen 194

Wie zijt Gij, eeuwig onvolprezen 151

'k Wil U, o God, mijn dank betalen 280

Wilhelmus van Nassauen 301

Wilt heden nu treden 302

Wij bidden U, o Heil'ge Geest 79

Wij danken U, barmhartig God en Vader 247

Wij knielen voor uw zetel neer 73

Wij loven U o God, wij prijzen uwen naam 132

Wij loven U, o groote God 141

Wij naderen tot eenen troon 258

Wijk thans, o wereld, uit mijn oog 254
Wijsheid en goedheid, o God van gena, zijn uw wegen , 152

Zalig, die in Christus sterven 242

Zalig, zalig, niets te wezen 205

Zalig zijn de armen van geest 209

Zalig zijn de geest'lijk armen 210

Zie ons ootmoedig tot U naad'ren , 306

Zie ons te zaam uw naam belijden 257

Zie op ons neer naar uw barmhartigheid 246

Zingt, gij afgelegen landen 107
Zinet nu verheugd, terecht moogt g'u verblijden 66
Zingt, zingt blij te moe , 71

Zou mij dood en graf doen beven 243