NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Kantiek

 

Van het Latijnse, “canticulum,” of “liedje.” Een KANTIEK is een liedachtige passage uit de Bijbel die lijkt op een Psalm maar voorkomt in een ander boek dan het boek van de Psalmen.

Onder de andere psalm-achtige composities,die zoals het Gloria in excelsis Deo en het Griekse gezang Phos hilaron gaan ten minste terug tot de 3e eeuw. Sommige liederen van dit type werden al in de 4e eeuw voor ketters aangezien (psalmi idiotici) en werden onderdrukt. Zie Vroege Gnostische Gezangen.

Ondanks het gebrek aan vroege verwijzingen kan aangenomen worden dat de vroege Christenen enige van de Oud Testamentische KANTIEKEN in hun diensten gebruikten. Een van de vroegste Christelijke rituelen, Pasen, werd aan het einde van de tweede eeuw uitgebreid met een wake waarin het boek Exodus gelezen werd; het Lied van Mozes uit dat boek werd niet later dan het begin van de vierde eeuw gezongen. In het Daniel Papyrus dat dateert uit de 2e of 3e eeuw, is de tekst van de Hymne van de Drie Kinderen (ook bekend als het Lied van de Drie Jonge Mannen) onderverdeeld in verzen en voorzien van accent tekens die wijzen op een muzikale uitvoering. De groei van het monikkendom in de 4e eeuw, in het bijzonder in Egypte, en de geleidelijke vestiging van de dagelijkse cyclus van getijden waarin de kantieken gezongen werden gedurende het morgengebed, droeg bij aan de prominentie van de bijbelse kantieken. In de eerste helft van de 5e eeuw waren er al 14 kantieken in deCodex Alexandrinus, geplaatst achter het Boek der Psalmen. Tien van de veertien zijn Oud Testamentische kantieken, drie zijn uit het Nieuwe Testament en de laatste is het GLORIA (d.w.z. het Groot Gloria) waarvan enkel de beginwoorden bijbels zijn. (Hoewel het GLORIA nu deel uitmaakt van de RK Mis wordt het nog steeds gebruikt als deel van het Byzantijnse ochtendgebed, Orthros, waar alle 14 oorspronkelijk voor bedoeld waren.) Het neerschrijven van een groep KANTIEKEN na de psalmen fungeerde als model voor een later type manuscript bekend als Psalter en Odes. Het aantal KANTIEKEN in zulke manuscripten varieerde tot ver in de Middeleeuwen, de meeste bevatten niet meer dan enige tientallen maar in een Mozarabisch manuscript staan er wel 106.

 

Kantieken

(a) De Grote Kantieken (Nieuw Testamentisch):

Magnificat (Lukas 1:46-55)
Benedictus dominus (Lukas 1:68-79)
Nunc dimittis (Lukas 2:29-32

Het Te Deum laudamus, een buiten-bijbelse hymne toegeschreven aan Niceta (c. 335 - c. 414), wordt ook wel hiertoe gerekend, maar ook wel met Gloria in excelsis en Phos hilaron tot de Oude Trinitarische Hymnen.

(b) Kleine Kantieken zijn afkomstig uit het Oude Testament en de Apocryfe Boeken:

Kleine Kantieken afkomstig uit het Oude Testament

Audite coeli (Deut. 32:1-43) Het lied van Mozes
Cantemus Domino (Ex. 15:1-18) Het lied van de Zee
Domine, audivi (Hab. 3:2-19) Het gebed van Habakkuk
Het gebed van Jona (Jonah 2:2-9)
Excultavit cor meum (1 Sam. 2:1-10) Het lied van Hanna
Het lied van David (1 Kron. 29:10-18)
Ego dixi (Jesaja 38:9-20) Lied van Hizkia
Het lied van Jeremia (Jeremia 31:10-14)
Het lied van Jesaja (55:6–11)

Populus qui ambulabat (Jesaja 9:2-7)
Confitebor tibi (Jesajah 12:1-6)
Urbs fortitudinus (Jesaja 26:1-12)
Illuminare (Jesaja 60)

Kleine Kantieken afkomstig uit de Apocryfe Boeken:

Benedicite, omnia opera (Lied van de Drie Jonge Manne uit het boek Daniel 3:51-90 -- in de Septuagint toegevoegd aan het oorspronkelijke Hebreeuws -- een parafrase van Psalm 148, met ontleningen aan Psalm 136)

Justorum animae (Wijsheid 3:1-3) -- bezingt de rechtvaardige doden.

Het lied van Judith (Judith 16:1-27) -- God wordt geprezen vanwege het verslaan van Israel's vijanden. Het gebruikt ook beeldspraak uit het Lied van Deborah and Barak, en verscheidene Psalmen.

 

In de Rooms Katholieke ritus vormen de Grote Kantieken de climax van de Vespers, Lauden en Completen respectievelijk. In de Anglikaanse Kerk worden ze gebruikt in Morning Prayer en Evening Prayers. In de Lutherse dienst kunnen de Kleine Kantieken gebruikt worden als alternatieven voor de Grote Kantieken.

In de Rooms Katholieke ritus behoren de Kleine Kantiekenesser Canticles alle tot de Lauden (morgengebed), waar ze fungeren als een van de vijf psalmen die gebeden worden. Twee ervan zijn geplaatst op elke dag van de week, een voor normaal gebruik, de andere voor de 40-dagentijd.

Zie Getijde (gebed) Wikipedia