NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Inhoud [verbergen]
1 Kernthema
2 Gnostieke kernpunten
2.1 Stromingen
3 Evangelie van Thomas
4 Verwantschap met Katharen en hermetisme
5 Dwaling
6 Herstel
7 Bijeenkomsten en vieringen
8 Gnostiek en vrouwen
9 Reïncarnatie
10 Gnostische scheppingsmythe
11 Christusbewustzijn
12 Literatuur
12.1 Bronnen
12.2 Literatuur
12.3 Verder lezen
13 Externe links


[bewerk] Kernthema
Kernthema van de gnostiek is dat de mens vergeten is wie hij in werkelijkheid is. In de gnostiek wordt Jezus als boodschapper beschouwd, die de mens esoterische kennis (gnosis) van het goddelijke schenkt. Daardoor zou de mens inzicht krijgen in zichzelf en het bovenaardse. Dit inzicht in de goddelijke oorsprong van de mens wordt volgens de gnostici verduisterd door de materiële wereld, waarin de mens leeft. Net als christelijke teksten, presenteren gnostische teksten Jezus als iemand die een breuk voorstond met het godsbeeld van het Oude Testament. De gnostiek verbond daaraan echter de voorstelling van een God en daarnaast een Demiurg. Door de schepping van de materie door de Demiurg zou de verbondenheid van de mens met zijn goddelijke oorsprong en bestemming zijn verbroken. Jezus geeft volgens de gnostiek de esoterische kennis om de eenheid met zijn goddelijke wezen te herstellen en zo uit de materiële wereld verlost te worden.


[bewerk] Gnostieke kernpunten
Steeds weer terugkerend in de strijd tussen kerk en gnostiek waren de volgende gnostieke opvattingen:

De materiële wereld werd door gnostici negatief beoordeeld, het bepleitte daarom verlossing uit deze wereld m.n. door ascese;
De materiële wereld is geen historisch scheppingsproces, maar een emanatie
Jezus werd niet beschouwd als God, maar als geschapen;
verlossing baseerde op niet voor iedereen toegankelijke kennis;
geen verlossende werking van het zoenoffer van Jezus (verzoeningsleer).
Andere geschilpunten golden niet altijd voor alle gnostici, vanwege de vaak forse verschillen tussen de gnostieke scholen (Valentinianen, Slangenbroeders, Satornilos, Simon de Tovenaar enz.). Gnostici ontwikkelden zeer diverse mythische systemen, waarin Jezus, maar ook Adam en/of fantasieprofeten figureerden.


[bewerk] Stromingen
De gnostiek is moeilijk in detail te beschrijven omdat er zeer uiteenlopende en zich weersprekende opvattingen een plaats in kregen. De meeste stromingen hingen het docetisme of adoptianisme aan en sommigen integreerden het concept van reïncarnatie (hoewel niet altijd duidelijk is hoe dit wordt bedoeld en of het voor iedereen of alleen voor Christus geldig is). Een alomvattende synthese van de gnostiek is daarom slechts op hoofdlijnen te geven. Voor sommige stromingen is de aanduiding "gnostiek" niet geheel onomstreden, met name voor de manicheïsten en marcionisten. Een aantal stromingen uit de gnostiek:

Basilidiërs
Borboriten
Carpocratiërs
Cerinthus
Kaïnieten
Mandaeërs
Manicheïsme
Marcion van Sinope
Marcionisme
Ophiten
Simon de Tovenaar
Simonianen
Valentinus
Valentinianisme


[bewerk] Evangelie van Thomas
Een van de meest tot de verbeelding sprekende teksten uit de gnostieke Nag Hammadi-geschriften is het Evangelie van Thomas, dat onder eindredactie van een gnosticus stond en voor een gnostische doelgroep was bedoeld. Een aantal spreuken hierin is beïnvloed door de gnosis. Dit Thomasevangelie bestaat uit een verzameling uitspraken van Jezus, die door de meeste geleerden wordt geacht te zijn ontstaan in de tweede helft van de 2e eeuw. Een kleine minderheid in wetenschappelijke kringen betwist deze late datering echter, en houdt vol dat de geschriften ouder zijn dan de bijbelse canon, en stellen het min of meer gelijk aan de veronderstelde verzameling uitspraken bron Q (van Duits: 'Quelle'), die aan de nieuwtestamentische evangeliën ten grondslag zouden hebben gelegen.


[bewerk] Verwantschap met Katharen en hermetisme
Veel neognostieke auteurs beschouwen de vondst van de Nag Hammadi-geschriften als bewijs voor de verwantschap van de vroegchristelijke gnostiek met de Katharen uit de twaalfde en dertiende eeuw. Volgens hen is als gevolg van de Nag Hammadi-vondst duidelijk geworden dat er een onderbroken continuïteit moet zijn geweest tussen de Katharen en de gnostici uit de eerste eeuwen. De meeste wetenschappers zien daarentegen geen continuïteit tussen de gnostiek uit de oudheid (Valentinianen, Basilides enz.) en het gedachtegoed van de Katharen. De Katharen hebben alleen aantoonbare invloed ondergaan van de dualistische Bogomielen (en die op hun beurt door de Paulicianen).

De gnostiek syncretiseert meer van de in de klassieke oudheid wijdverbreide hellenistische filosofische opvattingen dan het orthodoxe christendom en is zodoende verwant aan niet-christelijke stromingen die de zelfde filosofie omhelsden, zoals de hermetische gnosis waarvoor de belangstelling tijdens de Renaissance weer opleefde. Dat het orthodoxe christendom ook niet gevrijwaard bleef van Grieks gedachtegoed getuigt bijvoorbeeld de introductie van de Logos.

Zie ook: Gnosticisme en christendom en syncretisme


[bewerk] Dwaling
Eén van de belangrijkste thema's van de gnostiek is dat de mens van zichzelf vervreemd kan raken. Mensen kunnen vergeten wie ze zelf in werkelijkheid zijn. De onverloste mens is 'zichzelf kwijt'. Het gevolg daarvan is dat zo iemand het contact met zijn innerlijk weten, de gnosis, verliest. Wie zichzelf kwijt is, leeft als een slaaf van onpersoonlijke machten. Deze staat van vervreemding van het ware zelf wordt in de gnostische teksten met velerlei verschillende termen beschreven, zoals slavernij, vergetelheid, slaap, dronkenschap, blindheid, de dood. De meest algemene term die daarvoor vaak wordt gebruikt is 'de dwaling', in de betekenis van 'verdwaald zijn'. Daarbij past het volgende verhaal, het Lied van de Parel.

Het verhaal vertelt over een koningszoon die door zijn ouders naar een ver land gestuurd wordt. De koningszoon krijgt de opdracht in het verre land een parel te zoeken. Als hij in dat land aangekomen is, vergeet hij echter zijn opdracht. Hij neemt de zeden van het vreemde land aan en wordt zo een 'zoon van het land'. Daardoor vergeet hij ook wie hij van oorsprong is, waar hij vandaan kwam en wat zijn opdracht was.

Maar dan komt er een boodschapper van zijn ouders. Die herinnert hem aan zijn afkomst. Nu weet hij weer wie hij is en hij herinnert zich ook zijn opdracht. Hij slaagt erin de parel te vinden en hij keert terug naar zijn geboorteland en wordt daar koning. Het Lied van de Parel verbeeldt de staat van de mens die verdwaald is geraakt in een vreemde werkelijkheid, zichzelf vergeten is en vervolgens door een verlosser weer aan zijn ware aard herinnerd wordt en zo leert zichzelf en zijn bestemming te hervinden. In de gnostische teksten is Jezus die verlosser.


[bewerk] Herstel
De verlossing uit de dwaling kan de mens dus verkrijgen door zich zijn oorspronkelijke aard te herinneren, door zich te verbinden met zijn ware zelf. Dat proces wordt beschreven als bevrijding, wakker worden, weer nuchter worden, de genezing van blindheid, de opstanding uit de dood. De algemene term daarvoor is 'het herstel.'

Het woord 'herstel' dient te worden verstaan in de zin van 'genezing'. In het Nieuwe Testament wordt verteld hoe Jezus wonderen verrichtte. Hij genas zieken en wekte zelfs doden weer tot leven. Voor de gnostici waren dat geen feitelijke gebeurtenissen; het zijn geen wonderen. Het zijn symbolische beschrijvingen van 'het herstel' door Jezus als de verlosser uit de dwaling. De gnostische Jezus geneest mensen van de dwaling, hun zelfvergetelheid. Hij leert ze 'zichzelf herinneren'. Een gnostische tekst uit de vondst bij Nag Hammadi formuleert het zo: Sta op en herinner jezelf. Hier zien we heel kort samengevat de kern van de gnostiek: de opstanding is geen verrijzenis uit de lichamelijke dood, maar een spiritueel proces. Deze spirituele opstanding bestaat eruit dat je jezelf herinnert als een vrij mens, die op eigen kracht in staat is tot liefde. Wie zichzelf hervindt zal niet alleen weten wie hij is, maar ook zijn bestemming kennen. Ook dat weten behoort tot de gnosis. Daarover handelt een tekst uit het Evangelie van de Waarheid, ook een van de teksten die gevonden werden bij Nag Hammadi, geschreven door Valentinus:

Wie zo gnosis heeft, weet waar hij vandaan gekomen is en waar hij heen zal gaan. Hij weet, zoals iemand die dronken was, en weer nuchter is geworden en, tot zichzelf gekomen, zijn zaken weer op orde heeft gesteld.

[bewerk] Bijeenkomsten en vieringen
Uit de geschriften van de gnostici zelf weten we nagenoeg niets over de aard van hun vieringen. Maar we kunnen daarvoor te rade gaan bij een tekst van Tertullianus, een van de belangrijkste bestrijders van de gnostiek. Hij schrijft over die bijeenkomsten:

Om te beginnen staat het niet vast wie er toehoorder is en wie een gelovige: iedereen heeft toegang op voet van gelijkheid. Ze ontmoeten elkaar in hun eigen huizen, ze luisteren naar elkaar als gelijken en bidden samen als gelijken. Zelfs als heidenen daaraan deelnemen voeren ze wat heilig is aan deze honden, en hun parels, hoewel vals, schenken ze aan deze zwijnen. Ze willen geen discipline, en het belang dat wij daaraan hechten noemen ze onderdrukking van de zwakken. Met iedereen die langs komt delen ze de vredeskus, want zij geven er niet om dat zij over bepaalde onderwerpen verschillend denken. Maar is er is wel degelijk verdeeldheid onder hen, want zij houden er allerlei verschillende opvattingen op na, behalve de waarheid waar ze oorlog tegen voeren. Ze noemen iemand al volmaakt zonder dat die enige vorming heeft ontvangen. De ketterse vrouwen zijn zelfs brutaal genoeg – met onbedekt hoofd! - om anderen te onderwijzen, om deel te nemen aan discussies, misschien wel om te dopen.
Nergens is het zo gemakkelijk aanzien te verwerven als bij een bijeenkomst van deze ketters, want alleen al het feit dat je aanwezig bent wordt als een grote verdienste beschouwd. Vandaag is daar de één een bisschop en morgen weer een ander. De diaken van vandaag is morgen weer leek. Ja, zelfs leken laten zij het priesterambt uitoefenen! Hoe lichtzinnig, hoe werelds, hoe louter menselijk is het, zonder ernst, zonder gezag, zonder discipline, net als hun geloof.
(Tertullianus, Recepten tegen ketterij, 41)

[bewerk] Gnostiek en vrouwen
Met uitzondering van de montanisten, die echter niet als duidelijk gnostische groep onderscheiden kunnen worden, namen vrouwen in de gnostiek geen gelijkberechtigde positie naast mannen in. Het onderscheidde zich daarin niet of nauwelijks van de orthodoxie (waarin soms vrouwelijke diakens bestonden).

De kerkvader Tertullianus, fel bestrijder van de gnostici, die zich uiteindelijk had aangesloten bij de sekte van de montanisten waarin vrouwen vreemd genoeg alle belangrijke ambten konden bekleden, schreef over vrouwen:

Jullie zijn de poorten van de duivel. De toorn van God rust op jullie geslacht tot in deze tijd, zoals ook jullie schuld noodzakelijkerwijs voortleeft.
Deze uitspraak beroept zich volgens Tertullianus op de Bijbel. In het eerste boek van het Oude Testament wordt verteld hoe Eva door de slang werd verleid om te eten van de boom van kennis van goed en kwaad, hoewel God dat streng verboden had. Eva verleidde daarna haar man Adam om ook van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Sedertdien verkeren alle mensen in een staat van erfzonde, leerde de kerk en gaf de schuld aan Eva. Alle vrouwen na Eva delen in haar schuld, meende Tertullianus. In de Bijbel staat een soortgelijke lering van de apostel Paulus (1 Timoteüs 2:11-14, NBV):

Een vrouw dient zich gehoorzaam en bescheiden te laten onderwijzen; ik sta haar dus niet toe dat ze zelf onderwijst of gezag over mannen heeft; ze moet bescheiden zijn. Want Adam werd als eerste geschapen, pas daarna Eva. En niet Adam werd misleid, maar de vrouw; zij overtrad Gods gebod.
Het christendom legde al vanaf de eerste eeuwen de nadruk op de zondigheid van het vlees. Zij beschouwden het lichamelijk onderscheid tussen mannen en vrouwen als van wezenlijk belang. Mannen zijn "geestelijk', vrouwen zijn 'zondig vlees'.

In de gnostiek wordt de zondeval echter niet als leerstelling erkend en wordt het eten van de verboden vrucht veelal gezien als een gnostiserende ervaring: de mens neemt kennis (gnosis) van goed en kwaad. De negatieve uitlatingen betreffende vrouwen zijn dan ook te zien in het kader van het emanationisme, Eva wordt niet gezien als geschapen maar als geëmaneerd uit Adam, hetgeen wil zeggen dat Adam een hermafrodiet (tweeslachtig wezen) was voor de emanatie en dat die emanatie de scheiding van de geslachten betekende; zodoende dient de vrouw te streven naar een terugkeer naar de man om opnieuw een (onsterfelijke) eenheid te vormen. De vrouw is daarom niet zondig zoals in de orthodoxie, maar is verder van God verwijderd dan de man en hindert zo in de ultieme hereniging met God. In de gnostische geschriften staan dan ook uitspraken die als vrouwonvriendelijk geïnterpreteerd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld logion 114 van het Thomasevangelie:

Simon Petrus zei tot hem: "Laat Maria van ons weggaan, want de vrouwen zijn het Leven niet waardig." Jezus sprak: "Ziet, ik zal haar leiden en haar tot man maken, opdat zij ook een levende geest worde, gelijk u mannen. Want iedere vrouw die zichzelf mannelijk zal maken zal het Koninkrijk der Hemelen ingaan."
Het apocriefe Evangelie van Philippus, dat een sterke gnostische inslag heeft, wordt gesteld:

Toen Eva in Adam was, was er geen dood. Toen zij van hem scheidde, kwam de dood.
De in Nag Hammadi gevonden Codex III bevat onder andere de uitspraak:

Het werk van de vrouwelijkheid dient vernietigd te worden.
Sommige gnostici zagen de wereld als inherent slecht en het pleroma als inherent goed. Dit wordt verticaal dualisme genoemd. Er waren echter ook gnostici die sommige dingen in de wereld zelf als goed zien, en andere dingen slecht: horizontaal dualisme.


[bewerk] Reïncarnatie
Sommige gnostici geloofden in reïncarnatie. Zij meenden dat alle menselijke zielen in slavernij waren geraakt aan 'de Machten van het Kwaad' (ook wel Archonten genoemd). Daardoor was het aardse leven ten prooi gevallen aan angst en geweld. Maar ze meenden ook dat het leven op aarde weer hersteld kon worden in zijn oorspronkelijke glorie, door een proces van evolutie van alle menselijke zielen door verschillende levens heen. Iedereen zou ooit verlost worden van de slavernij aan de Machten. In oosterse tradities staat het idee van reïncarnatie vaak in het teken van het geërfde karma uit een vorig leven. Bij de gnostici staat reïncarnatie in het teken van de persoonlijke herkansing. Het is vooral een hoopvol perspectief op een 'nieuwe hemel en een nieuwe aarde' in een volgend leven. Over reïncarnatie in de gnostiek zie ook: Evangelie van Maria Magdalena.


[bewerk] Gnostische scheppingsmythe
In de oudtestamentische traditie schiep God op één enkel tijdstip, namelijk 'in den beginne', de gehele kosmos. Die kosmos bestaat sedertdien geheel op zichzelf en wordt in stand gehouden door God. Volgens sommige gnostische groeperingen werd de wereld op elk moment nieuw geschapen. Zoals het licht steeds weer opnieuw uit de zon straalt, zo vloeit in een nooit eindigend scheppingsproces de werkelijkheid voort uit de oerbron van het zijn. Men noemt dat permanente wordingsproces van de werkelijkheid: een emanatie. De werkelijkheid zoals we die om ons heen ervaren is een emanatie van de bron van alle zijn. Zie ook Emanationisme.


[bewerk] Christusbewustzijn
In de traditionele christelijke godsvoorstelling wordt de onoverbrugbare afstand tussen de mens en God opgeheven door Christus. De mens is weliswaar naar Gods beeld geschapen, maar door zonde van God gescheiden. Mens en God zijn wezensongelijk, terwijl Jezus wordt gezien als zowel mens als God's Zoon. In de gnostiek ziet men de mens als rechtstreeks verbonden met de bron (God). "Zoals een lichtstraal verwant is aan de zon, zo is ook de mens verwant aan de bron"; "wij hebben 'de gelaatstrekken van de Vader'"; "wij zijn 'de erfgenamen van de Vader'", zijn uitdrukkingen in gnostieke teksten die deze relatie verbeelden. De beeltenis van God, die elk mens in zich draagt, zoals een kind dat op zijn ouders lijkt, is het 'oorspronkelijk gelaat' van de mens, dat echter vergeten kan worden en dan tot onwetendheid leidt.

In de gnostiek heeft ieder mens twee naturen. De ene natuur is zijn persoonlijke natuur, waarbij hij zichzelf ervaart als geplaatst in de tijd, met een geboorte en een dood. Dat is de mens met een persoonlijke geschiedenis, een eigen identiteit en individualiteit en het bijbehorende 'persoonlijk bewustzijn'. De tweede natuur van de mens is zijn tijdloze, goddelijke kern, die in de gnostiek 'de Christus' wordt genoemd. Als bijvoorbeeld in de brief aan de Kolossenzen in het Nieuwe Testament gezegd wordt: 'Het geheim is dit: Christus woont in u,' dan is dat voor een gnosticus duidelijk verstaanbaar als het Christus-bewustzijn.

Er is hier een verwantschap met het boeddhistische begrip boeddha-natuur en de hindoeïstische Atman. Het spirituele pad van de dharmische religies heeft als doel het bewustzijn van de individuele mens weer te verenigen met zijn eigen boeddha-natuur of Atman, die tegelijk ook samenvalt met de ganse (ultieme) werkelijkheid. In het westen spreekt men dan echter gewoonlijk over het Christus-bewustzijn. Doel van de gnostiek is het persoonlijk bewustzijn te verbinden met het Christus-bewustzijn. Dat heet symbolisch: 'de vereniging in het bruidsvertrek'.

In het Nieuwe Testament wordt verteld dat Jezus door Johannes de Doper in de Jordaan werd gedoopt. Op dat moment, zo gaat de vertelling, daalt de Heilige Geest op hem neer. Deze gebeurtenis geldt in de gnostiek als de realisatie van het tijdloze Christusbewustzijn door het sterfelijke individu Jezus. De Jordaan staat hier symbool voor de stroom van "zijn" die voortvloeit uit de oerbron. (Zie 'Scheppingsmythe' hierboven.) Jezus wordt hier dus symbolisch ondergedompeld in de oerstroom van het zijn, en ervaart op dat moment zijn Christusbewustzijn. Hij is een Christus geworden en zal voortaan zijn discipelen leren hoe ook zij een Christus kunnen worden, dat wil zeggen, zich bewust worden van de Christusnatuur die reeds in hen, en in alle mensen, aanwezig is. In de kerkgeschiedenis wordt deze opvatting adoptianisme genoemd.


[bewerk] Literatuur

[bewerk] Bronnen
Slavenburg, Jacob en Glaudemans, Willem, Nag Hammadi-geschriften (twee delen), een volledige vertaling van alle teksten die in 1945 bij Nag Hammadi gevonden werden, aangevuld met andere vondsten, in verschillende edities uitgegeven door Ankh-Hermes, Deventer.
Robinson, James M. General Editor, (1988), The Nag Hammadi Library in English, Brill, Leiden, ISBN 90-04-08856-3.
Broek, R. van den (1986), De taal van de gnosis, Gnostische teksten uit Nag Hammadi, Ambo, Baarn, ISBN 90-263-0745-4.
Luttikhuizen, Dr. G.P. (1988), Gnostische Geschriften 1, uit het Koptisch vertaald, ingeleid en toegelicht, J.H. Kok, Kampen, ISBN 90-242-4133-2, eerste druk 1986.
Het Lied van de Parel, Uit: Handelingen van Thomas, gepubliceerd in: Apokriefen van het Nieuwe Testament II, vertaald, ingeleid en toegelicht onder eindredactie van Dr. A.F.J. Klijn. Kok, Kampen, ISBN 90 242 2866 2.

[bewerk] Literatuur
Böhling, Alexander, Markschies, Christoph, Gnosis und Manicheismus. Berlijn-New York 1994.
Alexander Böhlig e.a. Die Gnosis, 3 delen, Zeugnisse der Kirchenväter, Koptische und mandäische Quellen, Der Manichäismus. 2002.
Filoramo, Giovanni (1991, 2de druk (1990)), A History of Gnosticism, Blackwell, Cambridge, ISBN -631-15756-5.
Hausammann, Susanna, Alte Kirche, deel 1 Frühchristliche Schriftsteller, 2001
Jonas, Hans (1969), Het gnosticisme, Spectrum Aula.
Hans Jonas, Gnosis und spätantiker Geist, Göttingen 1966.
Mack, Burton L. (1997), Wie schreven het Nieuwe Testament werkelijk? Feiten, mythen en motieven, Ankh-Hermes, Deventer, ISBN 90-202-81453. Vertaling van: Who wrote the New Testament? The making of the Christian Myth, Harper, San Francisco 1995; vertaler Boudewijn Koole.
Pagels, Elaine (1989), Adam, Eva en de Slang, Servire, Katwijk, ISBN 90-6325-361-3.
Pagels, Elaine (1975), The Gnostic Paul, Trinity Press International.
Quispel, Gilles (red.) (1988), Gnosis. De derde component van de Europese cultuurtraditie, HES, Utrecht.
Quispel, Gilles (red.) (1992), De Hermetische Gnosis in de loop der eeuwen, Beschouwingen over de invloed van een Egyptische religie op de cultuur van het Westen, Tirion, Baarn, ISBN 90-5121-374-3.
Quispel, Gilles (red.) (1995), Gnosis als Weltreligion, Origo Verlag,, Bern, ISBN 3-282-00037-5.
Rudolph, Kurt, Die Gnosis, derde druk, Göttingen 1990

[bewerk] Verder lezen
Slavenburg, Jacob (1990), Gnosis, De esoterische traditie van het oude weten, Ankh-Hermes, Deventer, ISBN 90-202-1026-2.
Slavenburg, Jacob (1995), Valsheid in Geschrifte, De geslepen pen van bijbelschrijvers, Walburg Pers, Zutphen, ISBN 90-6011-926-6.
Slavenburg, Jacob (1992 (eerste druk 1989), De geheime woorden, Een ontdekkingstocht door vijfentwintig eeuwen verborgen kennis, Ankh-Hermes, Deventer, ISBN 90-202-5532-0.
Stufkens, Hein (1991), Weg van Gnosis, een reis naar huis, Lemniscaat, Rotterdam, ISBN 90-6069-802-9.
Churton, Tobias (1989), Geschiedenis van de Gnosis, De kennis van het hart, Stichting Teleac, Utrecht, ISBN 90-6533-207-3. Vertaling van: The gnostics, George Weidenfield & Nicolson ltd 1987; vertaler M.G.Kuyper-Heeres.
Moerland, Bram (2004, 1ste druk 2002), Schatgraven in Nag Hammadi: een inleiding tot de gnostiek. Den Haag: Synthese, ISBN 90627192

Externe links
The Gnostic Society Library zeer veel gnostische teksten online (Engels)
Artikel over gnostiek en gnosticisme in de Internet Encyclopedia of Philosophy (Engels)
Gnostiek als ketterij in de koptische kerk in de Encyclopedia Coptica (Engels)
Gnostiek en gnosticisme gezien vanuit het Rooms-katholieke perspectief in de Encyclopedia Catholica (Engels)

 

-Apocriefen van het Nieuwe Testament
-Evangelie in meervoud of eenvoud: 4 (of meer) evangelieen of een harmonisatie ervan

Enige evangelieteksten:
-Het Evangelie van Maria Magdalena
-Het Evangelie van Filippus
-Het Thomasevangelie

Wat stukjes rond een thema:
-De Doop in de Jordaan: alternatieve evangelieteksten
-Christus voor alle tijden

Van een aantal van de alternatieve evangelieteksten (zoals Het Evangelie der Nazorenen, het Evangelie der Ebonieten en het Evangelie der Hebreeën. ) geldt dat we alleen weten van haar bestaan vanuit de citaten van kerkvaderen zoals Hieronymus, Origenes, Clemens en Eusebius.

Wie nog spannende geheimen wil oplossen vindt nog wel wat over de Priorij van Sion, compleet met de Dossiers secrets op: http://www.seti2.nl/index_bestanden/Naghammadi.htm


Inhoudsopgave Riemer Roukema Gnosis & geloof in het vroege Christendom. Een inleiding in de gnostiek, Zoetermeer 2004.

Deel I Een eerste orientatie Hoofdstuk 1. Inleiding
1. Gnosis als bewustwording en verlossing
2. Bronnen van de gnostiek
2.1. De boeken van Nag Hamnaadi
2.2. De gnostische Codex van Berlijn en andere koptische teksten
2.3. De kerkvaders
3. De opbouw van dit boek

Hoofdstuk 2. Irenaeus over de oorsprong van de ketterijen
1. Simon de Tovenaar
l. l. Overleveringen over Simon de Tovenaar
1.2. Analyse en interpretatie van de mythe van Simon en Helena
2. Menander van Antiochie
3. Irenaeus, gnostici en de gnosis

Hoofdstuk 3. Een preek uit de boeken van Nag Hammadi
1. De Exegese over de ziel
2. De Exegese over de ziel vergeleken met Simon en Helena
3. De Exegese over de ziel, de gnosis en het christendom

Hoofdstuk 4. Verfijningen van de gnostische mythe
1. Satornilus van Antiochie
1.1. De mythe van Satornilus
1.2. Notities bij de mythe van Satornilus
2. Het Geheime boek van Jobannes
2.1. De overlevering van het Geheime boek van Johannes
2.2. De inhoud van het Geheime boek van Johannes
2.3. Terugblik op het Geheime boek van Johannes
3. Wachtwoorden voar de terugkeer van de ziel
3.1. De reis langs de planeten
3.2. De eerste Openbaring van Jacobus
3.3. Marcus de Gnosticus
3.4. De Ofieten

Deel II Achtergronden van de gnosis
Hoofdstuk 5. Oorsprong en doel van het leven
1. Lucius Annaeus Seneca
2. Clemens van Rome
3. Aqavja ben Mahalalel
4. Philo van Alexandrie
5. Theodotus, leerling van Valentinus
6. Het oardeel van Tertullianus

Hoofdstuk 6. De joodse godsdienst
I. De eerste hoofdstukken van Genesis
1.1. De schepping van de wereld en de eerste mensen
1.2. Notities bij de eerste hoofdstukken van Genesis
2. De vloek over de aarde en de bestemming van de mens
3. God en de hemelse machten
3. l. De ene God, de engelen en de duivel
3.2. God, de Wijsheid en het Woord
3.3. God als mens en de mensenzoon
3.4. Gods eenheid en de machten naast God
4. `Kennis' in de joodse godsdienst

Hoofdstuk 7. Plato, Philo en de platoonse filosofie
1. De dialogen van Plato
1.1. De ideeënleer en het doel van het leven
1.2. Kennis verwerven is: zich kennis berinneren
1.3. Het ontstaan van de wereld volgens de Timaeus
1.4. Het allerhoogste goddelijke principe
1.5. Notities bij de dialogen van Plato
2. Philo's uitleg van de boeken van Mozes
2.1. Philo van Alexandrie en de griekse,filosnfie
2.2. De schepping van de wereld
2.3. Notities bij de schepping van de wereld
2.4. Een meernoud in de ene God
2. 5. De oorsprong en bestemming van de zielen
2.6. Terugblik op Philo van Alexandrie
3. Twee middelplatoorzse filosofen
3.1. Alcinoüs inleiding tot de leer van Plato
3.2. Numenius van Apamea
4. Terugblik op Plato en het middelplatonisme

Hoofdstuk 8. Mysteriegodsdiensten en het vroege christendom
1. De verering van Isis en Osiris
1.1. Plutarehus van Chaeranea over Isis en Osiris
1.2. Apuleius van Madaura over de dienst aan Isis en Osiris
2. Het vroege christendam
2.1. Jezus van Nazareth, Zoon van God
2.2. De verbreiding van het geloof in Jezus Christus
2.3. Geloof in Jezus Christus als de ware kennis 115

Deel III De gnosis nader beschouwd
Hoofdstuk 9. Een vorm van gehelleniseerd christendom
1. De hoogste God, de Schepper en de wereld
2. De schepping van de mens
3. De verlosser en de verlossing van de mens
4. Gnostici, het Oude Testament en de schepping
5. De platonisering van hellenistische religies
6. Wat is gnosis, wat is een gnosticus, wat is gnostiek?
7. Gnosis als een vorm van hellenisering van het christendom

Hoofdstuk 10. Enkele gnostische en aanverwante leraren
1. Cerinthus
2. Basilides, Isidorus en de Basilidianen
Valentinus
4. Ptolemaeaes
5. Heracleon
6 Theodotus
7 Justinus de Gnosticus
8. Marcion
9. Mani

Hoofdstuk 11. Enkele gnostische en aanverwante teksten
1. Het Evangelie volgens Thomas
2. Het Evangelie volgens Filippus
3. Het Evangelie der waarheid
4. De Verhandeling over de opstanding
5. Het Lied van de parel

Deel IV Het christelijk geloof en de gnosis
Hoofdstuk 12. De gnosis van enkele kerkvaders
1. Clemens van Alexandrie
2. Origenes
3. Evagrius van Pontus
4. De oude kerk en haar gnostische traditie

Hoofdstuk 13. De gnosis gewogen
1. Is God de Vader niet tevens de Schepper?
2. Had Jezus Christus een gnostische boodschap?
3. Was de gnostiek elitair?

Bibliografie Register van teksten
1. Bijbel 200
2. joodse geschriften
3. Christelijke (waaronder gnostische) geschriften
4. Griekse en romeinse auteurs

 

 

Wat is Gnosticisme?
“Gnosis” en “Gnosticism” weinig voorkomende woorden die de laatste twintig jaar meer voorkomen in de hedendaagse vocabulaire. Het woord Gnosis komt uit het Grieks en betekent "kennis" of "het kennen". Het lijkt op agnost, en heeft daar inderdaad mee te maken maar betekent het tegenovergestelde, agnostisch, betekent letterlijk "not wetend”. Het grieks maakt onderscheid tussen verstandelijke kennis en ervaringskennis. Deze kennis die ontleend is aan innerlijk begrijpen en persoonlijke ervaring is gnosis.

In de eerste eeuw van het Christelijk tijdperk ging de term “Gnostisch” een heterodox deel van de bonte Christelijke gemeenschap aanduiden. Onder de vroege volgelingen van Christus waren er groepen die zich onderscheidden van de rest door niet enkel geloof in Christus en zijn boodschap, maar een "speciaal getuigenis" of openbaring van het goddelijke. Het was deze ervaring of gnosis die de ware volgelingen van Christus onderscheidde, zeiden ze.

What the "authentic truths of existence" affirmed by the Gnostics were will be briefly reviewed below, but first a historical overview of the early Church might be useful. In the initial century and a half of Christianity -- the period when we find first mention of "Gnostic" Christians -- no single acceptable format of Christian thought had yet been defined. During this formative period Gnosticism was one of many currents moving within the deep waters of the new religion. The ultimate course Christianity, and Western culture with it, would take was undecided at this early moment. Gnosticism was one of the seminal influences shaping that destiny.

Dat het Gnosticisme nog niet afgewezen werd als ketterij blijkt uit het feit dat een van de invloedrijkste leraren ervan, Valentinus, halverwege de tweede eeuw in aanmerking kwam om gekozen te worden tot bisschop van Rome. Geboren in Alexandrie rond 100 A.D., onderscheidde Valentinus zich op jeugdige leeftijd als begenadigd leraar en leider in de hoog ontwikkelde Alexandrijnse Christelijke gemeenschap. In de bloei van zijn leven emigreerde hij van Alexandrie naar wat de nieuwe hoofdstad van de kerk werd, Rome, waar hij een actieve rol speelde in de Kerk. Een kenmerk van de Gnostici was dat zij er prat op gingen heilige tradities te bewaren, evangelien, rituelen, en in een opvolging stonden– esotere zaken die voor veel Christenen van geen belang waren. Valentinus beweerde blijkbaar een speciale apostolische sanctionering ontvangen te hebben via Theudas, een discipel en ingewijde van de Apostel Paulus, en beweerde een bewaarder te zijn van de leer en de rituelen die verwaarloosd werden door de hoofdstroom van het Christendom. Hoewel hij een invloedrijk lid van de Romeinse kerk was in het midden van de tweede eeuw, was hij aan het eind van zijn leven gemarginaliseerd en tot ketter verklaard.

Sindsdien werden de nadruk van het Gnosticisme op persoonlijke ervaring, op voortgaande openbaring, op nieuwe geschriften, zijn asceticisme en paradoxicaal genoeg bandeloosheid, steeds meer als verdacht beschouwd. Rond 180 A.D. publiceerd Irenaeus, bisschop van Lyon, zijn eerste aanvallen op het Gnosticisme als ketterij, werk dat de hele volgende eeuw met steeds grotere heftigheid zou worden voortgezet door de Kerkvaders.

Het Orthodoxe Christendom werd diep en fundamenteel beinvloed door de strijd met het Gnosticisme in de tweede en derde eeuw. Formuleringen van veel centrale overlevering in de Christelijke theologie resulteerden uit deze confrontatie met de Gnosis. Maar aan het einde van de vierde eeuw was de strijd gestreden: de zich ontwikkelende kerk had de ketterij uitgebannen. Gnosticisme als Christelijke traditie was grotendeels vernietigd, de overblijvende leraren geisoleerd en de heilige boeken vernietigd. Alles wat overbleef voor wie het wilde bestuderen waren de citaten en beschrijvingen in de bestrijdingen ervan. Daar kwam pas grote verandering in halverwege de twintigste eeuw.

Ontdekking van de Nag Hammadi Bibliotheek
In December 1945, bij de stad Nag Hammadi in Opper Egypt veranderde de kijk op de gnostiek radikaal door de toevallige vondst van teksten in een grote aardenwerken kruik. meer dan tien oude codices gebonden in goud bruin leer, manuscripten die waarschijnlijk zo'n 1500 jaar eerder door monniken van het nabije klooster van St. Pachomius verborgen waren om ze tegen vernietiging te beschermen toen ze verboden werden tijdens de bestrijding van ketterijen.

Het heeft enige tientallen jaren geduurd voordat ze bestudeerd en vertaald algemeen beschikbaar werden. De dertien papyrus codices bevatten 52 sacrale teksten met vertegenwoordigers van de lang verloren gewaande "Gnostische Evangelieën", een getuigenis van wat het orthodoxe Christendom als gevaarlijke ketterij beschouwde en waartegen de kerkvaders zich zo heftig keerden, onder meerdere namen, maar vooral onder de naam Gnosticisme. De ontdekking van de Nag Hammadi teksten heeft veel licht geworpen op deze periode en wat er speelde in de vroege Christelijke Kerk.

 

 

 

 

De Gnostische Leer
Wat wisten deze "kenners" ? Wat maakte hen tot ketters? Het Gnosticisme is complex en generalisaties doen het onrecht. Er is nog geen geaccepteerde norm om het te kenmerken. Toch worden vier elementen als karakteristiek gezien voor het Gnostische denken.

1. Het Gnosticisme stelt dat "directe, persoonlijke en absolute kennis van de authentieke waarheden van het bestaan is toegankelijk voor mensen," en dat het verkrijgen van zulke kennis het hoogst bereikbare van een menselijk leven is. Gnosis is niet rationeel, propositioneel, logisch begrijpen, maar een begrijpen door ervaring. De Gnostici waren niet erg geïnteresseerd in dogma of coherente, rationele theologie -- hetgeen wetenschappelijke bestudering bemoeilijkt. Het Gnosticism is dan ook niet eenvoudig samen te vatten in leerstellingen. De Gnostici koesterden de voortgaande goddelijke openbaring -- Gnosis was de creatieve ervaring van de openbaring, een groeiend ervaringsbegrijpen, geen statische kennis van een belijdenis. Carl Gustav Jung, de grote Switserse psycholoog bestudeerde het Gnosticisme in zijn verschillende historische vormen en stelde:

…We vinden in het Gnosticisme wat ontbrak in de eeuwen die volgden: een geloof in de effectiviteit van persoonlijke openbaring en persoonlijke kennis. Dit geloof was geworteld in het trotse besef dat de mens verwant was aan de goden....

2. De kennis van het hart: Het Gnosticisme is een kennen, door en van een ongeschapen zelf en deze kennis leidt tot vrijheid. De Gnostici noemden dit "ongeschapen zelf" het goddelijke zaad, de parel, de vonk van het kennen: bewustzijn, intelligentie, licht. En dit zaad van intellect had dezelfde substantie als God. Het was de authentieke werkelijkheid van de mens, de glorie van zowel de mensheid als de goddelijkheid. Door de gnosis van deze goddelijke vonk werd de mens waarlijk vrij: Niet vergankelijk, niet in zonden ontvangen en geboren, niet stof dat tot stof weerkeert, maar van dezelfde aard als de goden en daar een uitvloeisel van. De paradox van vergankelijkheid en toch onvergankelijkheid was het 'geheim'van de gnostische kennis.

De schepper-god, waarvan het zich ontwikkelende orthodoxe dogma claimde dat die de mens geschapen had en hem bezat, de god die de mens uit niets geschapen had door zijn wil, was een liegende demoon en helemaal niet God. Gnostici noemden hem bij veel denigrerende namen: "Saklas", de dwaas; "Ialdebaoth", de blinde god; en "Demiurge", de architect of mindere creatieve kracht.

Theodotus, een Gnostische leraar die tussen 140 en 160 A.D. in Klein Azie schreef, legde uit dat de heilige kracht van de gnosis openbaart "wie we waren, wat we zijn geworden, waar we uit uitgeworpen zijn, waar we naar toe gaan, waarvan we gereinigd zijn en wat generatie en regeneratie zij. Jezelf kennen is GOd kennen: dit is het geheim van de gnosis.... Zelf-kennis is kennis van God; het zelf en het goddelijke zijn identiek.

Het Evangelie van Thomas, een van de Gnostische teksten gevonden in de Nag Hammadi Library, geeft dit als de woorden van Jezus:

Jezus zei, `Ik ben jullie meester niet. Omdat jullie gedronken hebben zijn jullie dronken geworden door de borrelende stroom die ik uitgemeten heb....

Hij die drinkt uit mijn mond zal worden zoals ik ben: Ik zelf zal hem worden, en de dingen die verborgen zijn zullen aan hem geopenbaard worden.

Hoewel het Evangelie van Thomas weerbarstig is kunnen er best echte woorden van Jezus in bewaard zijn gebleven.

3. Het bewaren van teksten en tradities die niet geaccepteerd werden door de orthodoxie. Gnostische ervaring werd gekoesterd in verhaal en metafoor, en wellicht ook in rituele dramatisering, het Gnosticisme zocht uitdrukking te geven aan subtiele, visionaire inzichten die niet onder woorden te brengen zijn in rationele taal. Voor de Gnostici was openbaring het wezen van de Gnosis. Geirriteerd door hun veelheid aan "geïnspireerde teksten" en mythen, klaagt Ireneaus in zijn 2e eeuwse bestrijding van de Gnostici, dat “…elk van hen iets nieuws voortbrengt, dag aan dag, naar zijn bekwaamheden; want geen wordt als perfect gezien die niet ...een machtig verhaal produceert.”


4. God is dualistisch. Hoewel de uiteindelijke eenheid van God bevestigd wordt, signaleer het Gnosticism in zijn ontmoeting met het numineuze contrasterende manifestaties en kenmerken.

In veel van de Gnostische teksten uit Nag Hammadi Gnostic wordt God afgebeeld als een twee-eenheid van mannelijke en vrouwelijke elementen. Hoewel de taal Christelijk is, gebruike Gnostische bronnen vaak sexuele beelden om God te beschrijven. Een groep gnostische bronnen claimt een geheime traditie van Jesus ontvangen te hebben via Jacobus en via Maria Magdalena [speciale ingewijde volgelingen van Jezus]. Leden van deze richting baden zowel tot de hemelse vader als tot de hemelse moeder:

In het Gnosticisme zag in God wel een samengaan van onderscheiden naturen, een samengaan dat weergegeven werd door sexuele beelden. Sommige Gnostici eerden de vrouwelijke natuur, en feministen hebben hier wel in hopen te zien dat Christelijken Gnostische vrouwen meer gelijkheid en vrijheid hadden dan hun orthodoze zusters. Jezus had volgens sommige Gnostici deze mystieke relatie in praktijk gebracht: Zijn meest geliefde discipel was Maria Magdalena geweest volgens bijvoorbeeld het Evangelie van Filippus:

"...de metgezel van de Heiland is Maria Magdalena. Maar Christus beminde haar meer dan alle discipelen, en kuste haar vaak op de mond. De rest van de discipelen namen aanstoot... Ze zeiden tegen hem, "Waarom bemint ge haar meer dan ons allen? de Heiland antwoordde en zei tot hen, "Waarom bemin ik jullie niet zoals ik haar bemin?"

Er wordt veel gespeculeerd over deze dualiteit die de eenheid zoekt. Sommigen zien hiervan iets terug in het sacrament van de bruidskamer. Het Evangelie van Filippus (dat veel zegt over Gnostische rituelen) vertelt dat de Heer vijf grote sacramenten of mysteriën instelde: "doop en zalving, en eucharistie, en verzoening, en de bruidskamer." Of dit laatste sacrament van de bruidskamer een ritueel was dat uitgevoerd werden door een man en een vrouw, een allegorische term voor een mystieke ervaring, of een mengsel van beide was, is onbekend:

Christus kwam om de scheiding ongedaan te maken...en de twee delen samen te voegen; en om leven te geven aan hen die gestorven waren door de scheiding en hen samen te voegen. Nu wordt een vrouw één met haar man in de bruids [kamer], en wie één geworden zijn in de bruids [kamer] scheiden niet opnieuw.

Het is onduidelijk wat hiermee bedoeld wordt. Hoewel in de polemieken de Gnostici vaak beschuldigd werden van onorthodox sexueel gedrag, is het onzeker wat werkelijk zich afspeelde.

Het Klassieke Christelijke Gnosticisme ging verloren in de vierde en vijfde eeuw. Maar kenmerken van dit Gnostische denken -- met zijn nadruk op de ware ongeschapen aard van het menszijn en de verwantschap met het goddelijke; het verkrijgen van ware kennis door innerlijke individuele ervaring; en zijn bewustzijn van demiurgische krachten die het menselijke bewustzijn binden -- bleven bestaan. Deze Gnostische kijk op de werkelijkheid komt in verschillende vormen tijdens de verdere geschiedenis in het Westen naar voren, zij het soms in occulte gedaante.

 

Nag Hammadi Library
Gnostic Scriptures
Valentinus & His Tradition
GRS Mead Collection
Polemical Works
Christian Apocrypha
Corpus Hermeticum
Manichaean Writings
Mandaean Writings
Cathar Writings
Alchemical Writings
Modern Gnostic Texts

Nag Hammadi and Berlin Gnostic Library Colletion

 

Verzameling links: