LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Korte versie van de kloosterlijke getijden uit een getijdenboek Het brevier (een woord dat is afgeleid van het latijnse 'brevis', dat kort betekent) was ontstaan uit de behoefte aan een handzame persoonlijk gebedenboek waaruit de getijden individueel, bijvoorbeeld op reis, gebeden konden worden. In zo'n brevier stonden gebeden voor de verschillende getijden en voor alle tijden van het jaar: voor kerst, voor pasen, voor de feesten van alle belangrijke heiligen en voor gewone dagen. Het was, met al die gebeden, nog behoorlijk omvangrijk en ingewikkeld van samenstelling. Om leken in staat te stellen de getijden persoonlijk te bidden ontstond een lekenversie: Het Getijdenboek. Een Getijdenboek is boek vol gebeden en bijbellezingen, bedoeld om door leken te worden gebruikt op min of meer vaste momenten ("Getijden" of "Horae") van de dag. Daarmee imiteerden de leken de voorgeschreven dagelijkse routine van gebeden en lezingen van de geestelijkheid. Elke dag waren er maximaal acht getijden gereserveerd voor deze vorm van godsdienstoefening:
De belangrijkste en meest verspreide serie gebeden en lezingen was gericht aan Maria, de moeder van Jezus en wordt de Mariagetijden genoemd. Andere reeksen hadden het kruis waaraan Jezus was gestorven of de Heilige Geest als voornaamste voorwerp van devotie en werden daar ook naar genoemd: Getijden van het Heilig Kruis en Getijden van de Heilige Geest Getijdenboeken beginnen gewoonlijk met een heiligenkalender, een lijst van de feestdagen die door de eigenaar in acht dienden te worden genomen. Hoewel het vroegste getijdenboek al uit de elfde eeuw afkomstig is (de eeuw van Hebban olla vogala) was dit boektype vooral in de vijftiende eeuw ongekend populair. Toen waren er veel leken die gebed en liturgie niet meer als een zaak van priesters en kloosterlingen beschouwden, maar als iets waarmee ze zich zelf wilden bezighouden. Veel getijdenboeken waren in het Latijn, maar vooral in de Nederlanden kwam het getijdenboek in de volkstaal veel voor. Toen Geert Grote aan het einde van zijn leven het getijdenboek in het Nederlands vertaalde, was hij niet de eerste die dat deed. Toch werd juist zijn vertaling een onvoorstelbaar succes doordat de Moderne Devotie, de beweging die met Grote begon, een belangrijke rol speelde bij de verbreiding ervan. De tekst is duizenden malen overgeschreven, vaak in eenvoudige boeken, maar ook in boeken die op iedere bladzijde schitteren van goud en mooie kleuren. Aan het begin van de 21e eeuw zijn er twee 'officiele' getijdenboeken
beschikbaar: In plaats van de uitgebreidere gebeden van de getijden wordt aan leken ook aanbevolen om korte gebeden bij verschillende gelegenheden te bidden, bijvoorbeeld:
|
|
|