|
|
|
Augustinus
"Zingen is dubbel bidden." -- Augustinus
Augustinus
(354-430 AD) was de belangrijkste filosoof/theoloog van de vroege Kerk
en had een diepgaande invloed op de verdere ontwikkeling van het Westerse
denken en de Westerse Cultuur. Hij gaf vorm aan de onderwerpen en definiëerde
de problemen die de Westerse traditie van de Christelijke Theologie kenmerken.
Veel van zijn geschriften worden gezien als klassiek en twee zijn erg
befaamd. DeConfessiones (een autobiografie die zijn leven en bekering
beschrijft) en de Stad Gods (een Christelijke visie op de geschiedenis).
[zie ook de engelstalige site Believe]
Hoewel Augustinus geen gezangen schreef, schreef hij wel over de aard
en het belang van het zingen en over de activiteit van het gezangen zingen.
Belangrijke passages zijn:
Betreffende de definitie van een gezang :
In zijn Preken over de Psalmen, gaf Augustinus commentaar op Psalm
148. Hier is de Psalm in de Septuagint
(de toen gebruikte versie van het Oude Testament):
Zijn lof is boven de aarde en de hemel en Hij zal de hoorn van zijn
volk verhogen.
Dit is het gezang voor al Zijn heiligen, voor de zonen van Israel,
en voor de mensen die Hem nabij komen.
Here is Psalm 148:14 from the Statenvertaling:
14 En Hij heeft [148:14] Ps 132:17.den hoorn Zijns volks verhoogd,
den roem al Zijner gunstgenoten, der kinderen Israëls, des volks,
dat nabij Hem is. Hallelujah! [Wat is er met het gezang
gebeurd ?]
Hier is wat Augustinus schrijft over Psalm
148:14 in zijn Preken
over de Psalmen:
Een gezang voor al Zijn heiligen. Weet u wat een
gezang is? Het is een lied met lof voor God. Als u God looft en niet
zingt, dan uit u geen gezang: als u zingt en God niet looft, dan uit
u geen gezang: als u iets anders prijst, dat niet te maken heeft met
de lof van God, hoewel u zingt en prijst, dan nog uit u geen gezang.
Een gezang bevat dus deze drie dingen: lied en lof en wel lof van God.
De lof van God in liedvorm is dus gezang genoemd. Wat betekent dan "Een
gezang voor al Zijn heiligen"? Laat zijn heiligen een gezang ontvangen:
laat Zijn heiligen een gezang uiten, want dit is wat zij uiteindelijk
zullen ontvangen, een eeuwigdurend gezang. ...
Betreffende de activiteit van het gezangen zingen:
In Boek IX van
zijn Confessiones, hoofdstuk 6 & 7, beschrijft Augustinus een
befaamd incident in Milan betreffende Ambrosius en keizerin Justina,
die bekeerd was tot het Arianisme:
... en we werden gedoopt en zorgen over ons verleden leven verliet
ons. Ook was ik in die tijd niet verzadigd met de wonderlijke zoetheid
van het beschouwen van de diepte van Uw raad betreffende de redding
van het menselijk ras. Hoe zeer weende ik in Uw gezangen en kantieken,
diep bewogen door de stemmen van Uw zoet sprekende Kerk! De stemmen
vloeiden mijn oren binnen en de waarheid werd in mijn hart gegoten
en mijn tranen vloeiden over en ik werd daarin gezegend.
Niet lang was de kerk van Milaan deze vorm van troost en bemoediging
gaan gebruiken, de broeders zongen samen met grote oprechtheid van
stem en hart. Want het was ongeveer een jaar, of niet veel langer,
dat Justina, de moeder van de jeugdige keizer Valentinianus uw dienaar
Ambrosius in het belang van een ketterij vervolgde, waartoe ze was
verleid door de Arianen. De vrome mensen hielden de wacht in de kerk,
bereid om te sterven met hun bisschop, Uw dienaar. Daar leefde mijn
moeder, Uw dienares in gebed en had een groot aandeel in de zorgen
en waakzaamheid. Wij, nog niet gesmolten door de hitte van Uw Geest,
waren nog onbewogen door de verstelde en bewogen stad. In die tijd
was het vastgesteld dat zoals in de Oostelijke Kerk gezangen en
psalmen zouden gezongen worden, opdat de mensen niet zouden verkwijnen
in de verveling van het verdriet; welke gewoonte, die tot op de
huidige dag gebleven is, nagevolgd door velen, ja door bijna al uw
gemeenten in de rest van de wereld.
Augustinus schrijft over een bijzondere zang praktijk van de Donatisten
in zijn Brief
LV, hoofdstuk 18:
Ik ben verbaasd dat je het verlangen uit dat ik iets schrijf betreffende
de ceremonieen die gevonden worden in verschillende landen, omdat
ik dit niet hoef te doen en bovendien een uitstekende regel aangehouden
moet worden betreffende deze gewoonten als ze niet op enige wijze
of goede leer of goede praktijk tegengaan, maar een opwekking inhouden
tot het betere leven, namelijk dat waar we ze ook toegepast zien of
weten dat ze gevestigd zijn, we niet alleen ons moeten onthouden van
het bekritiseren ervan, maar ze zelfs moeten aanbevelen door onze
goedkeuring en navolging tenzij daarvan teruggehouden door de angst
meer kwaad dan goed te doen door deze handelswijze vanwege de zwakheid
van anderen. We moeten echter hierdoor niet weerhouden worden als
meer goed te verwachten is van ons instemmen met hen die zich inzetten
voor die ceremonie, dan kwaad gevreesd moet worden vanwege ons verdrieten
van hen die er tegen ingaan. In zo'n geval moeten we met alle middelen
deze aannemen, in het bijzonder als het iets is ten gunste waarvan
de Schrift kan worden aangevoerd: zoals in het zingen van gezangen
en psalmen, waarvoor we vastgelegd zien zowel het voorbeeld als
de instructie van de kant van de Heer en ZIjn apostelen. In deze godsdienstige
oefening, zo nuttig voor het toeleiden tot een devotionele geestesgesteldheid
en tot het doen opvlammen van de kracht van de liefde tot God,
is er diversiteit van gebruik, en in Afrika zijn de leden van
de Kerk te onverschillig ten aanzien ervan; daarom verwijten de
Donstisten ons ons zwaarmoedige zingen van goddelijke zangen van de
profeten in onze kerken, terwijl zij hun emoties op doen laaien
in hun vieringen door het zingen van door mensen gemaakte composities,
die het opwekken als de aanstekelijke klanken van de trompet op het
strijdveld. Maar als broeders vergaderd zijn in de kerk, waarom zou
er geen tijd gewijd worden aan het zingen van heilige liederen,
behalve in de tijd dat schriftlezing of prediking plaatsvindt, of
terwijl de voorgaande dienaar hardop bidt of het verenigd gebed van
de gemeente geleid wordt door de stem van de diaken? In de tijd die
niet zo gebruikt worst zie ik niet wat een betere en heiliger oefening
zou zijn voor een Christelijke gemeente.
[Dits laatste gedeelte is bijzonder interessant. Het lijkt erop dat
de praktijk van spontaan en extatisch gezang zelfs tijdens de schriftlezing
en de gebeden en de preek plaatsvond.]
Zie: Augustinus
[Wikipedia]
Zie engelstalige Links:
Augustine [from
Believe]
Augustine [from
The Internet Encyclopedia of
Philosophy]
Augustine's, Confessions
[from Cyber Library]
Augustine's Confessions
[from New Advent Catholic Encyclopedia]
Augustine's Letters
[from New Advent Catholic Encyclopedia]
Augustine's Expositions
on the Psalms [from New Advent
Catholic Encyclopedia]
Augustine of Hipo
[maintained by J.J. O'Donnell, Provost of Georgetown University]
De bevestiging van het idee dat een gezang een loflied tot God
is kan gevonden worden in een van de Canons van het 4e Concilie van
Toledo in 633 AD (een nationaal Concilie in Spanje) :
De gedichten die tot lof van God gezongen worden, heten gezangen.
Een gezang is dat wat gezongen en geloofd wordt, van het Grieks in het
Latijn LAUS, omdat het een lied van vreugde en lof is; maar in
feite zijn gezangen die liederen die de lof van God bevatten.
En ook:
We bezitten enige gezangen gemaakt voor de lof van Christus
... En deze worden verworpen door zekere mensen onder het voorwendsel
dat niets ontvangen (gezongen) moet worden dan de tekst van de Heilige
Schrift ... Maar wat zeggen deze mensen van het 'Gloria
Patri' en 'Gloria in excelsis'
en van de gebeden? Dan is er evenveel aanleiding om gebeden af te wijzen
als gezangen."
|
|
|