|
|
|
VOORWOORD VERVOLGBUNDEL 1866
VOORREDE VOOR DEN VERVOLGBUNDEL.
De Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk biedt hiernevens
den lang verwachten Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen aan de gemeente
aan.
Sedert vele jaren werd in ons Gezangboek bij betrekkelijken rijkdom, het
gemis opgemerkt van gepaste gezangen voor onderscheidene plegtige gelegenheden.
De wench, om dat ontbrekende aan te vullen en daardoor in de algemeen
erkende behoefte te voorzien, bragt reeds ten jare 1847 de Synode tot
het besluit om zoodanigen Vervolgbundel te doen verzamelen. Na de Commissie
van toezigt op den druk de en de uitgave der Evangelische gezangen, die
daartoe het eerst den den last ontving, zijn achtereenvolgens onderscheidene
Commissieën met dit doel werkzaam geweest. Vooral wordt met dankbaarheid
het aandeel vermeld, hetwelk Dr. B. TER HAAR, Hoogleeraar, Dr. N. BEETS,
Predikant, beiden aan dezen arbeid vroeger gehad hebben. Eindelijk, nadat
verschillende Synoden over de allengs aangegroeide verzameling haar oordeel
hadden uitgebragt hebben Dr J. WITKOP, Predikant te Zutphen., H.L. OORT,
Predikant te 's Gravenkage en S.F. van HASSELT, vroeger Predikant te Sneek
en thans Secretaris der Synode met evengenoemden Hoogleraar, daartoe door
de Synode van 1865 uitgenoodigd, het bijkans voleinde werk nogmaals aan
eene gestrenge herziening onderworpen en tevens voor de keuze van gepaste
melodieën zorg gedragen, zoodat deze bundel als 't ware uit hunne
handen in die der gemeente overgaat.
De twee en tachtig kerkliederen, daarin zijn ten deele uit bestaande
gezangboeken en vroegere dichtbundels overgenomen, ten deele in handschrift
welwillend aangebeden. Zij zijn afkomstig, voor zoo veel de namen der
vervaardigers ons bekend zijn, van de navolgende dichters en dichteressen:
Mr H. van Alphen Dr. N. Beets S. J. Van den Bergh , A. Francken, P.A.
de Genestet, .B. ter Haar Dr. R. Bennink Jansonius, J.J.L. ten Kate, Mej.
Albertine Kehrer, J. A. D. Molster P. Parson, E. J. Potgieter, C.S. Adama
van Scheltema, Dr. W. H, Veder, W.H, Warnsinck Bz. en C.C. Withuys.
Den dank, aan, allen verschuldigd, brengen wij.hier gaarne aan de nog
levenden toe.
Bestemd om met de Evangelische Gezangen één geheel te vormen,
sluit zich deze verzameling, ook door de opvolging der cijfers, aan den
bestaanden bundel aan. Men zal opmerken, dat bij voorkeur zulke gezangen
gekozen zijn, die een dichterlijke uitwerking of bearbeiding van bijbelteksten,
soms ook van uitvoeriger gedeelten der Heilige Schrift behelzen. In een
Aanhangsel zijn geplaatst eenige vertaalde kerkliederen uit den. vóórtijd,
omtrent wier voortreffelijkheid onder Protestanten slechts ééne
stem is, waaraan bovendien heilige herinneringen verbonden zijn en die
alzoo in hunne soort klassiek mogen heeten. Geteekend met de beroemde
namen der ververvaardigers, heeft men deze liederen, met de taal en kleur,
ook den gloed en de kracht van hunnen tijd laten behouden, niet alsof
zij daardoor geschikter waren voor het hedendaagsche kerkgezang, maar
omdat zij, eenigermate als de Psalmen door alle eeuwen heen eene onvergankelijke
waarde, vooral voor huiselijk gebruik, bezitten.
In onzen veel bewogen tijd bemoedigt ons de hoop dat deze arbeid, met
het oog op God ondernomen, ofschoon even als alle menschelijk werk, onvolmaakt,
onder hoogeren zegen bevorderlijk zijn zal aan de stichting der gemeente
in hare onderlinge zamenkomsten , aan den weldadigen indruk der Evangelieprediking
in haar midden, aan den opbouw en bloei onzer Hervormde Kerk en daardoor
aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Waar zulke llederen, tot verheerlijking
van God, onzen Vader, en van zijnen grooten Zoon onzen Verlosser en Heer,
met diep gevoel des harten gezongen worden, daar zullen, vertrouwen wij,
de gewenschte vruchten van geloof, hoop en liefde, in de gemeenschap des
Heiligen Geestes, niet achterblijven.
Moge, naar onzen wensch, menig godsdienstig gemoed, menig christelijk
huisgezin , vooral menige vaderlandsche gemeente daarin de getrouwe uitdrukking
en dan ook voor zich zelve gedurige opwekking en versterking vinden van
die heilige Godverheerlijkende gevoelens en gezindheden, die de kenmerken
zijn van een levend Christendom.
's Gravenhage, 79 Julij 1866.
De Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk,
R.J. KONING, President. S. F, van HASSELT, Secretaris.
|
|
|