LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
De R.K. Kerkmuziek. We weten van de vdor 145o door Philips de Goede gestichte hofkapel te
Den Haag, genaamd Onze Lieve Vrouwe kapel", dat daar de organist
Henrik Bredemers werkzaam was. De 4 zangers en 4 knapen dezer kapel werkten
mede aan processies en aan de Hoogmis, die op Vrijdag werd gezongen (1
Ook hier Vlaams bloed: in 1542 wordt een Mechels zanger en zangmeester
(T. XIII, 159). Te Middelburg werd in 1500 ingesteld een Zijn uit of via dergelijke genootschappen de Muziekcolleges ontstaan ? Opmerkelijk is het dat het Muziekcollege te Delft ook in het Fratershuis bijeenkwam. Een verbindingsschakel vormt dan de ,Broederschap en gemeene vergadering in de muzyk" te Leiden, die in 1578 de Magistraat verzocht gebruik te mogen maken van de in de Beeldenstorm gespaarde Koorboeken der St. Pieter (1 N. XII, 181). Hier moet ook genoemd worden het Amsterdamse muziekgezelschap dat zich beperkte tot het zingen van (meerstemmige) Psalmen. De Leidse Koorboeken, geschreven tussen 1549 en 1567, geven te zien dat Noord-Nederland de gang van zaken met opmerkzaamheid volgde. Dank zij de vriendelijkheid van mijn oud-leraar, Prof. Dr. K. Ph. Bernet Kempers, is het mij mogelijk dit fragment op te nemen. Dit geschiedt hier voor de eerste maal in druk. (De momenteel in het Gemeentearchief te Leiden aanwezige koorboeken zijn n.l. geschreven). Vergelijking met het origineel leert dat de notenwaarden tot op de helft verkort zijn. Men neme de kwartnoot rustig. De aan het Gregoriaans (Nvb. 27a) ontleende melodie-tonen zijn met een kruisje gemerkt. De golflijnen markeren het motief dat op de manier van een motet wordt doorgevoerd.
De inhoud (1 Zie B. III, 37) geeft blijk van de veelzijdigheid van het
repertoire: zij vermeldt o.m. Clemens non Papa, Thomas Crequillon, Ph.
de Monte, Joh. Lupi, Josquin, Richafort, Nic. Gombert, Chr. de Hollander
e.a., waaronder vele anonymi. We moeten bet betreuren dat een deel, gespaard
bij de Beeldenstorm, gebruikt werd voor papieren noodmunten tijdens het
beleg. Uit de rijke inhoud volgt hier De sengers begerden de mys (n.l. het Requiem) te syngen in musyck, om te besien, hoe ons die manier van doen aenstont ... Maer ten stont den sommegen nyet wael aen, sy presen die olde manier, ende soe den (= doe) ic oeck; want dat is bequamer manier voer de dooden (also niet mer)." De Bosse rekeningen bewijzen ook dat de Noordelijke Nederlanden in de 16e eeuw wel belangstellend waren, maar receptief: pas na 1500 worden meerstemmige missen in de koorboeken geschreven, terwijl sedert ± 1480 deze kunstvorm door de Vlamingen zeer intensief werd beoefend. (Vgl. Nvb. 25 I!). Tegenover Italie en Frankrijk schoot de aantrekkingskracht van ons land te kort: een enkele uitzondering daargelaten (Pipelare en Clemens non Papa die te 's-Hertogenbosch werkten, Obrecht die tijdelijk naar zijn geboortestad Bergen op Zoom terugkeerde) waren het alleen kleinere meesters, die zich als zanger of kapelmeester in ons land vestigden. Maar omgekeerd werd dit ook door velen verlaten, b.v. door Johannes Wanning uit Kampen, die zich te Danzig als kapelmeester vestigde. De Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis gaf een bloemlezing uit zijn 52 Sententiae ex Evangeliis" (1584), zijnde een volledige cyclus van Evangelie-motetten (de jongste soort van de a-capella-polyfonie) over de Zondags-Evangelien.De stad Kampen hebben wij meermalen op onze tocht aangedaan". Ook aan de meerstemmige liedkunst is haar naam verbonden. Muziek in Nederland in de 16e eeuw (Uit: W.H. Thijsse, Zeven Eeuwen Nederlandse Muziek, Rijswijk 1949) Afb. 13 Twee bladzijden uit het Requiem in de Leidse Koorboeken: de Introitus. Het boek stond op een lezenaar, de zangers stonden daar omheen, zodat met één ex. volstaan kon worden. Eén en ander was ter voorkoming van het vele malen uitschrijven der partijen. Op de linker bladzijde staan de sopraan en de tenor, rechts de alt (contra) en bas.
Muziek in Nederland in de 16e eeuw (Uit: W.H. Thijsse, Zeven Eeuwen Nederlandse Muziek, Rijswijk 1949)
|
|