|
|
|
Inzameling van en gebed over de gaven
In de eerste christengemeenten werden levensmiddelen en andere gaven naar
de plaats van samenkomst gebracht, waar de maaltijd tegelijk ook de vanzelfsprekende
concretisering was van de diaconale zorg. Voor de viering zonderde men
uit deze gaven brood en wijn af. Tegenwoordig zamelen wij geld in, dat
bij de viering van de Maaltijd van de Heer samen met brood en wijn als
offergaven naar de Tafel wordt gebracht. Dit offer van de gemeente (Rom.
12:1) houdt ten diepste verband met het offer van Christus, dat wij in
de Maaltijd gedenken. Zo dragen de gaven (en de bijbehorende gebeden)
bij aan de toebereiding van de Tafel. Brood en wijn
werden volgens de kerkvader Irenaeus aangedragen als de eerstelingen van
de schepping, de schepping waarvan God zijn Koninkrijk wil maken. Daarom
mag het aandragen en aanvaarden van de gaven van de gemeente bij de viering
van de Maaltijd van de Heer nadruk krijgen. Als er bij gebeden wordt,
dan geeft 1 Kronieken 29:14 de toon aan:
Het komt alles van U
en wij geven het U uit uw hand.
kenmerken van het gebed
- het gebed over de gaven spreekt de dankbaarheid uit voor alles wat wij
van God ontvangen, het werk van zijn handen (`van U zijn alle dingen');
- ons leven, het werk van onze handen, ons vermogen en onze mogelijkheden
brengen wij voor God met de bede ons daarmee te aanvaarden en deze gaven
in dienst te stellen van zijn koninkrijk;
- het gebed helpt ons de 'dingen' als gaven en ons leven in een ander
perspectief te zien;
- het gebed over de gaven verbindt (brood en wijn met) onze gaven (en)
met al onze gebeden;
- de structuur van het gebed met of zonder Maaltijd van de Heer blijft
dezelfde, accentverschillen zijn mogelijk; - het kan afgestemd zijn op
de tijd van het liturgisch jaar. tekstvoorbeeid
Gezegend zijt Gij, God, Schepper van al wat leeft. Uit uw milde hand hebben
gaven ontvangen. Aan U dragen wij op
s de vruchten van de aarde, brood en wijn,
het werk van onze handen. Maak het voor ons
en voor allen tot leeftocht, op weg naar uw koninkrijk, voor nu en altijd.
a. Amen.
|
|
|