LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Bij Psalm 29 Macht staat tegenover macht. vol geraas, In het eerste vers staan ze beiden genoemd: Die godenzonen worden opgeroepen zich te schikken: Heeft Hij die anders niet? Omdat het tegenmachten zijn, zij stammen uit Egypte. Wat voor machten zijn dit? Het gaat hier om mensen en om machten Het is de dialectiek van het magnificat Het gaat om de gemeente Gods, dat kwetsbare expiriment van humaniteit, in het nauw gebracht, De machten van het verderf worden opgeroepen sluit je aan bij de gemeente Gods! Doe mee aan het expiriment humaniteit: `buigt u juichend voor Hem neer'. Ja, want deze nederwerping zou hun verhoging zijn. Dan verheft zich de Stem, Dit is de psalm van de Stem Gods. Zoals Genesis 1 het verhaal is van het spreken Gods, dat ruimte maakt voor waarachtige humaniteit, die de chaosmacht bedwingt. De stem van de Heer is over de wateren. Zo zal het zijn! Dat is geen voorspelling. Het is een roep nit de diepte, De Naam zal verheven zijn boven alle namen! Die naam klinkt aan het begin van de psalm in vers 2. die zich bekendmaakte aan Mozes, die vrijmachtig en onafhankelijk meeging met de gemeente, naar het land van de vreugde: oefenplaats van recht en vrede. dit vruchtbeginsel van bevrijd leven maar beschermd. Wanneer de machten zich dreigend verheffen, over de machtige wateren: De Stem van de Heer is met macht, Macht tegen macht. De macht van de liefde. die in zwakheid volbracht wordt. Ceders worden gespleten. Wie of wat houdt stand tegen deze machtige Stem? Zal zij niet bloeien als een roos, wanneer de Stem van de Heer haar roept? De HEER! Zo roept een gemeente in benauwdheid, En zij weet: haar lofzang verheft de Naam, Jaap Goorhuis
|
|