NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis



Alfabetische index Christelijke Gezangen 1886

 

Ach, de stroom des levens voert 266
Ach, Heer! laat thans het vriendlijk licht 146
Ach! staak uw droevig klagen 104
Alle roem is uitgesloten 29
Alle zegen komt van boven 277
Als God, mijn God, maar voor mij is 264
"Behoed Uw kerk, zet uit, o God! haar palen" 237
Beveel gerust uw wegen 116
Breek aan, gij heerlilk morgenlicht 245
Breng door hem tot ons den vrede 168
Bron der hoogste zaligheden! 227
Daar is nit 's werelds duistre wolken 192
De Heer is God, een eenig Heer 49
De Heer is God en niemand meer 25
De Heer is mijn herder 94
De hooge hernel roemt den Heere 3
"De koning wil zijn Yolk vergaadren" 204
eDe lendenen omgord en brandende de lampen ! 263
Den hoogen God alleen zij eer 44
Den hoogen God alleen zil eer! 24
Des drijvers geweldige roede 127
De stille nacht is weer voorbij 244
De wereld is Uw akker, Heer! 169
Doe mij, o Heer! op U betrouwen 83
Duizendvoudig dank zij U geboden! 197
Een blijde psalm, een jubellied 59
Eene kudde zal 't eens zijn 181
Een rustplaats voor den lijder 166
Een stem weerklinkt er schoon en luid, 241
Een vaste burcht is onze God 236
Eeuwig God, Uw alvermogen 39
Eeuwig onuitputlijk' ader 36
Eindloos houdt Gods liefde stand 53
Gedankt zij God, ZIjn naam zij d' eer 240
Geef, God van liefde, geef Uw vrede 276
Geef me, o God! U aan te hangen 86
Geef mij, o Heer! een open harte 84
Geest der waarheid en gebeden 226
Geest des Heeren, kom van boven! 225
Gegroet, volschoone lentemorgen! 215
Geloofd zij God met diepst ontzag! 8
Geloofd zij God, Zijn naam zij d' eer 189
Gelukkig vaderland, zoo g' op Gods waarheid bouwt 268
God, enkel licht 74
God! Gij zijt het, Dien wij loven! 42
God is licht! - o Majesteit 54
God is mijn God! Wat stroom van zaligheden 46
God is mxjn licht, mijn heil! wien zou ik vreezen? 4
God is mijn lied 28
God, laat Uw geest het work des heils voltrekken! 223
God, maak mij vrij van zond' en dood! 82
Gods gunst aanschouwt 132
God! Uw woord heeft eenwig waarde 144
God, wil onzen dank ontvangen 41
't Groot heelal verbreidt Uw eer 52
Gun der klachte, die ik slake 69
Gij akker Gods! Uw kostbaar zaad 280
Gij gingt voor ons de plaats bereiden 217
Gij hebt den heilgen band van d' echt 274
Gij mocht den blijden dag begroeten 164
Gij, o God, staat aan mijn zijde 123
Gij schiept mij, Heer der Heeren 68
Gij vrienden van den Heer 13
Gij zijt, o Heer van d' allervroegste jaren 66
Hallelujah! eeuwig dank en eere 145
Hallelujah! 't Godsrijk nadert 228
Hallelujah! Lof gezongen 178
Hallelujah! Looft den Heer 188
Hallelujah! prijs en eere 212
Hallelujah! prijst den Onbegonnen 260
Heer en Heiland, vol gena 200
's Heeren heilwoord kan met falen 234
Heer, God! Uw heilgen naam 51
Heer! Gij riept, ik ben gekomen 161
Heer, heilig elk gevoel des harten 85
Heer, naar U gaat mijn verlangen 62
Heer wij sluiten aan Uw scharen 154
Heft aan, verheugt u, Christnen! samen 231
Heilge Jezus! mij ten leven 175
Heilig God! voor wien slechts waarheid 77
Heilig, heilig is de band 117
Help maar u zelf, zoo helpt u God 272
Help o God, mijn hart bezwijkt 79
Help ons, Heer! de kroon verwerven 162
Het huis is rijk 149
Het leven gaf niet wat ik dacht 137
Hot zwerk blijft somber nederhangen 255
Hier sta ik bij Uw schaamle kreb 194
Hoe groot en goed, hoe wonderbaarlijk 269
Hoe heerlijk zyn Uw werken, Heer 34
Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot 140
Hoe sterk gevoelen w' ons gemoe 157
Hoe stroomt, van d' eerste kindsheid af 47
Hoe wij ook worstlen, trouwe God 135
Hoe zal ik U ontvangen 183
Houd moed, mijn ziel, houd goeden moed 130
Houd vrij in 's levens wisselloop 110
Hij, die zijn lot alleen aan God 106
't Hijgend hert, der jacht ontkomen 63
't Hijgend hert, der jacht ontkomen 64
Hij weene, die op aard zijn hoogst geluk ziet groeien! 256
Ik heb den vasten grond gevonden 112
Ik hoor, o Heer! Uw liefdetaal 155
Ik verlaat mijn Jezus niet 172
Ik wil tot U, mijn Vader! gaan 81
In welken oord men vromen vindt 115
Is er zaliger vreugd 133
't Is God, aan tijd noch plaats gebonden 5
't Is volbracht! Gij' sterft, o Heiland 199
Ja zij uw ja, uw neen zij neen 131
Jezus Christus, heil der aarde! 160
Jezus heeft den dood verwonnen 211
Jezus, Jezus is verrezen 210
Jezus leeft, en ik zal leven 208
Jezus leeft en wij met hem 207
Jezus leven van rnijn leven 203
Jezus! mijn verblijden! 171
Jezus is mijn Heer en Koning 176
Jezus is mijn toeverlaat 209
Jezus! Uw geboortefeest 191
't Juicht alles vroolijk om ons heen 50
Kom Christenschaar! kom, knielen wij 218
Komt, danken w' allen God 267
Komt herwaarts, looft verheugd den Heer 11
Komt knielen wij voor Jezus samen 198
Komt laat ons 's Heeren goedheid loven 18
Komt, laat ons reeht naar 't outer treden 139
Komt, laat ons samen nederknielen 262
Komt, laat ons voortgaan, kindren! 120
Komt, laat ons zingen de grootheid, de goedheid des Heeren! 56
Komt! maakt God met mij groot! 95
oLaat de kindren tot mij komen! 150
Laat ons saam met Jezus wandlen 180
Laat ons to zaam 259
Leer ons, Vader! U verbeiden 73
Leid, trouwe Vader! onze schreden 159
't Licht was eens verborgen 243
Lof en dank zij U gezongen 27
Lofzingt, o heemlen 214
Loof, loof den Heer, mijn ziel! met alle krachten 15
Looft en prijst den Heer der Heeren 22
Looft, looft nu aller heeren Heer 167
Maak Gij ons heilig, groote God! 156
Menschheid! tot Gods troon verheven 219
Meet gij steeds met onspoed strijden 109
Mijn God en Heer 75
Mijn God, Gij zijt het hoogste goed 31
Mijn goede herder is de Heer! 179
Mijn Jezus! om Uw smarte 196
Mijn ziel is stil voor mijnen God, 96
Natuur wordt uit haar sluimring wakker 252
Neen, 'k heb niet vergeefs gebeden 134
Neerland wil zijn feestdag wijden 271
Neig, o Heer! Uw gunstig' oorell 65
Niets is, o Oppermajesteit! 20
Nieuwe liedren, nieuwe zangen 242
Nimmer, nimmer kunnen w' U vergeten 281
Nog dekt de stille waterstroomen 250
Nog is 't geen tijd van rusten 185
Nu allen God gedankt ! 270
Nu de zon haar heldren luister 247
Nu klink', o Heer, ons aller Amen 147
Och, blijf met Uw genade 88
O Geest van God, zoo machtig 80
O Geest van liefd' en kracht 229
O God, die al mijn nooden kent 91
O God gelijk Gij ons het leven 38
O Godlijk lam! onschuldig 152
O God, onze God! hoe gevierd is uw naam 1
O God, ontzachlijk Opperwezen 33
O, goedheid Gods! nooit recht geprezen 26
O Heer, hoe heuglijk is het lot 103
O Heiland! Fleer, wij wijden 153
O Heilge Geest ! daal op ons neer 221
O Heilig God! o vlekloos licht! 89
O Hoofd des Eengeboornen 201
O Leven van ons leven! 173
O Moedig strijder, sterke held 195
O Morgenster vol hemelpracht! 193
O Mijn ziel, houd goeden moed 122
Ons feestlied rijze voor Gods trouw 187
Ons hart is vol van dank, o Heer 253
Ons hart kan met vergeten 205
Ons hart verheugt zich, dat bij God 108
Onze God heeft voor de zijnen 265
't Oog omhoog het hart naar boven 177
O onze God! o vast vertrouwen 6
Op bergen en in dalen 35
Op, mijn ziel, uw strijd gestrede 107
O sterveling ! gevoel uw waarde ! 114
O Vader! dat Uw vriendlijk oog 170
O Vader der barmhartigheen 2
O Vader leid mijn hart, mijn leven 76
O, zie hoe lieflijk 141
O ziet, hoe goed hoe lieflijk 't is, dat zonen 19
Roemt 's Vaders welbehagen 143
"Rusi;loos werken vroeg en laat" 138
Rust mijn ziel! Uw God is Koning 101
Rijst nu zangen! klinkt nu, snaren! 190
Schaart u om den goeden Herder! 163
Schep in mij, o God! een harte 78
Sion, wijd den Heer uw zangen 151
Slaap zacht in den schemer der graven 279
Slaat d' oogen naar 't gebergte henen! 235
Sla, o God vol mededoogen! 142
Stille rustplaats van Gods dooden ! 278
Straks groeten w'onze moederstranden 233
Twijfling zwijg, zwijg, bange smarte 105
U heb ik lief, want Gy , getrouwe Heer 17
U Heere God! U wil ik zingen 16
U, Heilge Geest! U loven wij, 222
Uit de neevlen zal de dag 128
Uit 's levens diepe nooden 71
Uren, dagen, maanden, jaren 257
Uw grootheid, Heer! verheft ons lied 258
Uw liefde, trouwe Vader 37
Uw liefdrijk alvermogen 251
Uw naam is eeuwen lang geprezen 90
Uw naam o God, moet eer ontvangen 9
Uw voorraadschuren opent Gij 254
U zeegne God! Hij stell' u tot een zegen 275
Van U, mijn Vader! neemt mijn hart 126
Van U zijn alle dingen 48
Verblijdt u, Broeders altemaal 182
Vereenigt u tot 's Heeren lof 186
Verhoogd zij 't dal, de berg geslecht 184
Waaraan heb ik 't verdiend, dat mij Uw licht omstraalt 58
Waar is de wyze die durft roemen 40
Waarom bedroeft gij u, mijn hart? 125
Wachter op de heilge muren 230
Wat God doet, dat is welgedaan 99
Wat God wil, dat geschiede altijd 119
Wat is de geest des Heeren? 224
Wat ons ook moog' verbeiden 124
Wat rein genot 113
Wat vlied' of bezwijk', getrouw is mijn God 60
Wat wendt gij droef de blikken af 220
Wat zijt Gij groot, wat zijt Gij goed' 249
We aanbidden Uwe macht 61
Wees niet vervaard, gij kleine stoet! 239
'k Weet, dat de Heer mijn herder is 93
Wegen Gods! hoe duister zijt gij ! 121
Welk een liefde, vol van leven 45
Welzalig, die niet treedt in 't raadsbesluit 92
Welzalig 'thuis, o Heiland onzer zielen 273
Welzalig, wie niet ziet en nochtans blijft gelooven 213
Welzalig zijn d' oprechten van gemoed 67
'k Wend de oogen naar 't gebergte heen 70
't Werd stil in dal en dreven 248
Wie heeft op aard de prediking gehoord 202
Wie helpt den last mij dragen 87
Wie lief heeft, kent de vreeze niet 136
Wie maar den goeden God laat zorgen 98
Wien heb ik nevens U omhoog? 97
Wie zijt Gij eeuwig onvolprezen 55
'k Wil luide roemen, trouave vader 261
'k Wil U, o God, mijn dank betalen 246
Wij buigen ons ootmoedig neer 216
Wij hebben 't levenswoord vernomen 165
Wij heffen door ons hart gedreven 206
Wij legden diep gebogen 282
Wij loven U met blij gemoed, 32
Wij loven U, o Opperheer! 21
Wij roemen Vader, in den zegen 233
Wijsheid en goedheid, o God van gena 57
Wij zoeken Heer, Uw aangezicht 7
Zal een kind zijn vader minnen 30
'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen 10
Zalig wien m 's levens morgen 129
Zalig, zalig, niets te wezen 102
Zalig zijn de geestlijk armen 118
Zie me, o God, in 't stof gebogen 72
Zie neer, o God! naar Uw barmhartigheid 148
Zingt, gij afgelegen landen 232
Zingt, zingt blij te moe 174
Zingt, zingt een nieuw gezang den Heere 12
Zoo blij de landman, moe van 't ploegen 111
Zoo ver de zon haar stralen spreidt 14
Zoud' ik mijnen God niet roemen 23
Zou ik mijnen God niet prijzen 43
Zou ik mijnen God niet vreezen 100
Zou Jezus, U ons hart vergeten 158