|
|
|
Oud Joodse Koor Muziek
Zie Joodse
Invloed op Vroeg Christelijke Hymnodie
See Joodse Liturgische Muziek
De Bijbel en de Talmud vermelden dat spontane muziek gebruikelijk
was onder de Oude Joden bij belangrijke gebeurtenissen, zowel religieuze
als wereldlijke. Hebreeuwse muziek was zowel instrumentaal als vokaal.
Zang vond plaats in responsoriale, antifonale en refrein vormen
Zang en dans werden begeleid door muziekinstrumenten
Toen het koninkrijk Israel gevestigd werd, werd muziek
systematisch ontwikkeld. Rituele muziek was eerst alleen het cantileren,
d.w.z. reciteren op een reciteertoon, van de proza boeken van
de Hebreeuwse Bijbel. Later werde de gebeden en bijbelse poezie ook
gecantileerd, waarschijnlijk in een a modaal systeem zoals
de ragas van Hindu muziek of de maqamat van Arabische muziek, d.w.z.
melodie zonder improvisatie.
Na de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen in 70
A.D. bleef veel van de traditionele zang bewaard in de Joodse gemeenten
in de diaspora, en vanwege de conservatieve omgang ermee wordt ervan
uitgegaan dat de zang van de meest conservatieve gemeenschappen dicht
zal liggen bij hoe het toen was. De instrumentale muziek ging verloren
toen de Joden in de diaspora als teken van rouw besloten niet meer op
hun istrumenten te spelen. Een geheugensteunsyteem met gebaren
was ontwikkeld voor de traditionele zang in de Tempel, en na het jaar
70 werd dit de basis voor de ontwikkeling van een muzieknotatiesysteem.
In de 9e eeuw perfectioneerd Aaron ben Asher uit Tiberias de te'amim,
of neginoth, een accent tekensysteem. Zijn notatiesysteem verving alle
andere systemen en beinvloedde de ontwikkeling van de vroegste Christelijke
neumen, die zich uiteindelijk tot een exact systeem ontwikkelden, terwijl
het te'amim zijn onnauwkeurige karakter bewaarde (zie muziek notatie).
Toen de synagogue belangrijker werd, werd ook de chazan,
of cantor, van de synagoge belangrijker. Onder de Sefardische Joden
in het door Islamieten overheerste Spanje had Arabische muziek grote
invloed en werd ook geintroduceerd in de synagoge.
Zie A. Z. Idelsohn, Jewish Music in its
Historical Development (1967); A. M. Rothmüller,
The Music of the Jews (tr. 1954, rev. ed. 1967); A. Sendrey,
Music in Ancient Israel (1969); E. Werner, A Voice
Still Heard (1976).
Georganizede KOOR muziek in de oud Joodse traditie
Het Oude Testament geeft volop aanwijzingen voor het bestaan
van goed georganiseerde koorzang in het oude Israel. Toen David voorbereidingen
trof om de Ark van het Verbond naar Jeruzalem te brengen, beval hij
'de hoofden van de Levitische families diegenen van hun verwanten te
laten aantreden die met luide stem, onder begeleiding van muziekinstrumenten,
van harpen, lieren en cimbalen, vreugdeliederen konden zingen. ' (1
Kronieken 15:16). Van de leiders die aangesteld waren hadden drie de
eer van het signalen geven met cymbalen en 14 (acht met psalteria en
zes met harpen) waren bestemd om snaarinstrumenten te bespelen die,
toen en later, de typerende begeleiding voor Joodse koormuziek vormden.
'Kenanja, de Leviet, die de leiding had over de muziek, werd, gezien
zijn deskundigheid, met de muziek belast. ' (1 Kronieken 15:22). Uit
de resultaten blijkt dat hij was een goede leraar, want toen de eerste
Tempel korte tijd later zijn organisatie kreeg, bleek David 288 vaardige
Levitische musici te kunnen aanstellen -- 24 groepen van 12, elke groep
met zijn aangestelde leider. Voor gewone gelegenheden deden deze groepen
om de beurt dienst, maar bij belangrijke vieringen traden alle levitische
musici aan. Bij de uitgebreide ceremoenie ter gelegenheid van de wijding
van de Tempel van Salomo werd dit op zich al omvangrijke koor uitgebreid
'met met de honderdtwintig priesters die op de trompet moesten blazen.
(12) en alle Levitische zangers, te weten Asaf, Heman, Jedutun en hun
zonen en broers, gekleed in fijn linnen, stonden met hun cimbalen, harpen
en lieren aan de oostkant van het altaar klaar, en ook nog honderdtwintig
priesters met trompetten ,
(13) Toen de priesters het heiligdom verlieten en blazers en zangers
tegelijk het loflied ter ere van de HEER inzetten, onder het geschetter
van de trompetten, het gerinkel van de bekkens en de muziek van de andere
instrumenten, en allen zongen: Loof God, want Hij is goed, en
zijn liefde kent geen grenzen, toen vulde een wolk het huis van
de HEER.
' (2 Kronieken 5:12-13).
Meerdere keren werd het Tempelkoor afgeschaft, tijdens
periodes van afval of tegenspoed, om later weer in eer hersteld te worden.
Er was een koor waarin Kenanja's opvolgers generatie na generatie cantors
en koorleden opleidden. Het levietenkoor bestond officieel enkel uit
volwassen mannen, maar Levitische jongens mochten, waarschijnlijk als
leerlingen, hun stemgeluid voegen bij dat van de mannen. Er zijn onvoldoende
gegevens om de zienswijze van sommigen te ondersteunen dat vrouwen ook
deenamen aan de koorzang, maar ondanks hun vrijwel zekere uitsluiting
van het officiele koor namen de vrouwen ongetwijfeld wel deel aan de
acclamaties en responsen die bij het zingen van de psalmen gekomen waren.
De koren van vele synagogen, hoewel bescheiden in omvang en gewoonlijk
zonder begeleidende instrumenten, waren gevormd naar het voorbeeld van
de Tempel in Jeruzalem. In de Tempel en in de synagogen werd de Joodse
koormuziek, die monofoon was, vaak responsoriaal of antifonaal uitgevoerd.
Bepaalde psalmen hebben bovenschriften die spreken over uitvoering door
een solist met beantwoordend koor en antifonale zang wordt beschreven
in verscheidene bijbelse passages, bijv. Nehemia 12:31-9: ..... Ik stelde
twee grote koren op; een daarvan trok in processie zuidwaarts over de
muur, in de richting van de Mestpoort. .... Daarna een aantal priesters
met trompetten: ...... die de muziekinstrumenten van David, de godsman,
bij zich hadden. ..... Het tweede koor ging noordwaarts. .......
Dat de oude praktijk van de antifonale zang nog in ere
was bij de Joden in de eerste eeuw weten we door de beschrijving van
Philo van Alexandria van gemeentelijke antifone zang zoals die gepraktizeerd
werd door een Joodse secte bekend als de Therapeutae (De vita contemplativa,
§29):
Ze gaan samen staan en ...vormen zich tot twee koren,
één van mannen en één van vrouwen, waarvan
de leiders gekozen werden omdat ze de meest geëerde en meest muzikale
van hen waren. Zey zingen gezangen tot eer van God met teksten in vele
metra en met vele melodieën, soms samen zingend, soms antifonaal....
Zo is het koor van de Therapeutae van de ene of van de andere sekse
-- noot als antwoord op noot, stem als antwoord op stem, terwijl de
diepe stemmen van de mannen samensmelten met de schelle stemmen van
de vrouwen -- ze creëren een ware muzikale symfonie
Zie ook: Oxford Companion to Music 1983.
UITVOERINGSPRAKTIJK in de Vroege Joodse Tempel
Het levitische Tempelrepertoire werd waarschijnlijk gezongen met een
heterofone begeleiding door muziekinstrumenten (zie 3(i) boven). De aanduiding
'selah' (Septuagint: 'diapsalma'), die in 39 psalmen gevonden wordt, gaf
mogelijk een onderbreking aan voor het knielen (Smith, 1990, pp.173--4).
De vormen van zang waren: solozang, koorzang en responsoriale zang. Tekstgedeelten
in de bijbelboeken Kronieken, Ezra en Nehemia geven aan dat het levietenkoor
een leider had die ook de zang zelf leidde. De Mishnah bevat beschrijvingen
van het levietenkoor en noemt ook Hugras ben Levi die verantwoordelijk
was voor de levieten zang en zelf een solo zanger van naam.(Mishnah Sheqalim
v.1, Yoma III.11). Verscheidene psalmen hebben refreinen of worden voorafgegaan
door het woord 'halleluja' dat gebruikt werd als refrein; deze kenmerken
weerspiegelen waarschijnlijk responsoriale een praktijk. Dergelijke vormen
van zang waren waarschijnlijk buiten de Tempel ook gebruikelijk, maar
dan zonder uitgebreide instrumentale begeleiding. Vrijgelaten Joodse gevangenen
(zie 3(iii) boven) vormden 'koren' voor hun zang (3 Maccabees 6:.32, 35);
een vader zong psalmen voor zijn kinderen (4 Maccabeeën 18:15); bij
het Pesachmaal thuis werd het 'hallel' (Ps 113-118) responsoriaal gezongen
(Mishnah Pesahim x.4, 7); en er was ook solozang, responsoriale zang en
koorzang bij de sekte van de Therapeutae (Philo, De vita contemplativa
x.80 and xi.83--9; see Smith, 1984).
In het vroege Christendom wordt onbegeleide individuale, gemeenschappelijke
en responsoriale zang gevonden in en buiten het Nieuwe Testament (zie
bijv. Smith, 1984, pp.13--15). Er is geen duidelijke aanwijzing dat toen
het Nieuw Terstamentische psalmachtige materiaal (zie 4(ii) boven) gezongen
werd. Drie van de Oden van Salomo bevatten directe verwijzingen nar solozang
en gemeenschappelijke Zang (Smith, 1994, pp.13--14). De Jezus Hymne werd
responsoriaal gezongen.
De vroegste buitenbijbelse verwijzing naar het zingen van psalmen komt
voor in het laat 2e eeuwse boek Handelingen van Paulus (zie 4(i) boven);
de vroegste verwijzing naar het zingen van psalmen als solozang, responsoriale
zang en koorzang komen voor aan het eind van de 3e eeuw in het werk van
Tertullianus (bijv. Apologeticum xxxix.16--18; De oratione XXV ii; Ad
uxorem II, viii.8--9; zie McKinnon, 1987, §74, 78, 80) en Hippolytus
(bijv. Traditio Apostolica xxv; zie McKinnon, 1987, §89). Vanaf deze
tijd komen verwijzingen naar het zingen van psalmen vaker voor, speciaal
later nadat keizer Constantijn het Christendom officieel toestond in 313.
Engelstalige link voor Bijbelse
Muziek
Engelstalige links naar Joods muziek onderzoek:
Engelstalige informatie over Joodse Cultuur en Geloof (deze
links zijn naar de web-site BELIEVE)
Engelstalige sites voor Joodse Liturgische Muziek
History
of Jewish Music
Chazzanut Online (Grote
site over Joodse Liturgische Muziek (chazzanut), met een grote collectie
cantorale bladmuziek, midi bestanden, links en achtergrond informatie
).
|
|
|