Vroeg
Christelijke Kerkmuziek
Wat is de oorsprong van liturgische eredienst, in het bijzonder de Goddelijke
Liturgie van de Oosters Orthodoxe Kerk of de Mis van de Rooms-Katholieke
Kerk? Hoe veel verandering is er geweest sinds het begin van de Christelijke
eredienst in de eerste eeuwse Kerk in Jeruzalem? Men moet eerst de meest
elementaire vraag beantwoorden: wat is eredienst/liturgie? De vertaling
van het Griekse woord is "het werk van het volk." Dat wil zeggen, het
collectieve werk dat samengekomen gelovigen verrichten door lof en eer
te brengen aan God.
Joden hadden ten tijde
van Jezus Christus al een traditie van eredienst van zo'n 1500 jaar.
Hun geschiedenis was vol met omgang met God die hen riep om Zijn volk
te zijn en van wie ze in hun heilige geschriften speciale instructies
overleverden ten aanzien van de offerdienst. Hier wordt een patroon
getoond dat claimt een weerspiegeling te zijn van de hemel. [1]
Deze specifieke vormen van eredienst werden het eerst gezien in de Tabernakel
van de vroege Israelieten en werden vervolmaakt in de Tempeldienst later
in Jeruzalem. De eredienst aan God in de Tempel in Jeruzalem was het
eerste en meest prominente brandpunt van de Joodse eredienst, deze omvatte
de vorm en regelmaat van gebeden en offers.
Het Jodendom heeft altijd een constante cyclus van gebeden, zegeningen
en maaltijden gekend: dagelijks, wekelijks, maandelijks en jaarlijks.
Deze vormden het tweede brandpunt van de Joodse eredienst. In de standaardvorm
omvatte het een religieuze praktijk op de dagelijkse gebedsuren en op
de jaarlijkse hoogfeesten. De hoogfeesten incorporeerden de offerdienst
in de Tempel en inhoudelijk had de Messiaans verwachting erop een plaats.
Deel van deze maaltijden was het "breken van het brood" en de "zegening
van de beker", en kende parallellen met zowel de offerdienst in de tempel
als het messiaanse feest.
Zoals Fr. Louis Bouyer
stelt, "De synagogale eredienst had al vóór Christus
zijn noodzakelijke complement in het ritueel van de maaltijden: het
familie maal, en nog beter, ten minste ten tijde van Christus, de
maaltijden van die gemeenschappen van de gelovigen die samengekomen
waren door een gemeenschappelijke messiaanse verwachting..." [2]
Er was een "maaltijd
liturgie" voor de gebeden bij de maaltijden en in principe waren deze
vereist voor elke maaltijd. De gebeden kregen het grootste belang
bij de maaltijden op de hooffeesten. De hele structuur van het Laatste
Avondmaal zoals Lukas die weergeeft weerspiegelt de maaltijd liturgie
zoals die gepraktiseerd werd binnen het Jodendom in die tijd. [3]
Deze maaltijd gebeden en hun structuur droegen direct bij aan de vormgeving
van de viering van de Maaltijd van de Heer door de vroege Christenen.
Het derde en latere
brandpunt van de eredienst was dat van de synagoge. Voor de doorsnee
Israeliet was de Tempel enkel de eigen plaats van eredienst op bepaalde
dagen van het jaar en het was in het bijzonder de plaats van de offerdienst.
Tijdens de Babylonische ballingschap was eredienst in de Tempel onmogelijk.
Een nieuwe vorm van eredienst ontstond, een vorm met het patroon van
de tempeldienst maar zonder de daar voorgeschreven offers en met een
sterk didactisch element: onderwijzing en herinnering. Deze twee elementen
van de Joodse eredienst in de synagoge en de tempel
vormden samen de basis van de vorm of orde van de liturgie voor de
vroege Christelijke Kerk.
Naast de structuur
of orde die het vroege Christendom meenam uit de eigen Joodse traditie
kan men ook de al bekende cycli van de liturgie vinden de dagelijkse,
wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse cycli van de eredienst, die
ook al deel waren van de Joodse traditie (zie het Oude Testament).
Handelingen 2:46 zegt: "Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen
in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun
maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde." De Apostelen
vervolgden hun Joodse eredienst praktijken in de Tempel en braken
dagelijks het brood. Dit laatste lijkt te wijzen op het dagelijks
vieren van de Maaltijd van de Heer. Deze regelmaat wordt bevestigd
in Handlingen 3:1 waar Petrus en Johannes naar de tempel gingen omdat
het het uur van het gebed was. Niet alleen vervolgden zij de praktijk
van de Joodse eredienst, zij hielden ook de liturgische cyclus aan
van dagelijkse gebeden op vaste tijden van de dag naast de hoogfeesten.
Christelijke eredienst
vertoonde zo een op Christus gericht patroon dat de traditionele structuur
en inhoud van de synagoge eredienst en van de tempeldienst in belangrijke
mate bewaarde, erfenis van wat in het eerste deel van de Heilige Schrift
al doorgegeven werd als Goddelijke inzetting. Binnen deze basisstructuur
vinden we de Oud en Nieuw Testamentische praktijken van de doop en
de Paasmaaltijd die de Maaltijd van de Heer werd (de twee door Jezus
Christus zelf volgens de evangeliën ezpliciet ingestelde sacramenten)
en de belangrijkste van de tradionele Joodse religieuze feesten (Pasen
en Pinksteren).
TERUG
NAAR BOVEN
De continuiteit van tempel
en synagoge eredienst praktijken karakteriseerde de vroege Kerk en de
synagoge vorm werd de basis eredienstvorm voor de Christelijke Kerk.
Deze structuur werd al tijdens de Nieuw Testamentische periode aangenomen,
terwijl de Kerk nog als een Joodse richting beschouwd werd, een messiaanse
secte die in Jezus Christus geloofde. De fixering van deze vorm vond
plaats nog voor er niet-Joden in de Kerk toegelaten werden en voor de
verspreiding van het evangelie buiten Judea. Deze basisstructuur moet
dus al aangenomen zijn toen de 'heiden zending' begon rond 38 A.D.
Betreffende de Tempeldienst
zijn twee zaken belangrijk om te beseffen: 1. De tempeldienst was
offerdienst. Het ritme van het geestelijk leven werd gevormd door
het vieren van de religieuze feesten met hun bijbehorende offers,
waarvoor in de heilige geschriften (in Exodus en Leviticus) gedetailleerde
instructies te vinden waren. 2. de aardse eredienst wordt gezien als
een weerspiegeling van de hemelse eredienst.
De Bijbel geeft glimpen
of beelden van hoe de hemelse eredienst eruit zou zien.Die vinden
we bijvoorbeeld in Jesaja 6, Daniel 7, en Openbaringen 4 en 5. Door
sommigen wordt er van uitgegaan dat de aardse eredienst op grond van
zulke visioenen werd vormgegeven, anderen gaan ervan uit dat de beeldvorming
in deze visioenen gebruik maakte van de voorhanden religieuze beelden.
Exodus 25 tot 27 geeft gedetailleerde informatie over de aard van
de tempeldienst, compleet met de opbouw en aankleding van de tempel
(met maten), instructies voor de bouw van de Ark, de aankleding van
de Tabernakel, details van de priestergewaden, het gebruik van wierook,
de aanwezigheid van een altaar, de dagelijkse offers, het gebruik
van zalfolie en het gebruik van beelden.
Exodus 25:17 begint met God's opdracht de Ark van het Verbond te maken,
met gedetailleerde instructies. IDit omvat ook de opdracht om twe
cherubijnen van goud te maken. "Daar zal ik je ontmoeten, en vanaf
die plaats, boven de verzoeningsplaat, tussen de twee cherubs op de
ark met de verbondstekst, zal ik met je spreken en je alles zeggen
wat ik van de Israëlieten verlang". De genadezetel, of Ark van
het Verbond werd gezien als "de lege troon whaar niets te zien was,
op deze troon was God aanwezig het enige object dat aanbeden
werd in Israel... God sprak van tussen de cherubijnen onzichtbaar
aanwezig op zijn troon tot Mozes, Aaron, Samuel ... tot Zijn
volk. Hier was het bloed van de verzoening elk jaar gesprenkeld."
[4]
The original Ark,
which disappeared in the exile, had held the Tablets of the Law. It
was understood both as the place of sacrifice and the place from which
God spoke the place of communion. This is one reason that in
Eastern Orthodox Churches there are representations of two cherubim
behind the altar on which the bread and wine are consecrated to become
the Body and Blood of Jesus Christ who was sacrificed for mankind.
And between and before them is the altar at which the communion takes
place in the Eucharist. Further, on the altar stands a candleholder
with seven candles, in the manner of the Jewish Menorah, the light
of which is the sign of the presence of God. Some of these elements
remain in Western Roman Catholic Churches, although a great deal of
it has changed since Vatican II.
TERUG
NAAR BOVEN
Deze elementen constitueerden
de manier waarop eredienst en offerdienst vastgelegd waren in de heilige
schriften in Israel. Het offer stond centraal: het offer van een dier
om gunstig te stemmen en te verzoenen (goed te maken of te vergoeden)
voor de zonden van Gods volk. De vroege Kerk geloofde dat de offerdood
van Jezus Christus en Zijn opstanding alle tempelofferdienst verving.
In zijn zelfoffer wordt Jezus Christus de genoegdoening voor alle zonden
van de mensen; Hij is het Lam van God, die de zonden van de wereld wegneemt
(Johannes 1:29). Daarna was er voor Christenen geen noodzaak meer voor
extra offers. Het Goede Nieuws van Jezus Christus is dat zonden vergeven
zijn in Hem, en in Hem zijn Christenen verzoend met de Vader.
Waarom dan doorgaan
met de gewoonten en rituelen van de Tempel? Omdat ze naast offerdienst
ook gemeenschap omvatten en omdat ze door de Heilige Schrift voorgeschreven
waren. En omdat de tempeldienst vervuld is door Jezus Christus gaat
de Christelijke eredienst altijd door, op aarde en in de hemel voor
de troon van God. Aardse eredienst heeft een band met de eredienst
van het voorgeslacht dat samen met de engelen verenigd is in de hemelse
eredienst.
Hebreeën 8 beschrijft
bijvoorbeeld de rol van Jezus Christus als de hemelse Hoge Priester
in tegenstelling met het Oud Testamentische priesterschap. En 'liturgie'
is het woord dat beschrijft wat de Hoge Priester doet. De passage
luidt vanaf het eerste vers als volgt: "1 De kern van mijn betoog
is dat wij een hogepriester hebben die in de hemel plaatsgenomen heeft
aan de rechterzijde van de troon van Gods majesteit 2 en die de dienst
vervult in het ware heiligdom, de tent die door de Heer en niet door
mensenhanden is opgericht. " (8:1,2). De eredienst van de hemel, de
liturgie, is door God zelf gevestigd. De brief aan de Hebreeën
gaat dan laten zien dat wat op aarde gedaan wordt zijn patroon mmoet
ontlenen aan de hemel zowel in het Oude als in het Nieuwe Verbond.
Letterlijk: "6 Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger
dienst (liturgie), in die zin dat hij bemiddelaar is van een beter
verbond, dat zijn wettelijke grondslag heeft gekregen in betere beloften."
(8:6).
Volgens de Bijbel
is er eredienst in de Hemel en moet die ons patroon vormen. Het oorspronkelijke
Griekse in elke belangrijke vroege tekst is 'leitourgos'. Het betekent
liturgie, eredienst, op God gericht dienstwerk. Het is duidelijk waarom
de vroege Christenen doorgingen met hun religieuze praktijk rond synagoge
en tempel. Zij zagen eredienst als een Goddelijke inzetting die vervuld
was door Jezus Christus; in Hem was alles wat God in het Oude Testament
had beloofd vervuld. Het was vanzelfsprekend dat in hun eredienst
aan God door Jezus Christus de gelovigen de vormen die naar zij geloofden
door God zelf aangereikt waren bleven gebruiken.
Er was echter één
belangrijke wijziging. De dierenoffers van het Oude Testament waren
overbodig geworden door het dienstwerk van Jezus Christus. Ze voltrokken
hun eigen traditionele liturgie zoals voorgeschreven in de Heilige
Schriften. Die traditionele liturgie maakte het werk van God in Jezus
Christus begrijpelijk. De Oud Testamentische eredienst praktijk, nu
vervuld en een nieuwe zin gegeven in Jezus Christus, werd de kern
van de Christelijke Eredienst als deel van het Nieuwe Verbond
TERUG
NAAR BOVEN
Als men zich realiseert
dat Joodse eredienst liturgisch was en de eredienst structuur leverde
voor de vroege Kerk, en het Nieuwe Testament met het oog hierop leest,
dan wordt een andere kant van de zaak duidelijk. De vroegste en duidelijkste
verwijzing naar de liturgie is te vinden in Handelingen, het boek dat
het begin en de groei van de vroege Kerk verhaalt. De kerk te Antiochie
was de eerste niet-Joodse kerk buiten Jeruzalem, gevestigd rond A.D.
38 toen Barnabas gezonden werd om daar te onderwijzen (Handelingen 11:25
v.). Handelingen 13 beschrijft het uitkiezen van Barnabas en Paulus
voor de eerste zendingsreis. Dit zal rond A.D. 46 plaatsgevonden hebben
in wat toen een stabiele en goed gestructureerde gemeenschap van gelovigen
was.
Lukas verhaalt dat
de roeping van Paulus en Barnabas het werk was van de Heilige Geest
en dat deze plaats vond tijdens de "liturgie". De tekst zegt: "Op
een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden
(leitourgounton) voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: Stel
mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hun heb
toebedeeld. "(Acts 13:2). Lukas was aarts en goed opgeleid.
Hij zegt dat de gemeenschap samengekomen was in de traditionel rituele
eredienst, ondersteund door vasten, toen de Heilige Geest sprak. In
A.D. 46 gebruikte deze vroege Kerk kennelijk de traditionele maar
Christelijk ingevulde liturgie. Dit was binnen zestien jaar na de
opstanding van Jezus Christus. De continuiteit van de eredienst tussen
dehet Oude en Nieuwe Verbond lijkt hier duidelijk aanwezig.
Zie ook verdere pagina's
over de vroeg Christelijke Eredienst
Vroeg
Christelijke Kerkmuziek
Lees verder
Voor een uitgebreide
behandeling van de continuiteit tussen de Joodse Traditie en de Christelijke
zie: Williams, B. and Anstall, H.; Orthodox Worship: A Living Continuity
with the Synagogue, the Temple and the Early Church; Light and
Life Publishing, Minneapolis, 1990.
TERUG
NAAR BOVEN
[1]
Zier Exodus 12 & 13, 25-31; Jesaja 6; Daniel 7; Openbaring 4 & 5,
among others.
[2]
Louis Bouyer; Liturgy and Architecture, Notre Dame Press, Notre
Dame, p. 23
[3]
Louis Bouyer; Eucharist; Notre Dame Press, Notre Dame, p. 78
[4]
Bouyer, Liturgy and Architecture, p. 13