LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Een gedeelte uit: In Tune With Heaven, The Report of the Archbishops'
Commission on Church Music, London 1992: UITGANGSPUNTEN. Ter vergelijking: Music in Worship Worship, rapport 1922. Ter vergelijking: Music in Church, rapport 1948 Uitgangspunten rapport 1992 SCHEPPING EN COMMUNICATIE 58. Op het eenvoudigste niveau kan dat doel beschreven worden als communicatie. Hierin staat muziek niet alleen. Schrift, afbeelding en sculptuur communiceren ook, net als spraak, gebaar en andere uitdrukkingsmiddelen die noch van geluid noch van gezicht afhangen. Elk heeft zijn plaats en elk zijn eigen manier om gedachten, ideeën en gevoelens over te brengen. Maar muziek, die ons hier aangaat, is een van de best toegankelijke en universele talen, minder beperkt door sociale, intellectuele, nationale of religieuze grenzen als zij is. Muziek drukt onze gevoelens en aspiraties vaak beter uit dan woorden. Muziek wordt daarom wijd en zijd godsdienstig gebruikt, niet alleen om God te aanbidden maar ook om Zijn realiteit uit te drukken voor de gelovigen. EEN OPENBARING VAN GOD Gebruik en Misbruik van Muziek 61. Muziek kan, net als alle gaven van God, getrivialiseerd worden, zoals vaak gebeurd als het gebruikt wordt als achtergrondgeruis voor bijeenkomsten. Ernstiger is feitelijk misbruik. Want, als 'taal' kan muziek evenzeer gebruikt worden om uit te drukken wat slecht is als wat goed is. De denkbeelden en geestestoestanden van wie muziek componeren en uitvoeren zullen de inhoud en het effect beïnvloeden. Associatie van ideeën is een sterk element in muzikale taal; als de geest van een of andere soort muziek te veel geassocieerd wordt met een manier van leven in strijd met het evangelie, dan kan het gebruik ervan zelfs negatieve resultaten hebben. Dit is misschien niet enkel waar wat de meer extreme vormen van 'pop'muziek betreft, maar ook wat betreft de muziek van Wagner, bij voorbeeld. Het innige contact tussen sommige soorten muziek en de drugs cultuur is misschien niet toevallig. Het gebruik van muziek als een soort verdover is zeer bekend, zelfs in religieuze bijeenkomsten. 62. het manipuleren van gevoelens door muziek is niet nieuw, daarom beschouwden vele kerkvaders de muziek als deel van onze lagere natuur. Johannes Chrysostomos, bijvoorbeeld, geloofde dat muziek sensueel en heidens was en ons voortgaan naar de 'echte wereld' belemmerde. Men maakte zich zorgen dat mensen meer door de muziek bewogen zouden worden dan door de Werkelijkheid voor wiens eredienst de muziek gebruikt werd. Zulke zorg was niet ongegrond, en Erasmus anticipeerde het gezichtspunt van de protestantse reformatoren toen hij klaagde dat de Engelsen geobsedeerd waren door de uitvoering van prachtige muziek in de kerk. Calvijn stond enkel gebruiksmuziek toe in de geneefse psalmmelodieën. het Lutheranisme moedigde een veel vollere artistieke uitdrukking en schiep een klimaat waarin muziek kon bloeien. Er waren niettemin mensen die bezwaar maakten tegen de liturgische werken van zulke componisten als Bach en Buxtehude omdat die te ingewikkeld zouden zijn. 63. Het was en is zeker mogelijk dat mensen meer getrokken worden door
de middelen dan door het doel. Maar zelfs Augustinus, die zich veel zorgen
maakte over de wereldse aard van de muziek, moest een diepe ervaring bekennen
als gevolg van muziek: 64. Niettemin, moet erkend worden dat muziek, en ons gebruik ervan, niet volmaakt is. Het is deel van een heelal dat met "groot verlangen wacht op de verlossing, waarin alle mensen en hun gaven hun vervulling in Christus zullen vinden, samen met hun physieke omgeving (Romeinen 8:18-23). Tot die tijd, herkennen we de onvolmaaktheden van een 'gevallen' schepping. Terwijl we de gevaren herkennen dat we zijn vele gaven de directe relatie tussen God en zij kinderen laten verstoren, gebruiken we die gaven zo verantwoord als we kunnen. Anders handelen zou zonder dankbaarheid verwerpen zijn van wat God ons gegeven heeft. De Noodzaak van Muziek 66. Daar de kerk zorg heeft voor de verlossing van de hele menselijke persoon, psychisch, spiritueel, intellectueel, emotioneel en esthetisch, heeft zij de verantwoordelijkheid aan te moedigen tot het ten volle benutten van muzikale en andere gaven. Zo is de westerse cultuur het resultaat van dat aanmoedigen in het verleden. Maar er moet erkend worden dat verschillende mensen verschillende gaven hebben en dat musicale smaak zeer verscheiden is. Zoals Jezus het stelt, heeft iedere persoon individualiteit en unieke waarde binnen de grote compexiteit van het universum (Lukas 12:6-7). 67. Nog een reden waarom de kerk een verantwoordelijkheid heeft voor het aanmoedigen van de kunsten komt voort uit hoe wij de eredienst begrijpen. In die activiteit biedt iedereen persoonlijk aan God een persoonlijkheid waarvan de gaven niet alleen geestelijk maar ook artistiek en creatief zijn. Het aanbieden van muziek als één van deze gaven rust op een stevige Bijbelse fundering. De Christelijke Kerk zingt al sinds de tijd van Jezus en de apostelen (Marcus 14:26). Zij stonden op hun beurt weer in een lange Joodse muzicale traditie waarin het Lied van Mozes (Exodus 15:1-18) en het lied van Deborah (Richteren 5) tot de oudste gedeelten van de Schrift behoren. Lofzangen zijn ook in het Psalmboek te vinden, maar dat bevat ook uitstortingen van droefenis, klachten en woede. Ja, het hele scala aan menselijke emoties heeft zijn poëtische en muzikale uitdrukking in de eredienst van het Joodse volk. Toch tonen verwijzingen naar muziek in de Schrift en citaten van vroeg-Christelijke gezangen in het Nieuwe Testamen, de Epistels en het lied van de vrijgekochten in het boek Openbaring, dat muziek het meest gebruikt werd als een middel om God te prijzen. Muziek communiceert de dankzegging en vreugde van het schepsels aan hun Schepper. Heilig en Werelds 69. Voor velen van de laatstgenoemden voelt de muziek die door de voorstanders van algehele muzikale deelname wordt gepreferreerd, niet echt 'religieus' aan. Heeft deze te veel van de wereld in zich. Maar dat is ook waar van veel van het meer traditionele repertoire, zelfs als het niet de proporties bereikt van Gounod's ietwat opera-achtige Messe Solemnelle. Als een wereldlijk muzikaal idioom vereenigbaar is met een Christelijke wereldbeschouwing, dan lijkt er geen reden te zijn waarom dit niet gebruikt zou worden en in de eredienst gewijd als deel van een geheel menselijk lofoffer. Er van uitgaande dat muziek zelf deel is van een fundamenteel goede schepping, en niet enkel een manier om de schepping te begrijpen, en er van uitgaande dat het in staat is de band tussen God en zijn volk te bevorderen in plaats van te verminderen, dan is het moeilijk om de grens te trekken tussen wat geestelijk is en wat werelds. Het is gevaarlijk al te scherpe grenzen te trekken tussen het leven in en buiten een kerkgebouw. Al te grote zorg om slechts religieuze muziek in de kerk te hebben kan de respons van de gelovige ten aanzien van Gods goedheid in de schepping beperken. Het is begrijpelijk dat mensen wier leven en werk grotendeels in de wereld is ten minste nu en dan het werelds idioom in hun eredienst zouden willen betrekken. Wat een aanvaardbare wereldse activiteit is voor een Christen wordt toch zeker geheiligd doordat het bewust aan God aangeboden wordt. 70. Het kunnen onderscheiden wordt opgenoemd als één van de gaven ven de Geest (1 Cor. 12:10). Het is even belangrijk voor een kerkmusicus als voor elk ander, om die gave na te streven in zijn keuze van muziek. Bovendien wordt Gods Geest in de Schrift genoemd met een rol zowel in de Schepping als in het geven van artistiek talent aan mensen (Gen. 1:2); Ex. 35:30-35). Van Hem krijgen wij onze vele en verscheidene vaardigheden, inclusief de gave van de muziek die gewoonlijk beschouwd wordt als één van de hoogste manifestaties van menselijke creativiteit. Of muziek nu wel of niet in de context van de eredienst wordt gebruikt, het blijft een gave van God aan de wereld. Het feit dat muziek in iedere menselijke samenleving een rol speelt geeft wel aan hoe belangrijk deze gave is. 4 EREDIENST, GEBED EN DE LITURGIE VAN DE KERK 72. De gebruikelijkste vorm die de reactie aanneemt is God lofprijzen en Hem danken vanwege de redding die Hij ons biedt in Jezus Christus. Dank is inderdaad de karakteristieke vorm van gemeenschappelijke eredienst, zowel in de Eucharistie als bij andere gelegenheden. Zo werden de Ephesiers opgeroepen om vervuld te zijn met de geest en bij alles en voor alles God de Vader te danken in de naam van onze Heer Jezus Christus (Eph 5: 18-20). Terwijl andere vormen van devotie behulpzaam kunnen zijn door ons dieper in het mysterie van het gebed in te leiden, markeert dankzegging de Christelijke liturgische eredienst op zijn best. In deze eredienst geven we eer aan God als antwoord op zijn machtige daden. Het dankzeggen herinnert ons er aan dat zelfs in de eredienst het initiatief niet bij ons maar bij God ligt. HET DOEL VAN DE EREDIENST ONDERWIJS, GEMEENSCHAP EN EVANGELISATIE 75. Nog een, steeds populairder wordend, idee is dat de eredienst een middel is om saamhorigheid binnen de Christelijke gemeenschap te bevorderen. Passende gezangen en liederen binden mensen samen in solidariteit en liefde, die verder uitgedrukt en bevorderd kunnen worden door beweging en ritueel. Het valt niet te ontkennen dat er een enorme winst is gemaakt door het opnieuw ontdekken van kerkdiensten als de normatieve context voor Christelijke gemeenschap, maar dat is niet het de primaire doel van de eredienst. DANKZEGGING OPENBARE EREDIENST EN PERSOONLIJK GEBED 79. De kwaliteit van het geestelijk leven van de gelovigen is belangrijk, niet in de laatste plaats omdat veel mensen weinig verband zien tussen persoonlijk gebed en de openbare eredienst. Dit geldt voor sommigen die beide bedrijven, maar nog meer voor het grote aantal mensen dat óf naar de kerk gaat óf bidt maar niet beide. Toch is de liturgie ernstig verzwakt door zo'n verbroken verbinding, daar de liturgie boven al gebeden dient te worden. Onder het niveau van gezangen, lezingen en gebeden moet er een onderstroom of reservoir zijn van devotie. Dit is niet het soort bidden dat ingeschakeld wordt door "Laat ons bidden" en uitgeschakeld door de afsluitende formule van het kerkelijk gebed. Het is een diepe geest van verlangen naar God. Het is ook nogal verschillend van de eens populaire gewoonte om de eigen persoonlijke gebeden in de kerk te bidden, vaak uit een klein heilig boekje, op bepaalde punten in de liturgie. Een persoonlijke aanvulling op de openbare eredienst, of een parallelle alternatieve benadering van God is niet behulpzaam. Wat nodig is is devotie bij allen die aanwezig zijn, die compleet geintegreerd wordt met de actie in de liturgie en deze verdiept op elk moment. MUZIEK EN STILTE 81. Nog effectiever als hulp tot devotie (de biddende omgang met God) is echter het gebruik van stilte. Bidden in de eredienst is immers niet wat de voorganger doet, of zelfs wat de mensen doen als ze meedoen in een voorgeschreven tekst. Het is pas echt wat doorgaat als het spreken of het zingen ophoudt, en de stilte begint. Het verlies van dit gevoel wordt duidelijk aan de manier waarop het gebed van de zondag normaal gebruikt wordt. In het klassieke begin van de liturgie introduceerden de woorden "Laat ons bidden" van de voorganger een lange stilte voordat het zondagsgebed als samenvattende afsluiting gebeden werd. Laat ons bidden wordt echter langzamerhand begrepen als een instructie aangaande houding (knielen), in plaats van aangaande een instelling van het hart en de geest. Het laat niet langer stil gebed plaatsvinden gedurende een duidelijk pauze. Het zondagsgebed is niet langer een verzamelende opsomming van alle personlijke gebed, het verzamelt iets dat niet gebeurd is. Alles wat zo nog over is van het gebed van de gelovigen is het amen aan het eind. 82. Het verlies van de stilte is een verarming van de liturgie in de laatste duizend jaar en het is van groot belang dat we het gebruik ervan hervinden, samen met muziek, als een manier om de devotie van de gelovigen te verdiepen. Deelname aan de eredienst bestaat immers niet uit het uitverkoren worden om iets bijzonders te doen, of zelfs uit het vocaal deelnemen aan zoveel van de dienst als mogelijk, zingend en sprekend. Het diepste dat we te bieden hebben is de stilte van ons hart. In zo'n ogenschijnlijke passiviteit kunnen we de onderstroom van ons gebed bijdragen die absoluut onmisbaar is en die de eredienst zijn authenticiteit geeft. Dit geldt net zozeer voor de openbare eredienst als voor persoonlijke devotie. Het opnieuw ontdekken van deze waarheid zal wezzenlijk bijdragen aan het herwinnen van het gevoel voor het numineuze. TRANSCENDENTIE EN IMMANENTIE GODS GEBRUIK VAN ONZE EREDIENST. God eer geven 86. Dit betekent dat in het voorbereiden van de zondagse eredienst er, in het bijzonder van de kant van degenen die deze leiden, een verlangen moet zijn om God te loven en te aanbidden. Ze zullen ernaar verlangen een glimp van de hemel te ontvangen en gemeenschap met God te hebben op een niveau dat slechts ten dele met brood en wijn van doen heeft. Als antwoord op zo'n verlangen van de ziel, is God in staat om het wonder teweeg te brengen dat het mogelijk maakt om over eredienst te spreken in termen van leren, gemeenschap en verkondiging. 87. Het primaat van lof en aanbidding blijft echter en is goed uitgedrukt
in de bekende doxologie van Bishop Thomas Ken. 5 MUZIEK EN EREDIENST 89. Als het fundamentele doel van de eredienst is God eer te geven, dan moet dit de doorslaggevende reden zijn voor het gebruik van muziek binnen die context. Het is echter zo, het is al gememoreerd, dat wat begint als een aanbieden aan God, vaak zijn gave aan ons wordt. Op deze wijze accepteert hij onze gezangen, anthems en zettingen en geeft ze ons omgevormd en verrijkt terug voor ons heil. Dit kan zijn om ons iets van Hemzelf te openbaren, en opdat we een glimp van de hemel mogen ontvangen. Het kan ook voor andere zegeningen zijn. Twee in het bijzonder, eenheid en verkondiging van het evangelie, werden genoemd in het vorige hoofdstuk, en worden hier uitgebreider behandeld. Eenheid 91. In sommige tradities is dit extra reëel als de uitwisseling van de vredesgroet in de Eucharistie vergezeld gaat door zingen, en soms ook dansen. De gezamenlijke bemoediging die ontleend kan worden aan de muziek zend de gelovigen op weg met een dieper gevoel van geborgenheid en een vernieuwde hoop. Er is iets om mee te nemen om de eisen van het dagelijks leven mee aan te kunnen. Zo is het waardevol voor het bemoedigen van mensen in de vele gebieden van evangelisatie en Christelijke zorg in de samenleving, en het heeft ook belangrijke implicaties voor de oecumene. Evangelisatie 93. Dit is niet altijd een snel proces en het kan uitgerekt zijn over een langere periode. Er zijn, bijvoorbeeld, heel veel mensen die tot Christus gekomen zijn, en soms zelfs tot een gewijd ambt, door een jarenlang lidmaatschap van een koor. Zo kunnen mensen die naar de diensten komen omdat ze van de muziek houden eens ervaren dat ze er zijn voor meer dan dat alleen. God heeft het gebruikt om aan hen hun liefde en gehoorzaamheid aan Hen te ontlokken. Een gevolg van zo'n bekering is dat de persoon die op deze manier gezegend is bezield kan worden om zijn nieuw gevonden geloof te delen met anderen. Muziek heeft een aanzienlijk potentiëel voor evangelisatie zowel op zich als door de mensen die aan de muziek verslingerd zijn. Onze verantwoordelijkheid 95. Dat absolveert ons echter niet van de voorbereiding. Onze ontvankelijkheid voor het wonder dat uitgevoerd moet worden door God is misschien in directe proportie tot de kwaliteit van het materiaal dat we Hem aanbieden door zorgvuldige voorbereiding. Dit vergt veel van degenen die verantwoordelijk zijn voor de keuze en uitvoering van de muziek. Misschien moet het wel hun grootste zorg zijn om de juiste sfeer/stemming te scheppen voor de dienst als geheel en voor de delen waaruit deze bestaat. Muziek en sfeer/stemming 97. Op ander plaatsen in de eredienst zal de stemming anders zijn. Iets rustigs en zachtaardigs is op zijn plaats gedurende die delen van de dienst die reflectief zijn; of sterke, bevestigende muziek voor een geloofsbelijdenis of en toewijding; of vrolijke en ontstuimige stukken waar de stemming één van viering en lofprijzing is. Het laatste gezang of het laatste instrumentale stuk is ook belangrijk omdat het de toon zet voor de manier waarop de gelovigen de dienst verlaten. 98. Een waardevolle verdediging tegen monotonie, vooroordeel en persoonlijke voorkeur is te vinden in de thema's voor de dag of het seizoen zoals die door het kerkelijk jaar worden geleverd. Toch hoorde één van de commissieleden van een kerk waar met Pasen 1990 één paaslied, twee lijdensliederen en één hemelvaartslied gezongen werden. 99. Het belang van de muziek om de passende sfeer te creëren, zowel vóór als in de dienst kan niet genoeg benadrukt worden. Degenen die verantwoordelijk zijn voor de keuze en uitvoering hebben een indrukwekkende invloed. Zij worden misschien geholpen door het feit dat de meeste muziek die gebruikt wordt geschreven is als verrijking van woorden. Deze leveren een meer concreet voertuig voor de uitdrukking van menselijke emotie, en de meeste mensen gebruiken woorden als het belangrijkste middel om hun gevoelens tegenover God uit te drukken. Muziek moet dit bevorderen. In tongen zingen. 101. Vanwege de onbekendheid, komt de klank van het zingen in tongen sommige mensen eerst vreemd over; het duurt echter niet lang voor de meesten de schoonheid en eenvoud ervan waarderen. Vaak begint één persoon een melodie te zingen, ofwel zacht tijdens een stilte of in een lofjubel die volgt op vreugdevolle gezangen en liederen. Andere mensen gaan meedoen, elk in een eigen gegeven 'taal', en ze leveren een bijdrage aan variaties op een gemeenschappelijk accoord met wisselnoten, of aan harmonie en contrapunt die omhoog of omlaag kan gaan in verschillende delen van de kerk. Als er instrumenten zijn, kunnen die hun individuele melodieën toevoegen en improviserend het stemmenweefsel aanvullen. 102. Na een periode van lofprijzing door muziek kan iemand in een tong zingen, ofwel een lofprijzing van God, ofwel een profetie. Omdat de solo maar één stem betreft in dit geval, kan de voorganger om een interpretatie vragen. Deze kan gegeven worden ofwel door de oorspronkelijke zanger ofwel door een ander, en het is gewoonlijk eerder een parafrase dan een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke tong. Deze interpretatie kan gesproken of gezongen worden. Als hij gezongen word is hij vaak een exacte herhaling van de oorspronkelijke melodie, ondanks het feit dat die gewoonlijk te lang of te gecompliceerd is om in één keer gememoriseerd te worden, zelfs door een musicus. Of de interpretatie wordt gegeven in muziek die de oorspronkelijke melodie versiert, beantwoordt of aanvult. 103. Noch de leider van de eredienst noch de cantor plant, begint of beëindigt de periode van het 'aanbidden in de Geest'. En er is ook geen sprake van dat de gemeente zichzelf niet meer in de hand heeft, want iedereen kan beginnen en stoppen naargelang hij of zij dat wil. Niet alle mensen kunnen of willen in tongen zingen, hoewel velen van hen die deze bijzondere gave van de Geest verlangen het ook ontvangen op enig moment in hun leven. 104. De musicus die dit fenomeen observeert zou misschien verwachten dat chaos het resultaat is van zo'n spontaniteit van de kant van mensen die niet bijzonder muzikaal zijn. Ze schijnen grotendeels onbewust te zijn van toonsoort, ritme, nauwkeurigheid van de noten en de toonhoogte en andere 'technische' zaken. Toch zingen veel mensen die normaal niet zuiver kunnen zingen, perfect zuiver als ze in tongen zingen en produceren ze een pleziering vocaal geluid. Bovendien zijn de melodieën die gezongen worden over het algemeen goed geconstrueerd en interessant. Verre van dissonantie en kakofonie is er veeleer een harmonieus samensmelten en eenheid die sommigen zien als een voorsmaak van de hemelse eredienst. 105. De praktijk van het in tongen zingen hoeft een gemeente niet te verdelen. Een sensitieve voorganger zal ieder die aanwezig is uitnodigen uitnodigen om samen te zingen, als het al niet in tongen is dan toch in bekende woorden en frasen zoals Halleluja, Hosanna of Lof zij U o Heer. Wat van belang is, is niet zozeer de taal die gebruikt wordt alswel dat een hele gemeenschap zijn hartelijke en spontane lof aan God brengt. Liturgische dans 107. Liturgische dans is wel beschreven als 'een bovenstem uitgevoerd in beweging' en dat geeft zowel de onderwerping aan een thema aan, als de versiering ervan. Vaak vergezelt het gesproken woorden, zoals een Schriftlezing. Het kan ook de vorm van stille mime aannemen. Meestal gaat het gepaard met muziek. Dit kan levend zijn of opgenomen, instrumenteel of vocaal. 108. De passende contekst voor liturgische dans is een sfeer van aanbidding, delen en gebed, en de ideeën en inzichten voor het gebruik ontstaan heel natuurlijk in de bijeenkomsten van een toegewijd stel leden. Het onderliggende principe is dat het goed moet passen in de dienst. Met of zonder woorden, het is evenzozeer een interpretatie en uidrukking van de ere-dienst als de muziek die het vergezelt. Uitvoering en deelname
112. Niettemin zijn niet alle kerkmusici gelovige Christenen en een goede muzikale traditie trekt vaak mensen die meer geinteresseerd zijn in de muziek dan in de eredienst. Sommigen beweren dat alleen gelovigen een rol zouden moeten spelen (en halen wellicht Joh. 4:24 aan), terwijl anderen denken dat God een muzikale bijdrage accepteert en gebruikt ten gunste van de hele gemeenschap, of die nu aangeboden wordt door een gelovige of niet. Er zijn veel architekten, schilders, beeldhouwers en naaldkunstenaars naast musici, die niet geloven maar wel een bijdrage willen leveren aan de eredienst. Durven wij zeggen dat God zijn gaven niet voor ons beschikbaar wil stellen door middel van hen? 113. Muziek als middel of voertuig voor de eredienst wordt niet exclusief gebruikt door hen die in de kerk samenkomen. Het gebruik in een kerkdienst maakt het duidelijk een lofoffer voor God van de kant van degenen die daar dan zijn. Maar het kan ook een lofoffer zijn van de kant van degenen die er niet zijn, degenen die verantwoordelijk zijn voor het componeren en misschien zelfs het publiceren. God geeft de muziek net zozeer aan degenen die muziek componeren en uitvoeren als aan degenen die ernaar luisteren in de kerk. Er zijn componisten voor wie het componeren een antwoord aan God geven is; er zijn musici die hun wereldlijke uitvoeringen zien in termen van eer aan God. Mensen kunnen God ontmoeten zowel in een concertzaal als in de kerk. Er bestaat altijd het gevaar God en Zijn macht in te perken door onze vooroordelen. Conclusie 6 WOORDEN EN MUZIEK Taal en uitdrukking 117. Woorden worden zowel gebruikt voor het scheppen van schoonheid als om de gevoelens van onzag en verwondering, vreugde en lachen, ontdekt en verfijnd te laten worden. Poezie is de praktijk van de ontdekte menselijke mogelijkheid om taal te geven aan wat tot dan toe onuitspreekbaar wat, en T.S. Eliot beschreef poezie als een 'inval in het ongearticuleerde'. 118. Dus hebben we toch woorden nodig om uit te drukken wat we hopen en voelen, hoewel de muziek wellicht een grotere mogelijkheid heeft om de subtiliteiten van de menselijke emoties uit te drukken. In de eredienst gebruikt, kunnen woorden verkondigen, opwinden en ons verheugen. Ze stellen onze ziel in staat zich uit te drukken "tot wij onze kronen voor U neerwerpen, verloren in verwondering, liefde en lof.' 119. Maar spraak kan zaken ook oversimplificeren, en slecht gekozen woorden kunnen ze omlaaghalen door hun grofheid, hun gebrek aan fijner gevoel, hun gebrek aan sensitieviteit, hun gebruik van cliché's of enkel hun grote aantal. Als het verstand en de geest het af laten weten vanwege slecht gebruikte woorden in de eredienst, dan kunnen muziek en stilte uitkomst bieden. Deze kunnen ook de waarde en betekenis van de omliggende woorden versterken. Verscheidenheid en Flexibiliteit 121. Diegenen die het idioom van Radio 1 of 2 aannemen en van de populaire pers, doen dat omdat dit de media zijn waarmee hun gemeenteleden vertrouwd zijn. Er is echter een gevaar in elke aanpak die zoekt naar wat het meest acceptabel is. Het niveau aannemen van de populaire pers en de populaire radiozenders leidt er op de lange duur waarschijnlijk toe dat de eredienst eronder lijdt. Maar de culturele en intellectuele aanpak van de andere radio-stations en de kwaliteitspers heeft duidelijk ook zijn gevaren. Voor velen is de taal van het Book of Common Prayer onnavolgbaar in zijn kwaliteit, maar voor anderen is deze taal achterhaald en niet langer in contact met de eigendaagse behoeften. Om deze reden is er ruime steun voor hen die, zoals de Jubilee Group, moderne woorden willen leveren voor moderne mensen. 122. Zowel muziek als taal moet aan de gevariëerde eisen van verschillende stijlen van eredienst voldoen. Er zijn registers en stijlen van gebed en overweging, voor viering en aanbidding. Er zijn taalvormen voor preken en gezangen. Er zijn bijbelse taalvormen van allerlei soort, profetische, poëtische, vertellende, filosofische, en mystieke. De woorden die in de kerk gebruikt worden moeten daarom aan een aantal behoeften voldoen. Ze moeten helder, letterlijk en alledaags zijn om de leer en de basis van het geloof uit te drukken, beeldend en mooi om mysterie en heiligheid uit te drukken, gemeenzaam om een juist soort geborgenheid uit te drukken, fris om een uitdaging te bieden, zachtmoedig voor het gebed en vreugdevol voor de lofprijzing. 123. Dit allemaal onderstreept de noodzaak om flexibel te zijn in het gebruik van taal en om elke gelegenheid en elke stemming in aanmerking te nemen. Er wordt niet langer aangenomen dat de eredienst hetzelfde kan of moet zijn voor alle culturen en gemeenschappen, of voor alle tijden, in een maatschappij die multi-cultureel en multi-raciaal is en waarin woorden en hun betekenis voortdurend veranderen. Om deze reden moeten woorden en muziek tegenwoordig flexibeler zijn dan in het verleden. Moderne en experimentele taal moeten zij aan zij bestaan in de eredienst met traditionele taal. Sexisme in de Taal 125. Dit inzicht levert weinig probemen op voor hedendaagse schrijvers, maar sommige mensen vinden het moeilijk gezangen te gebruiken waarin het menselijk ras in mannelijke termen beschreven wordt. Er zijn mensen die het aanstootgevend vinden om zelfs over de Drieëenheid te praten in mannelijke termen. Terwijl het mogelijk is om een aantal teksten, gebeden en gezangen op eenvoudige wijze te veranderen zonder de taal echt geweld aan te doen, zijn er ook gevallen waar dat niet passend veranderd kan worden. in zulke gevallen heeft het de voorkeur om te herkennen dat de taal zo normaal was in de tijd waarin deze teksten werden geschreven. Het zou jammer zijn als onze gevoeligheden er debet aan waren dat ze niet meer gebruikt konden worden. De Psalmen 127. Alle tradities hebben het gebruik van de Psalm in de kerk gemeen. Hoewel de diepte van hun poëzie en de verscheidenheid en diepte van hun gevoelens zorg dragen voor hun effectiviteit als ze gesproken worden, worden ze gewoonlijk op muziek gezet. Dit gebruik variëert in moeilijkheid en geschiktheid, van gregoriaans en berijmde psalmen tot anglicaanse 'chants' en Gelineau, Taizé, responsoriale en polyfone zettingen, en moderne liederen. Van deze is het anglicaanse 'chant' een van de moeilijkere vormen om te beheersen en kan de muziek, tenzij er vloeiend gezongen wordt, eerder de devotie belemmeren dan ondersteunen. Hymnodie 129. Gezangen zijn sinds de vroegste tijden deel geweest van de Christelijke
eredienst. Ze spelen een rol bij het laatste avondmaal, in Paulus' geschriften
(bijvoorbeeld Eph 5:14 en Phil. 2:5-11), en worden bijvoorbeeld genoemd
door Plinius de jongere (vroeg 2e eeuw). De Didache, uit de eerste of
tweede eeuw, bevat enkele gebeden in ritmisch proza. In de westerse kerk
was het Te Deum, dat traditioneel toegeschreven wordt aan Ambrosius, een
van de eerste latijnse gezangen, geschreven door dichters en monniken
zoals Venantius Fortunatus en Rabanus Maurus (die waarschijnlijk Veni
Creator Spiritus schreef), door Prudentius in Spanje en door Patrick en
Columba onder de Kelten. Augustinus zegt: 130 Door de reformatie en met hoogtepunten in de 18e en 19e eeuw, hebben gezangen tot op de dag van vandaag hun populariteit behouden. Het is niet moeilijk vast te stellen hoe dat komt. Ze leveren gelovigen verscheidenheid aan uitdrukkingsmogelijkheden, in poëzie, en niet in proza; in klank, en niet in stilte; in zingen, en niet in spreken. Ze putten uit de psalemn en andere Bijbelgedeelten, die zij parafraseren, berijmen en waarover zij uitweiden. Ze articuleren persoonlijke geestelijke beleving, met zijn moeilijkheden en zijn vreugde. Ze openbaren de innerlijke gesteldheid van het menselijk hart. 131. Gezangen worden gebruikt om lezingen, gebeden en de preek aan te
vullen. Ze maken het mogelijk dat de gemeente vocaal actief is en staande
zijn lofprijzing, gedachten en emoties uitdrukt in woorden en muziek.
Ze helpen de gemeente om een diepere eenheid te ervaren door gezamenlijk
muziek te maken en tegelijkertijd dezelfde woorden te gebruiken. Voor
predikanten kunnen zij een waardevolle bron zijn om hun boodschap aan
te vullen, ook in het citeren van de manier waarop de gezangen de boodschap
en ideeën rond het geloof verwoord hebben. 133. Wat de oorsprong van dit kenmerk ook is, de linguistische en stylistische organisatie van gezangen werkt al eeuwen lang goed en is deel van het bewustzijn geworden van gewone mensen in de eredienst. Gezangen zijn een rijke bron voor persoonlijke devotie en kunnen gereciteerd worden als poëzie. Omdat ze geschreven zijn om gezamenlijk gezongen te worden zijn vele ervan echter minder sprekend als ze gezegd worden; ze moeten gezongen worden om echt tot leven te komen. Ze zijn wat wel genoemd is 'beeldmuziektekst', de unieke combinatie van woorden en muziek die in een gezangbundel voorkomen maar die pas echt bestaat als deze combinatie tot klinken komt in de eredienst. Het gezang is genoteerd, maar de notatie komt pas van het papier als de gemeente zingt en het gezang het lichaam, de longen en de bloedbaan binnenkomt. Door de klank die door mond en adem gemaakt worden komt de notatie weer tot klinken. De betekenis van de muziek 135. Deze situatie komt zelden omgekeerd voor, hoewel men soms een gezang tegenkomt waarin zowel de tekst als de melodie op zich weinig kwaliteit hebben en die toch een plaats in het repertoire houden, misschien wel vanwege de 'goede oude tijd'. In zulke gevallen is het vaak de vertrouwdheid van de wijs die het doet. Verder bewijs van de betekenis van de muziek van gezangen en liederen is, dat weinig regelmatige kerkgangers meer van de wijs brengt dan dat de traditionele band tussen woord en wijs in een bekend lied wordt verbroken. Dit geeft aan dat men voorzichtig moet omgaan met de steeds meer voorkomende praktijk van het lenen van bekende melodieën voor een nieuwe tekst of het introduceren van een nieuwe wijs bij een bekende tekst. 136. Muziek is gezangen ook van dienst omdat het een geheugensteun is. Veel voormalige koorknapen weten hoe een bepaalde anglicaanse chant tenminste een deel van de woorden naar boven brengt die erbij hoorden in de tijd dat men koorknaap was. Opera zangers kunnen een lang en ingewikkeld libretto aan vanwege het huwelijk tussen de woorden en de muziek. Zo kan de muziek die op zondag gebruikt wordt, materiaal leveren dat door de gelovige tijdens de week gebruikt kan worden. Een flard van een gezongen stuk van de liturgie kan geneuried en overdacht worden, of een fragment uit een refrein, of een regel van een gezang. Bekende muziek is misschien wel de belangrijkste factor in de enorme populariteit van televisieprogramma's zoals 'Songs of Praise'. Mensen maken gebruik van de gelegenheid om hun geliefde favoriete melodieën steeds weer te horen. De onafhankelijkheid van muziek 138. Niettemin zullen woorden de voorrang houden in onze eredienst. Muziek zal vooral gebruikt worden om hun ze kracht bij te zetten. Als partners vormen deze twee een niet te verbeteren vorm van uitdrukking, die gebruikt moet worden met fantasie en een bewustzijn van hun creatieve mogelijkheden. 139. Woorden en muziek zijn belangrijk als symbolen op zich, maar ze moeten meer worden om tot leven te komen. Om Coleridge gebruik van de beeldspraak van Ezechiel aan te halen, 'De waarheden en de symbolen die ze vertegenwoordigen gaan samen op en vormen de levende wagen die (voor ons) de troon van de Goddelijke Menselijkheid dragen.' Diegenen die zich bezighouden met het gebruik van taal in de eredienst moeten zich realiseren dat woorden zo'n fantastische lading kunnen hebben. Want God openbaart zich erdoor, zoals hij zich ook openbaart door muziek. 7 DE GELOVIGE GEMEENSCHAP EN ZIJN GEBOUW Het kerkgebouw 142. Minimaal levert het gebouw bescherming tegen het weer voor de kerkdiensten, en opslag voor wat gebruikt wordt in de eredienst, hetgeen in het geval van de musici voornamelijk bestaat uit instrumenten, muziek, boeken en kleding. Maar de betekenis die de kerk ontleent aan de ruimere associaties die hierboven al aangeduid zijn, maakt zijn plaatselijke gemeenschap vaak zowel bezitterig als beperkt in gezichtspunt. Normaal wordt de gemeente gerecruteerd uit de plaatselijke gemeenschap, maar men moet nooit vergeten dat deze gemeenschap deel uitmaakt van een wereldwijde mensenwereld. Christenen zijn niet alleen geroepen tot de eredienst aan God, maar ook tot voorbede, dienstverlening, getuigenis en zending jegens de wereld waartoe zij behoren. Hun doel is Gods plan te vervullen om alles in hemel en aarde te verenigen in Christus (Eph 1:10). Hiervoor hebben zij een visie nodig die verder strekt dan hun vaak beperkte horizon. Gemeente en de ruimere gemeenschap 144. Het belangrijkst is dat degenen die deelnemen aan de plaatselijke eredienst zich realiseren dat ze deel zijn van de grote gemeenschap van de hemel waarvan de eredienst afgebeeld wordt in het boek Openbaring (speciaal in de hoofdstukken 4 en 5). Dit kan een grote steun geven aan kleine gemeenten. Door de gebeden en de gezangen van de gelovigen is er een gevoel éé½ te zijn met de gemeenschap der heiligen. Net als zij, 'komen zij tot de Vader door Jezus de Zoon'. Hij is de hogepriester in de hemel en de dienaar in het ware heiligdom (Hebreeën 8:1-2) voor allen gelijkelijk. In Hem zijn allen één, wie ze ook zijn en waar ze ook zijn. Eenheid en verscheidenheid 146. De gebruikelijke reden voor een ruime schakering tussen soberheid en complexiteit is echter welke muzikale mogelijkheden aanwezig zijn. De muziek van de Kerk van Engeland kan variëren tussen de eenvoud van een kleine dorpskerk en de grootsheid van een kathedraal. Diensten verschillen ook in hun contekst en men kan niet goed een sobere door-de-weekse dienst vergelijke met een koninklijke huwelijksdienst. De gemeente Klank en nagalm 149. De keuze van de muziek, de muziekale hulpbronnen en de manier van uitvoeren kan beinvloed worden door de akoestiek. Maar moderne technieken maken het mogelijk om de akoestiek te veranderen of, in een nieuw gebouw, te ontwerpen voor een bepaald resultaat. Electronische versterking heeft een heel scala aan nieuwe mogelijkheden gebracht, zodat de hoeveelheid resonantie die nodig is voor muziek spraak niet onmogelijk maakt. Vaak verschilt de akoestiek van het ene deel van het gebeouw tot het andere, en dit is een belangrijke factor in het plaatsen van de musici. Het gebruik van geluidsversterking geeft echter aanzienlijke flexibiliteit. Aankleding Het orgel en andere instrumenten 153. In toenemende mate maken kerken gebruik van de vaardigheden van andere instrumentalisten naast de organist. In sommige opzichten is dit een terugkeer van de eens gebruikelijke praktijk van de 'church band', die vereeuwigd is door Thomas Hardy in Under the Greenwood Tree. Naast het leveren van de begeleiding voor gezangen en liederen, bevordert dit soort instrumentale muziek de actieve deelname van een groter aantal musici. Het maakt de plaatsing van degenen die leiding geven aan de muziek ook flexibeler. De plaatsing van musici 155. Het is mogelijk om de plaats van de zangers en instrumentalisten te variëren tijdens een dienst, en kleine orgels kunnen mobiel zijn. Sommige kerken hebben koorprocessies en een Palmzondagprocessie brengt de musici vaak op straat met de gemeente. Nu en dan is er een hele dienst in processievorm, zoals een advents 'carol' dienst, waar het effect zeer verhoogd wordt doordat de musici op verschillende plaatsen spelen. 156. Muzikale effectiviteit mag de belangrijkste overweging zijn bij het plaatsen van de musici, maar niet de enige. Want het is afhankelijk van hun plaatsing in hoeverre zij deel kunnen nemen aan de actie van de dienst. Een westelijke gallerij kan op pijnlijke afstand liggen van het altaar bij de eucharistie. Zangers op plaatsen achter de preekstoel worden gewoonlijk genegeerd door de predikant. Zo kan een organist ver weg of achter een gordijn afgesloten zijn van alles wat er gebeurt. In de huidige herinrichtingen keren sommige musici terug naar de gallerij, maar het is gebruikelijker dat ze bij of zelfs tussen de gemeente een plaats vinden. 157. Musici moeten zowel te horen als te zien zijn. Als ze zichtbaar zijn kunnen ze beter muzikale leiding geven aan de gemeente, en ze kunnen een belangrijk voorbeeld geven aan de gemeente door hun houding, aandacht en algemeen gedrag tijdens de dienst. Speciale kleding 159. Het kenmerkende van de musici bestaat in muzikale gaven die gezamenlijk en individueel tot eer van God en steun van de eredienst van alle gebruikt worden. Ze kunnen het zingen van de gemeente leiden en versterken of ze kunnen alleen zingen of spelen, zodat anderen stil aan de eredienst kunnen deelnemen. Er zijn variaties in deze rollen. Wat ze bieden kan zowel als openbaring van Godswege dienen voor alle aanwezigen als een boodschap voor God van zijn volk, zoals al aangeduid is. De gaven die ze voor gebruik aanbieden aan God en aan de aanwezigen in de eredienst zijn zowel de gaven die ze 'natuurlijk' hebben als gaven die ontwikkeld zijn door hard werken. Aanzienlijke inzet wordt van hen geëist, ze moeten zowel bij het oefenen als bij de eredienst aanwezig zijn. Ze worden dan ook terecht gezien als een soort specialisten. Andere leiders/voorgangers in de eredienst 161. Degene die verantwoordelijk is voor de muziek behoort tot de meest invloedrijke mensen in een dienst. Van het uitzoeken tot het oefenen en gebruiken draagt de muzikale leider bijzonder veel bij aan de kwaliteit van de eredienst. In veel gevallen leveren de leiders van de muziek ook de instrumentele begeleiding van de gemeente en het koor, of leiden ze de muziek groep. Soms zingen zij ook in het koor. Die kerken die een belangrijke plaats geven aan hun gespecialiseerde zangers hebben hun muzikale leider gewoonlijk goed zichtbaar als dirigent. Hoe het ook zij, de houding en kwaliteit van het werk van de muzikale leider heeft een diepgaande invloed op alle aanwezigen in de kerk. De invloed van die persoon op de christelijke gemeenschap is ook groot in de alledaagse relaties met andere mensen. Professionaliteit, betaling en patronage 163. Vandaag de dag bestaat het patronage van de kerk niet zozeer in het bescheiden betalen van zijn musici alswel in het beschikbaar stellen van gebouwen voor concerten en musici van allerlei soort. Het gebruik van kerken en kathedralen moet hierbij opgemerkt worden. De vraag naar mooie kerkelijke plaatsen lijkt te groeien voor het uitvoeren van muziek die op zich niet religieus pretendeert te zijn. Rooms katholieke authoriteiten vragen zich af of het wel passend is om niet religieuze muziek in de kerk uit te voeren en hanteren stricte normen voor concerten waar geestelijke muziek uitgevoerd wordt. De kerk kan een concertzaal worden. Maar het is er wel één met een speciale sfeer waarin God verheerlijkt en de mens in hoger sferen gebracht kan worden. 8 KWALITEIT, STIJLEN, NORMEN EN KEUZE Alleen het beste 166. Toch moet de kwaliteit beoordeeld worden door degenen die verantwoordelijk zijn voor de keuze van muziek. Zo'n oordeel is zeer subjectief. Muziek uitzoeken op grond van kwaliteit is vaak moeilijk. Het loopt altijd de kans arbitrair te zijn en onderhevig aan vooroordeel of voorkeur. Maar het is een troost te onderkennen dat wat echt goed is vaak net zo duidelijk is als wat echt slecht is. Bovendien is het slechte over het algemeen geen lang leven beschoren. Als we naar de muziekcatalogi van uitgevers uit de vorige eeuw kijken, dan zien we dat die naast de edelstenen die nog deel van het standaard repertoire zijn, een grote hoeveelheid minder materiaal bevatten. 167. Per slot van rekening kan de keuze het beste niet gebaseerd worden op persoonlijke voorkeur maar op de vraag: Is dit stuk van de beste kwaliteit die ik kan vinden, binnen de stijl die passend, begrijpelijk en behulpzaam is voor mijn gemeente? Het antwoord op deze vraag is misschien niet altijd makkelijk. Maar verstandig kritisch oordeel moet niet uitgeschakeld worden omdat de muziek gebruikt wodt in de kerk. Passende stijlen 169. Naast eredienst aan God is de bijzondere stijl van muziek die aangenomen wordt in een kerk bedoeld om de mensen in hun ere-dienst te helpen, niet om hen te beletten of te irriteren. De meeste kerken hebben daarom een beperkt repertoire, volgens sommigen zelfs verbeeldingsloos. Van iedere kerk en kathedraal mag verwacht worden dat het repertoire ontwikkeld wordt. Sommigen vinden rock muziek stuitend in de kerk terwijl anderen verveeld of vervreemd raken door de meer traditionele vormen. De behoeften van mensen 171. Deze schaal suggereert dat er zestien soorten basispersoonlijkheid zijn met vele subtiele verschillen binnen ieder type. Grof gezien bevindt iedere persoon zich ergens op een continuum tussen extravert en introvert, begrip en intuitie, denken en voelen, oordelen en waarnemen. Dientengevolge zijn er mensen in de gemeente die niets aan hun eredienst willen veranderen; voor anderen kan er niet genoeg veranderd worden. Sommigen hunkeren naar lange stiltes en kunnen die creatief gebruiken, anderen vinden stilte moeilijk en hebben behoefte om hun geest en hun eredienst gekanaliseerd te hebben. Sommigen accepteren blij wat hun aangeboden wordt; anderen willen talloze theologische en liturgische vragen beantwoorden voor ze beslissen. Sommigen vereren God graag door de kracht en de schoonheid van een uitvoering van de Mattheus Passion; anderen worden bereikt door christelijke pop-muziek. 172. Mensen verschillen dus zowel in temperament als in tijdelijke toestanden van geluk, zorg, verdriet, boosheid, depressei of opwinding. Ze verschillen ook in hun voorkeur en behoefte naar aanleiding van waar zij zijn op hun geestelijke reis. Als een persoon van één stadium naar het volgende gaat is het normaal dat dat hij ook een andere muzikale uitdrukking waardeert. Voortgang in geestelijke ontwikkeling wordt wellicht gekenmerkt door een grotere katholiciteit van smaak. 173. Het is niet een kwestie van superieur of inferieur. Verschillende mensen hebben verschillende manieren van eredienst waar zij de voorkeur aan geven, waarin zij zich op hun gemak voelen. Zulke verschillen moeten serieus genomen worden, niet enkel door kerkmusici maar door allen die de eredienst voorbereiden en leiden. Wij zijn allen geschapen in het beeld van God. Maar eenieder is een unieke persoonlijkheid, met de behoefte om zelf een antwoord te geven op de waarde en de liefde van God. Dit is duidelijk makkelijker in de contekst van individuele devotie dan in de openbare eredienst. Kennis van de vele temperamenten binnen een gemeente verklaart echter waarom een bepaald muzikaal stuk sommigen aantrekt terwijl het anderen afstoot. Grote gevoeligheid is daarom nodig bij degenen die verantwoordelijk zijn voor de muziek. 174. We moeten ook accepteren dat wat eens een gezamenlijke muzikale taal scheen waarin iedereen kon participeren tegenwoordig beperkt is. Veel bekende gezangen en psalmen die deel waren van de opvoeding van de meeste kerkmensen voor 1950 zijn onbekend aan een jongere generatie. In ieder geval zal de gemeente waarschijnlijk bestaan uit mensen met duidelijk verschillende smaken. 175. in de grote stad zijn er genoeg plaatsen waar mensen het soort eredienst kunnen vinden dat bij hen past. Maar in de kleine centra en plattelandsgemeenschappen waar maar één kerk is moet de kwestie van muzikale stijlen in het bijzonder gevoelig en met verbeelding benaderd worden. Er is geen reden waarom alle muziek in de eredienst de plechtigheid zou moeten hebben die populair vereenzelvigd wordt met kerkmuziek. Het moet mogelijk zijn om verschillende stijlen, òf bij dezelfde gelegenheid, òf in verschillende diensten te gebruiken. Mensen moeten misschien wel leren dat hun onverschilligheid of antipathie ten opzichte van een zekere stijl niet betekent dat die stijl ongeschikt is voor anderen. Voorkeuren zullen uitgesproken worden, maar er moet ook tolerantie zijn ten aanzien van ander smaken. Eén stijl van gezangen is niet noodzakelijk beter of slechter dan een andere stijl. Normen voor uitvoering 177. Omdat het volmaakte niet bereikbaar is op aarde ontbreekt er altijd iets aan het ideaal. Gemeenteleden zullen terstond kleine oneffenheden vergeven, maar dit moet geen excuus worden voor slordige uitvoeringen. Er is ook geen enkele rechtvaardiging voor het populaire idee dat de kwaliteit van een uitvoering niet uitmaakt zolang die maar oprecht is. Het is geen oprechtheid voor God als de musici de juiste noten negeren of niet proberen de bedoelingen van de componist te verwerkelijken. Per slot van rekening zijn de vaardigheden van zowel de componist als de uitvoerenden Godgegeven en het geeft Hem geen eer om muzikaal slordig te zijn. God wordt misschien niet vereerd door een gemeente die geïrriteerd is door een nodeloos slechte vorm van zingen of spelen. DE KEUZE MAKEN 179. Van de andere overwegingen die de keuze die gemaakt moeten worden leiden is de belangsrijkste de keuze aan te passen aan de mogelijkheden die plaatselijk aanwezig zijn. Stukken die te moeilijk zijn voor de spelers of zangers of een over ambitieus koorstuk kunnen een overigens bewonderenswaardige dienst ernstig schaden. Hoewel het vaak is gesteld blijft het waar dat een eenvoudig stuk dat goed of zelfs redelijk uitgevoerd wordt effectiever is dan een stuk dat te moeilijk is voor de uitvoerenden en de uitvoerenden en de toehoorders met een onbevredigd gevoel achterlaat. 180. Het is belangrijk om rekening te houden zowel met de stijl van de muziek die moet passen bij de behoeften van de gemeente als met de kwaliteit van de muziek binnen die stijl, als het een waardige eredienst wil worden. Er is de noodzaak om gevoelig te zijn voor de stemming van het seizoen, van de dienst als geheel en van de verschillende delen van de dienst. Bovendien is het essentieel om enig begrip te hebben van het effect dat muziek heeft op een mens. De kracht van de muziek 182. Therapeuten analyseren de effecten op hun clienten van de basiscomponenten van de muziek, zoals toonhoogte, toonlengte, toonsterkte en timbre. De meeste mensen zijn bijvoorbeeld het meest op hun gemak bij gemiddelde toonhoogten. Een hoog bereik veroorzaakt spanningen en een lager bereik brengt ontspanning. Tempi van 70-80 slagen per minuut weerspiegelen de gemiddelde menselijke hartslag. Een versnellend tempo kan de pols versnellen en stimulerend werken, een lager tempo ontspant de luisteraar. Luide muziek kan de luisteraar het idee geven ofwel veilig en omgeven te zijn ofwel uitgeslotend en beangstigd te zijn. Reacies verschillen ook sterk op timbre en toonkleuring. De klank van een doedelzak, bijvoorbeeld, beïnvloed verschillende mensen op verschillende manier. Bovendien bepalen individuele associaties zoals de woorden van een lied, of de bekendheid van een stuk, de respons van een luisteraar. Als muziek gebruikt kan worden om te helen en te helpen, dan kan muziek ook schadelijk werken. 183. De implicaties hiervan voor de kerkmuziek liggen voor de hand. Omdat muziek een krachtig middel is dat mensen diep kan treffen ook al wordt dit niet opgemerkt of bedoeld, moeten degenen die er voor verantwoordelijk zijn zich bewust zijn van de invloed ervan. Het is misschien niet realistisch om instructie over de psychologie van de muziek of de basis principes van muziek therapie in de opleiding van musici en geestelijken op te nemen. Maar het moet mogelijk zijn of oog te hebben voor de reacties van de gemeente tijdens de eredienst. Gemeenteleden zou gelegenheid gegeven kunnen worden om zich uit te spreken over de keuze van de muziek, of daar zelfs enig deel in te hebben. Dit is één van de principes van muziek therapie en zou een grotere samenwerking en participatie in het voorbereiden van diensten opleveren, hetgeen op zijn beurt weer de eredienst van de kerk ten goede zou komen. Censuur 185. Maar het is belangrijk dat er noch in de gemeente, noch in het grotere verband van de kerk één enkele groep is die aanneemt dat zij alleen de juiste benadering heeft. In dit gebied, zoals in zovele andere gebieden, heeft niemand het gezag om anderen definitief te veroordelen. Tolerantie ten opzichte van andere benaderingen is essentieel. Wij zijn, ongelukkigerwijze, gewend om vormen van eredienst die ons niet vertrouwd zijn, te veroordelen of gering te schatten. Dit kan dodelijk zijn voor de vitaliteit van de kerk. Terwijl voorkeur zowel toegestaan als nodig is, is veroordelen dat niet. Conclusie
|
|