NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw




Een meditatie in navolging van Ignatius

Kies een gebeurtenis uit het leven van Jezus. Stel je je dan voor dat deze gebeurtenis in het heden plaatsvindt en dat jij daaraan deelneemt.

Bijbelteksten die geschikt zijn voor deze oefening zijn bijvoorbeeld:
Lucas 5:27-29, de roeping van Levi; Lucas 13:10-12, een genezing op sabbat; Marcus 10:13-16, Jezus zegent de kinderen.

Lees het gekozen Schriftgedeelte. Leef je dan in het verhaal in (als het een verhaal is) alsof je er bij aanwezig bent. Probeer te zien wat er gebeurt, te horen welke geluiden er klinken en wat gezegd wordt, te ruiken wat er te ruiken valt, te proeven wat er te proeven valt en aanrakingen te voelen.

Vraag je af wat deze tekst jou persoonlijk te vertellen heeft. Laat de tekst daartoe langzaam, zin voor zin en woord voor woord, op je inwerken.

Als een zin of woord je treft, ga daar dan dieper op in: wat treftje? Wat stoort je? Waarom? Wat vertelt dit tekstgedeelte je, hier en nu?

Als een tekstgedeelte je niet meteen aanspreekt, kan het je toch iets te zeggen hebben. Voor Ignatius van Loyola is herhaling belangrijk. Herkauw een woord voor jezelf, en kijk wat het je doet

Het doel van deze oefening is om contact te leggen met Jezus' handelend optreden in je eigen leven. Dit gebeurt door je een Schriftgedeelte door inleving zo eigen te maken, dat het verhaal jouw verhaal wordt.
*

De oefening verloops als volgt:

Neem Matteus 8:23-27, het verhaal over de storm op het meer:

'En toen Hij in het schip ging, volgden zijn discipelen Hem. En zie, er kwam een grote ontstuimigheid op de zee, zodat de golven over het schip sloegen; maar Hij sliep. En zij kwamen en maakten Hem wakker en zeiden: Here, help ons, wij vergaan! En Hij zeide tot hen: Waarom zijt gij bevreesd, kleingelovigen? Toen stond Hij op en bestrafte de winden en de zee, en het werd volkomen stil. En de mensen verwonderden zich en zeiden: Wat voor iemand is deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn?'

VOORBEREIDING

Trek een bepaalde tijd uit, bijvoorbeeld drie kwartier, in een rustige ruimte.

Ga zitten in een gemakkelijke houding.

Probeer tijdens de oefening in het hier en nu te blijven, niet af te dwalen, als je toch afdwaalt, keer dan rustig terug.

Lees de tekst twee keer hardop door.

Stel je de plaats van handeling voor: het schip en de zee.
Wat zie je? Ruik je de zee en de wind? Voel je kou of warmte? Hoor je de golven?
Proef je het zoute water? Voel je de stevigheid van het houten schip? Hoe ziet het eruit?

Neem alle tijd om je voor te stellen wat er gebeurt.

Hoe is het weer bij het begin van de gebeurtenissen, en hoe verandert dat?
Hoeveel mensen zijn er op het schip? Wie zijn het? Wat voor kleren hebben ze aan?
Wat weet je over hen? Zie je Jezus voor je?

Wat gebeurt er dan? Zie je de storm voor je? Zie je de angst op het gezicht van de mensen, wanneer het zo stormt?

Waarom verwonderen de mensen zich aan het einde?

Ga weer naar het begin en neem nu zelf deel aan wat er gebeurt, roei mee, ervaar de golven....
Wie ben je? Met welke verwachtingen stapte je in het schip? Hoe is je relatie met de andere mensen in het schip?
Hoe voel je je als het stormt? Maak je Jezus wakker? Wat zeg je dan tegen Hem?

Wat doet het je als Jezus zegt: waarom ben je bevreesd, kleingelovige?

Hoe voel je je wanneer de storm gaat liggen? Verwonder jij je, evenals de mensen? Waarover?

Blijf staan waar je bent, voel wat je voelt, houd dat even vast.
Stel je nu voor dat Jezus zich tot jou persoonlijk richt. Wat zal Hij zeggen? En wat zeg je tegen Hem?

Hoe voelt het om zo aanwezig to zijn bij Jezus?

Neem de tijd om terug te keren naar het hier en nu.

Sluit deze oefening, zo je wilt, af met een gebed.

Ga na wat je tijdens de oefening het meest getroffen heeft en wat belangrijk voor je is.