Opbouw van de Novus Ordo Missae 1970
De mis bestaat uit verschillende onderdelen : naast de Opening van de
Dienst en de Wegzending, zijn er twee grote delen te onderscheiden: de
Dienst van het Woord en de Dienst van het Altaar. De opbouw van een eucharistieviering
is als volgt:
Openingsriten (Ritus initiales)
Binnenkomst van de priester (Introitus) - de mensen gaan staan, uit eerbied
voor degene die hij via de hiërarchie uiteindelijk vertegenwoordigt
en symboliseert (Christus).
Begroeting van het altaar en de gemeenschap (Salutatio altaris et populi
congregatio) - officiële begroeting in de naam van God.
Schuldbelijdenis (Actus paenitentialis) - belijdenis aan God van persoonlijke
menselijke zwakheden, fouten en onvolmaaktheden en een bewust zich op
God richten als liefdevolle en barmhartige.
Het Kyrie (Kyrie eleison) - gebed om ontferming.
Het Gloria (Gloria in excelcis) - Een lofzang, afhankelijk van de periode
van het kerkelijk jaar al of niet gezongen.
Openingsgebed - de priester bidt het openingsgebed, eventueel voorafgegaan
door een ogenblik stilte om eenieder de gelegenheid te geven voor zichzelf
te bidden. Na het openingsgebed gaan de mensen terug zitten om te luisteren
naar de lezingen.
[bewerk]
Woorddienst (Liturgia verbi)
De lezingen (Lectiones biblicae) worden, na plechtige overhandiging van
de boeken door de lector gelezen :
Eerste lezing uit het Oude Testament
Tussenzang uit een Psalm
Tweede lezing uit de Handelingen of de Brieven van de apostelen. Deze
lezing wordt in Vlaanderen vaak ten onrechte weggelaten. Op een weekdag
is er slechts één lezing.
Hierna staat men recht voor het Alleluia en de Evangelielezing.
Alleluia (Acclamatio ante lectionem Evangelii).
Evangelielezing (Evangelium) door de priester. De evangelielezingen wisselen
jaarlijks volgens het ABC-schema: in een A-jaar wordt voornamelijk gelezen
uit het Evangelie naar Mattheus, in een B-jaar uit Marcus en in een C-jaar
Lucas. Het Evangelie naar Johannes wordt vooral rond de paasdagen gelezen.
De rode draad door de twee of drie lezingen is de 'verkondiging van Christus':
vanuit het Oude Testament als profetie en vanuit de evangeliegedeelten
als vervulling van de belofte. Na het Evangelie gaan de mensen terug zitten
om te luisteren naar de Homilie.
Homilie (Homilia) - ook wel preek genoemd. Dit is een toelichting die
de priester geeft op de lezingen.
Geloofsbelijdenis (Professio fidei) - De geloofsbelijdenis (onder de
formulering van de Geloofsbelijdenis van Nicea of de belijdenis van de
Apostelen) wordt rechtstaand opgezegd of gezongen.
Voorbeden (Oratio universalis) - De lector leest een aantal beden voor
kerk en wereld. (Daarna bidt eenieder eventueel nog een ogenblik in stilte
voor zijn eigen intenties.) De priester bidt daarna een afsluitend gebed.
[bewerk]
Eucharistische Dienst (Liturgia eucharistica)
In de eucharistieviering, die de priester dagelijks opdraagt, gaat het
om dienstbaarheid en offer. Brood en wijn zijn hierin tekenen van de bereidheid
zichzelf te geven, in navolging van en in verbinding met de zelfgave van
Jezus aan het kruis. De priester en de gelovigen gaan 'ter communie',
dat wil zeggen 'nemen Christus tot zich via brood en wijn'. Via een ritueel
worden lichaam en bloed van Christus geacht op mystieke wijze aanwezig
te zijn in hostie en wijn ('transsubstantiatie'). Volgens de rooms-Katholieke
theologie gelooft men dat de Heilige Geest positieve veranderingen bewerkstelligt
in mensen die de eucharistie vieren.
Bereiding van de gaven (Praeparatio donorum)
Gebed over de gaven (Oratio super oblata)
Eucharistisch gebed (Prex eucharistica)
Onze Vader (Pater Noster)
Gebed om vrede (Ritus Pacis)
Broodbreking (Fractio Panis)
Communie (Communio)
[bewerk]
Slotritus (Ritus Conclusionis)
Wegzending en zegen - heenzending van de door de viering toegeruste gelovigen.
En zegening van het volk door de priester en het Ite Missa est.
|