LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Introductie tot Calvinistische (Franse) Berijmde PsalmodieI. Inleiding:
Naast de Lutherse Reformation die resulteerde in Lutherse Hymnodie en die de gemeentezang deed herleven, was er ook de Calvinistische Reformatie. Hervormingsbewegingen in verschillende landen van Europa sloten zich bij deze hoofdstromingen aan. Wat de psalmodie betreft vinden we:
Johannes Calvijn (1509-64) werd in 1509 geboren in Noyon (Frankrijk) en studeerde Latijn en Theologie aan de Universiteit van Parijs en Rechten te Orleans. Hij publiceerde in 1532 een editie van Seneca's De Clementia die problemen opleverde met de Rooms-Katholieke Kerk (deze was destijds tegen het doen herleven van antieke teksten). Uit veiligheidsoverwegingen vertrok Calvijn naar Bazel, en gaf in 1536 De Instituties van de Christelijke Religie uit. Toen hij op doorreis was in Genève (Zwitzerland), werd hij overgehaald om daar te blijven en de burgerlijke gemeenteraad bood hem een functie aan als bijbelleraar. De Reformatie in Genève tot de tijd van Calvijn bestond uit weinig meer dan protestantse preken en vernieling van beelden. Calvijn, die Rechten had gestudeerd, was nog maar vier maanden in Genève aan het werk toen hij al een programma opgesteld had van gewenste hervormingen. Hij was er praktisch en verlangde een goede organisatie van de veranderingen. Hij begon met de organisatie van de Kerk en het dienstwerk ervan zodat alles in goede orde zou verlopen. Net als alle andere Hervormers nam hij aan dat dit verwezenlijkt kon worden door de praktijk van de Vroege Kerk systematisch na te volgen. Zijn oorspronkelijke ideeën werden verworpen door de burgerlijke gemeenteraad en hij was genoodzaakt te vluchten. (zijn 'ballingschap' naar Straatsburg van 1538-1541). Later vroegen ze hem echter terug te komen en kon hij de gemeenteraad overtuigen zijn hervormingsprogramma (de Kerkelijke Ordinanties) in te voeren. Vanaf 1541 werd dit in praktijk gebracht. Calvijn is misschien wel het bekendst vanwege zijn leer van de uitverkiezing, dat God niet alle mensen wenst te redden; dat sommige mensen voorbestemd zijn voor de vernietiging. (Deze 'dubbele predestinatie'is vooral door zijn navolgers uitgewerkt) Dit is een struikelblok gebleken bij het Calvinisme. De meeste mensen werden echter niet zozeer getrokken door de theologie als door de morele en devotionele kracht die uitging van de prediking. De Calvinisten waren in de praktijk sobere, onbevreesde, harwerkende, vrome mensen, een tastbaar volk van God. Ze wisten wat ze geloofden, ze wisten wat van hen verlangd werd (werkers in Gods wijngaard) en ze wisten onder welk gezag ze stonden. De soberheid van de Calvinisten strekte zich ook uit tot de kerkmuziek. Specifieke ideeën over de muziek werden beïnvloed door teksten uit de bijbel (bijv. Amos). Dientengevolge werden muziekinstrumenten vereenzelvigd met immoreel gedrag, in het bijzonder met openbare drinkgelegenheden (drank, vrolijkheid, losbandigheid.....). Uiteindelijk werden alle kerkorgels in Genève vernietigd en het tin werd omgesmolten. Alleen het bijbelwoord mocht gezongen worden, en dat alleen gemeenschappelijk, eenstemmig in de vorm van gemeentezang. Meerstemmigheid (harmonie) werd geacht een verleiding voor de zinnen te zijn, af te leiden en was daarom verboden. Calvijn was zich bewust van de kracht die religieuze zang had en de mogelijkheid erdoor de kerkelijke leer te verbreiden. Alles wijst erop dat Calvijns beslissing om gemeentezang deel te laten uitmaken van de eredienst van zijn kerk terug te voeren is tot de periode van zijn 'verbanning' in Straatsburg van 1538-1541. Daar was het zingen van koralen gemeengoed onder de Lutherse Protestanten en Calvijn werd daar geconfronteerd met de grote mogelijkheden ervan. In Straatsburg stelde hij zijn eerste psalmberijming samen. Niet alleen leerde Calvijn de zang van de Lutheranen kennen, hij ontdekte ook de berijming van Clément Marot en publiceerde 30 psalmen van Marot's hand in zijn eerste Psalter in 1539. Later, toen Marot in Genève kwam om vervolging in Frankrijk te ontvluchten, nam hij nog 20 berijmingen van individuele psalmen van Marot op. Marot verliet Genève en ging naar Turijn waar hij kort daarna (wellicht door vergiftiging) stierf. Theodore de Beza berijmde de resterende Psalmen en een complete editie werd gepubliceerd in 1562. Deze bevatte alle 150 Psalmen, samen met de 10 geboden en de Lofzang van Simeon. Tot het erfgoed van de psalmodie in Genève behoort niet alleen de berijming, maar ook de Geneefse melodieën. Deze zijn allen nog in gebruik in Nederland, een deel is in gebruik in andere landen. Een eerste versie van het Geneegse Psalter uit 1539 werd ontdekt in de Koninklijke Bibliotheek in München in 1878. De meer definitieve versie werd uitgegeven in 1562. Het success van de Psalters is niet alleen aan de berijming te danken, maar ook aan de melodieën. Louis Bourgeois (c. 1550) schreef de meeste melodieën voor het Geneefse Psalter. Kenmerken van Geneefse Psalm Melodieën:
50 van berijmde psalmteksten waren van de hand van Clément Marot. De resterende 100 waren van de hand van Theodore de Béza. Louis Bourgeois schreef de meeste melodieën van het Geneefse Psalter. Meerstemmige zettingen voor huiselijk gebruik werde o.a. geschreven door Claude Goudimel (1505-1572). Een edition van het Geneefse Psalter met Goudimels zettingen werd in 1603 uitgegeven. De melodieën van het Geneefse Psalter verspreiden zich in de 16e en 17e eeuw over Europe, niet alleen over de Frans-talige gebieden maar ze werden ook bekend in Duitsland, Nederland, Engeland, Schotland en hun overzeese gebiedsdelen. . Erfenis van de Franse Psalmberijming:
Oorspronkelijke vertalingen van de Franse berijming werden later vervangne door nieuwe berijmingen dicht bij de grondtaal (Hebreeuws). Het systeem van berijmen en de melodieën vormen dus de belangrijkste erfenis. In Nederland zijn alle melodieën nog in gebruik. In andere landen is slechts een deel van de psalmmelodieën nog in gebruik, soms in veranderde vorm. Bekende Engelse Hymn Tunes die afgeleid zijn van Geneefse melodieën:
|
|
|