|
|
|
BAROK EN ROCOCO
Bouwkunst van de barok
Beeldhouwkunst van de barok
Schilderkunst van de barok
BAROK EN ROCOCO
Naast het willen genieten van zijn rijkdom voelt de mens van de barok
toch ook iets van de noodzaak van ascese. Het zoeken van een eenheid van
tegendelen is kenmerkend voor de barok.
Hoewel op andere wijze zoekt de in deze periode levende mens evenals de
middeleeuwer naar een hechte ordening van de gemeenschap. Het absolutisme
kwam aan dit verlangen tegemoet. De vorst, vooral Lodewijk XIV, wordt
de alles beheersende figuur in de samenleving.
Het is niet meer alleen de kerk, die aan de kunst haar vorm geeft, maar
ook de gemeenschap, de staat.
De kunst van de barok was evenzeer een consequentie van als een reactie
op de renaissance. Zij stelde tegenover de regelmatige en afgeronde schoonheid
van de renaissance de schoonheid van de, in Portugal barocco genoemde,
scheef-ronde parel. In Frankrijk ontstaat hieruit, tegen bet einde van
de 18de eeuw het rococo, welke naam is afgeleid van rocaille, de schelpvorm
met zijn tere schoonheid.
De barokstijl vindt zijn oorsprong in Italie. Het te gemakkelijk overnemen
van de klassieke vormen en het zonder meer wetenschappelijk toepassen
van vaste wetten had daar de renaissance hoe langer hoe meer tot een maniertje
verlaagd, dat ieder op een van de vele academies leren kon. Het contact
met de eigen tijd ging daardoor vaak verloren. Maar dank zij hun taaie
leven, zullen de academies in de 18de eeuw toch nog een late overwinning
behalen. Voorlopig echter was de barok de stijl waarin de eigen tijd het
best tot uitdrukking kwam. Hoewel niet, zoals wel beweerd is, een stijl
uitsluitend van jezuieten, vormde deze zich toch in hoofdzaak in katholieke
landen. In Italie, maar al spoedig ook in Spanje, Frankrijk en het zuiden
van Nederland en Duitsland werd zij de typische hofstijl van kerk en staat.
In het protestantse Holland kreeg zij vanzelfsprekend een geheel eigen
karakter.
Vrijwel iedere grote stijl kende een barokke periode, een tijdperk waarin
met de door voorgangers gevonden mogelijkheden wordt gespeeld en de overdrijving
haar intrede doet. Alleen omdat dit na de renaissance opvallender was
dan tijdens het hellenisme en de flamboyant-gotiek werd daaraan de naam
barok gegeven. De vormen worden vaak geaccentueerd ten koste van de gedachten,
die men dikwijls te hoog stelde. De barok werd daarom tot voor enkele
tientallen jaren weinig gewaardeerd. Maar thans bewonderen wij weer de
fantasie en de hartstocht waarmee de grootse opdrachten werden uitgevoerd.
De kunstenaar was niet meer leider der cultuur, maar een zeer gewaardeerd
dienaar van kerk en staat, van pausen en koningen. Zijn werk moest in
de eerste plaats imponeren en verrassen door overdadige en bizarre vormen.
Lijnen en vlakken gaan zich in de ruimte krommen en welven. Men zoekt
een absolute schoonheid; geen natuurlijke, maar een bovennatuurlijke,
geen tijdelijke, maar een eeuwige. De materie moet worden ontstoffelijkt,
de geest geconcretiseerd. Deze onvervulbare verlangens eisten een dynamischer
vorm dan de statische renaissance gaf. Zij vragen geen objectieve waarneming,
maar een subjectieve, een innerlijke waarneming door de kunstenaar zelf.
Nu de techniek geheel wordt beheerst, uitpluizen en indelen niet meer
noodzakelijk zijn, kan de kunstenaar trachten samen te vatten wat er in
hem aan spanningen leeft. Gezocht wordt een zo groot mogelijke eenheid
van een zo groot mogelijke verscheidenheid. Niet de analyse maar de synthese
van contrasten is het doel. Ter wille van de eenheid moeten zelfs bouw-,
beeldhouw- en schilderkunst hun grenzen vervagen. Men probeert door overdrijving
van het menselijke het onbereikbare te bereiken en in Frankrijk leidt
dit tot het abstracte, kalligrafische ornament van het rococo, waarin
de overdreven barokvormen een verfijnd asymmetrisch evenwicht krijgen.
Het wordt daar alles van een luchtiger en speelser karakter tot het aan
het eind van de 18de eeuw geheel in de ban komt van het classicisme.
Zie Barok
(Stijperiode) (Wikipedia)
Zie Rococo (Wikipedia)
|
|
|