NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Nieuw Testamentische Gezangen en het zingen van gezangen

Voorbeelden van het zingen van gezangen in het Nieuwe Testament

Meerdere passages uit het Nieuwe Testament noemen het zingen van gezangen:
Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg.

-- Matteus 26:30

Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer

-- Efeziers 5:18-19

Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft.

-- Kolossenzen 3:16

Een andere passage uit het Nieuwe Testament (Jakobus 5:13) noemt "een loflied zingen"

Als een van u het moeilijk heeft, laat hij bidden; is hij vrolijk, laat hij een loflied zingen.

[zie ook, 'gezang' en 'lofzingen' in de Bijbel]

Luister naar een voorbeeld van oud Joods zingen: Psalm 8

Luister naar een voorbeeld van vroeg Christelijke (Mozarabische) zang: Pater Noster

Luister naar een vroeg Christelijk gezang: Oxyrhincus Hymn

Luister naar een Ambrosiaans gezang: Veni Redemptor Gentium


Nieuw Testamentische KANTIEKEN.

Gezangen en delen van gezangen die te vinden zijn in het Nieuwe Testament (uitgezonderd psalmen) worden KANTIEKEN genoemd.

De vroege Christenen onderhielden de religieuze praktijk van hun Joodse achtergrond. Ze bleven deelnemen aan de Tempeldienst en kwamen samen voor onderwijs en discussie in de Synagoge, maar er was een grote nadruk op de heilige maaltijd - nu een gemeentemaal en niet meer een familiemaal - vaak aangeduid als het “breken van het brood”. Anderen werven voor het geloof werd gedaan in de synagogen en op andere openbare plaatsen, maar de (rituele) bijeenkomst van de gelovigen was het gemeenschaps maal, dat gewoonlijk gehouden werd in het huis van een welgestelde Christen. Het is niet zeker of elke keer dat het breken van het brood genoemd wordt in het Nieuwe Testament ook inderdaad de eucharistie bedoeld wordt, maar dat zal in de meeste gevallen wel zo zijn.

Het proces waardoor de Eucharistie gescheiden werd van de avondmaaltijd en 's ochtends gevierd werd, voorafgegaan door een aparte leerdienst, kan niet op de voet gevolgd worden; we treffen dit klassieke patroon aan in de beschrijving van Justinius Martyr van de Romeinse Eucharistie in het midden van de tweede eeuw.

Algemeen wordt aangenomen dat de zang in deze bijeenkomsten bestond uit nieuw materiaal en niet uit Oud Testamentische psalmen. Als Paulus bijvoorbeeld zegt tegen de Korintiers: “Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn. Er mogen twee, hoogstens drie van u in klanktaal spreken, ieder op zijn beurt en bovendien met iemand die de uitleg geeft. ” (1 Korintiers 24:26-27), dan wijst dat op individuele bijdragen van gemeenteleden. De Korintiers waren individualistisch in hun vorm van eredienst, maar daarin verschilden ze niet veel van de andere Christenen. Bijbelwetenschappers stellen dat in het Nieuwe Testament veel fragmenten van liturgische gezangen te vinden zijn, en zij beschouwen de KANTIEKEN van het Lukas evangelie (de Lofzan van Maria (Magnificat), de Lofzang van Zacharias (Benedictus) en de Lofzang van Simeon (Nunc dimittis)) als complete gezangen die werden gezongen in de liturgy van die tijd.

Naast het zingen van volledige gezangen, die waarschijnlijk door individuele personen werden uitgevoerd, zal de hele gemeente deelgenomen hebben aan korte acclamaties en responsies. In de enthousiaste atmosfeer moeten korte acclamations zoals“Amen”, “Alleluia” en“Maranatha” gebruikelijk geweest zijn, naast de wat langere zoals doxologieën of misschien geliefde psalm versen. Deze werden wellicht gezongen als antwoord op gebeden en lezingen, die zelf waarschijnlijk ook op zangtoon gereciteerd werden en niet op moderne wijze voorgelezen of gesproken.

Zie New Grove Dictionary of Music and Musicians  


Veel vroege Christelijke gezangen maken deel uit van wat we nu kennen als het Nieuwe Testament en zijn daar zo in verweven dat we ze niet of nauwelijks herkennen. Hoewel niet bekend is welke passages van het Nieuwe Testament feitelijk gezongen werden in de eredienst geeft het karakter van de passages daar wel aanwijzingen voor, zie bijvoorbeeld de eerste hoofdstukken van het Lukas evangelie:

Maria zei:
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
47 mijn hart juicht om God, mijn redder:
48 hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
49 ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
50 Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie hem vereert.
51 Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen, (1:51) en drijft uiteen wie zich verheven wanen – Ook mogelijk is de vertaling: ‘de plannen van hoogmoedigen stuurt hij in de war’.52 heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
53 Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen.
54-55 Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.’

-- Lukas 1:46-55 (“Magnificat”)


Geprezen zij de Heer, de God van Israël,
hij heeft zich om zijn volk bekommerd en het verlost.

-- Lukas 1: 68 (“Benedictus Dominus Deus Israel”)


29 ‘Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan,
zoals u hebt beloofd.
30 Want met eigen ogen heb ik de redding gezien
31 die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken:
32 een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen
en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’

-- Lukas 2: 29-32 (“Nuc Dimittis Servum Tuum”)


Andere Schriftpassages hebben een structuur die lijkt te impliceren dat deze gezongen werden:

‘Ontwaak uit uw slaap,
sta op uit de dood,
en Christus zal over u stralen.

-- Efeziers 5:14

Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam,
in het gelijk gesteld door de Geest,
is verschenen aan de engelen,
verkondigd onder de volken,
vond geloof in de wereld,
is opgenomen in majesteit.

-- 1 Timoteüs 3:16

Bijbel wetenschappers hebben een consensus dat bepaalde Schriftpassages vroeg Christelijke gezangen waren en criteria zijn ontwikkeld om deze teksten te identificeren. Hier is een samenvatting dan deze criteria:

-- De passage bevat een vocabulaire die verschilt van de contekst.
-- De passage is in dichterlijke vorm geschreven, vertoont een ritmisch patroon en duidelijke structuur.
-- De inhoud van de passage onderbreekt de contekst.
-- De naam van de godheid is afwezig en wordt vervangen door een bijzin of deelwoord.
-- Woorden worden gebruikt in de passage die nergens anders in het Nieuwe Testament gebruikt worden.
-- De kosmische rol van God of Christus wordt benadrukt.
-- Theologische concepten en christologische leer worden uitgedrukt in verheven en liturgische taal.

[Zie: Christian D. von Dehsen, “Hymnic Forms in the New Testament,” Reformed Liturgy & Music, 18, No. 1 (Winter, 1984), p. 8.]


Waar haalden Lukas, Paulus, en ander schrijvers van het Nieuwe Testament de gezangen die zij noteren vandaan? Componeerden ze de liederen zelf of ontleenden ze de liederen aan andere bronnen?” In 1 Korintiers wordt er iets over gezegd:

Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.

-- 1 Korintiërs 14:26

Deze passage impliceert dat het gewoon was dat gemeenteleden spontaan gezangen componeerden. Er kan worden aangenomen dat gemeentezang aangemoedigd werd bij alle bijeenkomsten. Wie een gezang wilde bijdragen kon het naar voren brengen. Deze “gezangen” waren waren waarschijnlijk niet zoals moderne gezangen maar meer zoals de vreugdevolle “lofverheffingen” van de KANTIEKEN. De kantieken en andere vroeg Christelijke gezangen waren creatieve uitdrukkingsvormen van de vroege Christenen waarin veel Oud Testamentisch materiaal te herkennen is. Louis F. Benson noemt het, “nieuw-Psalm maken.” Het idee van een afgerond Psalter is een relatief nieuw idee. Voor de vroege Christenen was het natuurlijk om met gebruikmaking van conventioneel materiaal nieuwe liederen te maken als aanvulling van de al bestaande liederen en Psalmen. Een opvallend kenmerk van de vroeg Christelijke zang is de vreugde en het overheersen van lofprijzing. Benson concludeert daarom dat “nieuwe liederen componeren en zingen is geen triviale zaak...maar [een activiteit] die centraal staat in het Christelijk leven.” [zie The Hymnody of the Christian Church door Louis F. Benson, New York: George H. Doran Co., 1927].


Zie ook:

Invloed van de Joodse Traditie op Vroeg Christelijke muziek. . .