NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Valerius Nederlandtsche gedenck-clanck (Voor index melodie en tekst, klik hier)

H 1 HOe groot (ô Heer) en hoe vervaerlic

H 2 BItter droeve klachten

H 3 SYt nu verblijt,, In dese tydt,

H 4 AL uwe boos' aenslagen,

H 5 HOe loopet volc dus oneenig!

H 6 MEn brand, men blaeckt, men schend, men moort:

H 7 Tekst: Of Walsch Wallinneken.

H 8 O Heer wat hebben wy nu hier al ongevals?

H 9 COm nu met sang van soete tonen,

H 10 DE Vogel wert gelockt gefluyt,

H 11 GEen dingen syn so,, Geringe geschapen,,

H 12 WIlhelmus van Nassouwe,

H 13 'T Geween, 't gehuyl, 't gekryt,, Op dees tyt,,

H 14 DIe vast'lyck op den Heer

H 15 HEere! keere van ons af

H 16 MAximiljanus de Bossu

H 17 WIe dat sich selfs verheft te met,

H 18HOort allegaer,, hoe datmen klaer

H 19 ALmachtig God! ghy die ons met u hand

H 20 EEn monster van een valsch gelaet,

H 21G'Lyck den grootsten Rapsack,

H 22 ONse Heere God heeft hier beneden,, Goden oock gestelt,

H 23 GOd siet neder uyt zijn Hemel,,

H 24 PRijst God ons aller Heer,, Die 'diepe Meyr verdroogt,

H 25 WEest nu verblyt,, Te deser tyt,,

H 26 O Nederland! let op u saeck,,

H 27. FOey Don Jan! al u bedryven

H 28 OCh hoort doch aen ô Heer!

H 29 MEn siet Gods kercke groeyen,

H 30 WAt baed u de voochdy der Landen,

H 31 ICk och arm! doe klacht op klacht,

H 32 EEn Coning, Prins, of Heere,

H 33 AL wat den mensch bejegent

H 34 HOogmoedig geest,, Wilt op u doens eens letten,

H 35 'T Quaet groeyt in groot getal, End' 't heeft schier overal,,

H 36 STort tranen uyt, schreyt luyde! weent en treurt!

H 37 ALs God syn volck besoeckt met harde straf,

H 38 O Heer; die daer des Hemels tente spreyt,

H 39 GHy die tot een Opper-Held

H 40 ICk meyn g' u veeren,,Vry vind gekort,

H 41 BEgeertens lust baert altyt quaet

H 42 GEluckig is het Land,,

H 43 AL woud'ick,, Hoe soud'ick,, Volkomen danck,,

H 44 GE luckig is hy die leert sterven,

H 45 ACh bitterheyt! Ach! ach! waer vlieden wy?

H 46 WIlt heden Nu treden Voor God den Heere;

H 47 O Mensch! denct dat ghy toch Syt sterflyck, End'dat ja daer en boven noch,

H 48 MAraen, hoe moogt gy Spies en Lans

H 49 DE Heere geeft ons groote stof,

H 50 SIet toch Heer,, Hoe dat weer,, Alsnu de Spanjaert woed,

H 51 T' Spaensche gedrocht met haer gespuys

H 52 DEn mensche, Godes handen werck,

H 53 BAtavia ghy syt de Bruyd

H 54 O Heemskerck! noyt u kloecke daet

H 55 AY hoor eens buerman lieve kaer.

H 56 VErstandige, Handige, Dappere voochden vol trouw,

H 57 MYn Ziele treur'! en doet u klachten! Wend' u gedachten,

H 58 WAer datmen sich al keerd of wend,

H 59 GLyck 't eel gesteent, Met gout vereent,

H 60 LAndsaten altemael, Com treed hier voor wee moed'lick;

H 61 SUllen ons verbluffen dees', Die door vrees'

H 62 GHy heerscher van het Spaensche bloedig Ryck,

H 63 DEn Hoeder Israel Slaept noch sluymert, maer siet wel

H 64 (65) MErck,, toch hoe sterck,, Nu int werck,, sich al steld!

H 65 (64) WAnneer een heerschend man,

H 66 MErck toch! wat een duyster wolcke

H 67 ALs Christi Bruyd was in den nood,

H 68 HEer! als ick denck aen't goet

H 69 (70) VOorwaer 't is prys'lyck,, Hoe dat seer wys'lyck,,

H 70 (71) SIet Christen menschen! Hoe dat naer wenschen,

H 71 (69) WAt heeft God wond're daden Tot aller tyd gedaen?

H 72 (73) DEs Hemels licht, Doet ons bericht, Van Godes lof en eer.

H 73 (72) DE Heer in zynen Throon,, seer schoon,

H 74 T' Is een groot en heerlijc goet,

H 75 OCh dat de mensch den Heer

H 76 GY volckeren hoor aen!