NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Valerius H 32
Stem: Almande Prins de Parma. (voor midi klik hier)


1.
EEn Coning, Prins, of Heere,
Hoe machtig dat hy sy,
Die daer niet recht wil gaen,
End' ooc heeft schaemt noch eere,
Die machmen oock wel vry,
Met eeren tegen staen:
Want 't recht geen onrecht lyd:
Het syn geen Voester-Heeren,
Die daer tot een'ger tyd,
Het rechte recht verkeeren;
Uyt haet en enckel spyt.

2.
Des Conings hert gantsch rotsig,
End' hard als Marbel-steen,
Bloet-dorstig, loos en vals,
Is seer verkeert en trotsig,
Hy trachtet maer elck een
Te brengen om den hals.
Maer ghy o Batavier!
En wilt hem niet verschoonen,
Al maeckt hy veel getier,
Laet eendracht by u woonen,
End' vreest hem niet een sier.

3.
Wilt vast u pylen binden,
Dat uwer * geen ontval,
End' die u vyand raep.
Malkander, als goe vrinden,
De hand bied over al:
Ay laet u niet in slaep
Toch wiegen; maer hout wacht
Met bidden, waken, sorgen,
Neemt op u doen wel acht,
U vyand loert verborgen
Op u met al syn macht.