NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Kyrie en Gloria
In vrijwel alle kerken van Oost en West wordt het intredelied gevolgd door een aantal andere gezongen gebeden. Deze dragen het karakter van een huldiging van de drie-ene God. Het smekend roepen van het Kyrie en de lofprijzing van het Gloria staan in dezelfde spanning die wij in zoveel psalmen aantreffen, bijvoorbeeld Psalm 22 en 77 en, nog sprekender, in Psalm 66:17: `Nauwelijks had ik met mijn mond tot Hem geroepen, of er was een lofzang onder mijn tong'.

In het evangelie is het de blinde langs de weg die Jezus, wanneer hij opgaat naar Jeruzalem, huldigt als Heer door Hem om ontferming te smeken (Mar. 10:47-48 en parallelle teksten).
De oudste vorm van het Kyrie-roepen is die van het litaniegebed: een reeks korte aanroepingen waarin Christus wordt gehuldigd als degene die zich ontfermt over de schepping die`in barensnood' verkeert (Rom. 8:22). In de Kyrie-litanie treedt de gemeente van Christus plaatsbekledend in voor heel de wereld temidden waarvan zij geroepen is zijn lichaani te zijn. Naar hun aard zullen de intenties op deze plaats aan het begin van de dienst kort en bondig zijn: een noodkreet. De intenties zijn van een algemeen karakter. Dat wil zeggen: universeel, zonder aanduiding van namen of plaatsen zoals in de voorbede. Tegelijk zijn ze ook persoonlijk. Afhankelijk van de tijd van het kerkelijk jaar en de aard van de situatie verschillen de bewoordingen en de muzikale uitingsvorm, Ook de verbeelding, bijvoorbeeld met behulp van beweging en dans, kan in Kyrie en Gloria een belangrijke rol spelen.

kenmerken van de Kyrie-litanie
- het Kyrie is een oproep tot Christus, de Heer;
- het houdt een korte en bondige roep om ontferming in, een noodkreet: `Heer, ontferm U!';
- het gebed huldigt Christus als Ontfermer, als de KoninK die intocht houdt;
- de kyrie-litanie kan stem geven aan de roep om ontferming vanuit de wereld (intentie);
- de intenties kunnen een algemeen (wereldwijd) en toch bijzonder (vanuit deze lokale gemeente) karakter dragen; - sfeer en muzikale uitingsvorm kunnen naargelang de tijd van het liturgisch jaar verschillen;
- een gezongen Kyrie verdient de voorkeur;
- samenvattend is de structuur van het kyrie-gebed:
Wij roepen tot U ...(die)... (aanroep)
omwille van ...... (intentie)
a: Heer, ontferm U!

- de voorganger geeft leiding aan het gebed van de gemeente, bijvoorbeeld bij opening en afsluiting;
- de intenties kunnen door diakenen en andere gemeenteleden gesproken worden;
- het Kyrie wordt doorgaans, als stem en tegenstem, gevolgd door de engelenzang, de aanhef van het Gloria.

tekstvoorbeeld
Heer, die onze toevlucht zijt, omwille van ......
ontferm U over ons!
a. Heer, ontferm U over ons.
Christus, die de dood vernietigd hebt, omwille van ......
ontferm U over ons!
a. Christus, ontferm U over ons.
Heer, die in uw goedheid ons de weg wijst, omwille van ......
ontferm U over ons!
a. Heer, ontferm U over ons.

Met het Kyrie-roepen is de lofzang `Gloria' verbonden geraakt.
Het is oorspronkelijk een ochtendhymne die ontwikkeld is uit Lucas 2:14. Op de aanhef volgt een brede lofprijzing van de Vader en de Zoon. Het tweede deel is een smeking gericht tot de Zoon: `O Heer, Lam van God, ontferm U over ons'. Zo wordt deze hymne als een grote lofzang ervaren die, opkomend uit de roep om ontferming, ook zelf weer deze roep in zich opneemt. De hymne wordt besloten met een lofprijzing, waarin ook de Geest betrokken wordt. In de voorbereidingstijden (advent en veertigdagentijd), die meer het karakter van boete en inkeer dragen, laat men het Gloria achterwege, om de lofzang daarna met de feesten van Kerstmis en Pasen met des te meer kra.cht te kunnen inzetten. Maar ook in die voorbereidingstijden valt de lofzang niet weg: ononderbroken blijft de doxologie van het Onze Vader en het Sanctus in de avondmaalsviering klinken. Hoogstens is de spanningsboog tussen roepen en lofzingen dan wat langer. Op de weekdagen zonder feestelijk karakter blijft het Gloria achterwege.