NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Een gedeelte uit: In Tune With Heaven, The Report of the Archbishops' Commission on Church Music, London 1992: UITGANGSPUNTEN.

Ter vergelijking: Music in Worship Worship, rapport 1922.
7. Dit is een indrukwekkend document en de situatie zowel als vele van de problemen die het beschrijft hebben een bekende klank 70 jaar later. Woorden zoals waardigheid, schoonheid, smaak, eenvoud, en ingetogenheid zijn te vinden, de commissie keurt muziek af die nietszeggend is, smakeloos, oppervlakkig, intrinsiek armetierig van kwaliteit, kleingeestig en goedkoop sentimenteel. Er wordt ernstig gewaarschuwd tegen het gebruik van de ongeëvenaarde kracht van de muziek om menselijke gevoelens te bewegen en te manipuleren en om hoorders aan te trekken in plaats van een werktuig te zijn voor devotie (toewijding aan God); dit komt slecht overeen met de 'verbetering' van de publieke smaak, het muzikale idioom van de opera en de concertzaal zijn niet acceptabel. Het openbare spreken van de kerk eist, naast goede preken ook goede muziek.

Ter vergelijking: Music in Church, rapport 1948
11. Als antwoord op de lusteloosheid die overheersend is in de eredienst in de parochies is er een sterke nadruk op de voorrang van het word, en de edele taal van het 'Book of Common Prayer'. Muziek is hier complementair aan en behoort sterk geloof en vertrouwen uit te drukken, zelfs ontzag, op een edele en ingetogen manier, vrij van sensationalisme of sentimentaliteit en van elke wereldlijke indruk. Daarom is het onverstandig om jonge mensen aan te bieden wat te intiem, persoonlijk en emotioneel is, en wat nodig is, is muziek die een oprechte en edele indruk maakt, eerder dan wat week/zwak (weak) en berustend is. Om aan zijn doel te beantwoorden zou muziek met oprechtheid gebracht moeten worden, met wijze waardering voor zijn ware doel uitgezocht moeten worden en de best mogelijke uitvoering gegeven worden.

Uitgangspunten rapport 1992
3 GOD, MUZIEK EN SCHEPPING
56. De meeste mensen kunnen niet zomaar een bevredigende definitie van muziek geven, toch weten zij instinctief wat het woord bedoelt. Ondanks verschillen in onze vaardigheden om het te herkennen, te waarderen en te maken, is er muziek in ieder van ons. Het is een ervaring die alle mensen en volken gemeen hebben. Het wordt op verschillende manier herkend in de door mensen gevonden ritmes en melodieën, de zang van vogels, de klank van waterval en wind, of zelfs in de ruimte, de veronderstelde harmonie van de sferen. Godsdienstig geloof is niet nodig om aan te nemen dat muziek deel is van de natuurlijke orde. Het is iets dat er is, om van genoten te worden of niet, als we dat willen, op dezelfde manier als de geur van bloemen, de kleur van gesteente, de smaak van honing of de warmte van de zon.

SCHEPPING EN COMMUNICATIE
57. Voor hen die in een goddelijke Schepper geloven heeft de schepping echter zijn oorsprong in God en is het niet enkel een toevallig gebeuren. Het begin van de Schrift laat beelden zien hoe goed dit gepland is en beschrijft alles als 'zeer goed' (Gen 1:31), van de scheiding tussen licht en duisternis tot de schepping van het menselijk ras. Muziek, niet minder dan de aarde en wat die voortbrengt, is een integraal deel van Gods grote scheppingsdaad. Zoals alle manifestaties van waarheid, goedheid en liefde in hun vele vormen, heeft het zijn oorsprong in God. Met zijn plaats in Zijn plan heeft het een doel.

58. Op het eenvoudigste niveau kan dat doel beschreven worden als communicatie. Hierin staat muziek niet alleen. Schrift, afbeelding en sculptuur communiceren ook, net als spraak, gebaar en andere uitdrukkingsmiddelen die noch van geluid noch van gezicht afhangen. Elk heeft zijn plaats en elk zijn eigen manier om gedachten, ideeën en gevoelens over te brengen. Maar muziek, die ons hier aangaat, is een van de best toegankelijke en universele talen, minder beperkt door sociale, intellectuele, nationale of religieuze grenzen als zij is. Muziek drukt onze gevoelens en aspiraties vaak beter uit dan woorden. Muziek wordt daarom wijd en zijd godsdienstig gebruikt, niet alleen om God te aanbidden maar ook om Zijn realiteit uit te drukken voor de gelovigen.

EEN OPENBARING VAN GOD
59. Wat gemaakt is openbaart iets over zijn maker, zoals een boek over zijn schrijver, of een huis over zijn bewoners. Van muziek kunnen we zeggen dat daarin niet alleen iets aan het licht komt over de componist en de uitvoerder, maar ook van God die de muziek gegeven heeft. Net als andere creatieve gaven, drukt het iets van het mysterie, de orde en de glorie van de schepping en zijn Schepper uit. Muziek heeft deel aan het goede van de Schepping en weerspiegelt verschillende aspecten van de goddelijke natuur. Zo wordt het door God gebruikt zowel binnen als buiten de eredienst, om tot ons te spreken over Hemzelf. Door middel van muziek mogen we een glimp opvangen van zijn majesteit en zijn eenvoud, zijn rechtvaardigheid en zijn genade, zijn macht en zijn lankmoedigheid, zijn mysterie en zijn liefde. Men zou kunnen zeggen dat de openbaring van God als drieëenheid weerspiegeld is in verschillende soorten muziek. Voor sommigen brengt het triomfantelijke laatste deel van een Beethoven symfonie de kracht en transcendentie van God de Vader over; de milde melancholie van een Iers volksliedje spreekt wellicht van de menselijkheid en solidariteit in het lijden van de vleesgeworden Zoon; en de vrolijke aantrekkingskracht van een wals van Strauss weerspiegelt wellicht voor sommige mensen de warmte en bemoediging van de inwonende heilige Geest.

Gebruik en Misbruik van Muziek
60. Muziek kan voor nog meer gebruikt worden dan ons van God te spreken, daarbij hoort ook voor eenvoudig plezier. Trouwens het is niet ongepast om te suggereren dat God muziek wellicht wel grotendeels voor dat doel gegeven heeft. Het feit dat mensen positief reageren op muziek laat zien dat het tot de dingen in deze wereld behoort die gegeven zijn voor ons plezier. Het is dus niet verwonderlijk, dat het veel gebruikt wordt om mensen, en zelfs dieren, te helpen ontspannen. Muziek kan ook zeer behulpzaam zijn bij het helingsproces; David werd in dienst genomen als musicus om de geestelijk ontspoorde Saul tot rust te brengen (1 Samuel 16:23). Muziek kan ook uitdagen. Zo liet Elisa een speelman komen om hem in staat te stellen te profeteren (2 Kon 3:15). Shakespeare beschrijft het als 'the food of love' (Twelfth Night, I,i) en het is ongetwijfeld een krachtig middel om de emoties op hun diepste niveau te bewegen. Door muziek worden mensen gemakkelijk bewogen, geinspireerd en opgebeurd.

61. Muziek kan, net als alle gaven van God, getrivialiseerd worden, zoals vaak gebeurd als het gebruikt wordt als achtergrondgeruis voor bijeenkomsten. Ernstiger is feitelijk misbruik. Want, als 'taal' kan muziek evenzeer gebruikt worden om uit te drukken wat slecht is als wat goed is. De denkbeelden en geestestoestanden van wie muziek componeren en uitvoeren zullen de inhoud en het effect beïnvloeden. Associatie van ideeën is een sterk element in muzikale taal; als de geest van een of andere soort muziek te veel geassocieerd wordt met een manier van leven in strijd met het evangelie, dan kan het gebruik ervan zelfs negatieve resultaten hebben. Dit is misschien niet enkel waar wat de meer extreme vormen van 'pop'muziek betreft, maar ook wat betreft de muziek van Wagner, bij voorbeeld. Het innige contact tussen sommige soorten muziek en de drugs cultuur is misschien niet toevallig. Het gebruik van muziek als een soort verdover is zeer bekend, zelfs in religieuze bijeenkomsten.

62. het manipuleren van gevoelens door muziek is niet nieuw, daarom beschouwden vele kerkvaders de muziek als deel van onze lagere natuur. Johannes Chrysostomos, bijvoorbeeld, geloofde dat muziek sensueel en heidens was en ons voortgaan naar de 'echte wereld' belemmerde. Men maakte zich zorgen dat mensen meer door de muziek bewogen zouden worden dan door de Werkelijkheid voor wiens eredienst de muziek gebruikt werd. Zulke zorg was niet ongegrond, en Erasmus anticipeerde het gezichtspunt van de protestantse reformatoren toen hij klaagde dat de Engelsen geobsedeerd waren door de uitvoering van prachtige muziek in de kerk. Calvijn stond enkel gebruiksmuziek toe in de geneefse psalmmelodieën. het Lutheranisme moedigde een veel vollere artistieke uitdrukking en schiep een klimaat waarin muziek kon bloeien. Er waren niettemin mensen die bezwaar maakten tegen de liturgische werken van zulke componisten als Bach en Buxtehude omdat die te ingewikkeld zouden zijn.

63. Het was en is zeker mogelijk dat mensen meer getrokken worden door de middelen dan door het doel. Maar zelfs Augustinus, die zich veel zorgen maakte over de wereldse aard van de muziek, moest een diepe ervaring bekennen als gevolg van muziek:
Hoe weende ik toen ik jullie gezangen en liederen hoorde, diep bewogen door de stemmen van jullie liefelijk gezang in de kerk. Hun stemmen drongen mijn oren binnen, en daarmee vond de waarheid een weg naar mijn hart; mijn bevroren gevoelens tegenover God begonnen te dooien, tranen stroomden en ik ervoer vreugde en verlichting. (Confessiones IX.6.14)

64. Niettemin, moet erkend worden dat muziek, en ons gebruik ervan, niet volmaakt is. Het is deel van een heelal dat met "groot verlangen wacht op de verlossing, waarin alle mensen en hun gaven hun vervulling in Christus zullen vinden, samen met hun physieke omgeving (Romeinen 8:18-23). Tot die tijd, herkennen we de onvolmaaktheden van een 'gevallen' schepping. Terwijl we de gevaren herkennen dat we zijn vele gaven de directe relatie tussen God en zij kinderen laten verstoren, gebruiken we die gaven zo verantwoord als we kunnen. Anders handelen zou zonder dankbaarheid verwerpen zijn van wat God ons gegeven heeft.

De Noodzaak van Muziek
65. Als gaven van God moeten muziek en de andere kunsten daarom niet gezien worden als luxe of extra's naar keus, om van genoten te worden enkel als in alle andere behoeften van het dagelijks leven voorzien is. Zelfs in tijden van moeite, gevaar of onderdrukking, schilderen mensen de muren van grotten, snijden zij stukken hout, maken ze gevangenisgedichten, vertellen ze verhalen en spelen die uit, vervaardigen ze eenvoudige muziekinstrumenten of zingen ze liedjes van vrijheid. Als mensen geschapen naar God's beeld (genesis 1:27) hebben we een uitlaat nodig voor het creatieve instinct dat we gemeen hebben met onze Schepper. Muziek als een niet noodzakelijke luxe beschouwen haalt niet alleen God's gaven omlaag, maar onderdrukt ook menselijke creativiteit.

66. Daar de kerk zorg heeft voor de verlossing van de hele menselijke persoon, psychisch, spiritueel, intellectueel, emotioneel en esthetisch, heeft zij de verantwoordelijkheid aan te moedigen tot het ten volle benutten van muzikale en andere gaven. Zo is de westerse cultuur het resultaat van dat aanmoedigen in het verleden. Maar er moet erkend worden dat verschillende mensen verschillende gaven hebben en dat musicale smaak zeer verscheiden is. Zoals Jezus het stelt, heeft iedere persoon individualiteit en unieke waarde binnen de grote compexiteit van het universum (Lukas 12:6-7).

67. Nog een reden waarom de kerk een verantwoordelijkheid heeft voor het aanmoedigen van de kunsten komt voort uit hoe wij de eredienst begrijpen. In die activiteit biedt iedereen persoonlijk aan God een persoonlijkheid waarvan de gaven niet alleen geestelijk maar ook artistiek en creatief zijn. Het aanbieden van muziek als één van deze gaven rust op een stevige Bijbelse fundering. De Christelijke Kerk zingt al sinds de tijd van Jezus en de apostelen (Marcus 14:26). Zij stonden op hun beurt weer in een lange Joodse muzicale traditie waarin het Lied van Mozes (Exodus 15:1-18) en het lied van Deborah (Richteren 5) tot de oudste gedeelten van de Schrift behoren. Lofzangen zijn ook in het Psalmboek te vinden, maar dat bevat ook uitstortingen van droefenis, klachten en woede. Ja, het hele scala aan menselijke emoties heeft zijn poëtische en muzikale uitdrukking in de eredienst van het Joodse volk. Toch tonen verwijzingen naar muziek in de Schrift en citaten van vroeg-Christelijke gezangen in het Nieuwe Testamen, de Epistels en het lied van de vrijgekochten in het boek Openbaring, dat muziek het meest gebruikt werd als een middel om God te prijzen. Muziek communiceert de dankzegging en vreugde van het schepsels aan hun Schepper.

Heilig en Werelds
68. De kerkvaders geloofden dat om acceptabel te zijn in de eredienst muziek gelouterd en in dienst genomen moest worden door de leven schenkende kracht van de Geest. Dit inzicht wordt niet door velen gehuldigd tegenwoordig, net zo min als het idee dat muziek onherstelbaar bedorven is als deel van een gevallen schepping. Maar er is veel debat, en veel vooroordeel, over welke muziek passend is voor gebruik in de kerk. Er is bijvoorbeeld veelal onenigheid tussen hen die menen dat de enige passende muziek die muziek is die direct aan de gelovigen over te dragen is, en anderen die menen dat het aandringen op vocale deelneming door iedereen het gebruik van de geest en de zintuigen, dat vereist wordt door veel muziek uit de europese klassieke traditie, onderschat.

69. Voor velen van de laatstgenoemden voelt de muziek die door de voorstanders van algehele muzikale deelname wordt gepreferreerd, niet echt 'religieus' aan. Heeft deze te veel van de wereld in zich. Maar dat is ook waar van veel van het meer traditionele repertoire, zelfs als het niet de proporties bereikt van Gounod's ietwat opera-achtige Messe Solemnelle. Als een wereldlijk muzikaal idioom vereenigbaar is met een Christelijke wereldbeschouwing, dan lijkt er geen reden te zijn waarom dit niet gebruikt zou worden en in de eredienst gewijd als deel van een geheel menselijk lofoffer. Er van uitgaande dat muziek zelf deel is van een fundamenteel goede schepping, en niet enkel een manier om de schepping te begrijpen, en er van uitgaande dat het in staat is de band tussen God en zijn volk te bevorderen in plaats van te verminderen, dan is het moeilijk om de grens te trekken tussen wat geestelijk is en wat werelds. Het is gevaarlijk al te scherpe grenzen te trekken tussen het leven in en buiten een kerkgebouw. Al te grote zorg om slechts religieuze muziek in de kerk te hebben kan de respons van de gelovige ten aanzien van Gods goedheid in de schepping beperken. Het is begrijpelijk dat mensen wier leven en werk grotendeels in de wereld is ten minste nu en dan het werelds idioom in hun eredienst zouden willen betrekken. Wat een aanvaardbare wereldse activiteit is voor een Christen wordt toch zeker geheiligd doordat het bewust aan God aangeboden wordt.

70. Het kunnen onderscheiden wordt opgenoemd als één van de gaven ven de Geest (1 Cor. 12:10). Het is even belangrijk voor een kerkmusicus als voor elk ander, om die gave na te streven in zijn keuze van muziek. Bovendien wordt Gods Geest in de Schrift genoemd met een rol zowel in de Schepping als in het geven van artistiek talent aan mensen (Gen. 1:2); Ex. 35:30-35). Van Hem krijgen wij onze vele en verscheidene vaardigheden, inclusief de gave van de muziek die gewoonlijk beschouwd wordt als één van de hoogste manifestaties van menselijke creativiteit. Of muziek nu wel of niet in de context van de eredienst wordt gebruikt, het blijft een gave van God aan de wereld. Het feit dat muziek in iedere menselijke samenleving een rol speelt geeft wel aan hoe belangrijk deze gave is.

4 EREDIENST, GEBED EN DE LITURGIE VAN DE KERK
71. We hebben al verscheidene malen verwezen naar de eredienst in het voorafgaande, maar er is nog meer over te zeggen. De Eredienst levert de context voor de muziek waarover dit rapport gaat. Het is een activiteit die een houding uitdrukt die fundamenteel is voor het menselijk leven. Veel mensen ervaren, diep in zichzelf, de noodzaak om God eer te geven en een aandrang om omgang met Hem te hebben. Augustinus identificeert de reden hiervoor in zijn vaak geciteerde woorden: "Gij hebt ons voor Uzelf gemaakt en het mensenhart is rusteloos tot het zijn rust in U vindt" (Confessiones I,i) Het is echter niet een kwestie van instinct. We aanbidden God omdat wij weten dat Hij onze aanbidding waard is, en omdat Hij het zowel wil als het ons mogelijk maakt Hem te aanbidden. Dit is een waarheid die alle Christenen geloven, hoewel hun reacties erop variëren naargelang zij tot verschillende tradities behoren.

72. De gebruikelijkste vorm die de reactie aanneemt is God lofprijzen en Hem danken vanwege de redding die Hij ons biedt in Jezus Christus. Dank is inderdaad de karakteristieke vorm van gemeenschappelijke eredienst, zowel in de Eucharistie als bij andere gelegenheden. Zo werden de Ephesiers opgeroepen om vervuld te zijn met de geest en bij alles en voor alles God de Vader te danken in de naam van onze Heer Jezus Christus (Eph 5: 18-20). Terwijl andere vormen van devotie behulpzaam kunnen zijn door ons dieper in het mysterie van het gebed in te leiden, markeert dankzegging de Christelijke liturgische eredienst op zijn best. In deze eredienst geven we eer aan God als antwoord op zijn machtige daden. Het dankzeggen herinnert ons er aan dat zelfs in de eredienst het initiatief niet bij ons maar bij God ligt.

HET DOEL VAN DE EREDIENST
73. In zijn werkelijke betekenis is de eredienst niet beperkt tot een activiteit in de kerk, of tot momenten waarop men bewust probeert godsdienstig te zijn. Waarachtig geloof vindt uitdrukking in de eredienst van iemands hele leven, zoals Paulus aanduidt als hij schrijft: "Ik doe een beroep op jullie vanwege de genade van God, om jullie lichamen aan te bieden als een levend offer, heilig en acceptabel voor God, dat is jullie redelijke eredienst" Romeinen 12:1) Niettemin wordt de eredienst van het dagelijks leven geconcentreerd en uitgedrukt in de liturgische eredienst van de Kerk. Die eredienst weerspiegelt niet alleen de eredienst van het alledaagse leven, maar helpt ons ook die eredienst gestalte te geven. Om deze reden is het van vitaal belang dat de diensten van de Kerk in de eerste plaats eredienst zijn.

ONDERWIJS, GEMEENSCHAP EN EVANGELISATIE
74. Vaak schijnen er echter andere prioriteiten te zijn in de geest van degenen die verantwoordelijk zijn voor de eredienst in onze kerken. Drie zijn er gebruikelijk. De eerste is als een dienst gebruikt wordt voor de onderwijzing, zodat de zondagse eredienst voornamelijk een tijd is om het geloof over te brengen. Thematische leesroosters, en bijpassende gezanglijsten moedigen zulk denken aan, en de structuur van de traditionele Morning en Evening Prayer van het Anglicanisme schijnt te leiden naar een climax in de uitleg van het Woord. Voor sommige mensen is het de preek die hun bezoek aan een bepaalde kerk bepaald. Toch zijn de openbare lezing en uitleg van de Schriften, die zelf eer aan God geven, zeker evenzeer gericht op Hem in eredienst als op de mensen voor hun stichting. Er zijn andere gelegenheden en contexten voor het laatstgenoemde.

75. Nog een, steeds populairder wordend, idee is dat de eredienst een middel is om saamhorigheid binnen de Christelijke gemeenschap te bevorderen. Passende gezangen en liederen binden mensen samen in solidariteit en liefde, die verder uitgedrukt en bevorderd kunnen worden door beweging en ritueel. Het valt niet te ontkennen dat er een enorme winst is gemaakt door het opnieuw ontdekken van kerkdiensten als de normatieve context voor Christelijke gemeenschap, maar dat is niet het de primaire doel van de eredienst.

DANKZEGGING
77. Er is geen twijfel aan dat de eredienst onderwijst, de gemeenschap bevordert en het Evangelie aanbiedt aan hen die er nog niet eerder door aangeraakt zijn en aan hen wier geloof verzwakt is. De eredienst doet dit allemaal en doet het goed. Maar dat is omdat God het kiest of toestaat voor één of meer van deze doelen. Het is zijn recht en zijn doen, niet het onze. Onze verantwoordelijkheid is in de eerste plaats om hem 'onszelf, ziel en lichaam' aan te bieden als dankzegging. Niets is van belang voor ons behalve Hem eer te geven en omgang met Hem te zoeken. De bestaansreden van de eredienst is de ere-dienst aan God. In de eredienst rekken we ons bewust uit naar de hemel en zoeken we op gelijke toon te komen met de engelen en aartsengelen. We streven ernaar aan te sluiten bij de eredienst van de hele gemeenschap van vrijgekochten die in Openbaring afgebeeld wordt als onafgebroken. Daarom is het centrale deel van de ware eredienst het aanbieden van dankzegging, aanbidding en lofprijzing. Hierdoor, meer dan door wat dan ook, helpen we mensen om een glimp van Gods glory te krijgen.

OPENBARE EREDIENST EN PERSOONLIJK GEBED
78. Een deel van de moeilijkheid om dit doel te bereiken komt voort uit een veel voorkomend idee dat we het gevoel voor het numineuze verloren hebben. Er wordt soms gesuggereerd dat dit het resultaat is van het opgeven van het 'Book of Common Prayer', of van het feit dat de celebrant niet meer met zijn rug naar de mensen in het meest oostelijke deel van de kerk staat. Maar wat het effect ook is van bijzondere liturgische teksten of ruimtelijke en choreografische regelingen is, de moeilijkheid om een glimp van de hemel op te vangen heeft veel te maken met de geestelijke toestand van degenen die deelnemen aan de eredienst.

79. De kwaliteit van het geestelijk leven van de gelovigen is belangrijk, niet in de laatste plaats omdat veel mensen weinig verband zien tussen persoonlijk gebed en de openbare eredienst. Dit geldt voor sommigen die beide bedrijven, maar nog meer voor het grote aantal mensen dat óf naar de kerk gaat óf bidt maar niet beide. Toch is de liturgie ernstig verzwakt door zo'n verbroken verbinding, daar de liturgie boven al gebeden dient te worden. Onder het niveau van gezangen, lezingen en gebeden moet er een onderstroom of reservoir zijn van devotie. Dit is niet het soort bidden dat ingeschakeld wordt door "Laat ons bidden" en uitgeschakeld door de afsluitende formule van het kerkelijk gebed. Het is een diepe geest van verlangen naar God. Het is ook nogal verschillend van de eens populaire gewoonte om de eigen persoonlijke gebeden in de kerk te bidden, vaak uit een klein heilig boekje, op bepaalde punten in de liturgie. Een persoonlijke aanvulling op de openbare eredienst, of een parallelle alternatieve benadering van God is niet behulpzaam. Wat nodig is is devotie bij allen die aanwezig zijn, die compleet geintegreerd wordt met de actie in de liturgie en deze verdiept op elk moment.

MUZIEK EN STILTE
80. Muziek is een hulpmiddel om deze onderstroom van devotie terug te winnen. Een gelegenheid daarvoor wordt bijvoorbeeld gegeven door het zingen van een anthem tijdens de liturgie. Muziek wordt wellicht door God gebruikt als een 'woord' voor mensen, terwijl ze rustig zitten en de muziek over zich heen laten gaan. Veel van hen die naar Evensong gaan in een kathedraal hebben geleerd het zingen van het koor op deze nmanier te benutten. Er is geen rechtvaardiging voor het inlassen van een stuk muziek tenzij de aanwezigen erdoor gebracht worden tot een dieper voelen van God en een hechtere omgang met Hem. Het is niet ongebruikelijk een anthem te horen zingen met een sfeer van 'uitvoering' in plaats van een sfeer van 'devotie'; mensen gaan dan gemakkelijk zitten en genieten van (of ondergaan) het resultaat. Anthems zouden ons op onze knieën moeten brengen, maar dat is niet altijd het geval. Het leveren van een tekst kan de mensen behulpzaam zijn om zich volledig te verenigen met wat het koor doet.

81. Nog effectiever als hulp tot devotie (de biddende omgang met God) is echter het gebruik van stilte. Bidden in de eredienst is immers niet wat de voorganger doet, of zelfs wat de mensen doen als ze meedoen in een voorgeschreven tekst. Het is pas echt wat doorgaat als het spreken of het zingen ophoudt, en de stilte begint. Het verlies van dit gevoel wordt duidelijk aan de manier waarop het gebed van de zondag normaal gebruikt wordt. In het klassieke begin van de liturgie introduceerden de woorden "Laat ons bidden" van de voorganger een lange stilte voordat het zondagsgebed als samenvattende afsluiting gebeden werd. Laat ons bidden wordt echter langzamerhand begrepen als een instructie aangaande houding (knielen), in plaats van aangaande een instelling van het hart en de geest. Het laat niet langer stil gebed plaatsvinden gedurende een duidelijk pauze. Het zondagsgebed is niet langer een verzamelende opsomming van alle personlijke gebed, het verzamelt iets dat niet gebeurd is. Alles wat zo nog over is van het gebed van de gelovigen is het amen aan het eind.

82. Het verlies van de stilte is een verarming van de liturgie in de laatste duizend jaar en het is van groot belang dat we het gebruik ervan hervinden, samen met muziek, als een manier om de devotie van de gelovigen te verdiepen. Deelname aan de eredienst bestaat immers niet uit het uitverkoren worden om iets bijzonders te doen, of zelfs uit het vocaal deelnemen aan zoveel van de dienst als mogelijk, zingend en sprekend. Het diepste dat we te bieden hebben is de stilte van ons hart. In zo'n ogenschijnlijke passiviteit kunnen we de onderstroom van ons gebed bijdragen die absoluut onmisbaar is en die de eredienst zijn authenticiteit geeft. Dit geldt net zozeer voor de openbare eredienst als voor persoonlijke devotie. Het opnieuw ontdekken van deze waarheid zal wezzenlijk bijdragen aan het herwinnen van het gevoel voor het numineuze.

TRANSCENDENTIE EN IMMANENTIE
83. Als we over het numineuze spreken (en sommigen zouden er de voorkeur aan geven om te spreken over een glimp van de hemel, een concreter en bijbelser beeld), dan moet bedacht worden dat we in de Incarnatie (vleeswording) een uitdrukking van het numineuze in menselijke vorm hebben. Christenen geloven dat het transcendente is belichaamd geweest in Jezus Christus en dat we een volle openbaring hebben gekregen van de God die hemel en aarde gemaakt heeft. Om deze reden is het gevaarlijk een al te scherp onderscheid te maken tussen het verticale en het horizontale in ons geloof en in onze eredienst. In Jezus zijn ze samengekomen. Een zegen die met Kerst gebruikt wordt drukt dat uit: 'Christus...bracht door zijn incarnatie aardse en hemelse dingen samen..' Als we proberen een een glimp van de hemel op te vangen, dan doen we dit als mensen die in zeker opzicht de hemel al ontvangen hebben en er door omgeven worden. Door te reiken naar God in onze eredienst antwoorden we degene die naar ons gereikt heeft, en dat blijft doen.

GODS GEBRUIK VAN ONZE EREDIENST.
84. In onze eredienst neemt God vaak over wat wij, hoe inadequaat ook, Hem willen geven, vormt het om en maakt het een gave aan ons. We denken dat we het ene doen en ontdekken dan dat God de rollen omgedraaid heeft en ons meer gegeven heeft dan wij Hem hebben kunnen geven. Dit is zijn natuur en karakter. Op deze manier is de eredienst leerzaam. De hele ervaring, inclusief de lezingen en de preek, leert ons over God, niet vanwege onze opzet, maar omdat God verkiest om wat wij hem aanbieden op deze manier te gebruiken. Op dezelfde manier gebruiken we de eredienst niet met opzet als een manier om de gemeenschap te bevorderen. Maar het wordt dat wel, en op een niveau zo diep als de realiteit en kwaliteit van de ere-dienst die plaatsvindt. Op de zelfde manier proberen we God te loven eerder dan te evangeliseren in de zondagse eredienst. Maar we ontdekken vaak dat God de gemeente zo vult met genade dat mensen Hem kunnen ontdekken, ofwel voor het eerst, ofwel dieper dan tevoren.

God eer geven
85 Uiteindelijk is daarom de eredienst een vorm van onderwijzen, van gemeenschap en van verkondiging en nog meer (bijvoorbeeld bemoediging, Hebr. 10:25), maar de reden voor onze eredienst is toch van belang. God de eer geven is niet slechts één, of misschien zelfs de eerste van een lange lijst van redenen. Het is de fundamentele en diepste en waarste reden, genoegzaam in zichzelf. Alle andere redenen die gegeven worden voor de eredienst moeten niet gezien worden als producten van onze eigen opzet, maar als gaven van God als antwoord op onze ere-dienst.

86. Dit betekent dat in het voorbereiden van de zondagse eredienst er, in het bijzonder van de kant van degenen die deze leiden, een verlangen moet zijn om God te loven en te aanbidden. Ze zullen ernaar verlangen een glimp van de hemel te ontvangen en gemeenschap met God te hebben op een niveau dat slechts ten dele met brood en wijn van doen heeft. Als antwoord op zo'n verlangen van de ziel, is God in staat om het wonder teweeg te brengen dat het mogelijk maakt om over eredienst te spreken in termen van leren, gemeenschap en verkondiging.

87. Het primaat van lof en aanbidding blijft echter en is goed uitgedrukt in de bekende doxologie van Bishop Thomas Ken.
Looft God van wie alle zegeningen komen
Looft Hem alle schepselen hier beneden
Looft Hem hemelse schare
Looft Vader Zoon en Heilige Geest

5 MUZIEK EN EREDIENST
88. Bijna alle Christelijke tradities gebruiken muziek in hun eredienst. De eredienst kan zonder muziek wel plaatsvinden, maar de herkenning dat muziek één van Gods gaven is die we moeten aanbieden in de eredienst heeft zorg gedragen voor een plaats in de Kerk sinds bijbelse tijden. Er zijn veel voorbeelden van aansporingen in de Schrift, en degenen die muziek in de eredienst gebruiken behoren tot de katholieke traditie van het Christendom, zowel in het Oosten als in het Westen. We kunnen putten uit een rijke traditie.

89. Als het fundamentele doel van de eredienst is God eer te geven, dan moet dit de doorslaggevende reden zijn voor het gebruik van muziek binnen die context. Het is echter zo, het is al gememoreerd, dat wat begint als een aanbieden aan God, vaak zijn gave aan ons wordt. Op deze wijze accepteert hij onze gezangen, anthems en zettingen en geeft ze ons omgevormd en verrijkt terug voor ons heil. Dit kan zijn om ons iets van Hemzelf te openbaren, en opdat we een glimp van de hemel mogen ontvangen. Het kan ook voor andere zegeningen zijn. Twee in het bijzonder, eenheid en verkondiging van het evangelie, werden genoemd in het vorige hoofdstuk, en worden hier uitgebreider behandeld.

Eenheid
90. Muziek kan, zoals gezegd, een middel zijn om de saamhorigheid van de gemeente te vormen, te bevorderen en te verdiepen. Zij die het zingen van een menigte bij de Cup Finale hebben ervaren, of van het publiek bij de Last Night of the Proms, weten dat muziek mensen meer samenbindt dan bijna alle andere activiteiten. Het is, misschien, deel van Paulus' zorg om de eenheid onder zijn lezers die hem ertoe brengt om hen aan te sporen, terwijl ze in hun hart de Heer toezingen, om 'psalmen, gezangen en geestelijke liederen' te gebruiken om elkaar aan te spreken, en zelfs om te onderwijzen en terecht te wijzen (Eph 5:19); Col. 3:16). Hoewel sommigen dit misschien een vreemd idee vinden, is het wellicht niet ongepast voor hen die zingen in de kerk, om elkaar aan te kijken, en zelfs te glimlachen als zij dat doen. Door zulke middelen vergroot God niet alleen ons bewustzijn van zijn Woord, en verdiept Hij ons vertrouwen in het Geloof; Hij verenigt ook zeer verschillende mensen in gezamenlijke vreugde, bemoediging en aanvaarding.

91. In sommige tradities is dit extra reëel als de uitwisseling van de vredesgroet in de Eucharistie vergezeld gaat door zingen, en soms ook dansen. De gezamenlijke bemoediging die ontleend kan worden aan de muziek zend de gelovigen op weg met een dieper gevoel van geborgenheid en een vernieuwde hoop. Er is iets om mee te nemen om de eisen van het dagelijks leven mee aan te kunnen. Zo is het waardevol voor het bemoedigen van mensen in de vele gebieden van evangelisatie en Christelijke zorg in de samenleving, en het heeft ook belangrijke implicaties voor de oecumene.

Evangelisatie
92. Niet minder belangrijk is Gods gebruik van de eredienst om de aanwezigen te confronteren met het Evangelie, met al zijn beloften en eisen. Voor sommigen is Zijn weg naar hun hart via de muziek en zij worden tot het geloof gebracht, of hun toewijding is vernieuwd of verdiept, vanwege wat zij horen of zingen.

93. Dit is niet altijd een snel proces en het kan uitgerekt zijn over een langere periode. Er zijn, bijvoorbeeld, heel veel mensen die tot Christus gekomen zijn, en soms zelfs tot een gewijd ambt, door een jarenlang lidmaatschap van een koor. Zo kunnen mensen die naar de diensten komen omdat ze van de muziek houden eens ervaren dat ze er zijn voor meer dan dat alleen. God heeft het gebruikt om aan hen hun liefde en gehoorzaamheid aan Hen te ontlokken. Een gevolg van zo'n bekering is dat de persoon die op deze manier gezegend is bezield kan worden om zijn nieuw gevonden geloof te delen met anderen. Muziek heeft een aanzienlijk potentiëel voor evangelisatie zowel op zich als door de mensen die aan de muziek verslingerd zijn.

Onze verantwoordelijkheid
94. Precies hoe of wanneer, het gebruik van muziek gelovigen beweegt, als dat al gebeurt, is iets dat niet voorzien, gepland of gegarandeerd kan worden. Het blijft deel van het mysterie van Gods gave. We kunnen de manieren waarop en gelegenheden dat Hij muziek gebruikt niet anticiperen of dicteren. De belangrijke en goed geordende dienst komt niet altijd van de grond, hoe groot de zorg ook die aan de voorbereiding is besteed. Een routinematige dienst kan van de andere kant onverwacht in vuur en vlam staan, zodat mensen iets van het numineuze ervaren. Zoals de wind, waait de Geest waar Hij wil (Joh 3:8), wat voor resultaten wij ook hopen van onze voorbereiding.

95. Dat absolveert ons echter niet van de voorbereiding. Onze ontvankelijkheid voor het wonder dat uitgevoerd moet worden door God is misschien in directe proportie tot de kwaliteit van het materiaal dat we Hem aanbieden door zorgvuldige voorbereiding. Dit vergt veel van degenen die verantwoordelijk zijn voor de keuze en uitvoering van de muziek. Misschien moet het wel hun grootste zorg zijn om de juiste sfeer/stemming te scheppen voor de dienst als geheel en voor de delen waaruit deze bestaat.

Muziek en sfeer/stemming
96 Film makers en radiomensen kennen de onnavolgbare kracht van de muziek om een stemming te creëren, en kerkmusici kunnen veel van hen leren. Wat er, bijvoorbeeld, vóór een dienst gebeurt, is belangrijk, of het stilte is of het gebruik van lofliederen of instrumentele muziek. Eric Routley zei eens dat orgelmuziek vóór een dienst voor anglicanen hetzelfde doet als wierook (deed) voor Rooms Katholieken: 'Het tilt je over de drempel de eredienst in'. Daarna reageert de gemiddelde gemeente goed op een bekend en levendig stuk waarin de gelovigen allen samen kunnen zingen. Dit helpt over het algemeen de dienst beter van start te gaan dan als de meeste aanwezigen stil zijn, omdat ze het stuk niet kennen of omdat het alleen voor het koor is.

97. Op ander plaatsen in de eredienst zal de stemming anders zijn. Iets rustigs en zachtaardigs is op zijn plaats gedurende die delen van de dienst die reflectief zijn; of sterke, bevestigende muziek voor een geloofsbelijdenis of en toewijding; of vrolijke en ontstuimige stukken waar de stemming één van viering en lofprijzing is. Het laatste gezang of het laatste instrumentale stuk is ook belangrijk omdat het de toon zet voor de manier waarop de gelovigen de dienst verlaten.

98. Een waardevolle verdediging tegen monotonie, vooroordeel en persoonlijke voorkeur is te vinden in de thema's voor de dag of het seizoen zoals die door het kerkelijk jaar worden geleverd. Toch hoorde één van de commissieleden van een kerk waar met Pasen 1990 één paaslied, twee lijdensliederen en één hemelvaartslied gezongen werden.

99. Het belang van de muziek om de passende sfeer te creëren, zowel vóór als in de dienst kan niet genoeg benadrukt worden. Degenen die verantwoordelijk zijn voor de keuze en uitvoering hebben een indrukwekkende invloed. Zij worden misschien geholpen door het feit dat de meeste muziek die gebruikt wordt geschreven is als verrijking van woorden. Deze leveren een meer concreet voertuig voor de uitdrukking van menselijke emotie, en de meeste mensen gebruiken woorden als het belangrijkste middel om hun gevoelens tegenover God uit te drukken. Muziek moet dit bevorderen.

In tongen zingen.
100. Iets dergelijks kan gezegd worden van het verschijnsel 'in tongen zingen'. In het bijzonder gebruikt door de pinksterkerken, is dit een kenmerk van de charismatische beweging dat verschenen is in sommige gemeenten van de traditionele kerken gedurende de laatste tientallen jaren. Het heeft zijn theologische wortels in het Nieuwe Testament, waar het gewoonlijk wordt geassocieerd met het prijzen van God; het is een spontane improvisatie in een 'taal' die niet eerder bekend is aan de gelovige. Het brengt een diepte van aanbidding over die letterlijk niet te beschrijven valt.

101. Vanwege de onbekendheid, komt de klank van het zingen in tongen sommige mensen eerst vreemd over; het duurt echter niet lang voor de meesten de schoonheid en eenvoud ervan waarderen. Vaak begint één persoon een melodie te zingen, ofwel zacht tijdens een stilte of in een lofjubel die volgt op vreugdevolle gezangen en liederen. Andere mensen gaan meedoen, elk in een eigen gegeven 'taal', en ze leveren een bijdrage aan variaties op een gemeenschappelijk accoord met wisselnoten, of aan harmonie en contrapunt die omhoog of omlaag kan gaan in verschillende delen van de kerk. Als er instrumenten zijn, kunnen die hun individuele melodieën toevoegen en improviserend het stemmenweefsel aanvullen.

102. Na een periode van lofprijzing door muziek kan iemand in een tong zingen, ofwel een lofprijzing van God, ofwel een profetie. Omdat de solo maar één stem betreft in dit geval, kan de voorganger om een interpretatie vragen. Deze kan gegeven worden ofwel door de oorspronkelijke zanger ofwel door een ander, en het is gewoonlijk eerder een parafrase dan een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke tong. Deze interpretatie kan gesproken of gezongen worden. Als hij gezongen word is hij vaak een exacte herhaling van de oorspronkelijke melodie, ondanks het feit dat die gewoonlijk te lang of te gecompliceerd is om in één keer gememoriseerd te worden, zelfs door een musicus. Of de interpretatie wordt gegeven in muziek die de oorspronkelijke melodie versiert, beantwoordt of aanvult.

103. Noch de leider van de eredienst noch de cantor plant, begint of beëindigt de periode van het 'aanbidden in de Geest'. En er is ook geen sprake van dat de gemeente zichzelf niet meer in de hand heeft, want iedereen kan beginnen en stoppen naargelang hij of zij dat wil. Niet alle mensen kunnen of willen in tongen zingen, hoewel velen van hen die deze bijzondere gave van de Geest verlangen het ook ontvangen op enig moment in hun leven.

104. De musicus die dit fenomeen observeert zou misschien verwachten dat chaos het resultaat is van zo'n spontaniteit van de kant van mensen die niet bijzonder muzikaal zijn. Ze schijnen grotendeels onbewust te zijn van toonsoort, ritme, nauwkeurigheid van de noten en de toonhoogte en andere 'technische' zaken. Toch zingen veel mensen die normaal niet zuiver kunnen zingen, perfect zuiver als ze in tongen zingen en produceren ze een pleziering vocaal geluid. Bovendien zijn de melodieën die gezongen worden over het algemeen goed geconstrueerd en interessant. Verre van dissonantie en kakofonie is er veeleer een harmonieus samensmelten en eenheid die sommigen zien als een voorsmaak van de hemelse eredienst.

105. De praktijk van het in tongen zingen hoeft een gemeente niet te verdelen. Een sensitieve voorganger zal ieder die aanwezig is uitnodigen uitnodigen om samen te zingen, als het al niet in tongen is dan toch in bekende woorden en frasen zoals Halleluja, Hosanna of Lof zij U o Heer. Wat van belang is, is niet zozeer de taal die gebruikt wordt alswel dat een hele gemeenschap zijn hartelijke en spontane lof aan God brengt.

Liturgische dans
106. Woorden zijn niet de enige uitdrukkingsvormen waarvoor muziek een begeleiding vormt, want met de invoering van veel nieuwe liederen sinds de charismatische vernieuwing van de 70er jaren is er een toename geweest van het gebruik van liturgische dans in de kerk. Het was te verwachten dat 'volksmuziek' een aanvullende uitdrukking zou krijgen in beweging, en deze dans heeft vooral het karakter van lichamelijke deelname, niet van een uitvoering. Degenen die dansen in de eredienst zijn gewoonlijk eerder enthousiaste amateurs dan goed getrainde beroepsdansers.

107. Liturgische dans is wel beschreven als 'een bovenstem uitgevoerd in beweging' en dat geeft zowel de onderwerping aan een thema aan, als de versiering ervan. Vaak vergezelt het gesproken woorden, zoals een Schriftlezing. Het kan ook de vorm van stille mime aannemen. Meestal gaat het gepaard met muziek. Dit kan levend zijn of opgenomen, instrumenteel of vocaal.

108. De passende contekst voor liturgische dans is een sfeer van aanbidding, delen en gebed, en de ideeën en inzichten voor het gebruik ontstaan heel natuurlijk in de bijeenkomsten van een toegewijd stel leden. Het onderliggende principe is dat het goed moet passen in de dienst. Met of zonder woorden, het is evenzozeer een interpretatie en uidrukking van de ere-dienst als de muziek die het vergezelt.

Uitvoering en deelname
109 Net als wat dansers doen, wordt wat musici doen vaak beschreven als een uitvoering. Als dat gebeurt met betrekking tot mensen die in de kerk zingen, dan kan dat aanleiding zijn tot misverstand. Want of nu allen die aanwezig zijn ook samen de muziek uitvoeren die gebruikt wordt in de eredienst, deze is wel bedoeld voor iedereen. Als een anthem gezongen wordt, dan wordt die muziek aangeboden voor het gebruik door iedereen die er in stilte naar luistert. Niet alleen de uitvoerenden maken gebruik van de muziek. De aankondiging dat het koor een anthem zal zingen is een uitnodiging aan de gelovigen, niet om gemakkelijk te gaan zitten en te ontspannen, maar om te bidden met hun oren, zoals Cardinaal Basi Hume het voorstelde.
110. Vandaag de dag is er een extra nadruk op actieve muzikale deelname door de hele gemeente. Men zou niet moeten vergeten dat het luisteren naar de uitvoering van een kleiner aantal mensen ook een geldige vorm van deelname oplevert, met zijn eigen voordelen. Het bevordert het gebruik van speciale muzikale vaardigheden terwijl het anderen die niet kunnen of willen zingen de gelegenheid biedt te genieten van en te mediteren op wat gedaan wordt door anderen. Beide zijn deel van de ere-dienst van de gemeente. Het woord 'uitvoering' is niet noodzakelijkerwijs negatief. Volle deelname eist, in feite, niet spreken of zingen door iedereen van begin tot eind.


Musici zonder geloof
11 Degenen die koren beschuldigen een uitvoering te geven in de kerk vinden soms rechtvaardiging in de houding van degenen die zij bekritiseren. Maar het is gevaarlijk conclusies te trekken aangaande hun Christelijke toewijding. Alleen God oordeelt het menselijk hart, en enige terughoudendheid is vereist voor de motieven en geestelijke hoedanigheid van spelers en zangers beoordeeld worden.

112. Niettemin zijn niet alle kerkmusici gelovige Christenen en een goede muzikale traditie trekt vaak mensen die meer geinteresseerd zijn in de muziek dan in de eredienst. Sommigen beweren dat alleen gelovigen een rol zouden moeten spelen (en halen wellicht Joh. 4:24 aan), terwijl anderen denken dat God een muzikale bijdrage accepteert en gebruikt ten gunste van de hele gemeenschap, of die nu aangeboden wordt door een gelovige of niet. Er zijn veel architekten, schilders, beeldhouwers en naaldkunstenaars naast musici, die niet geloven maar wel een bijdrage willen leveren aan de eredienst. Durven wij zeggen dat God zijn gaven niet voor ons beschikbaar wil stellen door middel van hen?

113. Muziek als middel of voertuig voor de eredienst wordt niet exclusief gebruikt door hen die in de kerk samenkomen. Het gebruik in een kerkdienst maakt het duidelijk een lofoffer voor God van de kant van degenen die daar dan zijn. Maar het kan ook een lofoffer zijn van de kant van degenen die er niet zijn, degenen die verantwoordelijk zijn voor het componeren en misschien zelfs het publiceren. God geeft de muziek net zozeer aan degenen die muziek componeren en uitvoeren als aan degenen die ernaar luisteren in de kerk. Er zijn componisten voor wie het componeren een antwoord aan God geven is; er zijn musici die hun wereldlijke uitvoeringen zien in termen van eer aan God. Mensen kunnen God ontmoeten zowel in een concertzaal als in de kerk. Er bestaat altijd het gevaar God en Zijn macht in te perken door onze vooroordelen.

Conclusie
114. De poging om de rol van de muziek in de kerk te beschrijven kan niet net en precies zijn. Het is onmogelijk om te beschrijven op welk punt de muziek die wij aanbieden zijn gave aan ons wordt, daar beide tegelijkertijd gebeuren. Wij gebruiken muziek om een sfeer te scheppen die behulpzaam is voor de gelovigen en als een middel om onze gevoelens jegens God uit te drukken, met of zonder woorden, met of zonder dans. Hij gebruikt het tegelijkertijd om iets van zijn aard aan ons te openbaren, of spreekt op een of andere wijze tot zijn mensen, of trekt ze tot zichzelf, of verenigd de gemeenschap. Het is van belang dat we het geloof dat muziek een gave van God is vasthouden. Zoals we de andere gaven van de schepping Hem aanbieden in de eredienst, zo bieden we Hem ook deze gave. Het is een gave die vooral communiceert op het terrein van de menselijke emotie, daarnaast is het immens bevredigend voor het intellect. Daar is niets fout mee. Zoals Spurgeon, de grote Baptisten prediker het zei: 'Wel, de muziek geeft het hart het meeste spel'.

6 WOORDEN EN MUZIEK
115 In bijna alle Christelijke tradities overheerst het woord in de kerkdiensten. Dientengevolge wordt muziek in de eredienst bijna altijd samen met woorden gebruikt, en wordt de muziek gewoonlijk gezien als ondergeschikt aan de woorden die erbij horen. Ongetwijfeld kan een goede muzikale zetting de kracht van het woord zeer vermeerderen. Zoals Augustinus het zei, wie zingt bidt dubbel.

Taal en uitdrukking
116. De nadruk op verbale communicatie is begrijpelijk in een maatschappij als de onze die afhankelijk is van de spraak. Woorden zijn er in overvloed en worden goedkoop gebruikt. Ze zijn noodzakelijk voor filosofisch denken, voor de uitwisseling van ideeën en voor de formulering en definitie van alles behalve het meest vage gevoel.

117. Woorden worden zowel gebruikt voor het scheppen van schoonheid als om de gevoelens van onzag en verwondering, vreugde en lachen, ontdekt en verfijnd te laten worden. Poezie is de praktijk van de ontdekte menselijke mogelijkheid om taal te geven aan wat tot dan toe onuitspreekbaar wat, en T.S. Eliot beschreef poezie als een 'inval in het ongearticuleerde'.

118. Dus hebben we toch woorden nodig om uit te drukken wat we hopen en voelen, hoewel de muziek wellicht een grotere mogelijkheid heeft om de subtiliteiten van de menselijke emoties uit te drukken. In de eredienst gebruikt, kunnen woorden verkondigen, opwinden en ons verheugen. Ze stellen onze ziel in staat zich uit te drukken "tot wij onze kronen voor U neerwerpen, verloren in verwondering, liefde en lof.'

119. Maar spraak kan zaken ook oversimplificeren, en slecht gekozen woorden kunnen ze omlaaghalen door hun grofheid, hun gebrek aan fijner gevoel, hun gebrek aan sensitieviteit, hun gebruik van cliché's of enkel hun grote aantal. Als het verstand en de geest het af laten weten vanwege slecht gebruikte woorden in de eredienst, dan kunnen muziek en stilte uitkomst bieden. Deze kunnen ook de waarde en betekenis van de omliggende woorden versterken.

Verscheidenheid en Flexibiliteit
120. Veel van de traditionele vormen van eredienst (voor de anglicanen geassocieerd met Matins, Evensong en de 1662 avondmaalsdienst) zijn verdwenen, en hebben veel van de prachtige taal van vroeger dagen met zich meegenomen om plaats te maken voor stijlen die grotere nadruk leggen op spontaniteit, verscheidenheid en vrijheid van keuze. Gemeenten verschillen in hun eredienststijl en hun 'ligging', en in hun opbouw naar leeftijd, etnische samenstelling en maatschappijlijke situering. Dientengevolge klinkt dezelfde taal heel verschillend in de verschillende contexten, door uitspraak en ritme. Het engels van Radio 1 of 2 klinkt anders dan dat wat uitgezonden wordt over radio 3 of 4, hen het soort muziek dat gebruikt wordt bij die taal verschilt ook.

121. Diegenen die het idioom van Radio 1 of 2 aannemen en van de populaire pers, doen dat omdat dit de media zijn waarmee hun gemeenteleden vertrouwd zijn. Er is echter een gevaar in elke aanpak die zoekt naar wat het meest acceptabel is. Het niveau aannemen van de populaire pers en de populaire radiozenders leidt er op de lange duur waarschijnlijk toe dat de eredienst eronder lijdt. Maar de culturele en intellectuele aanpak van de andere radio-stations en de kwaliteitspers heeft duidelijk ook zijn gevaren. Voor velen is de taal van het Book of Common Prayer onnavolgbaar in zijn kwaliteit, maar voor anderen is deze taal achterhaald en niet langer in contact met de eigendaagse behoeften. Om deze reden is er ruime steun voor hen die, zoals de Jubilee Group, moderne woorden willen leveren voor moderne mensen.

122. Zowel muziek als taal moet aan de gevariëerde eisen van verschillende stijlen van eredienst voldoen. Er zijn registers en stijlen van gebed en overweging, voor viering en aanbidding. Er zijn taalvormen voor preken en gezangen. Er zijn bijbelse taalvormen van allerlei soort, profetische, poëtische, vertellende, filosofische, en mystieke. De woorden die in de kerk gebruikt worden moeten daarom aan een aantal behoeften voldoen. Ze moeten helder, letterlijk en alledaags zijn om de leer en de basis van het geloof uit te drukken, beeldend en mooi om mysterie en heiligheid uit te drukken, gemeenzaam om een juist soort geborgenheid uit te drukken, fris om een uitdaging te bieden, zachtmoedig voor het gebed en vreugdevol voor de lofprijzing.

123. Dit allemaal onderstreept de noodzaak om flexibel te zijn in het gebruik van taal en om elke gelegenheid en elke stemming in aanmerking te nemen. Er wordt niet langer aangenomen dat de eredienst hetzelfde kan of moet zijn voor alle culturen en gemeenschappen, of voor alle tijden, in een maatschappij die multi-cultureel en multi-raciaal is en waarin woorden en hun betekenis voortdurend veranderen. Om deze reden moeten woorden en muziek tegenwoordig flexibeler zijn dan in het verleden. Moderne en experimentele taal moeten zij aan zij bestaan in de eredienst met traditionele taal.

Sexisme in de Taal
124. Een van de meest opvallende overeenstemmingen onder hen die tegenwoordig teksten schrijven is de herkenning van het feit dat exclusief mannelijke taal niet langer bevredigend werkt. Naast de wijdverbreide herkenning van de gelijkwaardigheid van de sexen is er een bewustzijn dat de houding tegenover vrouwen nog steeds beïnvloed wordt door de traditionele taal van een patriarchale maatschappij. Religieuze en officiële documenten schijnen te impliceren dat vrouwen minder belangrijk zijn dan manen. Inclusieve taal is noodzakelijk als tegenwicht. Soms heeft de traditionele taal ook een militaristische klank (een voorbeeld is 'Soldaten van Christus rijst op' dat gebaseerd is op Eph 6:10-17) en dat verergerd de zaak alleen maar.

125. Dit inzicht levert weinig probemen op voor hedendaagse schrijvers, maar sommige mensen vinden het moeilijk gezangen te gebruiken waarin het menselijk ras in mannelijke termen beschreven wordt. Er zijn mensen die het aanstootgevend vinden om zelfs over de Drieëenheid te praten in mannelijke termen. Terwijl het mogelijk is om een aantal teksten, gebeden en gezangen op eenvoudige wijze te veranderen zonder de taal echt geweld aan te doen, zijn er ook gevallen waar dat niet passend veranderd kan worden. in zulke gevallen heeft het de voorkeur om te herkennen dat de taal zo normaal was in de tijd waarin deze teksten werden geschreven. Het zou jammer zijn als onze gevoeligheden er debet aan waren dat ze niet meer gebruikt konden worden.

De Psalmen
126 De oudste vorm van hymnodie is het Psalter. Dit is een van de grootste schatten die de Christelijke eredienst geërfd heeft van het joodse volk, waarin menselijk verlangen en een complete schakering aan menselijke gevoelens op krachtige wijze uitgedrukt worden in edele woorden. De reformatoren waardeerden de psalmen hogelijk: 'terwijl de rest van de Schrift ons leert wat God tegen ons zegt, leren deze gebeden ons wat we tegen God moeten zeggen'. Calvijn beschreef ze als de 'anatomie van alle delen van de ziel'

127. Alle tradities hebben het gebruik van de Psalm in de kerk gemeen. Hoewel de diepte van hun poëzie en de verscheidenheid en diepte van hun gevoelens zorg dragen voor hun effectiviteit als ze gesproken worden, worden ze gewoonlijk op muziek gezet. Dit gebruik variëert in moeilijkheid en geschiktheid, van gregoriaans en berijmde psalmen tot anglicaanse 'chants' en Gelineau, Taizé, responsoriale en polyfone zettingen, en moderne liederen. Van deze is het anglicaanse 'chant' een van de moeilijkere vormen om te beheersen en kan de muziek, tenzij er vloeiend gezongen wordt, eerder de devotie belemmeren dan ondersteunen.

Hymnodie
128. Van alle nieuwe teksten die tegenwoordig voor de kerk geschreven worden zijn gezangen en erdienstliederen het gebruikelijkst en het belangrijkst. Het is een kunstvorm die toegankelijker schijnt zowel voor de schrijver als voor de zanger dan welke andere dan ook. Wat de laatste jaren gebeurd is wordt vaak een 'gezang explosie' genoemd, met een opbloei in de publicatie van nieuwe boeken die nog geen enkel teken geeft af te lopen.

129. Gezangen zijn sinds de vroegste tijden deel geweest van de Christelijke eredienst. Ze spelen een rol bij het laatste avondmaal, in Paulus' geschriften (bijvoorbeeld Eph 5:14 en Phil. 2:5-11), en worden bijvoorbeeld genoemd door Plinius de jongere (vroeg 2e eeuw). De Didache, uit de eerste of tweede eeuw, bevat enkele gebeden in ritmisch proza. In de westerse kerk was het Te Deum, dat traditioneel toegeschreven wordt aan Ambrosius, een van de eerste latijnse gezangen, geschreven door dichters en monniken zoals Venantius Fortunatus en Rabanus Maurus (die waarschijnlijk Veni Creator Spiritus schreef), door Prudentius in Spanje en door Patrick en Columba onder de Kelten. Augustinus zegt:
Als je God prijst, en je zingt niet, dan zing je geen gezang. Als je zingt en je prijst God niet, dan zing je geen gezang. Als je iets prijst dat niet met de lof van God te maken heeft, dan zing je nog geen gezang, hoewel je zingend prijst.

130 Door de reformatie en met hoogtepunten in de 18e en 19e eeuw, hebben gezangen tot op de dag van vandaag hun populariteit behouden. Het is niet moeilijk vast te stellen hoe dat komt. Ze leveren gelovigen verscheidenheid aan uitdrukkingsmogelijkheden, in poëzie, en niet in proza; in klank, en niet in stilte; in zingen, en niet in spreken. Ze putten uit de psalemn en andere Bijbelgedeelten, die zij parafraseren, berijmen en waarover zij uitweiden. Ze articuleren persoonlijke geestelijke beleving, met zijn moeilijkheden en zijn vreugde. Ze openbaren de innerlijke gesteldheid van het menselijk hart.

131. Gezangen worden gebruikt om lezingen, gebeden en de preek aan te vullen. Ze maken het mogelijk dat de gemeente vocaal actief is en staande zijn lofprijzing, gedachten en emoties uitdrukt in woorden en muziek. Ze helpen de gemeente om een diepere eenheid te ervaren door gezamenlijk muziek te maken en tegelijkertijd dezelfde woorden te gebruiken. Voor predikanten kunnen zij een waardevolle bron zijn om hun boodschap aan te vullen, ook in het citeren van de manier waarop de gezangen de boodschap en ideeën rond het geloof verwoord hebben.
132. Dr Johnson vond gezangen beperkt in hun uitdrukkingswijze. Hoewel toegegeven moet worden dat ze geschreven zijn binnen de stricte beperkingen van tempo en metrum, zijn ze toch in staat tot grote verscheidenheid in de handen van ambachtslieden zoals Watts en Wesley. Gemeenten zijn gaan aanvaarden dat hun stijl en hun afwijkingen van gewoon taalgebruik deel zijn van een speciale retorica. Zij zingen zonder een moment te aarzelen omkeringen van de normale woordvolgorde zoals 'To his feet thy tribute bring'. Verwringing van de grammatica en ongewone combinaties waren een kenmwerk van de metrische psalmen (speciaal de 'Old Version' van Sternhold and Hopkins) die lang het veld beheerste in de eredienst van dit land.

133. Wat de oorsprong van dit kenmerk ook is, de linguistische en stylistische organisatie van gezangen werkt al eeuwen lang goed en is deel van het bewustzijn geworden van gewone mensen in de eredienst. Gezangen zijn een rijke bron voor persoonlijke devotie en kunnen gereciteerd worden als poëzie. Omdat ze geschreven zijn om gezamenlijk gezongen te worden zijn vele ervan echter minder sprekend als ze gezegd worden; ze moeten gezongen worden om echt tot leven te komen. Ze zijn wat wel genoemd is 'beeldmuziektekst', de unieke combinatie van woorden en muziek die in een gezangbundel voorkomen maar die pas echt bestaat als deze combinatie tot klinken komt in de eredienst. Het gezang is genoteerd, maar de notatie komt pas van het papier als de gemeente zingt en het gezang het lichaam, de longen en de bloedbaan binnenkomt. Door de klank die door mond en adem gemaakt worden komt de notatie weer tot klinken.

De betekenis van de muziek
134. Kerkmuziek betekent voor erg veel mensen 'gezangen', niet zozeer omdat de muziek de woorden versterkt als omdat de woorden en de muziek onafscheidelijk verbonden zijn. Een gezangwijs blijft trouwens soms eerder in het geheugen achter dan de bijbehorende woorden omdat associaties over het algemeen makkelijker opgeroepen worden door muziek dan door tekst. Dientengevolge behouden sommige gezangen en liederen een plaats in bundels ondanks het feit dat de woorden niet zoveel literaire of theologische waarde hebben, enkel omdat hun melodieën populair zijn.

135. Deze situatie komt zelden omgekeerd voor, hoewel men soms een gezang tegenkomt waarin zowel de tekst als de melodie op zich weinig kwaliteit hebben en die toch een plaats in het repertoire houden, misschien wel vanwege de 'goede oude tijd'. In zulke gevallen is het vaak de vertrouwdheid van de wijs die het doet. Verder bewijs van de betekenis van de muziek van gezangen en liederen is, dat weinig regelmatige kerkgangers meer van de wijs brengt dan dat de traditionele band tussen woord en wijs in een bekend lied wordt verbroken. Dit geeft aan dat men voorzichtig moet omgaan met de steeds meer voorkomende praktijk van het lenen van bekende melodieën voor een nieuwe tekst of het introduceren van een nieuwe wijs bij een bekende tekst.

136. Muziek is gezangen ook van dienst omdat het een geheugensteun is. Veel voormalige koorknapen weten hoe een bepaalde anglicaanse chant tenminste een deel van de woorden naar boven brengt die erbij hoorden in de tijd dat men koorknaap was. Opera zangers kunnen een lang en ingewikkeld libretto aan vanwege het huwelijk tussen de woorden en de muziek. Zo kan de muziek die op zondag gebruikt wordt, materiaal leveren dat door de gelovige tijdens de week gebruikt kan worden. Een flard van een gezongen stuk van de liturgie kan geneuried en overdacht worden, of een fragment uit een refrein, of een regel van een gezang. Bekende muziek is misschien wel de belangrijkste factor in de enorme populariteit van televisieprogramma's zoals 'Songs of Praise'. Mensen maken gebruik van de gelegenheid om hun geliefde favoriete melodieën steeds weer te horen.

De onafhankelijkheid van muziek
137. Voor we de kwestie van de woorden verlaten, moet er op gewezen worden dat bij gelegenheid muziek in de kerk ook zijn eigen leven heeft, en zelfs een betekenis groter dan woorden. Zoals al aangeduid, kan muziek de volle verscheidenheid van menselijke emoties uitdrukken zonder door woorden gesteund te worden. Een stuk dat gespeeld wordt door een muziekgroep, een orgelstuk, een symfonie van Mozart kunnen sprekend zijn. Die kunnen misschien wel uitdrukken wat we tegen God willen zeggen, net zozeer als 'Verheugt u, Christus is in u' of Nunc Dimittis, of Messias. Als we altezeer het belang van woorden benadrukken vergeten we dat muziek zelf ook een effectieve vorm van communicatie is. Het heeft de kracht om een sfeer te creëren waarin gebeden en gemediteerd kan worden, en om de juiste toon voor een viering aan te geven.

138. Niettemin zullen woorden de voorrang houden in onze eredienst. Muziek zal vooral gebruikt worden om hun ze kracht bij te zetten. Als partners vormen deze twee een niet te verbeteren vorm van uitdrukking, die gebruikt moet worden met fantasie en een bewustzijn van hun creatieve mogelijkheden.

139. Woorden en muziek zijn belangrijk als symbolen op zich, maar ze moeten meer worden om tot leven te komen. Om Coleridge gebruik van de beeldspraak van Ezechiel aan te halen, 'De waarheden en de symbolen die ze vertegenwoordigen gaan samen op en vormen de levende wagen die (voor ons) de troon van de Goddelijke Menselijkheid dragen.' Diegenen die zich bezighouden met het gebruik van taal in de eredienst moeten zich realiseren dat woorden zo'n fantastische lading kunnen hebben. Want God openbaart zich erdoor, zoals hij zich ook openbaart door muziek.

7 DE GELOVIGE GEMEENSCHAP EN ZIJN GEBOUW
140. Kerkgebouwen hebben een grote en verscheiden betekenis. Voor de omwonende gemeenschappen zijn ze zowel herkenningspunten als de plaats waar openbare, locale en nationale religieuze bijeenkomsten zich afspelen. Voor sommigen zijn het prachtige gebouwen en plaatsen waar kunst en geschiedenis te vinden zijn. Voor gezinnen hebben ze te maken met geboorte, huwelijk en overlijden. Voor allerlei mensen hebben ze te maken met herinneringen en dromen. Weldoeners gebruiken ze als uitlaat voor hun goedgeefsheid. Bezoekers bekijken ze met interesse van binnen, speciaal de muren. Hongerige zielen zoeken stilte en eenzaamheid in de ruimte die ze bieden. Het volk van God komt daar samen voor de zondagse en de door de weekse eredienst, en het is deze laatste functie die ons hier aangaat. Tussen de vele redenen en doelen die onze kerken hebben, zijn ze in de eerste plaats de voor de eredienst gewijde plaatsen voor de eredienst van de Christelijke gemeente.

Het kerkgebouw
141. Gemeenschappelijke eredienst beperkt zich niet tot kerken, maar in Europa vormen zij wel de gebruikelijkste plaats ervoor. Hoewel noodzaak soms het gebruik van een of andere zaal dicteert, wordt verreweg de voorkeur gegeven aan gebouwen die speciaal voor de eredienst ontworpen en ervoor gewijd zijn. Het gebouw bestaat om de liturgie en de muziek te dienen en niet omgekeerd. Dit zou een leidend principe moeten zijn zowel bij de aanpassing van gebouwen en voor de bouw van nieuwe kerken. Voor flexibiliteit is het nodig om tegemoet te komen aan verschillende liturgische tradities, steeds veranderende inzichten en verscheidenheid in de samenstelling en structuur van de gemeenten.

142. Minimaal levert het gebouw bescherming tegen het weer voor de kerkdiensten, en opslag voor wat gebruikt wordt in de eredienst, hetgeen in het geval van de musici voornamelijk bestaat uit instrumenten, muziek, boeken en kleding. Maar de betekenis die de kerk ontleent aan de ruimere associaties die hierboven al aangeduid zijn, maakt zijn plaatselijke gemeenschap vaak zowel bezitterig als beperkt in gezichtspunt. Normaal wordt de gemeente gerecruteerd uit de plaatselijke gemeenschap, maar men moet nooit vergeten dat deze gemeenschap deel uitmaakt van een wereldwijde mensenwereld. Christenen zijn niet alleen geroepen tot de eredienst aan God, maar ook tot voorbede, dienstverlening, getuigenis en zending jegens de wereld waartoe zij behoren. Hun doel is Gods plan te vervullen om alles in hemel en aarde te verenigen in Christus (Eph 1:10). Hiervoor hebben zij een visie nodig die verder strekt dan hun vaak beperkte horizon.

Gemeente en de ruimere gemeenschap
143. Groter bewustzijn hiervan wordt geholpen doordat de plaatselijke gemeente behoort tot de grotere Christelijke gemeenschap. Als deel van een bepaald kerkgenootschap, nationaal of internationaal, erft het liturgische en muzikale tradities. Hierdoor wordt de gemeente soms zowel ingeperkt als gesteund, door vastgestelde regels, een goedgekeurde liturgie, een gezangbundel, of enkel door de kracht van de traditie. Het lidmaatschap, met andere denominaties, van de universele kerk op aarde, schept mogelijkheden nog meer te leren. De plaatselijke gemeente kan zo gebruik maken van de verworvenheden van andere tradities, en de musici kunnen deelnemen aan de koorfestivallen en de cursussen die door verscheidene geledingen aangeboden worden. Ook hier moeten de mogelijkheden om de oecumene te bevorderen niet over het hoofd gezien worden. Ook in een wereldlijke context moeten we oog hebben voor de waarde van het samenbrengen van gelovigen en niet-gelovigen voor een gemeenschappelijk doel.

144. Het belangrijkst is dat degenen die deelnemen aan de plaatselijke eredienst zich realiseren dat ze deel zijn van de grote gemeenschap van de hemel waarvan de eredienst afgebeeld wordt in het boek Openbaring (speciaal in de hoofdstukken 4 en 5). Dit kan een grote steun geven aan kleine gemeenten. Door de gebeden en de gezangen van de gelovigen is er een gevoel éé½ te zijn met de gemeenschap der heiligen. Net als zij, 'komen zij tot de Vader door Jezus de Zoon'. Hij is de hogepriester in de hemel en de dienaar in het ware heiligdom (Hebreeën 8:1-2) voor allen gelijkelijk. In Hem zijn allen één, wie ze ook zijn en waar ze ook zijn.

Eenheid en verscheidenheid
145. Muziek is maar één van de middelen om zowel de eenheid in de plaatselijke gemeenschap als de eenheid verder dan de plaatselijke gemeenschap uit te drukken. Het weerspiegelt en bevordert ook de verscheidenheid waaruit de kerk bestaat (1 Cor 12:4-6). De meeste muziek waar we vertrouwd mee zijn is een voorbeeld van verscheidenheid binnen eenheid, en het verbeeldingsvol gebruik van de verschillende stijlen verrijkt de eredienst van een gemeente die bestaat uit verschillende mensen. De manier waarop muziek gebruikt wordt kan ook de ecclesiologie van een kerk weergeven. Op deze manier gebruiken denominaties die de gelijkheid in status en functie benadrukken muziek wellicht op een even ongedifferentiëerde manier. De Free Church of Scotland laat de psalmen bijvoorbeeld door iedereen die aanwezig is zingen, eenstemmig en onbegeleid. Van de andere kant gebruiken de lutherse kerken de muziek van Bach, en de Rooms Katholieken de missen van Mozart en Haydn. Met hun solisten, koor en orkest weerspiegelen deze kerken het erkennen van een hierarchie van status, functie en vaardigheden.

146. De gebruikelijke reden voor een ruime schakering tussen soberheid en complexiteit is echter welke muzikale mogelijkheden aanwezig zijn. De muziek van de Kerk van Engeland kan variëren tussen de eenvoud van een kleine dorpskerk en de grootsheid van een kathedraal. Diensten verschillen ook in hun contekst en men kan niet goed een sobere door-de-weekse dienst vergelijke met een koninklijke huwelijksdienst.

De gemeente
147. De grootste verscheidenheid die in de meeste kerken te vinden is, is tussen de mensen die we de gemeente noemen onderling. Strict genomen vormen al degenen die samengekomen zijn voor een eredienst de gemeente. Hoewel er gewoonlijk een onderscheid gemaakt wordt tussen de gemeente (het volk), en de musici and anderen die de dienst leiden, zijn de leiders desondanks deel van de gemeente en hun bijdrage is bedoeld voor allen die aanwezig zijn. Ondanks hun leiderschap, zijn de smaak en de verwachtingen van de gemeente gewoonlijk de grootste invloed op het liturgische en kerkmuzikale beleid van een kerk. In de meeste gevallen verwachten de mensen een actieve rol te spelen in de dienst, en de indeling van het gebouw alsook de plaatsing van de de voorgangers houdt daar rekening mee.

Klank en nagalm
148. Voor de gelovigen is één van de belangrijke kenmerken van een kerk de akoestiek, omdat die bepaald of spraak en muziek hoorbaar en verstaanbaar zijn. Muziek, misschien nog wel meer dan spraak, vereist de juiste hoeveelheid nagalm. Te veel verwart, irriteert en overweldigt, te weinig slaat dood. De juiste hoeveelheid geeft vitaliteit op dezelfde manier als resonantie leven aan een instrument geeft. Het zorgdragen voor een goede akoestiek is geen luxe. Het verbetert de uitvoering van zowel geoefende als niet-geoefende deelnemers aan de muziek, en verhoogt de vreugde van allen.

149. De keuze van de muziek, de muziekale hulpbronnen en de manier van uitvoeren kan beinvloed worden door de akoestiek. Maar moderne technieken maken het mogelijk om de akoestiek te veranderen of, in een nieuw gebouw, te ontwerpen voor een bepaald resultaat. Electronische versterking heeft een heel scala aan nieuwe mogelijkheden gebracht, zodat de hoeveelheid resonantie die nodig is voor muziek spraak niet onmogelijk maakt. Vaak verschilt de akoestiek van het ene deel van het gebeouw tot het andere, en dit is een belangrijke factor in het plaatsen van de musici. Het gebruik van geluidsversterking geeft echter aanzienlijke flexibiliteit.

Aankleding
150. Een meer subtiele invloed op de stijl van de eredienst van de gemeente wordt uitgeoefend door het aanwezige meubilair en de plaatsing ervan. Dit heeft een aanzienlijk visueel effect en levert al associaties op zonder gebruikt te worden. In een typisch 19e eeuwse Free Church kapel is het orgel wellicht direct achter de preekstoel en benadrukt zo het belang van de muziek in de diensten van het Woord in die traditie. Op gelijke manier proclameren de koorbanken in het koor van een traditioneel anglicaanse kerk het belang dat de gezongen morgen en avondgebeden in het leven van die kerk hadden en van het in speciale kleding gestoken koor dat deze ondersteunde. Vandaag de dag spreekt een voor in het schip geplaatste tafel (of altaar) van de nadruk op de familie communie en het delen van de gemeenschap.
151. Vanwege de moeilijkheden in het veranderen van vast aangebrachte zitplaatsen en andere zaken, en omdat het meubilair en de versiering van een kerk invloed hebben op de psychologie van een gemeente, wordt er strict toezicht gehouden door diocesane kanseliers. Problemen worden gewoonlijk vermeden als de plaatselijke gemeensten de diensten gebruiken van voor de zaak gevoelige architecten en adviseurs, zeker ook wat betreft zaken die het orgel aangaan.

Het orgel en andere instrumenten
152. De plaats en de omvang van het orgel, in het bijzonder waar het een negentiende eeuws of vroeg twintigste eeuws instrument is, levert een van de onbeweeglijkste problemen in het opnieuw inrichten van een kerk. Weggestopt in een orgelkamer, of een deel van de consistorie beslaand, kan het uit de weg zijn, maar kan juist dat het geluid sterk belemmeren. Vrijstaand aan het eind van het schip of in een transept klinkt het wellicht prima maar is het visueel opdringerig. Nieuwe instrumenten en nieuwe technieken maken het vaak mogelijk om deze problemen op te lossen, maar de meeste kerken moeten het beste maken van wat ze hebben en de herinrichting plannen rondom het bestaande orgel. Waar er een electronisch instrument is, is er aanzienlijk meer flexibiliteit.

153. In toenemende mate maken kerken gebruik van de vaardigheden van andere instrumentalisten naast de organist. In sommige opzichten is dit een terugkeer van de eens gebruikelijke praktijk van de 'church band', die vereeuwigd is door Thomas Hardy in Under the Greenwood Tree. Naast het leveren van de begeleiding voor gezangen en liederen, bevordert dit soort instrumentale muziek de actieve deelname van een groter aantal musici. Het maakt de plaatsing van degenen die leiding geven aan de muziek ook flexibeler.

De plaatsing van musici
154. De plaatsing van musici in de kerk is in de eerste plaats een muzikale zaak, met het doel het beste muzikale effect te bereiken. De meeste koren hebben echter meer dan één rol. Dezelfde plaats is misschien niet ideaal voor zowel een leidende rol bij het zingen van de gemeente en voor het zingen van koormuziek. Veel orgels zijn zo geplaatst dat ze óf de gemeente het meest effectief kunnen begeleiden óf het koor, maar niet beide. Het plaatsen van zangers en instrumenten is dus niet altijd zo'n eenvoudige zaak als het lijkt. Permanente opstelling levert stabiliteit en zorgt ervoor dat de musici vertrouwd zijn met het geluid dat ze produceren. Maar de ruimte die door de beperkingen van het gebouw hen toegekend wordt is niet altijd het beste uit en muzikaal oogpunt.

155. Het is mogelijk om de plaats van de zangers en instrumentalisten te variëren tijdens een dienst, en kleine orgels kunnen mobiel zijn. Sommige kerken hebben koorprocessies en een Palmzondagprocessie brengt de musici vaak op straat met de gemeente. Nu en dan is er een hele dienst in processievorm, zoals een advents 'carol' dienst, waar het effect zeer verhoogd wordt doordat de musici op verschillende plaatsen spelen.

156. Muzikale effectiviteit mag de belangrijkste overweging zijn bij het plaatsen van de musici, maar niet de enige. Want het is afhankelijk van hun plaatsing in hoeverre zij deel kunnen nemen aan de actie van de dienst. Een westelijke gallerij kan op pijnlijke afstand liggen van het altaar bij de eucharistie. Zangers op plaatsen achter de preekstoel worden gewoonlijk genegeerd door de predikant. Zo kan een organist ver weg of achter een gordijn afgesloten zijn van alles wat er gebeurt. In de huidige herinrichtingen keren sommige musici terug naar de gallerij, maar het is gebruikelijker dat ze bij of zelfs tussen de gemeente een plaats vinden.

157. Musici moeten zowel te horen als te zien zijn. Als ze zichtbaar zijn kunnen ze beter muzikale leiding geven aan de gemeente, en ze kunnen een belangrijk voorbeeld geven aan de gemeente door hun houding, aandacht en algemeen gedrag tijdens de dienst.

Speciale kleding
158. Waar de musici goed zichtbaar zijn wordt de kwestie van wat ze dragen een zaak van enig belang. Er zijn argumenten voor en tegen aparte kleding. Op een practisch niveau is het zo dat minder kinderen tegenwoordig zondagse kleren hebben, en koorkleding kan grote variaties in individuele smaak bedekken, zowel bij ouderen als bij jongeren. Toch is in een informele tijd als de onze het in speciale kleding steken van musici vaak niet vanzelfsprekend, soms alleen al vanwege de kosten. Speciale kleding voor een koor duidt zeker de speciale rol van het koor aan, zowel voor de koorleden als voor anderen. Bovendien is er de vraag hoeveel differentiatie tussen de musici en de rest van de gemeente passend is. De beslissing die een plaatselijke kerk neemt hangt af van die vraag, maar ook van pastorale en sociale overwegingen. Musici zijn weliswaar geen gescheiden deel van de gemeente, maar wel een speciaal deel.

159. Het kenmerkende van de musici bestaat in muzikale gaven die gezamenlijk en individueel tot eer van God en steun van de eredienst van alle gebruikt worden. Ze kunnen het zingen van de gemeente leiden en versterken of ze kunnen alleen zingen of spelen, zodat anderen stil aan de eredienst kunnen deelnemen. Er zijn variaties in deze rollen. Wat ze bieden kan zowel als openbaring van Godswege dienen voor alle aanwezigen als een boodschap voor God van zijn volk, zoals al aangeduid is. De gaven die ze voor gebruik aanbieden aan God en aan de aanwezigen in de eredienst zijn zowel de gaven die ze 'natuurlijk' hebben als gaven die ontwikkeld zijn door hard werken. Aanzienlijke inzet wordt van hen geëist, ze moeten zowel bij het oefenen als bij de eredienst aanwezig zijn. Ze worden dan ook terecht gezien als een soort specialisten.

Andere leiders/voorgangers in de eredienst
160. Het zelfde kan gezegd worden over de personen die voorgaan in de eredienst, zoals de lezers, zij die de gebeden of de preek verzorgen, zij die de sacramenten bedienen enz. In sommige tradities worden musikale eisen aan hen gesteld, bijvoorbeeld voor de gezongen gedeelten in de getijden of gedeelten rond het evangelie en het Sursum Corda in de eucharistie. Het zingen van deze gedeelten was oorspronkelijk om ze goed duidelijk te maken voor de gemeente in een groot gebouw, in de tijd dat de volkstaal nog niet gebruikt werd en er geen moderne akoestische hulpmiddelen waren. Vandaag de dag worden ze gebruikt om de eredienst luister bij te zetten, en zijn ze effectief zolang ze goed uitgevoerd worden. Omgekerd verzwakt onbevredigend zingen de liturgie, en waar de voorgangers niet kunnen zingen wordt hun rol gewoonlijk gedelegeerd aan anderen, voor zoverre dat liturgisch kan, of worden ze gesproken.

161. Degene die verantwoordelijk is voor de muziek behoort tot de meest invloedrijke mensen in een dienst. Van het uitzoeken tot het oefenen en gebruiken draagt de muzikale leider bijzonder veel bij aan de kwaliteit van de eredienst. In veel gevallen leveren de leiders van de muziek ook de instrumentele begeleiding van de gemeente en het koor, of leiden ze de muziek groep. Soms zingen zij ook in het koor. Die kerken die een belangrijke plaats geven aan hun gespecialiseerde zangers hebben hun muzikale leider gewoonlijk goed zichtbaar als dirigent. Hoe het ook zij, de houding en kwaliteit van het werk van de muzikale leider heeft een diepgaande invloed op alle aanwezigen in de kerk. De invloed van die persoon op de christelijke gemeenschap is ook groot in de alledaagse relaties met andere mensen.

Professionaliteit, betaling en patronage
162. De professionaliteit van de muzikale leiders vraagt om het nodige respect. Zelden is het echter zo dat aan hen aanmoediging, middelen en mogelijkheden aangeboden worden om hun vaardigheden verder te ontwikkelen. De meesten ontvangen een of ander soort betaling of honorarium en in sommige kerken worden ook anderen betaald om te zingen of te spelen. De vraag van de betaling is niet noodzakelijkerwijs direct verbonden aan de kwaliteit van de muziek die geboden wordt. Er zijn enige zeer begaafde amateurs die door hun vaardigheid en inzet muziek van hoge kwaliteit bieden. Omdat betaling een werkgever/werknemer relatie inhoudt en contracten en het respect dat aan een beroepskracht gegeven moet worden, is het lidmaatschap van een gesalarieerde musicus van de gemeente een complexe zaak, die nog complexer kan worden door het lidmaatschap van een vakbond. Om deze reden verwerpen sommige kerken het idee dat ze hun musici zouden moeten betalen. Ze geloven dat eredienst en de muziek die geboden wordt uit het lidmaatschap van de kerk moeten voortkomen en uit persoonlijke toewijding aan het christelijk geloof. Naast de overwegingen die al eerder gegeven zijn, komt het betalen van musici om muziek te maken in de kerk ook de grotere gemeenschap ten goede. Het is een overblijfsel van het patronage van de kunsten dat zo essentieel en heilzaam voor de hele maatschappij is geweest.

163. Vandaag de dag bestaat het patronage van de kerk niet zozeer in het bescheiden betalen van zijn musici alswel in het beschikbaar stellen van gebouwen voor concerten en musici van allerlei soort. Het gebruik van kerken en kathedralen moet hierbij opgemerkt worden. De vraag naar mooie kerkelijke plaatsen lijkt te groeien voor het uitvoeren van muziek die op zich niet religieus pretendeert te zijn. Rooms katholieke authoriteiten vragen zich af of het wel passend is om niet religieuze muziek in de kerk uit te voeren en hanteren stricte normen voor concerten waar geestelijke muziek uitgevoerd wordt. De kerk kan een concertzaal worden. Maar het is er wel één met een speciale sfeer waarin God verheerlijkt en de mens in hoger sferen gebracht kan worden.

8 KWALITEIT, STIJLEN, NORMEN EN KEUZE
164. De keuze van muziek in de eredienst is een verantwoordelijkheid die groter is dan vaak wordt herkend. De keuze ligt niet altijd alleen bij degene die het gebruik of de uitvoering in de kerk leiden; in veel situaties overleggen de voorganger en de muzikale leider erover. In toenemende mate wordt gebruik gemaakt van liturgiecommissies die ook uit gewone gemeenteleden bestaan naast mensen met muzikale en liturgische kennis en vaardigheid. Omstandigheden variëren sterk van plaats tot plaats, maar een gezonde kerk moet het niet moeilijk vinden een evenwicht te vinden tussen de specialisten en de rest van de gemeente, waarbij de kennis en vaardigheid van de specialisten erkend wordt en de wensen van de niet-specialisten gerespecteerd worden door de specialisten. Als er een gebrek aan acceptatie van één van beide kanten is, of als niet het recht van allen om deel te nemen aan de eredienst erkend wordt, dan zijn er waarschijnlijk problemen.

Alleen het beste
165. Misschien wel de minst bevredigende discussie ontstaat als de vraag gesteld wordt: Wat is goede kunst (Schilderkunst, beeldhouwwerk, poëzie, muziek)? Uitgezonderd een aantal duidelijke gevallen, zal er waarschijnlijk geen conclusie uitkomen waarmee allen instemmen, en er moet erkend worden dat waardeoordelen overwegend berusten op persoonlijke smaak. We kunnen geen al te duidelijk antwoord verwachten op de vraag: Wat is goede kerkmuziek? Het is moeilijk om precies te definiëren wat we bedoelen als we zeggen dat alleen het beste goed genoeg is voor God. Natuurlijk is dat zo, maar hoe weten we wat het beste is in zijn ogen? Per slot van rekening kan alleen Hij de kwaliteit van onze eredienst uitmaken.

166. Toch moet de kwaliteit beoordeeld worden door degenen die verantwoordelijk zijn voor de keuze van muziek. Zo'n oordeel is zeer subjectief. Muziek uitzoeken op grond van kwaliteit is vaak moeilijk. Het loopt altijd de kans arbitrair te zijn en onderhevig aan vooroordeel of voorkeur. Maar het is een troost te onderkennen dat wat echt goed is vaak net zo duidelijk is als wat echt slecht is. Bovendien is het slechte over het algemeen geen lang leven beschoren. Als we naar de muziekcatalogi van uitgevers uit de vorige eeuw kijken, dan zien we dat die naast de edelstenen die nog deel van het standaard repertoire zijn, een grote hoeveelheid minder materiaal bevatten.

167. Per slot van rekening kan de keuze het beste niet gebaseerd worden op persoonlijke voorkeur maar op de vraag: Is dit stuk van de beste kwaliteit die ik kan vinden, binnen de stijl die passend, begrijpelijk en behulpzaam is voor mijn gemeente? Het antwoord op deze vraag is misschien niet altijd makkelijk. Maar verstandig kritisch oordeel moet niet uitgeschakeld worden omdat de muziek gebruikt wodt in de kerk.

Passende stijlen
168. De kwestie van kwaliteit wordt verder bemoeilijkt doordat de kerkmusicus geconfronteerd wordt met een bijna verdwazende verscheidenheid aan stijlen. Er is al gezegd dat van geen enkele stijl met een gerust hart gezegd kan worden dat deze buiten het bereik van Gods inspiratie is. Ze zouden dus mogelijkerwijs alle passend kunnen zijn voor een bepaalde eredienst. Naast 'kerkmuziek' zijn volksmuziek, klassieke muziek, rock, pop en jazz alle gebruik met verschillend succes.

169. Naast eredienst aan God is de bijzondere stijl van muziek die aangenomen wordt in een kerk bedoeld om de mensen in hun ere-dienst te helpen, niet om hen te beletten of te irriteren. De meeste kerken hebben daarom een beperkt repertoire, volgens sommigen zelfs verbeeldingsloos. Van iedere kerk en kathedraal mag verwacht worden dat het repertoire ontwikkeld wordt. Sommigen vinden rock muziek stuitend in de kerk terwijl anderen verveeld of vervreemd raken door de meer traditionele vormen.

De behoeften van mensen
170. Verscheidenheid van voorkeur wordt verklaard door het feit dat mensen enorm variëren in temperament en persoonlijkheid, en dientengevolge in hun respons op verschillende soorten muziek. Het belang van deze verschillen is al lang bekend aan hen die geinteresserd zijn in de verhouding tussen psychologie en spiritualiteit. In recente jaren is de 'Jungian Myers-Briggs Type Indicator' beken geworden als middel om de verscheidenheid in kaart te brengen.

171. Deze schaal suggereert dat er zestien soorten basispersoonlijkheid zijn met vele subtiele verschillen binnen ieder type. Grof gezien bevindt iedere persoon zich ergens op een continuum tussen extravert en introvert, begrip en intuitie, denken en voelen, oordelen en waarnemen. Dientengevolge zijn er mensen in de gemeente die niets aan hun eredienst willen veranderen; voor anderen kan er niet genoeg veranderd worden. Sommigen hunkeren naar lange stiltes en kunnen die creatief gebruiken, anderen vinden stilte moeilijk en hebben behoefte om hun geest en hun eredienst gekanaliseerd te hebben. Sommigen accepteren blij wat hun aangeboden wordt; anderen willen talloze theologische en liturgische vragen beantwoorden voor ze beslissen. Sommigen vereren God graag door de kracht en de schoonheid van een uitvoering van de Mattheus Passion; anderen worden bereikt door christelijke pop-muziek.

172. Mensen verschillen dus zowel in temperament als in tijdelijke toestanden van geluk, zorg, verdriet, boosheid, depressei of opwinding. Ze verschillen ook in hun voorkeur en behoefte naar aanleiding van waar zij zijn op hun geestelijke reis. Als een persoon van één stadium naar het volgende gaat is het normaal dat dat hij ook een andere muzikale uitdrukking waardeert. Voortgang in geestelijke ontwikkeling wordt wellicht gekenmerkt door een grotere katholiciteit van smaak.

173. Het is niet een kwestie van superieur of inferieur. Verschillende mensen hebben verschillende manieren van eredienst waar zij de voorkeur aan geven, waarin zij zich op hun gemak voelen. Zulke verschillen moeten serieus genomen worden, niet enkel door kerkmusici maar door allen die de eredienst voorbereiden en leiden. Wij zijn allen geschapen in het beeld van God. Maar eenieder is een unieke persoonlijkheid, met de behoefte om zelf een antwoord te geven op de waarde en de liefde van God. Dit is duidelijk makkelijker in de contekst van individuele devotie dan in de openbare eredienst. Kennis van de vele temperamenten binnen een gemeente verklaart echter waarom een bepaald muzikaal stuk sommigen aantrekt terwijl het anderen afstoot. Grote gevoeligheid is daarom nodig bij degenen die verantwoordelijk zijn voor de muziek.

174. We moeten ook accepteren dat wat eens een gezamenlijke muzikale taal scheen waarin iedereen kon participeren tegenwoordig beperkt is. Veel bekende gezangen en psalmen die deel waren van de opvoeding van de meeste kerkmensen voor 1950 zijn onbekend aan een jongere generatie. In ieder geval zal de gemeente waarschijnlijk bestaan uit mensen met duidelijk verschillende smaken.

175. in de grote stad zijn er genoeg plaatsen waar mensen het soort eredienst kunnen vinden dat bij hen past. Maar in de kleine centra en plattelandsgemeenschappen waar maar één kerk is moet de kwestie van muzikale stijlen in het bijzonder gevoelig en met verbeelding benaderd worden. Er is geen reden waarom alle muziek in de eredienst de plechtigheid zou moeten hebben die populair vereenzelvigd wordt met kerkmuziek. Het moet mogelijk zijn om verschillende stijlen, òf bij dezelfde gelegenheid, òf in verschillende diensten te gebruiken. Mensen moeten misschien wel leren dat hun onverschilligheid of antipathie ten opzichte van een zekere stijl niet betekent dat die stijl ongeschikt is voor anderen. Voorkeuren zullen uitgesproken worden, maar er moet ook tolerantie zijn ten aanzien van ander smaken. Eén stijl van gezangen is niet noodzakelijk beter of slechter dan een andere stijl.

Normen voor uitvoering
176. In de uitvoering van een muziekstuk moet er altijd geprobeerd worden het stuk zo goed mogelijk uit te voeren, wat de kwaliteit of de stijl van het stuk ook is. Dit is omdat muziek in de eredienst deel is van wat de kerk aanbied als eredienst aan God. Het is ook omdat een slechte uitvoering de gemeente kan afleiden en de eredienst te niet doen. Slecht gespeelde gezangen, schel zingen, ongevoelige versterking, slecht cantilleren of onzekere stemvoeringg in een meerstemmig stuk kunnen allen zich opdringen en de gemeenteleden uit hun evenwicht brengen, net zozeer als een onbevredigende preek. Bovendien is het waarschijnlijk dat mensen die muziek uitvoeren steeds meer beoordeeld worden vanuit de norm die gesteld wordt door de vele opnames van kerkmuziek en andere muziek die vandaag de dag overal te krijgen zijn.

177. Omdat het volmaakte niet bereikbaar is op aarde ontbreekt er altijd iets aan het ideaal. Gemeenteleden zullen terstond kleine oneffenheden vergeven, maar dit moet geen excuus worden voor slordige uitvoeringen. Er is ook geen enkele rechtvaardiging voor het populaire idee dat de kwaliteit van een uitvoering niet uitmaakt zolang die maar oprecht is. Het is geen oprechtheid voor God als de musici de juiste noten negeren of niet proberen de bedoelingen van de componist te verwerkelijken. Per slot van rekening zijn de vaardigheden van zowel de componist als de uitvoerenden Godgegeven en het geeft Hem geen eer om muzikaal slordig te zijn. God wordt misschien niet vereerd door een gemeente die geïrriteerd is door een nodeloos slechte vorm van zingen of spelen.

DE KEUZE MAKEN
178. De kwaliteit wordt in de eerste plaats voorgeschreven door de keuze van de muziek die uit te voeren is. Die keuze wordt bepaald door een aantal factoren, maar is altijd ondergeschikt aan de overweging dat muziek in de eerste plaats iets is dat aan God aangeboden wordt als eredienst, of het nu in de eenvoud van een plattelandskerk is zonder koor, met een 'onwillige' organist, of in de grootsheid van een laat middeleeuwse kathedraal met een team van zesendertig professionele musici. De muziek is geen gemeenschapszang en ook geen concert. Het is het verheffen van de harten en de geesten van de gemeente, of zij nu in stilte of met hun stemmen deelnemen.

179. Van de andere overwegingen die de keuze die gemaakt moeten worden leiden is de belangsrijkste de keuze aan te passen aan de mogelijkheden die plaatselijk aanwezig zijn. Stukken die te moeilijk zijn voor de spelers of zangers of een over ambitieus koorstuk kunnen een overigens bewonderenswaardige dienst ernstig schaden. Hoewel het vaak is gesteld blijft het waar dat een eenvoudig stuk dat goed of zelfs redelijk uitgevoerd wordt effectiever is dan een stuk dat te moeilijk is voor de uitvoerenden en de uitvoerenden en de toehoorders met een onbevredigd gevoel achterlaat.

180. Het is belangrijk om rekening te houden zowel met de stijl van de muziek die moet passen bij de behoeften van de gemeente als met de kwaliteit van de muziek binnen die stijl, als het een waardige eredienst wil worden. Er is de noodzaak om gevoelig te zijn voor de stemming van het seizoen, van de dienst als geheel en van de verschillende delen van de dienst. Bovendien is het essentieel om enig begrip te hebben van het effect dat muziek heeft op een mens.

De kracht van de muziek
181. De helende kracht van de muziek is bekend aan hen die muziek voor therapie gebruiken. De grote verscheidenheid aan mensen die op deze manier geholpen worden omvat mensen met mentale, physieke of emotionele handicaps, mensen die lijden aan ziekten en mensen met andere problemen. Er is een bijbels precedent in het verhaal over David die speelde voor Saul toen die onder invloed van een 'kwade geest van God' (1 Samuel 16:23) was. De therapeut gebruikt de muziek in een therapeutische omgeving om veranderingen teweeg te brengen in de gevoelens en het gedrag van de patient (Flashman and Fryear, The Arts in Therapy. Chacago: Nelson Hall, 1981). Muziek wordt ook gebruikt om verrijkt te worden.

182. Therapeuten analyseren de effecten op hun clienten van de basiscomponenten van de muziek, zoals toonhoogte, toonlengte, toonsterkte en timbre. De meeste mensen zijn bijvoorbeeld het meest op hun gemak bij gemiddelde toonhoogten. Een hoog bereik veroorzaakt spanningen en een lager bereik brengt ontspanning. Tempi van 70-80 slagen per minuut weerspiegelen de gemiddelde menselijke hartslag. Een versnellend tempo kan de pols versnellen en stimulerend werken, een lager tempo ontspant de luisteraar. Luide muziek kan de luisteraar het idee geven ofwel veilig en omgeven te zijn ofwel uitgeslotend en beangstigd te zijn. Reacies verschillen ook sterk op timbre en toonkleuring. De klank van een doedelzak, bijvoorbeeld, beïnvloed verschillende mensen op verschillende manier. Bovendien bepalen individuele associaties zoals de woorden van een lied, of de bekendheid van een stuk, de respons van een luisteraar. Als muziek gebruikt kan worden om te helen en te helpen, dan kan muziek ook schadelijk werken.

183. De implicaties hiervan voor de kerkmuziek liggen voor de hand. Omdat muziek een krachtig middel is dat mensen diep kan treffen ook al wordt dit niet opgemerkt of bedoeld, moeten degenen die er voor verantwoordelijk zijn zich bewust zijn van de invloed ervan. Het is misschien niet realistisch om instructie over de psychologie van de muziek of de basis principes van muziek therapie in de opleiding van musici en geestelijken op te nemen. Maar het moet mogelijk zijn of oog te hebben voor de reacties van de gemeente tijdens de eredienst. Gemeenteleden zou gelegenheid gegeven kunnen worden om zich uit te spreken over de keuze van de muziek, of daar zelfs enig deel in te hebben. Dit is één van de principes van muziek therapie en zou een grotere samenwerking en participatie in het voorbereiden van diensten opleveren, hetgeen op zijn beurt weer de eredienst van de kerk ten goede zou komen.

Censuur
184. Van tijd tot tijd wordt de suggestie gedaan om bepaalde stukken muziek uit de kerk te bannen. Buiten het feit om dat dat praktisch moeilijk is, is zo'n verbod hoogst ongewenst. Want gemeenten verschillen in hun sfeer en traditie, en moeten God door de muziek van hun keuze benaderen. Bovendien, als God iets van zichzelf kan openbaren door vele muzikale stijlen, of het nu Mozart of de Beatles is, dan lopen we het gevaar zowel God als de kerkmusici te beperken als we een index van verboden stukken zouden samenstellen. We zouden ook een muzikale elite creëren met het recht om te binden en vrij te laten.

185. Maar het is belangrijk dat er noch in de gemeente, noch in het grotere verband van de kerk één enkele groep is die aanneemt dat zij alleen de juiste benadering heeft. In dit gebied, zoals in zovele andere gebieden, heeft niemand het gezag om anderen definitief te veroordelen. Tolerantie ten opzichte van andere benaderingen is essentieel. Wij zijn, ongelukkigerwijze, gewend om vormen van eredienst die ons niet vertrouwd zijn, te veroordelen of gering te schatten. Dit kan dodelijk zijn voor de vitaliteit van de kerk. Terwijl voorkeur zowel toegestaan als nodig is, is veroordelen dat niet.

Conclusie
186. Alle moeite moet gedaan worden om degenen die verantwoordelijk zijn voor de muziek in de kerk volledig op te leiden voor hun taak. Het is zo'n belangrijk onderdeel van de eredienst dat de grootst mogelijke zorg besteed moet worden aan de keuze ervan, opdat de verschillen in aard, en de geestelijke en culturele behoeften van de gemeente serieus genomen worden. De kwaliteit en de stijl van de muziek moet in de eerste plaats de gemeente helpen om hun hart en geest te verheffen in eredienst aan God.

Vertaling Noeme W. Visser