NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Ceremonieel (Uitgebreid Ritueel)

De oorsprong van het ceremonieel

De vervolgingen die met rustige tussenposen de eerste drie eeuwen van het Christendom plaats vonden beperkten de liturgische uitingsvormen. Behalve in afgelegen delen van het rijk waar kerken gebouwd werden, vierden de Christenen de eucharistie in prive huizen en ook wel ondergronds in de graven van martelaren en heiligen. Toch werd de ruimte waar regelmatig de eucharistie gevierd werd versierd met afbeeldingen van scnes uit het Oude en Nieuwe Testament, de
sacramenten, en zelfs heidense mythologie die aangepast was aan Christelijke thema's. Kostbare kelken werden gebruikt om de eredienst luister bij te zetten en vele daarvan werden geconfisceerd tijdens de vervolgingen onder keizer
Diocletius in AD 303. Veel bronnen spreken van het zingen van hymnen en psalmen, en rond AD 200 is er sprake van het gebruik van muziekinstrumenten zoals fluiten, ondanks tegenstand. Lampen werden gebruikt, en niet enkel voor verlichting. (vergelijk Handlingen 20,8).

Toen de Kerk officieel toegestaan werd in AD 313 kwam er een eind aan de beperkingen. Grote kerken werden gebouwd en uitgebreider ceremonieel ontstond, zowel voor in de kerken als bij processies.

Het soort ceremonieel :

Martelaars stierven omdat zij weigerden wierook te branden voor een beeld van de keizer en hem zo te vereren. Dit was maar een van de gebruikelijke ceremonien. Het ceremonieel van het keizerlijke hof diende als voorbeeld: de lampen die voor de keizer en hoogwaardigheidbekleders werden uitgedragen, werden voortaan voor bisschoppen uit gedragen; de kaarsen die het Romeinse Wetboek eerden begeleidden voortaan het Evangelieboek; de kus die gegeven werd aan afgodenbeelden en heidense altaren werd nu gegeven aan het Christelijke altaar; de wierook die voorheen de `goddelijkheid' van de keizer aangaf werd gebruikt om de goddelijkheid van Christus te proclameren. Elk ceremonieel was betekenisvol (zie ook onder). De Christenen maakten gebruik van de voorhanden uitingsvormen, deze werden gewoonweg gekerstend.

De betekenis van enige ceremonieen

Wierook
In het Nieuwe Testament komt wierook bijvoorbeeld voor in Openbaring 5,8 en 8,3:
`Een grote hoeveelheid wierook werd aan hem gegeven om met de gebeden van de heiligen te offeren op het gouden altaar dat stond voor de troon; en zo steeg van de hand van de engel de rook van de wierook op tot de aanwezigheid van God en daarmee ook de gebeden van de heiligen'. Dat wierook opstijgend gebed symboliseert is de meest voorkomende verklaring van het gebruik (hoewel er ook op gewezen wordt dat het gebruik op zich functioneel was: bij feesten was er veel volk en onder de toenmalige hygienische omstandigheden was wierook de enige manier om de stank te overheersen). In de toenmalige cultuur betekende het ook goddelijkheid, bijv. in het geschenk van de wijzen uit het oosten. Christenen worden bewierookt in sommige kerken om de aanwezigheid van God zichtbaar te maken..De Joden gebruikten wierook omdat dat voorgeschreven was in het Oude Testament (Exodus 30,8), en als Jesaja zegt dat wierook een gruwel voor God is (1,11-17) benadrukt hij dat eredienst op zich geen waarde heeft als die niet begeleid wordt door een godsdienstige levensstijl. Terwijl Zacharias een wierookoffer bracht vernam hij dat hij de vader van Johannes de Doper zou worden.

Kaarsen en lampen

Rond alle Christelijke centra zijn veel kaarsen en godslampen te vinden. Ze stemmen tot inkeer en gebed. Veel mensen hebben de behoefte om een kaarsje voor iemand aan te steken. Het licht vormt een verbinding met God.

De gewoonte om kaarsen op of bij altaar/communietafel te plaatsen weerspiegelt waarschijnlijk ook de algemene gewoonte om bij een feestelijke maaltijd de tafel feestelijk te dekken en te voorzien van kaarsen. De eucharistie is immers ook een feestmaal. Bisschop Durandus van Mende schreef:
`Licht dat in de kerk wordt gebrand is Christus; omdat hij zei "Ik ben het licht van de wereld", en ook "Dat
was het ware licht"
In de Paasnacht wordt de Paaskaars gedragen als de zuil van vuur die voor het volk in de woestijn uitging (Exodus 13,21), en daaraan ontsteken de gelovigen hun licht, zodat ook zij licht in de wereld kunnen zijn. . `Zo moet jullie licht ook schijnen voor de mensen, zodat als je jullie goede werken zien, ze jullie Vader in de hemel danken'. (Matteus 5,16)

Heilig Water (wijwater)

Er is een oud gezegde dat zegt dat de Duivel een hekel heeft aan wijwater! Het herinnert hem aan de doop en de Christelijke belofte om het kwaad te weerstaan. Voor Christenen betekent het het begin van nieuw leven. In de Paasnachtdienst vernieuwt het volk van God zijn doopgeloften gemeenschappelijk. Dit gaat in een aantal kerken gepaard met besprenkeling met wijwater.

Bij de ingang van veel kerken is een wijwaterreservoir te vinden (in Middeleeuwse kerken soms heel mooi versierd). Mensen dopen daar hun vingers in en slaan een kruis voor ze de kerk binnengaan. Soms wordt wijwater ook gebruikt in een boeterite.

Voor een wetenschappelijke kijk op rituelen, klik hier.