NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis



Numerieke index Christelijke Gezangen 1886

O God, onze God! hoe gevierd is uw naam 1
O Vader der barmhartigheen 2
De hooge hernel roemt den Heere 3
God is mxjn licht, mijn heil! wien zou ik vreezen? 4
't Is God, aan tijd noch plaats gebonden 5
O onze God! o vast vertrouwen 6
Wij zoeken Heer, Uw aangezicht 7
Geloofd zij God met diepst ontzag! 8
Uw naam o God, moet eer ontvangen 9
'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen 10
Komt herwaarts, looft verheugd den Heer 11
Zingt, zingt een nieuw gezang den Heere 12
Gij vrienden van den Heer 13
Zoo ver de zon haar stralen spreidt 14
Loof, loof den Heer, mijn ziel! met alle krachten 15
U Heere God! U wil ik zingen 16
U heb ik lief, want Gy , getrouwe Heer 17
Komt laat ons 's Heeren goedheid loven 18
O ziet, hoe goed hoe lieflijk 't is, dat zonen 19
Niets is, o Oppermajesteit! 20
Wij loven U, o Opperheer! 21
Looft en prijst den Heer der Heeren 22
Zoud' ik mijnen God niet roemen 23
Den hoogen God alleen zil eer! 24
De Heer is God en niemand meer 25
O, goedheid Gods! nooit recht geprezen 26
Lof en dank zij U gezongen 27
God is mijn lied 28
Alle roem is uitgesloten 29
Zal een kind zijn vader minnen 30
Mijn God, Gij zijt het hoogste goed 31
Wij loven U met blij gemoed, 32
O God, ontzachlijk Opperwezen 33
Hoe heerlijk zyn Uw werken, Heer 34
Op bergen en in dalen 35
Eeuwig onuitputlijk' ader 36
Uw liefde, trouwe Vader 37
O God gelijk Gij ons het leven 38
Eeuwig God, Uw alvermogen 39
Waar is de wyze die durft roemen 40
God, wil onzen dank ontvangen 41
God! Gij zijt het, Dien wij loven! 42
Zou ik mijnen God niet prijzen 43
Den hoogen God alleen zij eer 44
Welk een liefde, vol van leven 45
God is mijn God! Wat stroom van zaligheden 46
Hoe stroomt, van d' eerste kindsheid af 47
Van U zijn alle dingen 48
De Heer is God, een eenig Heer 49
't Juicht alles vroolijk om ons heen 50
Heer, God! Uw heilgen naam 51
't Groot heelal verbreidt Uw eer 52
Eindloos houdt Gods liefde stand 53
God is licht! - o Majesteit 54
Wie zijt Gij eeuwig onvolprezen 55
Komt, laat ons zingen de grootheid, de goedheid des Heeren! 56
Wijsheid en goedheid, o God van gena 57
Waaraan heb ik 't verdiend, dat mij Uw licht omstraalt 58
Een blijde psalm, een jubellied 59
Wat vlied' of bezwijk', getrouw is mijn God 60
We aanbidden Uwe macht 61
Heer, naar U gaat mijn verlangen 62
't Hijgend hert, der jacht ontkomen 63
't Hijgend hert, der jacht ontkomen 64
Neig, o Heer! Uw gunstig' oorell 65
Gij zijt, o Heer van d' allervroegste jaren 66
Welzalig zijn d' oprechten van gemoed 67
Gij schiept mij, Heer der Heeren 68
Gun der klachte, die ik slake 69
'k Wend de oogen naar 't gebergte heen 70
Uit 's levens diepe nooden 71
Zie me, o God, in 't stof gebogen 72
Leer ons, Vader! U verbeiden 73
God, enkel licht 74
Mijn God en Heer 75
O Vader leid mijn hart, mijn leven 76
Heilig God! voor wien slechts waarheid 77
Schep in mij, o God! een harte 78
Help o God, mijn hart bezwijkt 79
O Geest van God, zoo machtig 80
Ik wil tot U, mijn Vader! gaan 81
God, maak mij vrij van zond' en dood! 82
Doe mij, o Heer! op U betrouwen 83
Geef mij, o Heer! een open harte 84
Heer, heilig elk gevoel des harten 85
Geef me, o God! U aan te hangen 86
Wie helpt den last mij dragen 87
Och, blijf met Uw genade 88
O Heilig God! o vlekloos licht! 89
Uw naam is eeuwen lang geprezen 90
O God, die al mijn nooden kent 91
Welzalig, die niet treedt in 't raadsbesluit 92
'k Weet, dat de Heer mijn herder is 93
De Heer is mijn herder 94
Komt! maakt God met mij groot! 95
Mijn ziel is stil voor mijnen God, 96
Wien heb ik nevens U omhoog? 97
Wie maar den goeden God laat zorgen 98
Wat God doet, dat is welgedaan 99
Zou ik mijnen God niet vreezen 100
Rust mijn ziel! Uw God is Koning 101
Zalig, zalig, niets te wezen 102
O Heer, hoe heuglijk is het lot 103
Ach! staak uw droevig klagen 104
Twijfling zwijg, zwijg, bange smarte 105
Hij, die zijn lot alleen aan God 106
Op, mijn ziel, uw strijd gestrede 107
Ons hart verheugt zich, dat bij God 108
Meet gij steeds met onspoed strijden 109
Houd vrij in 's levens wisselloop 110
Zoo blij de landman, moe van 't ploegen 111
Ik heb den vasten grond gevonden 112
Wat rein genot 113
O sterveling ! gevoel uw waarde ! 114
In welken oord men vromen vindt 115
Beveel gerust uw wegen 116
Heilig, heilig is de band 117
Zalig zijn de geestlijk armen 118
Wat God wil, dat geschiede altijd 119
Komt, laat ons voortgaan, kindren! 120
Wegen Gods! hoe duister zijt gij ! 121
O Mijn ziel, houd goeden moed 122
Gij, o God, staat aan mijn zijde 123
Wat ons ook moog' verbeiden 124
Waarom bedroeft gij u, mijn hart? 125
Van U, mijn Vader! neemt mijn hart 126
Des drijvers geweldige roede 127
Uit de neevlen zal de dag 128
Zalig wien m 's levens morgen 129
Houd moed, mijn ziel, houd goeden moed 130
Ja zij uw ja, uw neen zij neen 131
Gods gunst aanschouwt 132
Is er zaliger vreugd 133
Neen, 'k heb niet vergeefs gebeden 134
Hoe wij ook worstlen, trouwe God 135
Wie lief heeft, kent de vreeze niet 136
Het leven gaf niet wat ik dacht 137
"Rusi;loos werken vroeg en laat" 138
Komt, laat ons reeht naar 't outer treden 139
Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot 140
O, zie hoe lieflijk 141
Sla, o God vol mededoogen! 142
Roemt 's Vaders welbehagen 143
God! Uw woord heeft eenwig waarde 144
Hallelujah! eeuwig dank en eere 145
Ach, Heer! laat thans het vriendlijk licht 146
Nu klink', o Heer, ons aller Amen 147
Zie neer, o God! naar Uw barmhartigheid 148
Het huis is rijk 149
oLaat de kindren tot mij komen! 150
Sion, wijd den Heer uw zangen 151
O Godlijk lam! onschuldig 152
O Heiland! Fleer, wij wijden 153
Heer wij sluiten aan Uw scharen 154
Ik hoor, o Heer! Uw liefdetaal 155
Maak Gij ons heilig, groote God! 156
Hoe sterk gevoelen w' ons gemoe 157
Zou Jezus, U ons hart vergeten 158
Leid, trouwe Vader! onze schreden 159
Jezus Christus, heil der aarde! 160
Heer! Gij riept, ik ben gekomen 161
Help ons, Heer! de kroon verwerven 162
Schaart u om den goeden Herder! 163
Gij mocht den blijden dag begroeten 164
Wij hebben 't levenswoord vernomen 165
Een rustplaats voor den lijder 166
Looft, looft nu aller heeren Heer 167
Breng door hem tot ons den vrede 168
De wereld is Uw akker, Heer! 169
O Vader! dat Uw vriendlijk oog 170
Jezus! mijn verblijden! 171
Ik verlaat mijn Jezus niet 172
O Leven van ons leven! 173
Zingt, zingt blij te moe 174
Heilge Jezus! mij ten leven 175
Jezus is mijn Heer en Koning 176
't Oog omhoog het hart naar boven 177
Hallelujah! Lof gezongen 178
Mijn goede herder is de Heer! 179
Laat ons saam met Jezus wandlen 180
Eene kudde zal 't eens zijn 181
Verblijdt u, Broeders altemaal 182
Hoe zal ik U ontvangen 183
Verhoogd zij 't dal, de berg geslecht 184
Nog is 't geen tijd van rusten 185
Vereenigt u tot 's Heeren lof 186
Ons feestlied rijze voor Gods trouw 187
Hallelujah! Looft den Heer 188
Geloofd zij God, Zijn naam zij d' eer 189
Rijst nu zangen! klinkt nu, snaren! 190
Jezus! Uw geboortefeest 191
Daar is nit 's werelds duistre wolken 192
O Morgenster vol hemelpracht! 193
Hier sta ik bij Uw schaamle kreb 194
O Moedig strijder, sterke held 195
Mijn Jezus! om Uw smarte 196
Duizendvoudig dank zij U geboden! 197
Komt knielen wij voor Jezus samen 198
't Is volbracht! Gij' sterft, o Heiland 199
Heer en Heiland, vol gena 200
O Hoofd des Eengeboornen 201
Wie heeft op aard de prediking gehoord 202
Jezus leven van rnijn leven 203
De koning wil zijn Yolk vergaadren 204
Ons hart kan met vergeten 205
Wij heffen door ons hart gedreven 206
Jezus leeft en wij met hem 207
Jezus leeft, en ik zal leven 208
Jezus is mijn toeverlaat 209
Jezus, Jezus is verrezen 210
Jezus heeft den dood verwonnen 211
Hallelujah! prijs en eere 212
Welzalig, wie niet ziet en nochtans blijft gelooven 213
Lofzingt, o heemlen 214
Gegroet, volschoone lentemorgen! 215
Wij buigen ons ootmoedig neer 216
Gij gingt voor ons de plaats bereiden 217
Kom Christenschaar! kom, knielen wij 218
Menschheid! tot Gods troon verheven 219
Wat wendt gij droef de blikken af 220
O Heilge Geest ! daal op ons neer 221
U, Heilge Geest! U loven wij, 222
God, laat Uw geest het work des heils voltrekken! 223
Wat is de geest des Heeren? 224
Geest des Heeren, kom van boven! 225
Geest der waarheid en gebeden 226
Bron der hoogste zaligheden! 227
Hallelujah! 't Godsrijk nadert 228
O Geest van liefd' en kracht 229
Wachter op de heilge muren 230
Heft aan, verheugt u, Christnen! samen 231
Zingt, gij afgelegen landen 232
Straks groeten w'onze moederstranden 233
Wij roemen Vader, in den zegen 233
's Heeren heilwoord kan met falen 234
Slaat d' oogen naar 't gebergte henen! 235
Een vaste burcht is onze God 236
Behoed Uw kerk, zet uit, o God! haar palen 237
Wees niet vervaard, gij kleine stoet! 239
Gedankt zij God, ZIjn naam zij d' eer 240
Een stem weerklinkt er schoon en luid, 241
Nieuwe liedren, nieuwe zangen 242
't Licht was eens verborgen 243
De stille nacht is weer voorbij 244
Breek aan, gij heerlilk morgenlicht 245
'k Wil U, o God, mijn dank betalen 246
Nu de zon haar heldren luister 247
't Werd stil in dal en dreven 248
Wat zijt Gij groot, wat zijt Gij goed' 249
Nog dekt de stille waterstroomen 250
Uw liefdrijk alvermogen 251
Natuur wordt uit haar sluimring wakker 252
Ons hart is vol van dank, o Heer 253
Uw voorraadschuren opent Gij 254
Hot zwerk blijft somber nederhangen 255
Hij weene, die op aard zijn hoogst geluk ziet groeien! 256
Uren, dagen, maanden, jaren 257
Uw grootheid, Heer! verheft ons lied 258
Laat ons to zaam 259
Hallelujah! prijst den Onbegonnen 260
'k Wil luide roemen, trouave vader 261
Komt, laat ons samen nederknielen 262
eDe lendenen omgord en brandende de lampen ! 263
Als God, mijn God, maar voor mij is 264
Onze God heeft voor de zijnen 265
Ach, de stroom des levens voert 266
Komt, danken w' allen God 267
Gelukkig vaderland, zoo g' op Gods waarheid bouwt 268
Hoe groot en goed, hoe wonderbaarlijk 269
Nu allen God gedankt ! 270
Neerland wil zijn feestdag wijden 271
Help maar u zelf, zoo helpt u God 272
Welzalig 'thuis, o Heiland onzer zielen 273
Gij hebt den heilgen band van d' echt 274
U zeegne God! Hij stell' u tot een zegen 275
Geef, God van liefde, geef Uw vrede 276
Alle zegen komt van boven 277
Stille rustplaats van Gods dooden ! 278
Slaap zacht in den schemer der graven 279
Gij akker Gods! Uw kostbaar zaad 280
Nimmer, nimmer kunnen w' U vergeten 281
Wij legden diep gebogen 282