NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Verantwoording

In bet najaar van 1995 werd een begin gemaakt met wat uiteindelijk leidde tot de Evangelische Liedbundel.

Een voorbereidingsgroep vanuit het Evangelisch Werkverband (EW) legde contacten en voerde gesprekken.

In het voorjaar van 1996 waren visie en een opdracht uitgewerkt. Een werkgroep werd ingesteld met de opdracht om liederen te selecteren uit een breed evangelisch bestand. Deze liederen moesten theologisch, muzikaal en taalkundig verantwoord zijn. Daarbij moest ook worden ondeaocht of de liederen geschikt waren voor kerkelijk liturgisch gebruik en langere tijd gezongen werden of zouden worden.

De werkgroep bestond uit mensen, die kennis hebben van en ervaring hebben met bet evangelische lied, de praktijk van eredienst en de kerkmuziek in de Samen op Weg kerken.

Vele bundels uit zeer verschillende circuits werden geraadpleegd. Ook werd nieuw liedgced aangedragen.

De werkgroep stelde zichzelf ook de vraag, wat nu eigenlijk evangelisch liedgoed is. Her antwoord werd: niet alleen liederen die nit de evangelische (en charismatische) beweging komen, maar ook liederen uit andere kringen, die
evangelische kwaliteit hebben.

Evangelisch is daarbij wat bet Evangelisch Manifest daarover zegt
• beantwoordend aan de vier sola's van de Reformatie (solo Christo, sola gratia, sola Scriptura, sola fide: alleen door Christus, alleen door genade, alleen de Schrifr, alleen door het geloof).
• aandacht gevend aan bekering, wedergeboorte en de persoonlijke relatie met God, in de lijn van opwekkingsbewegingen en reveil van de 17e, tot de 20e eeuw.
• aandacht gevend aan de heilige Geest en zijn werk, zijn leiding en kracht, vruchten gaven
• aandacht gevend aan zending, evangelisatie, discipelschap en gemeenteopbouw, diakonaat, pastoraat en lofprijzing als opdracht van de Here Jezus aan zijn gemeente die geworteld is in en onopgeefbaar verbonden is met Israel

Zo ontstond een zeer gevarieerde selectie: liederen nit de bundel Opwekkingsliederen, maar ook uit Taize; liederen met een joodse achtergrond waarin de verbondenheid met Israel een rol speelt (o.m. van Merla Watson), maar ook uit
het Oud-Katholiek Gezangboek; liederen uit de aloude Zangbundel van Johannes de Heer en sterk ritmische tienerliederen, psalmen en kinderliederen.

De werkgroep stond een bundel voor ogen, die zou aansluiten bij de opzet van het Liedboek voor de kerken en daarop een aanvulling zou zijn. Het Liedboek voor de kerken bevat trouwens al vele liederen die naar hun aard en oorsprong
evangelisch zijn. De Evange(ische Liedbundel volgt grotendeels de indeling van het Liedboek voor de kerken. De psalmen en psalmbewerkingen staan voorop, daama de bijbelliederen, daama de liederen gerubriceerd volgens het
kerkelijk jaar. Vervolgens gaat de Evangelische Liedhunde! een eigen weg: de schepping en het leven; Israel, de gemeente en haar opdracht; de toekomst van de Heer; kinder- en tienerliederen: deze hoofdonderdelen met hun rubrieken geven ruimte aan de eigenheid van bet evangelische lied.

Een belangrijke bijdrage van het evangelische lied aan de eredienst ligt in de lofprijzing en aanbidding. Daarbij gaat bet om liederen waarin mensen - persoonlijk en als gemeenschap - God toezingen en verheerlijken. Hiervoor kon
uit een onafzienbare voorraad (recente) liederen geput worden. De werkgroep meent hierdoor in een grote behoefte van de gemeente te vootzien. Ook missionaire liederen waren ruim voorhanden. De werkgroep had bijvoorbeeld
minder keus als bet ging om diakonale liederen. Bepaalde liederen zijn zeldzaam om het thema dat zij bezingen. Juist naar zulke liederen is gezocht, bijvoorbeeld verootmoedigingsliederen en liederen rond de voorbede. Er werd
een ruime keus aan pastorale liederen opgenomen, van groot belang voor gebruik in individueel pastoraat en voor diensten van voorbede en handoplegging (de dienst der genezing).

Bij de selectie van kinderliederen ging het niet alleen om liederen die aansluiten bij een bijbelverhaal. Kinderliederen nodigen ook uit om te bewegen, er valt wat aan te beleven. Lichaamstaal werkt mee om kinderen mee te nemen in
lofprijzing en aanbidding. Sommige liederen bieden de mogelijkheid de kinderen actief te betrekken bij onderdelen van de liturgie, bijvoorbeeld met een zegenlied. Ook in tienerliederen zit vaak veel actie, maar soms leiden ze
juist tot verstilling. Kinderen en tieners verdienen een eigen plaats in het midden van de gemeente, en dus ook in de eredienst. Overigens is het heel moeilijk om de grenzen te bepalen tussen liederen voor volwassenen, tieners en
kinderen.

Het selectieproces is met gemakkelijk geweest; niet alleen door de grote hoeveelheid beschikbare liederen, maar ook door de voortdurende bezinning op uitgangspunten en doelstellingen.

Er kwamen ook creatieve processen op gang. Sommige teksten werden vervangen of opnieuw vertaald, nieuwe melodieen en nieuwe liederen werden toegevoegd. Wij hopen, dat dit proces voortgaat, zodat nieuw evangelisch liedgoed ontstaat. Ook bij evangelische christenen vindt steeds meer bezinning plaats met betrekking tot eredienst en liturgie. Daardoor is ook hier de visie op liederen en muziek in de eredienst in beweging.

Een rubriek van bijna 40 psalmen laat zien dat ook evangelische christenen putten uit de bron van de bijbelse liturgie. Het is te wensen, dat het proces van vernieuwing vele nieuwe herdichtingen en toonzettingen van de psalmen zal
voortbrengen. Het Psalter is immers het fundament van het kerklied en mag nooit achter de liturgische horizon verdwijnen! Verschillende geselecteerde composities geven aan hoe hieraan vorm gegeven kan worden.

Veel oudere evangelische liederen zouden een tweede leven kunnen krijgen als ze voorzien werden van goede herdichtingen. Slechts enkele nieuwe teksten waren beschikbaar. Soms moest een geliefd lied buiten de selectie blijven omdat de tekst werd afgekeurd om theologische of taalkundige redenen.

De kerkmuzikale visie is breed, maar de werkgroep heeft zichzelf daarin wel beperkingen opgelegd. Belangrijk werd de vraag: hoe verhoudt onze selectie zich tot de kerkelijke begeleidingspraktijk - het orgel?

De werkgroep formuleerde daarop een tweeledig antwoord.

• In de eerste plaats getdt, dat het orgel overal in de Samen op Weg kerken aanwezig is, en dus ook een centrale rol zal blijven spelen in de zangpraktijk rond de EvangeJische Liedbundel. De liederen moeten zoveel mogelijk door
het orgel begeleid kunnen worden. Voor veel evangelische liederen is echter een andere stijl van orgelbegeleiding nodig dan in de kerkmuzikale praktijk meestal gebruikelijk is - een uitdaging aan de hedendaagse organist. Voor een aantal liederen kan wellicht beter gebruik worden gemaakt van piano en/of gitaar.

• In de tweede plaats komen veel evangelische liederen het best tot hun recht als er naast het orgel bij de begeleiding gebruik wordt gemaakt van andere instrumenten of een begeleidingsgroep. Uitdaging aan een evangelische begeleidingspraktijk met orgel is dus onder andere: hoe doorbreken wij de monocultuur van bet orgel en scheppen wij ruimte voor het samenspel van orgel en andere instrumenten? Het gaat de werkgroep daarbij zeker met om
vervanging van het orgel door andere instrumenten, maar om samenspel en variatie in het instrumentarium. Daarbij kunnen de muzikale gaven van gemeenteleden (ook de jongeren!) worden ingeschakeld.

Zingen met een begeleidingsgroep of ensemble is dan ook een belangrijke bijdrage aan de kerkmuziek vanuit de evangelische beweging. Deze Evangelische Liedbundel beoogt een nadere ontmoeting en een samen opgaan van
orgelcultuur en de evangelische zangpraktijk. Voorwaarde om dit te bereiken is de bereidheid van kerkenraden om dit te stimuleren en hierin - op diverse terreinen - te investeren.

Niet minder belangrijk voor de kerkmuzikale praktijk is het volgende: de werkgroep vindt het raadzaam dat de gemeentezang in het algemeen - en de lofprijzing in het bijzonder - meer gaat plaatsvinden onder leiding van goede
zangleiders/zangleidsters. Zij moeten niet alleen in staat zijn de gemeentezang technisch in goede banen te leiden, maar ook de gemeente kunnen bepalen bij de inhoud van de gekozen liederen; zij leiden de gemeente tot lofprijzing en
aanbidding! Naar het inzicht van de werkgroep behoeft de zangleiding niet perse in handen te zijn van een officiele cantor. Ook muzikale gemeenteleden kunnen hiervoor toerusting en instructie ontvangen.

In evangelisch/charismatische kringen ziet men vaak, dat er naast de zangleider en de begeleidingsgroep ook een kleine groep voorzangers op het podium staat. Hun functie is de ondersteuning van de gemeentezang.

De melodieen zijn zoveel mogelijk genoteerd in een toonsoort, die recht doet aan de klankkleur van het lied. De normale omvang van de gemeentezang loopt van a tot d2, en de meeste liederen in de bundel bewegen zich dan ook binnen
dit gebied.

Bij een aantal liederen stuitte de werkgroep op van elkaar afwijkende notaties van tekst en melodie. Er is wel gezocht naar de meest oorspronkelijke versie, maar die kon niet altijd worden achterhaald. Er is ook niet altijd gekozen voor
de (waarschijnlijk) oudste versie. De relatie tussen de melodie en de (Nederlandse) tekst gaf bier de doorslag. In enkele gevallen is bewust gekozen voor de reeds ontstane zangpraktijk rond een lied.

Na publicatie van deze bundel volgt de verschijning van een meerstemmige begeleidingsbundel, geschikt voor orgel en andere instrumenten. Er is voorzien in een bijpassende akkoordnotatie voor gitaar. Deze uitgave moet het mogelijk
maken dat kerkmusici, professionals en amateurs, zangers en instrumentalisten en de gemeente volop aan de slag kunnen gaan met de Evangeli.sche Liedbundel.

De vernieuwingen op het terrein van de liturgie en van het evangelisch liedgoed gaan voort. Het zou goed zijn, als het EW op de hoogte blijft van wat mensen met kennis van zaken en liefde voor de lofprijzing op dit terrein voortbrengen.
Zo zou wellicht in de toekomst de Evangelische Liedbundel kunnen worden bijgesteld en verbeterd en kan er op nieuwe ontwikkelingen worden ingegaan. Ook onriangt het EW graag reacties, waaruit blijkt welke ervaringen men opdoet met de bundel.

De werkgroep hoopt dat deze bundel, ook binnen de liturgische kaders die in de kerken worden gebtuikt (zoals die van het Dienstboek, een proeve), de gemeente mag helpen groeien in de lofprijzing en aanbidding van de Eeuwige.
Soli Deo Gloria!

De werkgroep, februari 1999:
Mevr. AT Heynis, Houten
Ds. W. Kramer, Stadskanaal
Drs. C.R. van Setten, Maarssen
Ds. C. van de Velde, Huizen (overleden 1997)
Drs. T. Wever, Rutten (vooaitter)
De werkgroep werd bijgestaan door
Drs. J.P. Helder, Meerkerk (meerdere selecties)
Drs. E.H. Jans, Zeist (register op Bijbelplaatsen)
Mevr. T. Kalma-Zwier, Bilthoven (kinder- en tienerliederen)

Vele anderen, die ons voor onderdelen van het proces hun hulp hebben aangeboden.