|
|
|
De Doelen van de Eredienst
1. De klassiek reformatorische visie: eredienst is woordverkondiging
Deze positie, die zich beroept op de reformatie, vinden we bijvoorbeeld
verwoord in de theologie van Noordmans.
In zijn Liturgie (*1) begint hij bij grondbegrippen als Gods Woord, Sacramenten
en Incarnatie. Zijn positie tegenover de oecumene en de oude kerk stelt
deze onder fundamentele kritiek. In de geschiedenis zijn immers beslissingen
gevallen ten aanzien van dogma en liturgie, Niet alle beslissingen zijn
juist geweest. Ook niet in de vroege kerk. De reformatie beroept zich
volgens hem terecht alleen op de geloofsregel vanuit het Nieuwe Testament.
Het uitgangspunt is bij Noordmans het nieuwtestamentische gebruik van
het woord liturgie, te weten Jezus' middelaarswerk en Paulus' apostolaat.
De hemelse offerande van Christus, en de wereldomvattende, apostolische
bediening en opoffering van Paulus met de open deuren naar de wereld toe,
zijn de oerbeginselen van waaruit liturgische praxis en bezinning zich
kunnen ontplooien. De kerntekst, die bij Noordmans' overwegingen hierbij
telkens een rol speelt, is Romeinen 12:1: "Ik vermaan u dan, broeders,
met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een
levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw logiké latreia",
uw redelijke eredienst, d.w.z. uw sobere eredienst, die aansluit op het
christelijk leven. Liturgie is offerande van het leven in de samenleving.
Omdat Christus als de enige Hogepriester met zijn altaar en offer in de
hemel is, verzet Noordman zich zowel tegen het offer als tegen een numineus
mysterie van een reële presentie van Christus in de eredienst. Want
Christus' offerande kan slechts gepredikt worden (clara voce). Door deze
Theofanie moet ieder offer en ieder numineus mysterie in de eredient van
Christus' gemeente wijken. .... in de geschiedenis van de christelijke
kerk is de eredienst, die oorspronkelijk aansluiting had bij de synagogale
samenkomst, overwoekerd geworden door de tempel. .... Daardoor is zij
vervallen tot een mysteriedienst.... God openbaart Zich echter niet numineus
in de stilte van het mysterie, maar door de kerk toont Hij zjn aangezicht
door het medium van zijn Woord en schenkt Hij door de prediking, onder
de verlichting van de H. Geest en naar zijn soeverein welbehagen. ...
Het eigenlijke gebeuren is ... homiletisch.(*2)
Het is duidelijk dat de liturgie als homiletisch gebeuren ook de gebruikte
gemeentezang bepaalt. Binnen deze positiekeuze is ook nog een keuze wat
betreft de rolverdeling in de Woord-verkondiging mogelijk. Dit vinden
we bij Deddens.
Deddens benadert de liturgie als een vorm waarin God Woord zich tot mensen
richt en de mensen daarop antwoorden. In januari 1974 besprak K. Deddens
(*3) het toen pasverschenen Liedboek der kerken in het weekblad De Reformatie.
Hij plaatste kanttekeningen bij het zingen van bijbelliederen omdat dit
dikwijls in strijd zou zijn met het karakter en de functie van het lied
in de eredienst. Het zingen van schriftgedeelten die een vermanend, predikend
karakter dragen, zou niet mogelijk zijn omdat het lied van de kerk hoort
tot de antwoordende handelingen van de gemeente op Gods Woord.
Deddens ziet de liturgie dus als een opeenvolging van Woord en antwoord.
In dit Woord-antwoord-schema komt het Woord alleen vanaf de kansel en
is alles wat de gemeente zegt antwoord. Er kan dus volgens Deddens nooit
sprake zijn dat in plaats van een gesproken Schriftlezing de gemeente
dezelfde schriftpassage (berijmd) zingt. Er is kennelijk een principiëel
verschil tussen het lezen van psalm 23 en het zingen van dezelfde psalm.
Het Woord van de Here mag niet vervangen worden door het gezongen en geparafraseerde
Woord.
Deddens: 'Dat is o.i. in strijd met het karakter van de gereformeerde
eredienst, waar het Woord zij eigen plaats en functie heeft en waar de
gemeente het antwoord geeft, niet door het vervangen van het Woord, maar
door het beamen ervan in lofgezang en smeekbede, gebed en dankzegging
-(*1) O. Noordmans, Liturgie, Amsterdam 1939.
-(2*) samenvatting uit: Dr. H. Jonker, Liturgische Orientatie, gesprekken
over de eredienst. 3e druk Pretoria z.d.(2e druk 1978) p. 29/30.
-(*3) K. Deddens, 'Het nieuwe Liedboek,' in: De Reformatie, jaargang
49 nr. 14, 15 en 16 (12, 19 en 26 januari 1974.
|
|
|