|
|
|
Staatsberijming 1773
Rond 1750 neemt de kritiek op berijming van Datheens zo toe dat actie
wordt ondernomen. Een geschrift Aanmerkingen op de psalmberymingen
van Petrus Dathenus van de Veerse predikant Andreas Andriessen (Middelburg
1756) speelde hierbij een belangrijke rol door de vele pamfletten die
het heeft opgeroepen. Deze pamflettenstrijd leidt eerst tot pogingen om
Datheen te verbeteren en aan te passen aan de geldende taalkundige eisen,
echter zonder resultaat. De berijmingen van Laus Deo en Voet worden ook
naar voren geschoven als mogelijke vervangers voor Datheen.
In 1770 komt een groep kerkelijke afgevaardigden van de verschillende
gewesten in Den Haag bijeen om de definitieve aanzet tot de vervanging
van Dathenus te geven. Deze groep slaagt erin om in 1772 de Staten van
Holland en West-Friesland te bewegen om de Staten Generaal voor te stellen
een commissie aan te wijzen om een nieuwe berijming te effectueren door
(desnoods per vers of regel) een keuze te maken uit drie bestaande berijmingen:
de oude pastiche van Ghysen en de recente berijmingen van Laus Deo en
Voet, en deze daarna zo te bewerken dat een eenheid ontstaat. De commissie
wordt ingesteld en gaat in januari 1773 in het Mauritshuis te Den Haag
aan het werk. Op 19 juli wordt het resultaat aan de Staten Generaal aangeboden.
De melodieën blijven die van het aloude Geneefse psalter. In de literatuur
staat deze berijming bekend als de statenberijming of staatsberijming.
Het tot stand komen van de nieuwe berijming is uitvoerig beschreven in
de Kerkelyke historie van het psalmgezang der Christenen van Josua van
Iperen (1777-1778), die zelf commissielid is geweest.
KUNST-KEURIG PSALM-BOEK
Het kunstkeurig psalmboek is een luxe editie van de psalmberijming van
1773, officieel genaamd: Het Boek
der Psalmen nevens de Gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in
gebruik. Het boek werd in 1776 uitgegeven als "pronkend gedenkstuk
der alomberoemde Psalmverbeteringe". Het was bedoeld als aandenken
voor de bij het tot
stand komen van de staatsberijming betrokkenen en is voorzien van een
"opdragt" aan enkele gewezen afgevaardigden, der hoogmogende
heeren Staaten Generaal der Verenigde Nederlanden in de Haagsche Kerkvergaderinghe
ter verbeteringe der Rijmpsalmen.
Het boek is voorzien van een "Beknopte
Historie der Nieuwe Psalmberijming", een lange "Opwekking
tot Godverheerlijkend Psalmzingen; in de Beschouwing der Godlijke eigenschappen",
welke ook te zingen is op
een erbij afgedrukte melodie. Het boek telt een aantal zinnebeeldige platen,
die voorzien zijn van een verklaring. De onberijmde tekst van de psalmen
uit de Statenvertaling is naast de staatsberijming af gedrukt .
De tekst van de nieuwe berijming wordt als Het boek der psalmen direct
gepubliceerd in een luxueuze folio-uitgave, die als voorbeeld moet dienen
voor wat men de publieksuitgaven kan noemen: die in kleinere formaten
met melodie.Er was haast bij deze uitgaven omdat uiterlijk 1 januari 1775
de nieuwe berijming overal in de Republiek als officiële berijming
moest zijn ingevoerd en dus het gehele hervormde kerkvolk van Nederland
van een nieuw psalmboek moest worden voorzien. Op diverse plaatsen werden
speciale bijeenkomsten met gemeenteleden belegd om de nieuwe psalmen te
oefenen. Plaatselijk (en met name in Zeeland) bestond er weerstand tegen
de nieuwe berijming, die zelfs hier en daar tot onlusten leidde; die duurden
echter nergens lang. De weerstand kan ook te maken hebben gehad met de
poging om de heterofone manier van zingen te veranderen.
Tegenover de ingeburgerde heterofone isometrische zingtrant werd de zogenaamde
korte zingtrant gepropageerd, waarbij de eerste en laatste noot van elke
versregel lang, de tussenliggende noten kort zijn.
Na de nieuwe berijming was het voorlopig afgelopen met de stroom van 'alternatieve'
berijmingen.
|
|
|