|
|
|
Het Gezang van Jezus:
Welk gezang werd gezongen bij de instelling van de Maaltijd van de
Heer?
In de geschiedenis van de Christelijke hymnodie wordt een belangrijke
plaats ingenomen door de beschrijving van het zingen zoals dat te
vinden is in Matteus 26:30: Nadat ze de lofzang hadden gezongen,
vertrokken ze naar de Olijfberg. Dit is de vroegste beschrijving
van Christelijke gemeentezang en het is interessant om te signaleren
dat Christus zelf mogelijk de discipelen het gezang bij het avondmaal
heeft laten zingen. (Louis F. Benson, Hymnody of the Christian
Church, p. 27).
Ditpost-communie gezang was een ritueel
gezang, en moet zo ervaren zijn door de discipelen. Zo werd
het niet alleen het precedent maar ook de bron van ons kerklied,
dat in alle hoofdstromingen die eruit zijn voortgevloeit ook ritueel
gezang gebleven is. (Benson, p. 28)
Sinds de instelling van de studierichting van de hymnologie
in de 19e eeuw is er veel gespeculeerd welk gezang gezongen werd.
De schrijver van de apocriefe Gnostische tekst, De
Handelingen van Johannes beschrijft de scene en openbaart het
feitelijke gezang (Gnosticisme
was een richting die als ketterij werd veroordeeld door de vroege
Kerk en deze gnostische geschriften maken geen deel uit van de Bijbel):
Jezus zong:
Glorie aan U, Vader! (en terwijl ze een kring vormden
antwoordden ze Hem) Amen! Glorie aan U, Charis!* Glorie aan
U, Geestt! Glorie aan U, Heilige! Glorie aan Uw Glorie! Amen! We
prijzen U, O Vader; We given U dank, O Licht; In Wie geen Duisternis
woont! Amen! Waarvoor ik zeg dat we dank zeggen: Ik wil gered worden;
en ik wil redden. Amen! Ik wil losgemaakt worden en ik wil losmaken.
Amen! Ik wil gebroken worden en ik wil breken. Amen! Ik wil geboren
worden en ik wil doen geboren worden. Amen! Ik wil eten en ik wil
gegeten worden. Amen! Ik wil horen en ik wil gehoord worden. Amen!
Ik wil begrijpen en ik wil begrepen worden. Amen! Ik wil gewassen
worden en ik wil wassen. Amen!
Ik wil op de fluit spelen, dans dan allemaal, Amen! Ik wil een rouwlied
spelen, rouw dan allemaal, Amen! Ik wil vluchten en ik wil blijven.
Amen! Ik wil versierd worden en ik wil versieren. Amen! Ik wil verzoend
worden en ik wil verzoenen. Amen! Ik heb geen huis en ik wil huizen
hebben. Amen! Ik heb geen tempel ik heb tempels. Amen! Ik ben een
licht voor wie mij ziet. Amen! Ik ben een spiegel voor wie mij begrijpt.
Amen! Ik ben een deur voor wie op me klopt. Amen! Ik ben een weg
voor de pelgrim. Amen! Beantwoord nu mijn dansen! Zie jezelf in
Mij die spreek; En als je ziet wat ik doe, zwijg dan over mijn mysteries.
Begrijp door te dansen, Wat Ik doe; Van jullie is het lijden van
de mens dat ik ga lijden. Jullie kunnen je niet bewust zijn van
wat jullie lijden. Als ik niet als de Logos door de Vader gezonden
was, gezien wat ik lijd; jullie zagen me lijden; En terwijl jullie
het zagen stonden jullie niet stil, Maar jullie werden bewogen,
bewogen om wijs te zijn. Jullie hebben mij als rustbank, rust op
mij. Wat Ik ben zullen jullie weten als ik vertrek. Wat ik nu schijn
te zijn ben ik niet. Maar wat ik ben zullen jullie zien als jullie
komen- Als jullie hadden geweten hoe te lijden, dan zouden jullie
macht gehad hebben om niet te lijden. Weet dan hoe te lijden, dan
zullen jullie macht hebben om niet te lijden. Wat jullie niet weten
zal ik jullie leren. Ik ben jullie God, niet die van de verraders.
Ik wil in de tijd met een heilige ziel blijven. In mij kennen jullie
het Woord van de Wijsheid. Zeg nogmaals tot mij: Glorie aan U, Vader!
Glorie aan U, Logos! Glorie aan U, Heilige Geest! Maar wat mij betreft,
als jullie wilden weten wie ik was: In een woord Ik ben de Logos
die alle dingen danste en die zich helemaal niet schaamde. Ik was
het die danste. Maar begrijp alles, en begrijpend zeg: Glorie aan
U, Vader! Amen! Amen! Amen!
[*De term, Charis betreft een van deAeons
in het Gnostische
wereldbeeld. Aeon schijnt te zijn gevormd van de woorden
Aei wn (altijd bestaand), en betekent "een emanatie van de
goddelijke substantie, die samen en ook eeuwig met de god existeert,
het Pleroma een blijvend." - Rev. Wigan Harvey, Irenaeus,
cxix., 1857]
Door het Westerse Christendom wordt, het Gezang van
Jezus gewoonlijk geïdentificeerd als een vna de Oud Testamentische
Psalmen (113-118) die traditioneel bij het Joodse Pasen gebruikt werden
en die eindigen met het tweede gedeelte van de Hallel
(Psalm 115-118, Hallel-ujah). Zie
Het laatste Sedermaal.
|
|
|