NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Hilarius van Poitiers

 

Hilarius (ca. 315-367) werd geboren in Poitiers in Frankrijk rond 315 en werd tot bisschop van Poitiers gekozen in 353. Bijna direct raakte Hilarius verwikkeld in de strijd tegen de Ariaanse ketterij. Gedurende de volgende twintig jaar bekleedde Hilarius zijn ambt met tussenposen afhankelijk van de macht van de Arianen. Toen de orthodoxe belijdenis vorm kreeg op het Concilie van Nicaea, kon Hilarius eindelijk terugkeren naar zijn bisdom. Hij stierf in Poitiers in 367. Hilarius' gedenkdag is January 13.

Hilarius schreef veel gezangen, maar slechts één gezang dat aan hem toegeschreven wordt komt in moderne bundels voor, het Pinkstergezang dat in het Engels vertaald is als: Hail this joyful day's return, het stamt uit de monastieke getijden.



Een van de dingen die Hilarius ervoer in het Oosten was hoe de Arianen hun ketterij popularizeerden door middel van gezangen. Gewend aan de Latijnse liturgie die alleen Psalmen en andere verzen uit de Schrift op muziek zetten, ontdekte hij het op muziek zetten van nieuw gemaakte poezie een zer effectieve manier om het volk te onderwijzen. Bijna het erste wat hij deed toen hij terug was in Frankrijk was Latijnse gezangen schrijven. Sommigen hebben hem de vader van de westerse gemeentezang genoemd, maar hij moet eerder gezien worden als de initiator van deze praktijk in het Westen, want zijn gezangen waren niet zo goed als die van Ambrosius die hem al snel zou volgen. Naast theologische tractaten voor bisschoppen en priesters, werde gezangen voor Hilarius wapens in zijn strijd tegen het Arianisme en gereedschap om de schade die het had aangericht in Gallie en Noord Italie te herstellen..

Zie ook de engelstalige site St. Hilary (www.cathorth.hist.edu (een site gewijd aan de poging van Katholieken en Oosters Orthodoxen om een gemeenschappelijke geschiedenis te vinden.

Zie Te Deum


Uit zijn eigen geschriften en zijn biografie is het volgende verslag met sterke hagiografische trekken ontleend. (Zie voor meer: St. Hilary (The EWTN Library)):

Keizer Constantius, die een aantal jaren zijn best had gedaan om de Oostelijke Kerken tot het Arianisme te verenigen, kwam in het Westen; en verbleef enige tijd te Arles na de omverwerping van de tyran Magnentius, terwijl zijn Ariaanse bisschoppen daar een concilie hielden, waarin zij Saturninus, de goddeloze bsischop van die stad tot hun partij overhaalden in 353. Een ondernemender Ariaans concilie te Milaan, in 355 tijdens de het verblijf van de keizer in die stad eiste dat iedereen de veroordeling van Athanasius ondertekende. Wie weigerde daarmee in te stemmen werden verbannen, onder anderen Eusebius van Vercelli, Lucifer van Cagliari, en Dionysius van Milan (aan Auxentius, de Ariaan, werd zijn diocees gegeven). Hilarius schreef bij die gelegenheid zijn eerste boek voor Constantius, waarin hij mild smeekte om de vrede te herstellen in de kerk. Hij zonderde zich af van de drie Ariaanse bisschoppen in het Westen, Ursacius, Valens, en Saturninus, en kwam met een beschuldiging jegens de laatste op een synode te Beziers. Maar de keizer, die hierover informatie had ontvangen van Saturninus, zond opdracht aan Julianus, toen Caesar, en later bijgenaamd de Ongelovige, die toen het bewind voerde in Gallie, dat Hilarius terstond verbannen moest worden naar Phrygie, samen met Rhodanius, Bisschop van Toulouse. De bisschoppen in Gallie, die bijna allen orthodox waren, bleven in contact met Hilarius, en lieten niet toe dat iemand anders zijn bisschopszetel kreeg; hij regeerde zijn bisdom tijdens zijn afwezigheid via zijn priesters. De heilige werd verbannen halverwege het jaar 356 met evenveel enthousiasme als een ander een plezierreis zou aanvangen, en verontrustte zich geen moment over de ontberingen, gevaren of vijanden; hij had immers een ziel die verheven was boven de wisselingen van het lot en niet op de wereld maar op God gericht. Hij bleef iets meer dan drie jaar in verbanning, welke tijd hij nuttig maakte door het schrijven van geleerde werken.Het belangrijkste en meest gewaardeerde hiervan is "Over de Drieëenheid, tegen de Arianen," in twaalf boeken. Daarin bewijst hij de eenheid in wezen van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Tijdens zijn verbanning werd hem verteld dat zijn dochter Apra, die hij in Gallie achtergelaten had, overwoog te trouwen; waarop hij Christus onder veel tranen smeekte haar het kostbare juweel van de maagdelijkheid te schenken. Hij zond haar een brief (die overgeleverd is) waarin hij haar laat weten dat als zij afstand doet van alle aardse zaken, echtgenoot, mooie kleding en rijkdom, Christus voor haar een onvergelijkelijke onvergankelijke diamant had bereid (en hem getoond in zijn gebeden onder tranen) waardevoller dan ze zich kon voorstellen. Hij bezweert haar bij de hemelse God en smeekt haar zijn zorgen om haar niet te ontledigen noch haarzelf te beroven van zo'n onvergelijkelijk goed. Fortunatus verzekert ons dat de oorspronkelijke brief zorgvuldig bewaard werd in de kerk van Poitiers in de zesde eeuw, toen hij zelf schreef en dat Apra zijn advies opvolgde en gelukkig aan zijn voeten stierf bij zijn terugkomst. Bij zijn brief zond Hilarius haar twee gezangen die hij zelf geschreven had, een voor de avond, die niet overgeleverd schijnt te zijn, en de ander voor de morgen; het is het gezang "Lucis largitor splendide."


Isidoor van Seville (ca. 560-636) vermeldt Hilarius in zijnDe ecclesiasticis officiis :

... goddelijke gezangen zijn ook gecomponeerd door menselijk vernuft. Hilarius, Bisschop van Gallie, geboren te Poitiers, bekend vanwege zijn welsprekendheid, bloeide op in de poezie van gezangen. Daarna verzamelde Bisschop Ambrosius, een man van grote glorie in Christus en een befaamd leraar in de kerk, veel van dit soort liederen en nadat deze gezangen eerst weerklonken in de kerk van Milaan gedurende zijn tijd, werden deze liederen na zijn tijd Ambrosiaans genoemd en werd deze feestelijke devotionele praktijk voortaal in acht genomen in al de westelijke kerken.

Echter, alle liederen die geuit worden tot lof van God worden gezangen genoemd.


Zie ook de volgende engelstalige links

St. Hilary biography (the New Advent Catholic Encyclopedia)

St. Hilary biography (the Catholic Information Network)

Athanasius and Hilary