NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Invloed van de Oud Joodse
TEMPLE en SYNAGOGE TRADITIE

op Vroeg Christelijke Muziek en liturgie

Belangrijkste punten:

  • Het Christendom was een Joodse richting.
  • Vroege Christenen bleven deelnemen aan de eredienst in Tempel en Synagoge.
  • Joodse muziekuitvoeringspraktijken werdem opgenomen in de Christelijke eredienst, in het bijzonder antifonale en responsoriale zangpraktijk.
  • Vroeg Christelijke bijeenkomsten gebruikten gezangen/hymnes.
  • Vroeg Christelijke eredienst (de 'Voor-Mis') kan, maar hoeft niet beïnvloed te zijn door de Synagoge dienst (beide standpunten worden verdedigd).
  • De ontwikkeling van de primitieve Eucharistie (Maaltijd van de Heer) werd beïnvloed door de traditionele vorm van de Joodse avondmaaltijd ('breken van het brood').

Luister naar een voorbeeld van oud Joods gezangt: Psalm 8.

Luister naar een voorbeeld van vroeg Christelijk (Mozarabisch) gezang: Pater Noster.

Luister naar een vroeg Christelijk gezang: Oxyrhincus Hymn (RealPlayer). Lees over Oxyrhyincus.

De leiders van de vroege Christelijke Kerk (met het Oud Testamentische precedent en Nieuw Testamentische oproepen (b.v.. Kolossenzen iii.16 en Jakobus v.13), gaven hun goedkeuring aan het gebruik van muziek in kerkdiensten; maar het Christendom was in het begin weliswaar een Joodse richting en daarom erfgenaam van het muzikale materiaal en de muzikale praktijk van het Jodendom, maar het bezat in de vroege periode niet de financiele mogelijkheden en, gezien de bedreigde omstandigheden, ook niet de rust en ruimte nodig voor de ontwikkeling van een koortraditie. Dientengevolge was de zang die opbloeide onder de vroege Christenen grotendeels gemeentezang. De praktijk varieerde plaatselijk maar de activiteit van del ofzang was algemeen onder Christenen. 'De Grieken gebruiken Grieks', vertelt Origenes (ca185--ca254), 'de Romeinen Latijn ... en iedereen bid en zingt Gods lof naar beste kunnen in zijn moedertaal'. Het zingen vanf Oud Testamentische psalmen werd gepraktiseerd door Christelijke mannen en vrouwen van alle leeftijden (althans in het begin), maar enige latere kervaders, die luisterden naar de oproep van Paulus (1 Corinthiers xiv.34), waren tegen de deelname van vrouwen aan gemeentezang.

Niet enkel waren de psalmen zelf ontleend aan de Joodse traditie, ook de Joodse traditionele manier van uitvoeren werd deel van de Christelijke eredienst. Verwijzingen naar antifonale en responsoriale zang komen voor in de werken van meerdere kerkvaders. Eusebius (ca260--ca340), Bisschop van Caesarea, in wiens Historia ecclesiastica Philo's verslag van antifonie onder de Therapeutae wordt geciteerd, merkt op dat in zijn eigen tijd de manier van zingen die beschreven werd door Philo nog steeds praktijk was onder Christenen. Responsoriale psalmodie werd genoemd, waarschijnlijk met het oog op Rome, door Tertullianus (ca155--ca222). Antifonale en responsoriale zang is misschien het eerst gebruikt door Christenen die geografisch het dichtst stonden bij de Joodse wortels van het Christendom, maar tegen het eind van de 4e eeuw was deze manier van zingen gemeengoed in kerken zowel in het Oosten als in het Westen. Bovendien werd antifonale en responsoriale zang niet enkel gebruikt voor psalm teksten maar deze werd ook toegepast bij andere soorten teksten, en blijkt een duidelijke invloed te hebben op de ontwikkeling van de vroege Christelijke eredienst. De mening van de kerkvaders was verdeeld ten aanzien van de gepastheid van het gebruik van muziekinstrumenten ter begeleiding van zang. Vanwege hun associatie met heidense feesten werden muziekinstrumenten bekritiseerd door veel kerkvaders, bijvoorbeeld door Clemens van Alexandrie (ca150--ca220), die hun gebruik in de kerk verbood. Toch werd een psalm later door Didymus van Alexandrie (ca313--38) nog gedefiniëerd als 'een gezang dat gezongen word bij het instrument dat ofwel psalterium of cithara genoemd word'.

* * * * * * *

De oorsprong van Christelijk gezang is erg moeilijk te traceren. Zelfs tussen de 2e en vroeg 4e eeuw, een periode waaruit we meer gegevens hebben. Pas in de verdere 4e eeuw, de bloei periode van de kerkvaders, wordt de situatie duidelijker. Bovendien is het niet alleen de geringe hoeveelheid gegevens die het inzicht moeilijk maken, ook is het waarschijnlijk dat de muzikale praktijk sterk variëerde tot er aan het eind van de 4e eeuw consolidation en standardizatie kwam in de liturgische praktijk.

Het onderwerp is de laatste jaren onzekerder geworden omdat een van de axioma's van vroegere generaties teloor is gegaan. De meeste liturgische en muzikale historici hadden lange tijd aangenomen dat de vroeg Christelijke eredienst gebruik maakte van Joodse praktijken. Nu schijnt echter dat - ondanks een voor de hand liggende algemene invloed van het Jodendom op het Christendom - (het Christendom was immers een Joods richting) het vaak onjuist is om Christelijke eredienst terug te voeren tot bepaalde Joodse praktijken. In veel gevallen bestond de Joodse rites waaraan gedacht werd in de eerste eeuw nog niet, maar dat geldt ook voor de Christelijke rite die ervan afgeleid zou zijn. Dit geldt in het bijzonder voor de oude Synagoge dienst en de pre-eucharistische synaxis, of Voor-Mis. Men dacht dat de Synagoge dienst bestond uit vier elementen - lezing, bespreking, psalmodie en gebed - en dat dit en bloc door de eerste Christenen overgenomen was. Nu is het waar dat schriftlezing en bespreking van die lezing gebruikelijk was in de synagoges van de eerste eeuw; Jesus zelf maakt er gebruik van (Lukas iv.16). En het is niet onwaarschijnlijk dat een gebed bij de synagogale lezing uitgesproken of gezongen werd, hoewel daar geen bewijs voor is. Maar in deze periode was het deTemple die beschouwd werd als het centrum van de Joodse eredienst en alle gegevens wijzen erop dat een vaste Synagoge dienst van gebed pas na de verwoesting van de Tempel door de Romeinen in 70 AD vorm kreeg. Die vorm zal de synagoge dienst slechts geleidelijk gekregen hebben, tegen heug en meug, als een tijdelijk substituut voor de Tempel dienst; de hoop dat de Tempel met zijn rituelen hersteld zou worden bleef eeuwen leven in het Jodendom. Wat betreft de psalmodie, het regelmatige gebruik daarvan wordt pas in de bronnen gevonden in het 8e-eeuwse traktaat Sopherim, dat vertelt hoe het reciteren van de dagelijkse Tempel psalm uiteindelijk toegestaan werd in de Synagoge als surrogaat voor de oorspronkelijke uitvoering op het moment van het tempeloffer.

Dat vastgesteld moet worden dat deze Joodse synagoge praktijk niet al veel eerder door Christenen kan zijn overgenomen laat onverlet dat er een diepgaande Joodse invloed op vroeg Christelijke eredienst moet zijn geweest. Waar het hier om gaat is de status van de Tempel onder Joden ten tijde van Jezus. De Tempel vanf Jeruzalem had een ritual patroon gemeen met de heidense tempels van de oudheid. Een tempel was fundamenteel verschillend van een kerk of synagoge, waar een gemeenschap samenkwam in een ruimte voor onderwijs en gebed. Bij de tempel stonden mensen toe te kijke op het tempelplein terwijl priesters de offerdieren slachtten. Het offeren ging vergezeld van het spelen van muziekinstrumenten, wat een magische functie had: Het wejagen van demonen. Het is niet waar, wat velen hebben aangevoerd, dat de meer verlichte Joden bij het begin van het Christelijke tijdperk deze vorm van eredienst afwezen ten gunste van de Synagoge dienst; de meeste Joden bleven trouw aan de Tempel en zijn rituelen, ondanks het feit dat nieuwereligieuze vormen ontwikkeld werden. Ze ontwikkelden een complexe ethische code en een bid praktijk, en kwamen tot een canon van heilige boeken, waaronder het Boek der Psalmen. De Synagogue was het centrum van veel van deze activiteit maar was evenzeer een burgerlijk centrum als een religieus centrum. In het bijzonder het onderwijs vond er een plaats. Maar de huispraktijk was evenzeer belangrijk. Jezus bekritiseerd de huichelaars die die in het openbaar baden in synagogen en op de hoek van de straat en niet in de beslotenheid van hun huis (Matteus vi.5). En thuis was de evond maaltijd het religieuze brandpunt, het was ook een gebeuren met speciale muzikale betekenis.

 

Zie

The National Sound Archives Digitization Project at Hebrew University, Jerusalem

Lijst van opnames van gereconstrueerde muziek van de Vroeg Christelijke Kerk.
Listening to Medieval Music (University of North Florida).

Zie KAARTEN van Israel en Jeruzalem voor het Christelijke tijdperk.
Zie een TIMELINE voor de geschiedenis van het Jodendom.
Zie een GLOSSARY vanf Hebreeuwse woorden en termen.
Zie LINKS betreffende Jerusalem.
Zie LINKS betreffende Israel.
Zie LINKS betreffende de Historie van Oud Israel

Lees over de TEMPEL.