NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw



 

Psalm 23

 

In de 23ePsalm (Griekse nummering: Psalm 22) in de Hebreeuwse Bijbel/ het Oude Testament, beschrijft de auteur God als beschermer en voorziener. De tekst is geliefd bij zowel Joden als Christenen en is vaak getoonzet.

Inhoud

In de Joodse traditie

Een lange traditie schrijft het auteurschap toe aan Koning David, die in zijn jeugd als herder begon.

Psalm 23 wordt door Joden traditioneel gezongen bij het derde sabbatsmaal op zaterdagmiddag. Hij wordt ook gezongen gedurende de Yizkor dienst. Sephardische en sommige Hassidische Joden zingen deze psalm ook gedurende de vrijdagmiddagdienst en als deel van de Sabbath avond- en dagmaaltijden. Hij wordt gelezen in de uitvaartdienst in plaats van het traditionele gebed gedurende Joodse feest- en gedendagen.

De standaard Hebreeuwse tekst in gebruik in het Jodendom is de Masoretische tekst die tot stand kwam tussen de zevende en tiende eeuw (Christelijke tijdsrekening).

In de Christelijke traditie

Voor Christenen roept het beeld van God als herder niet alleen associaties met David op maar vooral met Jezus, die in het Evangelie naar Johannes beschreven wordt als de Goede Herder.

Orthodoxe Christenen gebruiken de Psalm in de voorbereidingsgebeden bij de Eucharistie.

De Reformatie inspireerde gewone mensen tot het lezen en uit het hoofd leren van (gedeelten van) de Bijbel in de volkstaal. Psalm 23 behoort tot de bekendste bijbelgedeelten.

Berijmde versies

In Nederland werd de berijming van Psalm 23 van Datheen (een vertaling van de Geneefse Psalmberijming) bekend.

Veel geliefder is de latere berijming van Jan Jacob Lodewijk ten Kate (1819-1889): De Heer is mijn Herder! 'k Heb als wat mij lust.

In de Engelstalige wereld werd de eerst versie gemaakt made in 1565 door Thomas Sternhold. Andere berijmingen zijn die uit The Bay Psalm Book (1640)[1] en een versie afgeleid van Sternholm gepubliceerd het Scottish Psalter (1650).[2] De laatstgenoemde is nog te vinden in veel liedbundels. Andere berijmingen zijn bijvoorbeeld die van George Herbert enIsaac Watts.[1]

Gebruik bij uitvaarten

Alle tradities van het Christendom kennen het gebruik van deze psalm bij uitvaarten. In Engelstalige films komt deze psalm vaak voor bij scenes aan het graf.

Toonzettingen

Liturgisch en klassiek

 

 

Verwijzingen

Externe links

 

Een van de meest geliefde psalmen is Psalm 23, de psalm van de goede Herder. Eeuwenlang heeft dit lied mensen bemoedigd en getroost in allerlei levenssituaties. Wat de psalm door de geschiedenis uitgewerkt heeft noemt de bijbelwetenschap Wirkungsgeschichte. In 'Pastorale' geeft Niek Schuman, oudtestamenticus en liturgie-wetenschapper, een korte uitleg van Psalm 23 en gaat hij vooral in op de vraag hoe dit lied van de Herder en de Gastheer door kerkvaders en reformatoren neerslag vond in berijmingen en poëzie, in liturgische rituelen en in de beeldende kunst, in film en muziek. Het levert een rijke oogst op. Wat een schat blijkt het gebedenboek van Israël te zijn en tot welk een schat heeft het aanleiding gegeven.

Om te beginnen laat hij zien dat je bij de uitleg van een psalm niet alleen moet vragen naar de historische situatie waarin het lied ontstaan is, maar vooral ook moet letten op de plaats in het psalmboek. Schuman laat overtuigend zien hoe Psalm 23 verbonden is met de psalmen 15-24. Allerlei motieven uit deze psalmen keren terug in Psalm 23 en werpen licht op de uitleg.

Psalmen zijn Hebreeuwse gedichten en hebben een specifieke structuur en opbouw. Een structuur-analyse laat zien dat de kern en het omslagpunt van Psalm 23 in de woorden van vers 4 liggen waar de sprekende persoon tot God zegt: U bent bij mij. Die woorden bepalen wat vooraf gaat en wat volgt.

Als de christelijke gemeente Psalm 23 zingt, denkt deze aan Jezus Christus, die in Johannes 10 van zichzelf zegt: Ik ben de goede Herder. De christologische interpretatie heeft zijn wortels in de oudtestamentische profetie (Ez. 34, Jer. 23).

Gebruik in de Christelijke Liturgie
De Christologische interpretatie ligt ten grondslag aan het liturgisch gebruik (en in de kerkelijke kunst). In de kerk van de eerste eeuwen was Psalm 23 een onderdeel van de voorbereiding op de doop, de doopviering in de paasnacht en de weg naar de maaltijd van Christus. De Herder leidt de schapen door het donker van de dood naar het licht van het leven.
We vinden dit motief ook terug in de kunstgeschiedenis. Schuman bespreekt een zestiental voorbeelden die als een apart katern in dit boek zijn opgenomen: vanaf vroeg-christelijke mozaïeken uit catacomben en doopkapellen tot en met het werk van Anneke Kaai-van Wijngaarden.

Psalmen hebben doorgaans in berijmde vorm hun plaats in de protestantse eredienst. Ga je een psalm berijmen dan gebeurt er iets met zo’n lied. Dat zie je als je kijkt naar berijmingen van Psalm 23 uit verschillende tijden, en ook als je kijkt naar vrijere bewerkingen zoals Ten Cate’s bekende lied ‘De Heer is mijn Herder’ en gedichten van Rutger Kopland. Ook in verhalen, films en muziek komen we sporen van psalm 23 tegen.

De relatie van de psalmen tot de christologie vormen een discussiepunt dat in onze tijd felle reacties oproept. Soms wordt een christologische uitleg gezien als annexatie van iets wat Israël toebehoort en zelfs als anti-joods bestempelt. Noordmans stelde dat we in de christelijke gemeente de psalmen gebruiken in het voetspoor van Jezus Christus die zijn weg heeft afgestast aan de psalmen. ‘Een al te innige omhelzing van de joodse traditie door christelijke uitleggers ontneemt aan de traditie haar adem’ (blz. 183) zegt Schumann. Rabbijnen hebben bovendien vele momenten uit het leven van David verbonden met de psalmen. En de eerste gemeente – christenen van joodse huize! – hebben tal van psalmen messiaans geduid en betrokken op de Zoon van David. Bovendien kunnen we van de kerkvaders – Augustinus voorop – leren dat je een psalm op uiteenlopende wijze met Christus kunt verbinden.