|
|
|
DE MAALTIJD VAN DE HEER
De gebeden en gaven vormen de inleiding op de Maaltijd van de Heer. In
de brieven van Paulus is dat de aanduiding vocm de maaltijd die Jezus
Christus heeft ingezet, waartoe Hif nodigt en waarin Hij zichzelf aan
de zijnen schenkt. Het iv de maaltijd die de dag des Heren heiligt en
die de gemeenie viert om zijn dood en opstanding te verkondigen `totdat
HI1 komt'.
De Maaltijd van de Heer wordt gekenmerkt door het dankend gedenken, waartoe
de Schriften ons voortdurend aansporen en waarmee de kerk zich beweegt
in het voetspoor van de sijnagoge. Gods heilsdaden staan in het middelpunt.
Dankend gedenken wil zeggen dat de grote daden van God in schepping, verzoening
en verlossing worden uitgeroepen voor Gods aangezicht - daden die tot
vervulling komen in de zending van zijn Zoon: Zijn dood gedenken wij, zijn
opstanding belijden wij, zijn toekomst uerwachten wij. Maranatha!
Dankzegging en lofprijzing, `eucharistie' in de woorden van Paulus, bepalen
dus het karakter van de Maaltijd van de Heer. Breken en delen vinden plaats
onder dankzegging. Essentieel voor het tafelgebed bij de viering van de
Maaltijd van de Heer zijn de elementen die in het rapport over Doop, Eucharistie
en Ambt van de Wereldraad van Kerken (het 'Limarapport') zijn vermeld.
Dit betekent dat het tafelgebed: - trinitarisch bepaald is (dankzegging
aan de Vader, gedachtenis van Christus en aanroeping van de Geest);
- een doxologische sfeer ademt (dankzegging, lofprijzing);
- een conciliaire reikwijdte heeft (gemeenschap der heiligen, die levenden
en gestorvenen omvat, in kritische solidariteit en met pastoraal-diaconale
aandacht);
- een eschatologisch perspectief biedt (de maaltijd van het Koninkrijk,
gericht op Gods toekomst).
Het tafelgebed is daarom ondenkbaar zonder een uitdrukkelijke verwijzing
naar brood en wijn als gaven van de Heer. Het heeft oog voor Gods scheppende
omgang met de aarde en wie daarop wonen. Het tafelgebed besteedt aandacht
aan enkeling en samenleving. Het bepaalt ons bij het verleden in schuldbelijdenis
en verzoening en is gericht op vernieuwing in de toekomst. Ten slotte
verwoordt het zowel de ontmoeting met de Heer die zijn gasten aan Tafel
nodigt als de ontmoeting van hen die tafelgenoten zijn.
In deze Proeve voor de Eredienst zijn tafelgebeden voor de viering van
de Maaltijd van de Heer opgenomen, die in zowel de lutherse als de gereformeerde
traditie in en buiten Nederland ingang hebben gevonden. Daarnaast is geput
uit de gebedenschat van andere grote christelijke tradities. Aldus vormen
deze teksten een band met de brede oecumenische traditie waarin de kerken
elkaar in het spoor van het Lima-rapport in toenemende mate herkennen
in de viering van de Maaltijd van de Heer. Zowel de lutherse als de gereformeerde
traditie in Nederland leggen na de dankzegging, waarmee het tafelgebed
inzet, een accent op de directe verbinding van dr instellingswoorden met
het breken en delen. Enkele tafelgebeden volgen nadrukkelijk dit spoor.
In andere zijn de inzeltingswoorden opgenomen in het geheel van het tafelgebecl,
waarbij evenzeer de eenheid van bidden en handelen is voor ondersteld.
|
|
|