LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
De
Reformatie hervormt de Christelijke eredienst Overzicht
Er is niet zoiets als de Protestante eredienst; Inplaats daarvan zijn er meerdere soorten protestantse eredienst: (1) Evangelisch Lutherse eredienst (2) Anglicaans/Episcopaalse eredienst; (3) Hervormd/Gereformeerde eredienst (Reformed, of Reformiert) en (4) Remonstrantse en Doopsgezinde eredienst (5) Evangelische/Pinkster eredienst. Dit heeft te maken met (1) de wijze waarop de Hervorming plaatsvond.; (2) de theologie van de betreffende Hervormer; en (3) de politieke siuatie in het betreffende land. De eredienst van de Evangelisch Lutherse Hervorming en die van de Anglicaans/Episcopaalse Hervorming zijn beide gebaseerd op een sacramenteel verstaan van de werkelijkheid, waarin de reddende genade bemiddeld wordt door het sacrament. De eredienst is hierbij zowel een geestelijk als een materieel gebeuren (i.e., een vorm van incarnatie). Deze beide tradities behielden de zichtbare, hoorbare, voelbare (en soms ruikbare) elementen die de traditie doorgegeven had: kaarsen, gewaden, altaar, kruis/crucifix, gecantileerde en door koren uitgevoerde diensten, de fysieke elementen zoals het kruisteken, het knielen op bepaalde punten in de dienst en voor het ontvangen van de communie, de viering van het liturgische jaar, het gebruik van een leesrooster, processies, ceremonies die niet voorgeschreven zijn door het Evangelie voor het vieren van de sacramenten (het kruisteken bij de doop, het gebruik van ringen in de huwelijksdienst, het doopgewaad, etc.) en soms (zelden) het gebruik van wierook. In deze beide tradities, werd de dag in en uitgeluid door de viering van het ochtend- en avondgebed. In deze beide tradities was er de mogelijkheid van privé boetedoening en vergeving (de biecht en absolutie). Deze kerken zijn ondanks de Hervorming toch stevig geworteld in de middeleeuwse kerkelijke tradities. In beide tradities was het concept van leiding van de gemeente door gewijde ambtsdragers sterk. In de Anglicaans/Episcopaalse traditie betekende dit de voortzetting van het drievoudige ambt van bisschop, priester, en diaken, gewijd door handoplegging door een bisschop die zelf ook door een bisschop gewijd was. De Evangelisch Lutherse visie, ontleend meer uit de Scholastische theologie dan uit de geschiedenis van de kerk, stelde dat het in feite een enkelvoudig ambt was; dat elke priester ook bisschop is en dat bisschoppen enkel priesters zijn die een extra taak hebben, opzicht (episkope) over andere priesters. In sommige Lutherse landen werd het dienstwerk van het opzicht door superintendenten uitgeoefend, in andere (Noorwegen, Zweden, en Ijsland) werd de titel bisschop behouden. De Evangelisch Lutherse Kerk hield het diakenambt niet, maar dat werd opnieuw ingevoerd in de achttiende en negentiende eeuw. Het is geen toeval dat de Evangelisch Lutherse en Anglicaans/Episcopaalse hervorming aanleiding gaf tot veel liturgische muziek. Deze beide tradities hielden het concept in ere dat de muziek de dienstmaagd van de theologie is en onderhielden koorinstellingen op de universiteiten, in kathedralen en grote stads kerken. Om deze reden werd de rijkdom aan sacrale muziek speciaal voor de liturgie (zowel de eucharistie als de getijden) sterk vergroot door de componisten van deze tradities. Een groot contrast vormden de de theologen van de Gereformeerd/Hervormde beweging. Zij weken sterk af van de middeleeuwse traditie.Het werk van de zwitserse hervormer Ulrich Zwingli, bij voorbeeld, veranderde de litugie compleet, schafte bijna het hele kerkelijk jaar af, verving het lectionarium door de continue lezing van de Schrift, vernietigde beelden en liturgische gewaden in de kerken, en hield "zo weinig mogelijk ceremonie"(eigen woorden van de hervormer). Hij verminderde het aantal vieringen van het Avondmaal tot vier keer per jaar, hetgeen de norm voor veel protestanten werd. Om ervoor te zorgen dat de viering van het Avondmaal niets te maken had met het kerkelijk jaar werd het gevierd op de eerste zondag van Maart, Juni, September, en December.Op de andere zondagen hield Zwingli een woorddienst afgeleid van de middeleeuwse catechetische Pronaus dienst (een gebedsdienst met een didactische preek). Van de Hervormers was Zwingli het felst gekant tegen het sacramentele. Zijn concept van de sacramenten als nuda signa, (blote tekens, geen overbrengers van genade) werd niet gedeeld door de Franse Hervormer Johannes Calvijn, of de Schotse Hervormer, John Knox. De eerste Schotse Belijdenis zei zelfs van de leer van Zwingli: "Wij veroordelen ten stelligste de ijdelheid van diegenen die stellen dat sacramenten niets meer zijn dan naakte en kale tekenen"; De Calvinistisch-Presbyteriaanse visie op het Avondmaal wordt in hetzelfde document gegeven: " Wij eten het vlees van Christus geestelijk en drinken zijn bloed; dan wonen zij in Christus, en Christus in ons; wij worden een met Christus en Christus met on"; In tegenstelling tot de Zwingliaanse Hervorming kende de Calvinistische Hervorming in Geneve en die van John Knox in de Kerk van Schotland gedrukte orden van dienst. De Hervormd/Gereformeerde eredienst legde nadruk op het spontane gebed en beperkte eerst de eenstemmige onbegeleide gemeentezang tot berijmde psalmen. Zwingli verbood zelfs alle muziek in de openbare eredienst. rmony, but in unison and unaccompanied by instruments. Uit de Hervorming kwam ook een kerkelijke richting voort die de kinderdoop afwees: Doopsgezinden en Wederdopers.Zij begrepen het Avondmaal als een gedachtenismaal, niet als een genademiddel (niet teken en zegel, zoals de Calvinistische Hervorming). De beweging legde grote nadruk op eenvoud van leven en op gemeenschapswaarden. Dit bracht hen in conflict met alle andere kerken en ze leden vervolging. De liturgische vormen die gebruikt werden door de wederdopers waren zeer gevarieerd, maar altijd eenvoudig en met veel aansporing. het concept "sacrament" werd vervangen door "ordinantie"; het werd gedaan omdat Jezus Christus er opdracht toe gegeven had en omdat het een voorbeeld of demonstratie was van het geloof van iemand, niet een genademiddel dat de Heer gebruikte om zijn volgelingen te veranderen. Hymnodie werd ontwikkeld onder de wederdopers maar het gebruik van koren of instrumentale muziek was verboden. De Hervorming heeft
een grote verscheidenheid ana liturgische vormen opgeleverd. Pas in de
twintigste eeuw convergeren die vormen omdat er een herbronning plaatsvind
op materiaal uit de vroege kerk.
|
|