![]() | ||||||||
![]() |
Thema's | |||||||
![]() |
||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | ![]() |
||||
![]() |
![]() |
|||||||
![]() |
![]() |
|
![]() |
Verloop van de Dienst van Schrift en Tafel volgens Dienstboek 1, een proeve Orde A De liturgie van de Dienst van Schrift en Tafel verloopt volgens de Oudkerkelijke traditie die alle Christelijke kerken gemeen hebben. De meeste Westerse Christelijke kerken hebben zich geherorienteerd op de oerbronnen van de liturgie in een Liturgische Beweging. Daarom lijken de hedendaagse vieringen van Schrift en Tafel qua structuur sprekend op elkaar en wordt wel gesproken van de Oecumenische Orde. IN 1982 bereikte de oecumenische toenadering een voorlopig hoogtepunt met de unanieme convergentietekst over Baptism, Eucharist, and Ministry (BEM), ook wel het Lima Rapport genoemd. Deze inhoudelijke toenadering wordt wel gezien als de inhoudelijke onderbouwing van de Oecumenische orde. De oecumenische orde bestaat uit twee grote delen die een wezenlijke
eenheid vormen: Psalm of intredelied De cursieve teksten worden gesproken door de voorganger, de vetgedrukte teksten door de gemeente. BEGROETING
Het is het teken, dat de gelovigen zich verzamelen, met Christus als onzichtbare aanwezige. Een moment om je hart te openen voor God. Als vertegenwoordiger van hem gaat de voorganger of bisschop voor. De voorganger begroet alle aanwezigen, bijvoorbeeld met de teksten: De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap
van de heilige Geest zij met u allen. De Heer zij met u. En met uw geest.. De Heer zal bij u zijn. De Heer zal u bewaren De kern van de viering draait daarom: de Heer komt in het midden van de kerkgemeenschap. Na de begroeting volgt een korte inleiding. Dit kan bijvoorbeeld een inleiding zijn over de viering, over de dag van de viering of over een heilige die die dag wordt vereerd. Het is niet onbelangrijk om de H. Mis voor te bereiden. Dat is wat de begroeting en inleiding dan ook beoogt. SCHULDBELIJDENIS EN KYRIE Het is belangrijk om zonde te vermijden. Met de schuldbelijdenis of het Kyrie wordt de vergeving van de zonden afgesmeekt ten overstaan van de gemeenschap: Ik belijd voor de almachtige God, De voorganger sluit af met een gebed om vergeving: Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven
en ons geleiden tot het eeuwig leven. Amen. GLORIA EN OPENINGSGEBED Op de momenten, dat de liturgie dat voorschrijft, wordt de lofzang Gloria
gezongen. Het is een dankgebed aan God. In de advent en veertigdagentijd,
als periode van inkeer, wordt het Gloria niet gezongen of gezegd. Eer
aan God in den hoge, Direct daarop volgt een moment voor gebed in stilte, vervolgt door het
openingsgebed van de voorganger. Laat ons bidden. Gebedstekst. DIENST VAN HET WOORD: Bijbel, psalmen, homilie, geloofsbelijdenis en voorbeden De liturgie van het woord, ookwel dienst van het woord, spreekt God tot
de gelovigen door lezingen uit de heilige Schrift. Op zondagen zijn er
drie lezingen, doordeweeks meestal twee (tenzij er een bijzondere viering,
feest of gedachtenis plaatsvindt). De eerste lezing is uit het Oude Testament
of - in de Paastijd - uit de Handelingen van de apostelen. Daarna volgt
een psalmtekst of lied en volgt een tweede lezing. De derde lezing is
een tekst uit één van de vier evangeliën van het Nieuwe
Testament. De eerste en tweede lezing wordt voorgedragen door een lector,
de evangelietekst door een diaken of voorganger. Om zoveel mogelijk van
de heilige Schrift te kunnen overwegen, is een driejarige cyclus bedacht. HOMILIE Vervolgens volgt de homilie, of overweging, door de voorganger. Het omvat vaak een verklaring van de lezingen of de liturgie van dat moment en geeft een verdieping op het mysterie van de Eucharistie, het christelijk geloof en/of hedendaagse vraagstukken uit het leven van alledag. GELOOFSBELIJDENIS Op zondagen en hoogfeesten wordt na de lezingen staande de geloofsbelijdenis gezegd of gezongen: Ik geloof in God, de almachtige Vader,
VOORBEDEN Daarna leidt de voorganger of lector de voorbede(n) in. De voorbeden zijn
gebedsteksten, waarin de gelovigen tot God bidden voor de noden van de
kerk, (leden van) de geloofsgemeenschap, de maatschappij of de wereld.
Bijvoorbeeld: DIENST VAN DE TAFEL De Eucharistie, of dienst van de tafel of dienst van het Brood, heeft drie momenten: Bereiding van de gaven BEREIDING VAN DE GAVEN De gaven van brood worden als eerste naar het avondmaalstafel gebracht. De voorganger
biedt deze aan God aan: Vervolgens worden wijn en water naar het avondmaalstafel gebracht en bidt de voorganger
(in stilte): Water en wijn worden één. Gij deelt ons mens-zijn
en neemt ons op in uw goddelijk leven. Gebogen bidt de voorganger in stilte: In het besef van onze onmacht en
onze schuld, vragen wij dat onze offerande voor U aanvaardbaar wordt en
wij genade vinden in uw ogen.. Daarna reinigt de voorganger zijn handen
en bidt in stilte: Neem alle schuld van ons af, Heer, maak ons vrij van
ongerechtigheid. Hierna zegt de voorganger: Bidt, broeders en zusters, dat
mijn en uw offer aanvaard kan worden door God, de almachtige Vader. GEBED OVER DE GAVEN Daarna wordt in het gebed over de gaven het bidden samengevat door de voorganger, met de intentie dat de Heer de gaven aanvaardt, en ze zou voltooien tot Lichaam en Bloed van Christus en tot levende offergave van Hem. EUCHARISTISCH GEBED Wat volgt is het tweede element van de Eucharistie: het Eucharistisch hooggebed. Het is een uitbreiding van de tafelzegen van Jezus tijdens het laatste Avondmaal. De inleiding luidt: De Heer zal bij u zijn. De Heer zal u bewaren Verheft uw hart
Vervolgens het eerste deel van het hooggebed: de prefatie, die kan wisselen. Deze wordt afgesloten met het Heilig:
INSTELLINGSWOORDEN In het midden van het dankgebed, komt het instellingsverhaal van de laatste Avondmaal. Rond deze woorden en het uitvoeren ervan wordt de werkelijke tegenwoordigheid van Christus beleefd. Deze tegenwoordigheid wordt 'werkelijk' genoemd, niet bij wijze van uitsluiting, alsof de andere vormen van tegenwoordigheid niet 'werkelijk' waren, maar bij wijze van uitnemendheid, omdat zij wezenlijk is, en omdat door haar de gehele Christus, God en mens, tegenwoordig wordt gesteld. NEEMT EN EET HIERVAN, GIJ ALLEN, Het is de viering van de Aanwezige Heer: Christus is werkelijk in ons midden. ACCLAMATIE Direct volgend op de consecratie, nodigt de voorganger de gelovigen uit voor de acclamatie:
Of: EPICLESE Het kernstuk van het eucharistisch gebed begon met de eerste epiclese, vervolgens de consecreatie en acclamatie en wordt afgerond in de tweede epiclese. Enige voorbeelden:
Of:
ONZE VADER Het Onze Vader, dat hierop volgt, wordt staande uitgesproken, gevolgd
door het gebed om vrede en de wens om de vrede aan elkaar door te geven. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. VREDESWENS Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd: 'Vrede laat Ik
u, mijn vrede geef Ik u; BREKING VAN HET BROOD Daarna volgt de breking van het brood. Tijdens de broodbreking wordt
het Lam Gods gezongen of gezegd: Lam Gods, dat wegneemt de zonder der
wereld, ontferm U over ons. De voorganger zegt zoals de centurio in Kafarnaüm (Mt. 8,8): COMMUNIE DANKGEBED SLOTWOORD De eigenlijke eucharistie is ten einde. Aan het einde van de dienst is
ruimte om een slotwoord en mededelingen te doen. De voorganger zegent iedere
aanwezige met een laatste kruisteken:
|
|
![]() |
|