NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Staatsberijming 1773

Rond 1750 neemt de kritiek op berijming van Datheens zo toe dat actie wordt ondernomen. Een geschrift Aanmerkingen op de psalmberymingen van Petrus Dathenus van de Veerse predikant Andreas Andriessen (Middelburg 1756) speelde hierbij een belangrijke rol door de vele pamfletten die het heeft opgeroepen. Deze pamflettenstrijd leidt eerst tot pogingen om Datheen te verbeteren en aan te passen aan de geldende taalkundige eisen, echter zonder resultaat. De berijmingen van Laus Deo en Voet worden ook naar voren geschoven als mogelijke vervangers voor Datheen.
In 1770 komt een groep kerkelijke afgevaardigden van de verschillende gewesten in Den Haag bijeen om de definitieve aanzet tot de vervanging van Dathenus te geven. Deze groep slaagt erin om in 1772 de Staten van Holland en West-Friesland te bewegen om de Staten Generaal voor te stellen een commissie aan te wijzen om een nieuwe berijming te effectueren door (desnoods per vers of regel) een keuze te maken uit drie bestaande berijmingen: de oude pastiche van Ghysen en de recente berijmingen van Laus Deo en Voet, en deze daarna zo te bewerken dat een eenheid ontstaat. De commissie wordt ingesteld en gaat in januari 1773 in het Mauritshuis te Den Haag aan het werk. Op 19 juli wordt het resultaat aan de Staten Generaal aangeboden. De melodieën blijven die van het aloude Geneefse psalter. In de literatuur staat deze berijming bekend als de statenberijming of staatsberijming. Het tot stand komen van de nieuwe berijming is uitvoerig beschreven in de Kerkelyke historie van het psalmgezang der Christenen van Josua van Iperen (1777-1778), die zelf commissielid is geweest.

KUNST-KEURIG PSALM-BOEK
Het kunstkeurig psalmboek is een luxe editie van de psalmberijming van 1773, officieel genaamd: Het Boek
der Psalmen nevens de Gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik. Het boek werd in 1776 uitgegeven als "pronkend gedenkstuk der alomberoemde Psalmverbeteringe". Het was bedoeld als aandenken voor de bij het tot
stand komen van de staatsberijming betrokkenen en is voorzien van een "opdragt" aan enkele gewezen afgevaardigden, der hoogmogende heeren Staaten Generaal der Verenigde Nederlanden in de Haagsche Kerkvergaderinghe ter verbeteringe der Rijmpsalmen.
Het boek is voorzien van een "Beknopte Historie der Nieuwe Psalmberijming", een lange "Opwekking tot Godverheerlijkend Psalmzingen; in de Beschouwing der Godlijke eigenschappen", welke ook te zingen is op
een erbij afgedrukte melodie. Het boek telt een aantal zinnebeeldige platen, die voorzien zijn van een verklaring. De onberijmde tekst van de psalmen uit de Statenvertaling is naast de staatsberijming af gedrukt .

De tekst van de nieuwe berijming wordt als Het boek der psalmen direct gepubliceerd in een luxueuze folio-uitgave, die als voorbeeld moet dienen voor wat men de publieksuitgaven kan noemen: die in kleinere formaten met melodie.Er was haast bij deze uitgaven omdat uiterlijk 1 januari 1775 de nieuwe berijming overal in de Republiek als officiële berijming moest zijn ingevoerd en dus het gehele hervormde kerkvolk van Nederland van een nieuw psalmboek moest worden voorzien. Op diverse plaatsen werden speciale bijeenkomsten met gemeenteleden belegd om de nieuwe psalmen te oefenen. Plaatselijk (en met name in Zeeland) bestond er weerstand tegen de nieuwe berijming, die zelfs hier en daar tot onlusten leidde; die duurden echter nergens lang. De weerstand kan ook te maken hebben gehad met de poging om de heterofone manier van zingen te veranderen.
Tegenover de ingeburgerde heterofone isometrische zingtrant werd de zogenaamde korte zingtrant gepropageerd, waarbij de eerste en laatste noot van elke versregel lang, de tussenliggende noten kort zijn.
Na de nieuwe berijming was het voorlopig afgelopen met de stroom van 'alternatieve' berijmingen.