NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis



Oosters Orthodoxe Liturgie

- Overzicht
- Vroeg Oosters Orthodoxe Liturgie
- De Byzantijnse Synthese
- Iconografie en Eredienst
- Het Byzantijnse Typicon

De Byzantijnse Synthese



Naast de culturele en theologische veranderingen van de vierde en vijfde eeuw had nog een belangrijke gebeurtenis invloed op de ontwikkeling van de Goddelijke Liturgie, namelijk dat het Christelijk geloof ingeburgerd was geraakt in het Oostelijk Romeinse Rijk, dat nu het Byzantijnse Rijk werd. Nadat hij keizer werd vestigde Constantijn in 330 A.D. een nieuwe hoofdstad voor zijn rijk in Byzantium. Deze oude vissersplaats aan de Bosporus die nu Istanbul heet in het huidige Turkije, werd het centrum van het Byzantijnse Rijk en ontwikkelde zich tot een van de toonaangevende centra van kunst en cultuur in de volgende duizend jaar.

Constantijn concipieerde een theocratie waarin de keizer in naam van God regeerde, de beschermer van het geloof was en zorgde voor het welzijn van de gelovigen. Zijn theocratie deed de Kerk bloeien en leverde de basis voor de vorm van regering die het Byzantijnse Rijk zou worden. Omdat het Byzantijnse Rijk de smeltkroes was waarin de Oosters Orthodoxe Kerk vorm kreeg is het belangrijk om de historische invloeden onder ogen te zien.

TERUG NAAR BOVEN

Splitsing van het Romeinse Rijk

Het verenigde rijk van keizer Constantijn was geen lang leven beschoren. Het functioneerde als twee helften van een geïntegreerd geheel, die oorspronkelijk hetzelfde wereldbeeld deelden. Voor het einde van de vierde eeuw kwamen nieuwe (barbaarse) volken in de Grote Volksverhuizing naar het Westen en veroverden dat gaandeweg. De meeste nieuwe bewoners werden uiteindelijk gekerstend maar hun veroveringen vertraagden en beperkten liturgische verandering in het Westen. De volgende vier honderd jaar zag deze strijd plaats maken voor de opkomst van het rijk van Karel de Grote. Het Ostrogothische Koninkrijk werd in 493 in Italie gevestig, en wat nu Europa heet werd beheerst door 'barbaarse' stammen. Dit was het begin van de periode die wel de Donkere Middeleeuwen genoemd worden in het Westen. In het Oosten ontbrak het niet aan moeilijkheden en oorlogen maar het rijk bleef cultureel intact en functioneerde als een geheel.

TERUG NAAR BOVEN

Kerk en Staat

In het Westen werd de Kerk vaak ingeschakeld om vroegere taken van de burgerlijke overheid uit te oefenen en om stabiliteit te bevorderen. Deze situatie gaf de Kerk een plaats in de politiek en richtte haar op wereldlijke zaken, in het Westen werd zij een grote speler in deze arena. Het theocratische concept van Constantijn hield stand in het Oosten en bereikte een hoogtepunt in de regering van Justinianus in de zevende eeuw. Zijn politiek-religieuze concept was "symphonie," een symbiotische relatie waarin Kerk en Staat niet door wet of macht verbonden waren maar door het Christelijk geloof. De keizer en zijn rijk waren gebonden door hun geloofsbelijdenis om het geloof in zijn geheel te behouden.

"In het Oostelijke concept, omarmde de Kerk de hele wereld en was er de essentie van, norm en bron van de gave van de Geest die erin verkeerd, maar de Kerk was niet het gezag in wereldlijke politieke zaken, noch de bron van gezag. Dat gezag was gegeven aan keizers en heersers, zij hoorden geleid te worden door de waarheid van de Kerk, maar zij ontvingen geen gezag van de kerk." [1] Het resultaat was dat de Kerk in de Staat was en er deel van uitmaakte, maar er in feite aan onderworpen was. In het Westen, was de Kerk binnen de Staat vaak in conflict ermee en leek er buiten te staan, maar streefde de Kerk ook naar macht over de Staat. Zelfs met Justinianus' concept van symphonie was er altijd de vraag van het arbitraire gezag van de Staat (omdat de keizer alle macht had) en of de Kerk dat altijd accepteerde — vaak ten koste van zichzelf en ten koste van de waarheid van het Koninkrijk van God.

"Zowel Oost als West weken af van het oorspronkelijke Nieuw Testamentische idee van de rol van de Kerk met de Staat. Maar de unieke positie van de Kerk in het Byzantijnse Rijk, gepaard aan de historische omstandigheden van de volgende duizend jaar, vormden een klimaat dat de cultuur bevorderde, kunsten en wetenschappen bloeiden, maar veranderden niet fundamenteel." [2]

Alexander Schmemann stelt dat de theocratie in Byzantium niet afgeschrevne kan worden als de onderwerping van de Kerk aan de Staat. En het was zeker niet de onderwerping van de Staat aan de Kerk, zoals vaak het geval was in het Westen. De relatie van Kerk en Staat was veel complexer. Tijdens de hele Byzantijnse periode was er interne strijd waar de Kerk op reageerde: juiste morele waarden ( de Trullische Concilies); de herontdekking van geestelijke werkelijkheden (monasticisme); het vastleggen van de leer van het geloof (de latere Oecumenische Concilies en het werk van veel grote theologen); de ervaring van de volheid van de Christelijke eredienst (de Goddelijke Liturgie van Johannes Chrisostomos).

TERUG NAAR BOVEN

De Invloed van Byzantium in het Westen

De ontwikkeling van de Christelijke rite moet gezien worden in deze situatie van relatieve stabiliteit en enculturatie. De invloed van Byzantium verspreidde zich over het hele Romeinse Rijk en groeide en taande afhankelijke van de politieke situatie. Zo zien we koepelkerken in Italie, het gebruik van Grieks in de Roomse Mis tot in de tiende eeuw en Byzantijnse kloosters in Zuid Italie, tot op de dag van vandaag.

Deze cultuur met zijn gevoel voor schoonheid deed geloofsuitdrukking en eredienst bloeien. En deze religieuze ontwikkelingen waren niet beperkt tot vormen van eredienst. De Theologie bleef zich ontwikkelen in de Oostelijke Kerk. En bovenal ontwikkelden het monasticisme en de spiritualiteit zich tot grote hoogten in deze periode. "We hoeven slechts de monastische literatuur van deze tijd op te slaan om een wereld aan spiritualiteit te vinden -- zo'n verbazingwekkende verfijning van de menselijke geest, zo'n inzicht en heiligheid, zo'n allesomvattend, prachtig concept van de uiteindelijke betekenis van het leven." [3]

TERUG NAAR BOVEN

De Goddelijke Liturgie van Johannes Christosomos

De Oostelijke liturgische vorm die nu aangeduid wordt als de Goddelijke Liturgie van Johannes Chrisostomos was een laat zesde eeuwse vervolmaking die in Constantinopel plaats vond. Er was continuiteit met de liturgische tradities van de vroege Kerk. Voor hij Bisschop van Constantinopel werd was Johannes Bisschop van Antiochie geweest en zijn liturgische bijdragen aan de Oosters Orthodoxe eredienst omvatten de liturgische tradities die hij van Antiochie naar Constantinopel bracht en ook de verfijningen die hij wellicht heeft aangebracht als Patriarch van Constantinopel. De Liturgie van Johannes bereikte waarschijnlijk zijn eindvorm in de zesde eeuw en wordt toegeschreven aan de Patriarch die duidelijk bijdroeg aan de eindvorm en inhoud.

In de zevende eeuw was de Goddelijke Liturgie in feite compleet. De meeste veranderingen die daarna aangebracht werden waren geen essentiele veranderingen maar eerder kleine veranderingen in vorm en stijl. Kleine silistische veranderingen vonden plaats tot in de negende eeuw, maar daarna enkel kleine veranderingen in de bewoordingen van de gebeden van de Liturgie [4].

In de zevende eeuw was het bisdom Constantinopel gerezen tot de het belangrijkste in de hele Oosters Orthodoxe Kerk en de liturgische vormen die tot stand waren gekomen in de hoofdstad begonnen andere tradities te beïnvloeden. Deze invloed vond plaats zowel vanwege de hoog ontwikkelde vorm die de rite van Constantinopel had bereikt als vanwege het feit dat deze rite werd voorgeschreven in het keizerrijk. Binnen honderd jaar werd de vorm die in de hoofdstad gebruikt werd de enige vorm die in de hele Oosters Orthodoxe kerk gebruikt werd, behalve op speciale dagen. Veel van de"standardizatie" van de rite van de Oosters Orthodoxe Kerk in de Liturgie van Johannes Chrysostomos werd veroorzaakt door de keizer die de liturgische vorm wilde standaardizeren als een manier om de onenigheid van de ketterijen binnen zijn rijk tegen te gaan. Deze dynamiek van externe politieke druk om de liturgie te "standardizeren" kwam ook voor in de Westerse Kerk onder de regering van Karel de Grote.

Schmemann wijst erop dat "Byzantium, van zijn kant, steeds meer het Westen de rug toekeerde en zijn centrum van aandacht naar het Oosten richtte." Vanaf de vijfde eeuw, "zien we duidelijk de voortschrijdende orientalizatie van het keizerrijk en zijn cultuur, psychologie, kunst en hofritueel." [5] Hoewel het Oosten vanaf het begin organisch verbonden was met het Westen als deel van het éne Romeinse Rijk, hadden de barbaarse invasies het Westen dieper in de chaos van de Donkere Middeleeuwen gedompeldhad plunged en deelde het niet in de ontwikkeling van Byzantium.

TERUG NAAR BOVEN

Tanende Politieke Macht

Aan het begin van de achtste eeuw was het Byzantijnse Rijk niet langer een wereldrijk Het was een "betrekkelijk kleine staat geworden waarin alles onderworpen was aan de noodzaak om druk te weerstaan, druk van de Islam, druk uit het Oosten, van de Slavische volken in het Noorden, en al gauw van de Noormannen uit het Westen." [6] Vanaf de regering van Justinianus tot in deze periode, was de Kerk steeds meer een onderdeel van de Staat geworden. Zo werd de kerk gevormd en bepaald door de historische en politieke werkelijkheid die het lot van het keizerrijk bepaalde.

Zowel de Kerk als de Staat begonnen een houding van afgezonderd conservatisme bevorderen. Dat wil niet zeggen dat religieuze activiteit ophield: maar vanaf de tiende eeuw was de nadruk op het behoud en de overdracht van de traditie en de cultuur, ten koste van de creativiteit. Er werd van uitgegaan dat de Katholieke waarheid van de Kerk eens en voor altijd geformuleerd en vastgelegd was door de kerkvaders en de Oecumenische Concilies. Deze "terugblikkende" tendens gepaard aan het defensieve culturele en politieke wereldbeeld resulteerde in de ontwikkeling van een religieuze houding die als enige orthodoxie beschouwde wat overgeleverd was.

TERUG NAAR BOVEN

De onveranderlijkheid van de Orthodoxe Eredienst

Terwijl het vroege Byzantijnse Rijk een milieu leverde waarin de Kerk zich natuurlijk kon ontwikkelen, werd het latere keizerrijk gekenmerkt door conservatisme en de afwezigheid van verandering. Terwijl dit sterk contrasteerde met de culturele ontwikkelingen die zich afspeelden in het westen in de zelfde tijd, werd het toch een bepalend element in de Oosters Orthodoxe Kerk. Dit gebrek aan verandering gedurende meer dan acht honderd jaar heeft de Oosterse Rite de faam van onveranderlijkheid gegeven. De Kerk streefde ernaar zich te houden aan wat Paulus aan Timotheus schreef "Timoteüs, waak over hetgeen je is toevertrouwd en mijd het goddeloze gepraat en de tegenstrijdigheden van wat ten onrechte kennis wordt genoemd " (1 Tim. 6:20). Zo ppogde men wat in de vroege Kerk gerealiseerd werd vast te houden.

Voor de vroege Kerk kwam de theologie voort uit de ervaring. De ervaring van Jezus Christus en van de Heilige Geest leidden tot de ontwikkeling van de leer van de Drieëenheid. De ervaring van de Joodse eredienst en van de Eucharistie leidde tot nieuwe vormen van eredienst. Ten tijde van het laatste Oecumenische COncilie was al deze ervaring vastgelegd. De Gouden Eeuw van de Christelijke Theologie was voorbij; het werk was compleet. Deze instelling samen met de omstandigheden en het wereldbeeld van Byzantium resulteerden in het gebrek aan veranderingen in de Oostelijke Kerk.

Ondanks dit alles was er toch "een erg hoog niveau van kerkelijke cultuur, van geestelijke en intellectuele interesse, en constant streven naar verlichting, scholen en boeken. Het middeleeuwse Byzantium was het culturele centrum van de wereld." [7] En ondanks deze schijnbare tegenstelling (of misschien wel danzij deze), was het hier dat de top van de Oostelijke spiritualiteit bereikt werd in de personen van Symeon de Nieuwe Theoloog en Gregorius Palamas. Het probleem was dat de nadruk was op onderhoud en versiering. In tegenstelling tot het Westen ondervond Byzantium in de eerste paar honderd jaar een gestage en constante periode van ontwikkeling en daarna in feite duizend jaar zonder verandering. Het resultaat was een vrijwel onveranderd reservoir aan eredienst praktijken die dicht bij de oorsprong van het Christelijk geloof staan.

TERUG NAAR BOVEN

Het Grote Schisma van 1054

De meeste Christenen zijn zich bewust van de historische gebeurtenis die de Oostelijke en de Westelijke Kerk scheidde, het Grote Schisma van 1054. De scheiding gebeurde echter niet spontaan. Het was het gevolg van eeuwen uiteengroeien en de ontwikkeling van verschillende wereldbeelden. Het schisma was het resultaat van theologische, culturele en politieke twisten, gecompliceerd door de extreme verschillen tussen de twee helften van de Christelijke wereld.

Het lot van Byzantium, en van de Oostelijke Kerk, had weinig van doen met het schisma van 1054. De twee waren begonne als twee helften van een geïntegreerd geheel: '"Het lot van Byzantium werd uiteindelijk beslist in het Oosten en de opkomst van de Islam markeert de grens die het vroege (Oostelijke) rijk scheidde... van het latere Byzantium. De eenheid van de Romeinse wereld werd niet vernietigd door een interne scheiding tussen Oost en West, maar door een externe ramp..." [8] Deze externe ramp werd in de eerste plaats gevormd door de barbaarse invasies en veroveringen in het Westen, die de communicatie met het Oosten verbraken. Dit werd verergerd door het historische en culturele proces dat resulteerde in de het Latijn als voertaal van het Westen en het Grieks als voertaal van het Oosten. De opkomst van de Islam kwam daar nog bovenop toen de Patriarchaten van Jerusalem, Alexandrie en Antiochie onder het juk van de Islam kwamen.

TERUG NAAR BOVEN

Oosters Orthodoxe Zending in Rusland

Religieuze, culturele en politieke verschillen, die uiteindelijk resulteerden in het schisma in 1054, voorkwamen dat deOostelijke Kerk naar het Westen keek. Religieuze verschillen en zelfs vijandigheid voorkwamen dat zij naar het Oosten keek. Maar ze kon wel naar het Noorden reiken naar de Slaven en naar Rusland. De zending naar het Noorden begon in de negende eeuw. Het resultaat van deze missionaire activiteit was duidelijk in 1988 toen 1000 jaar Christendom in Rusland gevierd werd. Toen het Byzantijnse Rijk uiteindelijk viel in de vijftiende eeuw, was Rusland een Oosters Orthodox land. In de ogen van de Russisch Orthodoxe Kerk was de heilige missie van Byzantium haar missie geworden.

Deze zending in de Slavische landen, in Rusland, en verder naar Azie, toont een geestelijke kracht die aan het einde van het eerse millennium nog duidelijk was in de Oostelijke Kerk in het Byzantijnse Rijk. Het resultaat was een Orthodoxe Kerk in Rusland die weer duizend jaar lang de eredienst en evangelisatie gaande hield. Uit deze missionaire inslag kwam de zending naar Noord Azie en Noord Amerika, en de vestiging van Orthodox Christendom in Alaska in 1793.

Het Westen bleef sterk veranderen tijdens de middeleeuwse periode van de Scholastiek, tijdens de Renaissance, en in de Verlichting. Deze veranderingen waren niet alleen politiek en cultureel en filosofisch maar hielden ook aanzienlijke theologische verandering in. Dix sluit het historische deel van zijn boek af met: "...De Byzantijnse Kerk overleefde omdat... de Orthodoxie iets veel groters en meer Christelijk is dan Byzantium — rijk in geloof en heiligheid en bovenal in martelaren. Tot deze laatste twintig jaar was het nog mogelijk (maar unfair) om het een slapende kerk te noemen ... Het zal fascinerend zijn om te zien wat deze kerk maakt van zijn geweldige patristische erfenis in de moderne wereld als ze overal bevrijd is van de oude verstrengeling met de autocracy. Wat ze in ieder geval zal houden in de Byzantijnse rite die de hel Oosters Orthodoxe Kerk gebruikt en waardoor zij zich bewaard heeft voor uitsterven." [9]

 

Zie Orthodox Worship: A Living Continuity with the Temple, the Synagogue and the Early Church, Williams, B. en Anstall, H., Light and Life Publishing Co., Minneapolis, 1988.

BACK TO TOP


[1] A. Schmemann, The Historical Road of Eastern Orthodoxy, St. Vladimir's Seminary Press, Crestwood, NY, p. 118.

[2] A. Schmemann, ibib, p. 217.

[3] A. Schmemann, ibib, p. 165.

[4] G. Dix, ibid, p 547.

[5] A. Schmemann, ibid, p. 143.

[6] Ibid, p. 200.

[7] A. Schmemann, op cit, p. 226.

[8] Ibid, p. 170.

[9] G. Dix, (need page reference from Ben W. . . .).