NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




VOORWOORD Liedboek voor de kerken 1973
TER VERANTWOORDING
Iets over de historie van het Liedboek
Het omvangrijke werk dat met deze uitgave is voltooid is in hoofdzaak voortgekomen uit een tweetal opdrachten van de generale synode der Nederlandse Hervormde Kerk. De door haar ingestelde Commissie voor de Psalmberijming kreeg tot taak, de mogelijkheid te onderzoeken om te komen tot een eigentijdse psalmberijming, welke die van 1773 zou kunnen vervangen. Daarnaast werd een Commissie voor de Gezangen belast met een aanvankelijk veel beperkter opdracht: revisie van het Hervormde gezangboek van 1938. Het werk van de Commissie voor de Psalmberijming, onder voorzitterschap van Prof. Dr. K. H. Miskotte en met Dr. H. Schroten als secretaris, kwam eerst tot werkelijke vorderingen, nadat zij in 1951 contact had opgenomen met de dichter Martinus Nijhoff. Het was door hem, dat spoedig ook een vijftal Jongere dichters bij de arbeid van de commissie betrokken raakte, dichters die na de bevrijding naar voren waren gekomen met poezie, waarin een stuk bijbelse inspiratie onmiskenbaar was: W. Barnard (Guillaume van der Graft), Ad den Besten, W. J. van der Molen, J. W. Schulte Nordholt en Jan Wit. Samen met de oudere Muus Jacobse (Prof. Dr. K. Heeroma) vormden zij een soort `dichtgenootschap' , dat na Nijhoffs vroege dood in 1953 diens werk voortzette. Een eerste proefbundel van 110 berijmingen verscheen in 1958. Inmiddels hadden ook de Gereformeerde Kerken zich geïnteresseerd getoond. De aanvankelijk Hervormde commissie werd als gevolg daarvan omgezet in een Interkerkelijke Werkcommissie onder leiding van de Neerlandicus Prof. Dr. G. Kuiper. Uit haar werkzaamheden resulteerde in 1961 de Proeve van een nieuwe berijming. Na grondige revisie werd in 1968 de definitieve uitgave van het rijmpsalter door de Interkerkelijke Stichting voor de Psalmberijming in het licht gegeven. Het is deze berijming, die het eerste deel vormt van dit Liedboek voor de kerken.
Wat de Gezangen betreft, - de totstandkoming van dit tweede deel van het Liedboek heeft aanzienlijk meer voeten in de aarde gehad. Omstreeks 1955 kwamen de werkzaamheden van de Hervormde Commissie voor de Gezangen, onder voorzitterschap van Prof. Dr. E. L. Smelik, in een beslissende fase. Om allerlei redenen leek het de Commissie ongewenst, tot herziening van de bundel-1938 te adviseren. Dit inzicht leidde tot een verzoek aan de Hervormde synode om ruimere bevoegdheden en tot een beroep op het reeds eerder genoemde dichterteam om hun gaven ook in dienst te stellen van de arbeid aan de gezangen. In dit stadium begonnen bovendien de Algemene Doopsgezinde Societeit, de Remonstrantse Broederschap en de Nederlandse Protestantenbond belangstelling te tonen. Van de zijde van de Gereformeerde Kerken werd in die tijd eveneens contact gezocht. De uitgave van de bundel 119 Gezangen - in 1964 - is mede te zien als een eerste, ofschoon nog onvoldragen vrucht van het gezamenlijk overleg. Nauwelijks minder onrijp was trouwens de bundel 102 Gezangen, samengesteld op aandrang van de Nederlands-Hervormde synode. Toen deze in 1965 eindelijk verscheen, kon zij ternauwernood nog als representatief gelden voor wat er bezig was te ontstaan. Eind 1965 kon het 713 liederen tellende concept voor een nieuw gezangboek aan de synode der Nederlandse Hervormde Kerk en aan de andere participerende kerken ter beoordeling worden aangeboden. Het werd over het algemeen gunstig ontvangen, maar wel werd terwille van de hanteerbaarheid en de betaalbaarheid op beperking van het aantal liederen aangedrongen. Het was in dit stadium, dat ook de Evangelisch Lutherse Kerk, die nog pas in 1956 een eigen nieuw gezangboek had ingevoerd, bij monde van Prof. Dr. W. J. Kooiman de wens tot samenwerking uitsprak. Daarop werd in 1966 de Interkerkelijke Commissie voor de Gezangen gevormd, die op het laatst werd voorgezeten door Ds. A. W. Lazonder, te voren secretaris van de Hervormde Gezangen-commissie. Zij legde na een overleg van enkele jaren een nieuw concept voor met 491 liederen, waaronder vele die niet tot het oorspronkelijke concept hadden behoord. Het is in 1970 door alle participerende kerken aanvaard en wordt met deze uitgave aan de kerken ten gebruike aangeboden.

Liederen uit de schat der eeuwen - liederen van nu
Alle eeuwen door is de christelijke kerk een zingende kerk geweest. In haar lied gaf zij antwoord op het Woord dat haar van Godswege bereikte; in haar lied verblijdde zij zich over het heil dat aan mensen geschonken is; in haar lied klaagde zij haar nood, als zij zich van dat heil verstoken dacht. Zo is het ook in Israel geweest. Ja, men kan gerust zeggen, dat de psalmen van Israel de hele geschiedenis door inspirerend zijn geweest voor het geestelijk lied van de christelijke kerk. Het is dan ook niet toevallig, dat dit Liedboek opent met het volledige psalter. Afgezien van deze liederen van Israel, zal het opvallen, dat de onderscheiden perioden van de kerkgeschiedenis in deze bundel evenwichtiger vertegenwoordigd zijn dan in de bundels die tot dusver in de verschillende kerken hebben dienst gedaan. Maar niet alleen in historisch (en geografisch) opzicht is de inhoud wijder gespreid; ook op zijn geestelijk gehalte getoetst, zal deze bundel blijken een veel geschakeerder beeld te geven van hetgeen de gemeente van Christus de eeuwen door zingend beleden heeft dan welk gezangboek ook. Zo vindt men hier liederen uit de hymnische traditie van de oud-christelijke kerk in West en Oost en uit die van de Middeleeuwen, maar uiteraard in niet mindere mate liederen uit de reformatorische en na-reformatorische tijd, uit de periode van Pietisme en Verlichting, evengoed als uit de tijd van Reveil en Methodisme. Zij zijn met zorg bijeengezocht uit verschillende taalgebieden, niet in de laatste plaats uit het Nederlandse.

Het teken * achter de naam van de dichter geeft aan, dat meer of minder belangrijke wijzigingen in de tekst zijn aangebracht.
Het teken v achter de naam van dichter of componist verwijst naar enige Bijzondere Vermeldingen, welke te vinden zijn op bladzijde 795.

Bijzondere aandacht werd geschonken aan het eigentijdse lied. Want hoezeer een kerkelijk liedboek ook zal moeten getuigen van verbondenheid met de traditie van de christelijke kerk, toch is het onmiskenbaar dat allerlei woorden en beelden, waardoor vorige generaties zich aangesproken hebben gevoeld, tijdgebonden zijn geweest, waardoor de zeggingskracht van verscheidene oude liederen sterk verminderd is. Daarom sprak het vanzelf, dat de samenstellers van deze bundel er steeds op bedacht zijn geweest, juist ook hedendaagse uitingen en vormgevingen van menselijk getrof£en-zijn door de bijbelse boodschap op hun betekenis voor dit gezangboek te beproeven.

Opzet en inhoud, tekst en melodie
Over de opzet van het Liedboek behoeft naar onze mening niet veel te worden gezegd. De bundel volgt slechts gedeeltelijk de gang van het `kerkelijk jaar'. Een strikte liturgische ordening van de eredienst, waarbij wordt uitgegaan van vaste lezingen en gebeden, wordt immers slechts in een enkele participerende kerk gevonden. Wel zullen zij die zich nauw bij een kerkelijke kalender willen aansluiten bemerken, dat er voor vrijwel iedere specifieke zondag passende liederen aanwezig zijn.

Wat de inhoud van de bundel betreft, - men zal er liederen van zeer verschillend type in aantreffen. Daarvan dient een bepaald genre speciaal te worden vermeld: In de rubriek `Bijbelliederen' zijn liederen bijeengebracht zoals we ze bijvoorbeeld in de Lofzang van Zacharias en de Lofzang van Maria reeds lang kenden: getrouwe, de grondtekst op de voet volgende vertolkingen van bepaalde, meest hymnische gedeelten uit Oude of Nieuwe Testament. Daarnaast zal men ook teksten aantreffen, die een meer parafraserend karakter dragen, maar toch even duidelijk geinspireerd zijn op onmiddellijk herkenbare bijbelplaatsen. Voor een gemeente die Gods woord liefheeft moet het een vreugde zijn, de lezing en prediking der Schriften te begeleiden met het zingen van liederen als deze.
Wat de schrijfivijze der teksten betreft is uitgegaan van de thans in gebruik zijnde spelling, waarbij een uitzondering werd gemaakt voor de oud-nederlandse liederen. Ten aanzien van de naamvals-n zijn de huidige spel-regels niet consequent toegepast. In sommige gevallen hebben de dichters terecht op handhaving van de buigings-n aangedrongen. Het gaat hier in bepaalde gevallen immers om meer dan een onbelangrijke medeklinker, omdat door bet weglaten ervan niet zelden ook de klank van de voorafgaande klinker verandert. Bij het gezongen lied betekent dit vaak een gevoelig verlies. In dit verband moet ook iets worden gezegd over de relatie van woord en toon. Liederen behoren vooral zingende te worden beproefd en beoordeeld, - anders doet men ze in wezen onrecht. Bij het werk aan deze bundel is veel tijd en aandacht besteed aan de saamhorigheid van tekst en melodie. Hedendaagse componisten en kerkmusici hebben hun best gedaan om nieuwe teksten zo goed mogelijk tot klinken te brengen. Bovendien is van hun kant herhaaldelijk opmerkzaam gemaakt op ten onrechte vergeten kostbare melodieen uit de schat der eeuwen. Niet zelden hebben juist deze de dichters tot nieuwe liedteksten geïnspireerd en daarmee in dubbele zin onze bundel verrijkt.

Voor de kerken
In zijn titel heeft dit Liedboek de aanduiding meegekregen, dat het bestemd is voor de kerken. Men kan daarbij denken zowel aan verschillende kerkgenootschappen, als ook aan plaatselijke gemeenten, ja zelfs aan al die plaatsen waar de lof van God wordt gezongen. Dat hierbij tevens aan de huisgemeente is gedacht, blijkt uit de ondertitel. Wij hopen echter niet minder, dat dit Liedboek in de scholen zal worden gebruikt. Wanneer de kinderen deze liederen leren zingen, volgen de kerken vanzelf. Een aantal liederen, vermeld in een apart register, leent zich wel bij uitstek om door kinderen gezongen te worden, hoewel dit niet betekent dat zij uitsluitend voor kinderen geschikt zouden zijn. Het zal velen goed doen te bemerken dat ook de kinderen in het Liedboek enigszins `aan hun trekken komen'.

Liedboek voor de kerken, - nog niet zo lang geleden zou her verschijnen van zulk een bundel in Nederland ondenkbaar zijn geweest. In dit licht gezien, is de vertraging van de uitgave dan ook vooral als winst te waarderen. Het was een bijzondere ervaring, vast te stellen dat de opvattingen over het kerkelijk lied in de verschillende kerken tenslotte zó weinig uiteenliepen, dat het ideaal van een gemeenschappelijke bundel te realiseren bleek. Evenwel wordt onze vreugde hierover enigszins getemperd door de wetenschap dat niet alle reformatorische kerken aan de uitgave van dit Liedboek deelnamen. Ook de Rooms-Katholieke Kerk meende, dat het nog niet de tijd was om officieel deel te nemen, maar het stemt tot blijdschap, dat enkele roomskatholieke dichters en componisten een belangrijke bijdrage hebben geleverd.
Interkerkelijke arbeid zonder het brengen van offers is een onmogelijkheid. Wel niemand zal door dit boek ten volle worden bevredigd en iedereen zal wel een aantal liederen kunnen aanwijzen, waaraan hij of zij geen behoefte gevoelt. Wij zijn er echter van uitgegaan, dat elke participerende kerk er recht op had een zekere voorkeur voor bepaalde liederen te doen gelden. Wat de een om allerlei redenen niet of minder aanspreekt, kan voor een ander de bijna onmisbare vertolking van zijn geloofsbeleving betekenen, en bovendien.. . niemand is gedwongen, al deze liederen te zingen of te laten zingen.
Bepaalde, soms geliefde liederen zal men in deze bundel missen. Ten aanzien van de beslissing over al of niet opnemen daarvan kan de Interkerkelijke Commissie verklaren, dat zij geen bekende en geliefde liederen met aanvaardbare inhoud heeft laten vervallen, indien niet het daarin uitgesprokene, naar haar inzicht, in andere teksten sterker was uitgedrukt. Men zal bij de beoordellng van deze bundel dan ook niet allereerst moeten gaan speuren, of het "eigen" lied er wel in voorkomt, maar veeleer moeten nagaan, welke essentiele elementen van het christelijk belijden erin vertolkt zijn en of dat in voldoende mate is geschied. Wie dat doet, zal, hoe dan ook, tot de conclusie komen, dat de rijkdom van het geloofsleven in deze bundel belangrijk beter tot zijn recht komt dan in de vroegere Nederlandse gezangboeken.
Onze arbeid is nu afgesloten. Daarmee is niet gezegd, dat de arbeid aan de vernieuwing van het kerkelijk lied is afgesloten. Er zullen, naar wij hopen, nieuwe liederen blijven ontstaan, die straks een verrijking voor het Nederlandse kerklied kunnen betekenen. In die zin blijft ons werk naar de toekomst open.
A. W. Lazonder, voorz. Interkerkelijke Commissie voor de Gezangen

VOORWOORD Een plaats ontzegd... 64 liederen uit het concept van de gezangencommissie Bosch & Keuning Baarn 1983

VOORWOORD
Deze uitgave van het Instituut voor Liturgiewetenschap van de Faculteit der Godgeleerdheid te Groningen heeft ten doel om die liederen in het licht te geven, die wel in het concept van de gezangencommissie voor het Liedboek voor de kerken gestaan hebben, maar die niet in het Liedboek zijn opgenomen, noch elders gepubliceerd. De bundels waarin de reeds eerder gepubliceerde liederen uit het concept te vinden zijn worden in het nawerk van dit boekje opgegeven. Het boekje zelf is als informatie bedoeld voor in het kerklied geinteresseerden.
De auteursrechten van de liederen zijn voorbehouden aan de dichters en componisten of aan hun rechthebbenden. Dit zij met nadruk gesteld. Voor overname in andere bundels en voor het publiceren van begeleidingen, koorzettingen, etc. richte men zich tot de betrokkenen.
De liederen zijn opgenomen in de volgorde die ons historisch verantwoord leek en dus niet in rubrieken, zoals in de meeste kerkboeken.
Wij danken op deze plaats de componisten en dichters of hun nabestaanden hartelijk voor de zo grif verleende toestemming. Zonder hun medewerking zou deze uitgave niet tot stand gekomen zijn.
Wij hopen hen die het kerklied ter harte gaat met deze uitgave een plezier te doen.
Jan Wit +

VERANTWOORDING
In deze bundel, die een documentair karakter draagt, zijn die liederen uit het concept van de gezangencommissie bijeengebracht die, om welke reden dan ook, niet werden opgenomen in het Liedboek voor de kerken en ook nergens anders vastgelegd zijn, met then verstande dat ook liederen die zonder melodie elders gepubliceerd werden uit deze bundel zijn weggelaten. Een lijst van bundels en boeken waarin weggelaten liederen te. vinden zijn volgt hierna.
In feite hebben wij ons beperkt tot liederen en vertalingen uit de 20e eeuw, aangezien toekomstige bundelsamenstellers ongetwijfeld zelf een keuze zullen willen maken uit de voorhanden zijnde liederen van vorige eeuwen.
De opzet van deze uitgave brengt met zich mee dat een ordening volgens het principe van het Liedboek voor de kerken geen zin had; derhalve is gekozen voor een volgorde naar tijd van ontstaan en taal van de oorspronkelijke teksten.
In een enkel geval moest op gezag van de betrokken dichter een lied worden weggelaten, b.v. de vertaling van 'A toi la gloire' door J. W. Schulte Nordholt. Een andere vertaling van dit lied heeft het Gezangboek van de Evangelische Broedergemeente in Nederland onder nummer 202. Voorts is weggelaten de ene strofe uit een veel langer lied van Thomas Blaurer, vertaald door Ad den Besten, die in het concept als zelfstandig lied werd opgenomen. Ook van zijn vertaling van het Hongaarse lied 'Gyozhetetlen en koszalom' (Jezus Gij aan 't kruis geheven) wilde Den Besten afstand nemen.
Zijn de liederen van de andere dichters ongewijzigd opgenomen, voor die van Den Besten moest een uitzondering worden gemaakt. Van veel vertalingen was inmiddels een versie 1977 ontstaan, waaraan de dichter de voorkeur gaf en die wij dan ook op zijn verzoek hebben afgedrukt.
Wat de muziek betreft zijn er enkele aanvullingen en afwijkingen te melden. Van de hier opgenomen liederen bleef in het concept zonder melodie 'Heer voor uw adem bevreesd'. Dit lied kreeg een speciaal voor deze uitgave geschreven melodie van Willem Vogel.
Het lied 'Lieve Here Jezus, laat ons leven' kreeg een andere melodie van dezelfde componist, Willem Vogel.