Vroeg
Christelijke Kerkmuziek
De eerste Joden die geloofden in Christus hielden de traditie van
hun voorouders in ere en namen deel aan de eredienst zowel in de Tempel
als in de synagoge. Hier voegden zij typisch Joodse gebruiken toe,
die in feite omgevormde Joodse gebruiken waren. Deze omvatten de Doop,
de Viering van de Maaltijd van de Heer (de Eucharistie), de Agape
viering, en andere. Doop bestond al in de Joodse religieuze praktijk
(speciaal voor proselieten) als een persoonlijke bekering. De Doop
werd, net als de Maaltijd van de Heer, omgevormd zowel qua vorm als
inhoud door Jezus Christus. De doop werd meer dan berouw om zonden,
maar gedoopt worden in de Nam van de Drieëenheid verleende ook
vergeving en inlijving in het Lichaam van Christus, de Kerk. De Doop
werd de eenmalige initiatierite waardoor men de heilige Geest ontving
en deel ging uitmaken van de Kerk.
Zo hielden de eerste
Christenen de door de tempeldienst aangegeven gebedsuren en namen
ze deel aan de eredienst in de Synagogue.En op de eerste dag van de
week kwamen ze op een andere manier samen.
TERUG
NAAR BOVEN
Jesus was gekruisigd
op Vrijdag, de dag voor de Joodse Sabbath, en was opgestaan op Zondag,
de derde dag. Daarom vierden ze op de eerste dag van de week de Maaltijd
van de Heer.
Op zaterdagavond begon de zondag.
Luke vertelt in Hand 10:7, "Op zaterdag avond kwamen we samen voor het
gemeenschapsmaal.
In de vroege Kerk
werd de Maaltijd van de Heer gevierd als onderdeel van een gemeenschappelijke
maaltijd (de agape viering). Bij deze tafelgemeenschap toonden de
gelovigen elkaar de liefde en eenheid die ze in Christus deelden.
Ze deelden wat ze konden missen. Als onderdeel van deze maaltijd was
er de Eucharist, het danken voor de genade in Jezus Christus. Het
sacrament had de symbolische lading van het Joodse pesachmaal, maar
nu omgeduid en gericht op het Lichaam en bloed van Christus, het Lam
van God. Misschien was het wel het ontbreken van die symbolische achtergrond
die leidde tot misbruik in de kerk uit de heidenen. Paulus wijst de
Corinthiers tercht om hun egoisme, het toelaten dat sommigen te weingig
kregen terwijl anderen zich dik aten en dronken werden. Zo kon de
Eucharistie niet gevierd worden (I Cor. 11:20-21).
In het begin was
het Christendom slechts een van de vele sekten binnen het Jodendom.
Ondanks hun verschillen deelden deze allen de Tempeldienst en de synagogedient,
en hadden hun eigen samenkomsten voor hun waar zij speciaal de nadruk
op legden.De continuiteit met de Joodse eredienstpraktijk was derhalve
vanzelfsprekend.
TERUG
NAAR BOVEN
De vervolgingen verstoorde
het vreedzame samenleven van Joden en Christenen en stuurde de Christelijke
eredienst in een eigen richting. De eerste vervolging wordt gemeld in
Hand 6 en 7, en resulteerde in het martelaarschap van Stefanus. De vroegste
vervolging was van de zijde van de Joodse authoriteiten.Hoewel er in
het boek Handelingen al tekenen zijn van de vervreemding tussen de twee
gemeenschappen, waar bijvoorbeeld Christenen niet langer welkom zijn
in de synagoge en Paulus dreigt gelyncht te worden op het terrein van
de Tempel (Hand. 21.) was het een proces dat op niet overal even snel
ging en op sommige plaatsen enige eeuwen duurde.
TERUG
NAAR BOVEN
Wat was de resulterende
orde van dienst? De synagogale eredienst structuur bestond uit gebeden,
belijdenis, Schriftlezing, een preek, en een zegen. En deze vorm werd
de kern van de Christelijke eredienst.
Aanwijzingen hiervoor
zijn te vinden in de vroegste Syrische kerken, en in de Constitutio
Apostolicaan en de Didache, en in de praktijk van de uiterst conservatieve
Nestoriaanse kerken. "De oud Syrische kerk schijnt een gekerstende
versie te zijn van een Joodse synagoge." [1] Er is
een bema in het centrum, een Ark met voorhangsel en kandelaar waarin
het Woord van God bewaard wordt, en een zetel voor de bishop die lijkt
op de zetel van Mozes. Aan deze synagogale elementen was een altaar
toegevoegd en de kerk was naar het oosten gericht.
Christelijke kerken
waren naar het oosten gericht. Christenen waren gericht op het hemelse
Jeruzalem van waar de Messias zou komen en zagen zichzelf als "tempel
van de heilige Geest." Het oosten is de plaats van de opgaande zon
en voor vroege Christenen was dit "het enige passende symbool
van de wederkomst van Christus in heerlijkheid, als Zon der Gerechtigheid
in Zacharia." [2] Tertullianus spreekt over publiek
en privé gebed naar het oosten als een apostolische traditie
en het drukte de eschatologische verwachting uit dat Christus zal
verschijnen als de Rijzende Zon die nooit zal ondergaan.
Aan de kern van de
synagogale eredienst (vaak aangeduid met de term Synaxis of Dienst
van het Woord) werd de vervulde tempeldienst toegevoegd, de Maaltijd
van de Heer (de Eucharistie), die ingevoegd werd voor de zegen. Dit
omvatte het gebruik van Psalmen op reciteertoon zoals gebruikelijk
in de Joodse tempeldienst, waar Paulus ook naar verwijst in Efeziers
5:19 en Kolossenzen 3:16 als hij aanmoedigt tot het gebruik van "psalmen,
gezangen en geestelijke liederen".
Vanwege de nauwe banden met de Joodse gemeenschap gingen Paulus en
de andere verbreiders van de weg van Jezus altijd eerst naar de synagoge
(als Jood waren ze dat gewend). De christelijke gemeente te Jeruzalem
was hoog in aanzien omdat het daar allemaal begonnen was. Je zou kunnen
zeggen dat het de "Moederkerk" was en als er vragen rezen werd deze
gemeente geraadpleegd. Hierdoor hielden ook de heidenkerken de band
met de Joodse eredienstpraktijk. De overeenkomst met de synagogale
praktijk laat zien dat de vroege kerk zich niet verzette tegen zijn
Joodse wortels. [3]
In zijn boek, De
Geschiedenis van de Kerk (18.1) haalt Eusebius, een vierde eeuwse
historicus en bisschop Philo aan, een Joodse historicus die in de
eerste eeuw schreef. Philo beschrijft de Christelijk "de hele nacht
durende waken voor de grote feesten, de geestelijke discipline waarin
die doorgebracht worden, de hymnes die we altijd reciteren, en hoe
terwijl één man met een regelmatig ritme zingt de anderen
in stilte luisteren en invallen bij het refrein van de hymne." [4]
Dit moet het antifonale zingen van een litanie (serie gebeden) zijn,
een joodse eredienstpraktijk, die Philo herkent. Aan het eind van
de eerste eeuw was de Christelijke Kerk al verbreid over een groot
deel van het Romeinse Rijk. Er waren Christelijke gemeenten in de
meeste grote steden en in veel kleinere. Deze gemeenten bleven de
overgeleverde (synagogale) eredienststructuur gebruiken maar met toevoeging
van de Maaltijd van de Heer.
De eredienst zal gewoonlijk eenvoudig geweest zijn, werd in het begin
bij welgestelde leden thuis gehouden en in tijden van vervolging in
het geheim. Alexander Schmemann stelt dat de liturgische vorm gewoonlijk
was:"de bisschop, omgeven door presbyters (ouderlingen) met het gezicht
naar de gemeente, de Avondmaalstafel, waarop de diakenen de gaven
(brood en wijn) die aangeboden werden geplaatst hadden, prediking,
gebed, het eucharistisch gebed (gebed voor de communie) en de uitdeling
van de heilige gaven (brood en wijn)." [5]
De vrijheid van de
eerste jaren toen christenen deel konden nemen aan de Joodse eredienst
in Tempel en synagoge en zelf de Maaltijd van de Heer vierden veranderde
door de vernietiging van de Tempel en de vervolgingen. Er trad een
litugische comprimering op. Onnodig materiaal uit de synagoge dienst
werd verkort of verdween. Het effect was een eenvoudiger dienst met
dubbele nadruk op het lezen van de Schrift en op de Maaltijd van de
Heer. Omdat kerken zich altijd georienteerd hebben op de vroege kerk
lijkt die op de huidige kerken. In zijn inleiding opf De Geschiedenis
van de Kerk van Eusebius zegt de redacteur dat we in de uitspraken
van Eusebius en van de vroege Christenen die hij aanhaalt een kerk
zien die we herkennen. "We zien hetzelfde onderscheid tussen mensen
met een kerkelijk ambt en mensen zonder, dezelfde onderverdeling van
de ambten in bisschop/predikant, presbyter/ouderling en diakenen,
dezelfde nadruk op de directe lijn naar de apostelen en op één
heilige algemene Christelijke Kerk die beoogd wordt door Christus.
We vinden het Christendom ingedeeld in diocesen en kerkprovincies,
met aan het hoofd bisschoppen die hoog in aanzien staan." [6]
TERUG
NAAR BOVEN
In de tweede eeuw werd
de Maaltijd van de Heer gescheiden van het Liefdesmaal (Agape viering).
Hierbij kunnen meerdere factoren een rol gespeeld hebben, maar het resultaat
was dat de viering van de Maaltijd van de Heer niet meer onderdeel was
van een 'gewone' maaltijd.
Het woord Eucharistie
betekent dankzegging (zie Lukas 22:16). Bij de instelling van het
Avondmaal duidde Jezus Christus het Joodse ritueel om, hij vulde zichzelf
en zijn heilswerk in als betekenis. Na de opstanding komt die duiding
pas tot zijn recht.
Door het ritueel
van de Maaltijd van de Heer ontving de Christen geestelijke voeding.
De Eucharistie was de actualizatie van de doorbraak in Christus. [7]
Door hieraan deel te nemen kreeg de Christen deel aan zijn lijden
maar ook al een voorsmaak van zijn opstanding." [8]
De deelname aan de
Maaltijd van de Heer werd niet gezien als een herdenking maar als
een actualizatie, als brandstof die de vlam van vernieuwing gaande
hield.
Hierbij kregen de
instellingswoorden een centrale rol en werden ze het centrum van het
tafelgebed. Deze nadruk werd bijvoorbeeld uitgesproken door Justinus
Martyr, ca A.D. 150, die zei: "Want wij ontvangen deze zaken niet
alsof ze gewoon voedsel en drinken zijn... het voedsel waarover de
dankzegging is uitgesproken wordt het vlees en bloed van de vleesgeworden
Jezus om ons vlees en bloed te voeden." Justinus noemde dit eten Eucharistie,
dankzegging of zegening, net als hij de afwassing bij de doop "verlichting"
noemde. Voor hem was het een echte en een krachtige handeling van
God. [10] Daarom beschouwde
Ignatius (Bisschop van Antiochie in A.D. 67, overleed 107 A.D), "de
Kerk als een Eucharistische vereniging waarin ze alleen hun ware aard
realizeerden als ze de Maaltijd van de Heer vierden en zijn lichaam
en bloed ontvingen in het sacrament." [11]
Toch zijn er varianten
gevonden van het tafelgebed waarin de instellingswoorden zelfs niet
voorkomen.
TERUG
NAAR BOVEN
TERUG
NAAR BOVEN
Aan het eind van
de eerste eeuw is er in alle regionale varianten een elementaire structuur
te ontdekken die gangbaar geworden was. De eredienst aan God richtte
zich op Jesus Christus en de Tafelgemeenschap met Hem. In the process
she remained true to her origin in Jewish worship which the Lord Himself
had practiced and which had been revealed by God. The shed blood of
bulls or goats was no longer at the core. This sacrifice was fulfilled
for all time in the Body and Blood of Jesus Christ, which is central
still to the life of the Church in the Holy Eucharist. Thus, as the
lives of the Apostles ended, as the responsibility for the Church
was being handed on to the next generation, her worship of God was
established. The basic form of the Liturgy was settled, to be refined
and enhanced over the coming years, but never altered in its basic
form and meaning.
De grote structurele
verandering in de ontwikkeling van de Christelijke eredienst had plaatsgevonden
voor het eind van de derde eeuw. Tot die tijd was het niet ongebruikelijk
dat de Christelijke eredienst nog twee gescheiden delen had, de Synaxis
(direct ontleend aan de Synagoge ) en de Maaltijd van de Heer. De
Maaltijd van de Heer was alleen voor gelovigen. Gaandeweg werden de
twee één. Tegen het eind van de zesde eeuw was het gescheiden
houden van de aparte onderdelen ongebruikelijk geworden. De twee onderdelen
hadden enige op elkaar lijkende en overlappende gedeelten, die in
elkaar geschoven werden. Voor de synthesis, hadden de Synaxis en de
Eucharistie de volgende onderdelen:" [14]
Synaxis
of "Samenkomst" |
Eucharistie |
Groet
en Respons |
Groet
en Respons |
Lezingen
met Psalmodie |
Vredeskus |
Psalmodie |
Offertorium |
Preek |
Eucharistisch
gebed |
Wegzending
van de Catechumenen (geloofsleerlingen) |
Breken
van het brood |
Voorbeden |
Communie |
Zegen |
Zegen |
In de Oosters Orthodoxe
Kerk en de Westers Katholieke Kerk werden deze twee samengevoegd met
litugische verrijking zoals het toevoegen van gezangen, het uitbreiden
van litanieën, en de toevoeging van de geloofsbelijdenis vand
Nicea. De bewoordingen varieerde, maar de structuur was hoogstwaarschijnlijk
ook al in de eerste eeuw zoals aangegeven. De Synaxis lijkt veel op
de Synagoge service. En de Eucharistie is bijna identiek aan de Eucharistie
in Rome in 150 A.D. die Justinus Martyr beschrijft in zijn Eerste
Apologie.
Zie ook verdere
pagina's over de vroeg Christelijke Eredienst
Vroeg
Christelijke Kerkmuziek
Voor deze pagina is ondermeer gebruik gemaakt van
Williams, B. and Anstall, H.; Orthodox Worship: A Living Continuity
with the Synagogue, the Temple and the Early Church; Light and
Life Publishing, Minneapolis, 1990.
TERUG
NAAR BOVEN
[1]
Louis Bouyer, Eucharist, Notre Dame University Press, Notre
Dame, 1968, p. 25.
[2]
ibid, p. 28.
[3]
Alexander Schmemann, Introduction To Liturgical Theology, St.
Vladimir's Seminary Press, Crestwood, 1986, p. 154.
[4]
Eusebius, The History of The Church, Dorset Press, New York,
1965.
[5]
A. Schmemann, op. cit., p. 119.
[6]
Eusebius, op. cit, p. 9.
[7]
A. Schmemann, op. cit, p. 43.
[8]
L. Bouyer, op. cit., p. 32.
[9]
Willy Rordorf, editor, The Eucharist of the Early Christians,
Pueblo Publishing Co., New York, 1976, p. 61.
[10]
ibid, p. 75.
[11]
in Timothy Ware, The Orthodox Church, New York, Penguin Books,
1978. p. 21.
[12]
Gregory Dix, The Shape of the Liturgy, The Seabury Press, New
York, 1982, p. 137.
[13]
L. Bouyer, op. cit., p. 35.
[14]
G. Dix, ibid, p. 434.