LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Het patroon van de liturgie 1 Samenkomst/Voorbereiding De advent of tijd van verwachting in onze eredienst, als we verlangen naar Gods komst en onze ogen en oren spitsen om Zijn aanwezigheid te herkennen Als we naar de eredienst komen, nemen we onszelf mee, met onze zorgen, onze vreugde en ons verdriet. Als de gemeenschap samenkomt moeten deze individuele en persoonlijke betrokkenheden samengevoegd worden om gevormd te worden, uitgedaagd en getransformeerd. De voorbereiding begint met een begroeting en welkom. Er is de mogelijkheid in de boeterite / het kyriegebed en in de lofliederen om ons verdriet en onze vreugde en dankbaarheid uit te drukken, en om deze individuele draden samen te laten weven tot een gemeenschappelijk weefsel van de gemeenschap die samengekomen is en dat aan te bieden aan God in het gebed voor de lezingen (het zondagsgebed). 2 De Liturgie van het Woord Het Kerstfeest, of de viering van het Woord dat vlees geworden is, onder ons komt en zich engageert met ons. In de lezingen uit het
Oude Testament en de brieven herhalen we de ontmoeting met Gods verhaal zoals
de (nieuwe) Wet en de Profeten die doorgeven. We lezen het uitgebalanceerde dieet
dat het Lectionarium ons voorzet; we kiezen niet de stukjes en beetjes die ons
aanspreken of aanstaan. De lezingen dagen ons uit gedurende een heel jaar door
het geheel vvan Gods verhaal naast het verhaal te zetten van onze eigen wereld.
Dan, als Advent uitmondt in Kerst, begroeten we het levende Woord, Jezus zelf,
in het evangelie. Daarom hebben veel geloofsgemeenschappen een speciaal versierd
evangelieboek en dragen dat naar het midden van de samengekomen gemeente om er
daar uit voor te lezen. Hier spreekt God van aanggezicht tot aangezicht met ons
via Jezus: `Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. En wij aanschouwden
zijn glorie, de glorie van de eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid'
(Johannes 1.14). Het doel van de preek is om het verhaal van wat God
voor ons heeft gedaan samen te voegen met het verhaal van wie wij zijn, zodat
de twee samensmelten en elkaar uitleggen. De preek zou ons moeten helpen in het
begrijpen hoe God ons opgenomen heeft in zijn verhaal en ons deel gemaakt heeft
van zijn leven met een opdracht om uit te voeren. De preek voert vanzelf naar het gebed voor degenen waarvan we de noden meedragen, zodat ze opgenomen kunnen worden in Gods verhaal. 3 De Liturgie van het Sacrament Gods transformeren van ons leven door het mee te nemen door het lijden en de opstanding van Jezus Christus, zijn sterven en opstanding. In de viering van het Sacrament verandert God ons. Het patroon van wat er gebeurde aan tafel in Emmaus herhaalt de vier acties van het Laatste Avondmaal. De levende aanwezigheid van Christus wordt in ons midden ontdekt als we dit doen in gehoorzaamheid aan zijn opdracht. De kerk heeft deze vier handelingen herkend en ze in het centrum van onze eredienst geplaatst. 1 We nemen brood en wijn en maken die gereed op de tafel. In die brood en wijn leggen we onszelf voor God om gezegend te worden, gebroken en gebruikt in zijn dienst. 2 In het tafelgebed danken wij de Vader door de Zoon in de kracht van de Geest, we prijzen de Vader voor zijn Schepping en zijn trouw ondanks het feit dat wij ons steeds weer afwenden; en verwelkomen zijn komst om ons leven te delen in Christus en, na het verhaal van het Laatste Avondmaal, gedenken wij zijn dood en zijn opstanding, de transformerende gebeurtenissen van zijn leven; bidden om de komst van zijn Geest om zijn gaven te heiligen, zodat wij, die ze delen ook getransformeerd zullen worden en onze gebroken levens heelgemaakt. 3 Het brood wordt gebroken als teken van Christus' dood. Zoals Jesus' dood aan het kruis zijn leven vrijmaakte om gedeeld te worden door iedereenr all to share, zo maakt het gebroken brood het ons mogelijk te delen in zijn leven en zo één te worden (vgl.John 12.24). 4 We ontvangen het lichaam en bloed van Christus en worden zo getransformeerd van gebroken individuen, los van elkaar en van God, tot lidmaten van het lichaam van de verrezen Christus. Wij zijn één lichaam, verenigd met de hele kerk overal en altijd (vgl. 1 Corinthiers 10.17). 4 De Wegzending Het moment van Pinksteren, als de verspreide discipelen zich eindelijk realizeren dat God hen alles gegeven heeft wat ze nodig hebben voor hun apostolische missie In het slotgebed bidden we, `Zend ons uit
in de kracht van uw Geest om te leven en werken tot uw lof en eer.' Het einde
van de eredienst houdt toewijding in, bekrachtigd door Gods zegen, om te gaan
en in praktijk te brengen wat we geworden zijn - een niewe gemeenschap, aangevuurd
door Gods Geest om zijn wil te doen en zijn koninkrijk te helpen komen. We zijn
geroepen om daders van het Woord de zijn en niet alleen hoorders (Jacobus 1.22),
anders worden we ervan beschuldigd niet te doen wat we prediken. Het slotgebed
en de wegzending zijn zichtbaar een `klein Pinksteren' in korte samenvatting van een gedeelte uit: David Stancliffe (Bishop of Salisbury): God's Pattern. Shaping Our Worship, Ministry and Life. London 1003 |
|
|