LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Literaire Kritiek (Literaire kritiek) Literaire Kritiek is de bestudering, evaluatie en interpretatie van literatuur. Moderne literaire kritiek wordt vaak aangestuurd door een literaire theorie, die bestaat uit een filosofische benadering van de methodes en doelstellingen van de literatuur. Hoewel deze benaderingen verwant zijn hebben literaire critici zich niet altijd met beide (ook de theoretische) benaderingen beziggehouden. Er is onduidelijkheid over de grenzen van literaire kritiek en literair onderzoek (literair theory), enwaar boekbesprekingen passen. Zo maakt de Johns Hopkins Guide to Literaire thinking and kritiek geen onderscheid tussen literaire theorie en literaire krititiek en gebruikt dit gezaghebbende boek bijna altijd de termen samen. Sommige critici beschouwen de literaire kritiek als een practische toepassing van literaire theorie omdat kritiek altijd een concreet literair werk betreft, terwijl theorie meer algemeen of abstract kan zijn. Literaire Kritiek wordt vaak gepubliceerd in de vorm van essays of als boek. Academische literaire critici geven vaak les aan Literaire Faculteiten en publiceren in academische tijdschriften en populaire critici publiceren hun kritiek in veelgelezen tijdschriften zoals het Times Literaire Supplement, de New York Times Book Review, de New York Review of Books, het London Review of Books, The Nation, en The New Yorker.
Geschiedenis van de literaire kritiekKlassieke en middeleeuwse kritiekLiteraire kritiek bestaat al zo lang als de literatuur. In de 4e eeuw v. Chr. schreef Aristoteles zijn Poetica, een typologie en beschrijving van literaire vormen met specifieke kritiek betreffende kunstwerken uit zijn tijd. Poetica ontwikkelde als eerste de begrippen mimesis en katharsis, die nog steeds cruciaal zijn in de bestudering van literatuur. Plato's aanval op de poezie als imitatief, secondair en vals trokken ook hun spoor door de geschiedenis. Rond dezelfde tijd schreef Bharata Muni literaire kritiek in zijn Natya Shastra, betreffende oud Indiase literatuur en Sanskrit Toneel. Latere klassieke en middeleeuwse kritiek richtte zich vaak op religieuze teksten en de religieuze traditie ven de hermeneutiek en tekstuele exegese hadden een diepe invloed op de bestudering van wereldlijke teksten. Dit was vooral het geval in de literaire tradities van de drie Abrahamitische religie: Joodse literatuur, Christelijke literatuur en Islamitische literatuur. Literaire kritiek werd ook toegepast in andere vormen van middeleeuwse Arabische literatuur en Arabische poezie vanaf de 9e eeuw, in het bijzonder door Al-Jahiz in zijnal-Bayan wa-'l-tabyin en al-Hayawan, en door Abdullah ibn al-Mu'tazz in zijn Kitab al-Badi.[1] Renaissance kritiekDe literaire kritiek van de Renaissance ontwikkelde klassieke ideeën van eenheid van vorm en inhoud tot een literair neoclassicisme, dat de literatuur verhief tot het centrum van de cultuur en het de dichter en auteur toevertrouwde om een lange literiare traditie te bewaren. De geboorte van Renaissance kritiek was in 1498, met de herontdekking van klassieke teksten, met name de Latijnse vertaling door Giorgio Valla's van Aristoteles' Poetica. Het werk van Aristoteles, met name zijn Poetica, was de belangrijkste invloed op de literaire kritiek tot het eind van de 18e eeuw. Lodovico Castelvetro was een van de invloedrijkste Renaissance critici die in 1570 commentaren schreef over Aristoteles' Poetica. 19e-eeuwse kritiekDe Britse Romantische beweging van de vroege 19e eeuw introduceerde nieuwe esthetische ideeën betreffende de literatuur, onder andere het idee dat het onderwerp van de literatuur niet altijd mooi, ede of perfect hoeft te zijn maar dat literatuur zelf een eenvoudig onderwerp kon verheffen tot iets subliems. Duitse Romantiek, die de late ontwikkelingen van het Duitse klassicisme nauw volgde, benadrukte een esthetica van fragmentatir die verrassend modern kan overkomen en Witz; (spitsheid of humor) waardeerde; meer dan de serieuze Engelstalige romantiek. De late negentiende eeuw bracht een aantal auteurs speciaal bekendheid vanwege hun kritische werk, bijvoorbeeld Matthew Arnold. New CriticismHoe belangrijk al deze esthetische bewegingen ook waren als achtergrond, courante ideeën over literaire kritiek gaan toch vooral terug op een nieuwe richting die ingeslagen werd in de vroege 20e eeuw. Vroeg in de eeuw ging de richting die bekend werd als Russisch Formalisme het veld van de literaire kritiek domineren en weinig later New criticism in Groot Brittanie en Noord Amerika. Beide richtingen benadrukken close reading van teksten en maken de benadering veel specifieker dan algemene dicussie over de bedoeling van de auteur (om niets te zeggen over de psychologie of biografie van de auteur, die vrijwel taboe werden) of reader response. Deze nadruk op vorm en preciese aandacht voor "de woorden zelf" is blijven bestaan toen deze kritische benaderingen minder opgeld deden. TheorieIn 1957 publiceerde Northrop Frye het invloedrijke Anatomy of Criticism. In zijn werk merkte Frye op dat sommige critici een ideologie omarmen en literaire werken beoordelen op grond van die ideologie. Dit is een zeer invloedrijke benadering onder moderne conservatieve denkers. E. Michael Jones argumenteert in Degenerate Moderns dat Stanley Fish beïnvloed werd door zijn overspelige relaties en daarom klassieke literatuur die overspel veroordeelde afwees[2], terwijl Elisabeth Kantor in The Politically Incorrect Guide to English and American Literature, redeneert dat politieke correctheid in de huidige college literatuur cursussen kwaliteit volledig vervangen heeft als norm voor wat op het curriculum komt.[3]. New Criticism was min of meer dominant in Britse en Amerikaanse literaire kringen tot het eind van de zestiger jaren. Rond die tijd kwam aan Engelse en Amerikaanse universiteieten een meer expliciete filosofische literaire theorie op, onder invloed van het structuralisme, daarna het post-structuralism, en andere soorten filosofie afkomstig van het vasteland van Europa. Dit ging door tot het midden van de tachtiger jaren, toen de interesse in "theorie" een toppunt kende. Veel latere critici zijn ongetwijfeld nog onder de invloed van theoretische stromingen, maar interpreteren eerder literatuur dan dat ze expliciet schrijven over methodologie en filosofische vooronderstellingen. Geschiedenis van het BoekVerwant aan andere vormen van literaire kritiek, is de geschiedenis van het boek een interdisciplinair onderzoeksveld dat gebruik maakt van de methoden van Bibliografie, Cultuurgeschiedenis, de Geschiedenis van de Literatuur en Media Theorie. Voornamelijk geconcentreerd op de productie, circulatie en ontvangst (receptie) van teksten en hun materiele vorm, probeert boek geschiedenis de vormen van textualiteit te verbinden met hun materiele aspecten. Among the issues within the history of literature with which book history can be seen to intersect are: the development of authorship as a profession, the formation of reading audiences, the constraints of censorship and copyright, and the economics of literair form. De huidige stand van zaken in de literaire kritiekVandaag de dag hebben we zowel interesse in literaire theorie als Continentale literaire filosofie naast elkaar aan de universiteiten en ook een meer conservatieve literaire kritiek meer in de lijn van de New Critics. De felle onenigheid over doelen en methodes van literaire kritiek, die karakteristiek waren voor de tijd van de opkomst van literaire theorie is sterk verminderd en veel critici hebben het idee dat er nu een keuze is uit een groot aantal verschillende benaderingen. Somige critici werken grotendeels met theoretische teksten, terwijle anderen traditionele literatuur lezen; interesse in de literaire canon is nog steeds groot, maar veel critici zijn ook geïnteresseerd in minderheidsliteratuur en 'women's literatures', terwijl sommige critici, beïnvloed door culturele studies ook populaire teksten lezen zoals strip boeken of pulp fictie. Ecocritici hebben het verband gelegd tussen literatuur en de natuurwetenschappen. Veel literaire critici werken ook in film kritiek of in media studies. Sommigen schrijven geschiedenis van de geest; anderen passen de resultaten en methoden van sociale geschiedenis toe op het lezen van literatuur. Waarde en academische kritiekDe waarde van literaire kritiek is ter discussie gesteld door prominente kunstenaars. Vladimir Nabokov redeneerde dat goede lezers geen boeken lezen, en zeker geen literaire meesterwerken, "voor het academische doel zich te buiten te gaan aan generalizaties".[4] Stephen Joyce, kleinzoon van James Joyce, zei in 1986 op een academische conferentie van Joyce adepten in Copenhagen, “If my grandfather was here, he would have died laughing ... Dubliners and A Portrait of the Artist as a Young Man can be picked up, read, and enjoyed by virtually anybody without scholarly guides, theories, and intricate explanations, as can Ulysses, if you forget about all the hue and cry." En hij zette vraagtekens bij alles wat toegevoegd wordt aan de erfenis van de kunst van Joyce door de 261 boeken vol literaire kritiek die opgeslagen zijn in de Library of Congress; hij vatte samen dat Academici "mensen (zijn) die hun stempel willen zetten op dit grote werk. Ik accepteer dat niet."[5] Zie ook
Referenties
External links
|
|