NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis



De Westerse Katholieke Liturgie


De hervormingen van het Tweede Vaticaans Concilie

 

  •  Krachten die leidden tot het Concilie
  •  Het Tweede Vaticaans Concilie
  •  Het Missaal van Paulus VI
  •  Muziek sinds Vaticanum II

  • Voor meer pagina's over de Westerse Katholieke Kerk, zie:
  • Vroege Westerse Liturgie
  • Gregoriaanse Hervorming
  • Hervorming onder Karel de Grote
  • Het Concilie van Trente
  • Het Tweede Vatikaanse Concilie en de bijbehorende Hervorming
  • Zang Ontwikkeling

    Krachten die leidden tot het Concilie

    Gedurende de negentiende en vroeg twintigste eeuw bloeide het litugische onderzoek en leverde een veel beter begrip van de geschiedenis van de liturgie. Vele oudere manuscripten werden ontdekt en geinterpreteerd, en er werd licht geworpen op de vroegere vormen van viering. De wetenschap van de vergelijkende liturgiek ontstond waar de verschillende vormen van van Westerse liturgie werden bestudeerd naast de Byzantijnse en andere Oostelijke tradities. Dit deed wetenschappers de gemeenschappelijke wortels van alle Christelijke eredienst ontwaren, en een terugkeer naar een puurdere en meer primitieve vorm wensen. Dit onderzoek wees erop dat de liturgie van het Concilie van Trente niet leek op vroegere liturgieën in sommige kenmerken, en prominente wetenschappers zoals Joseph Jungmann, begonnen liturgische hervorming aan te bevelen.

    In de 50er jaren van de 20e eeuw werd een aantal hervormingen van de liturgie van de Stille Week door Paus Pius XII ingesteld. Ouder, meer traditionele vormen van deze vieringen vervingen de laat middeleeuwse versies van het Missaal van Pius V; in het algemeen werd de restauratie goed ontvangen. Het werd duidelijk dat de uiterste onveranderlijkheid van de Tridentijnse liturgie geen mogelijkheid overliet om de vieringen aan te passen aan veranderende omstandingheden van een latere tijd. Bovendien waren er velen die vroegen om het gebruik van de volkstaal omdat die pastoraal effectief bleek te zijn in de Orthodoxe en Protestante kerken. Ondanks deze factoren, was er geen directe crisis die vroeg om een hervormingsconcilie.

    TERUG NAAR BOVEN

    Het Tweede Vaticaans Concilie

    Tot verbazing van iedereen vroeg de net verkozen Paus John XXIII om een algemeen Concilie van de Rooms Katholieke Kerk op 25 January 1959. In de eerste zitting in 1962, zette deze Paus een toon van uiterste openheid in het debat en toonde hij een pastorale benadering van hervormingen. De onderwerpen die besproken werden waren zo verscheiden dat ze moeilijk onder een noemer te brengen zijn; drie van de belangrijkste gebieden die aan de orde kwamen waren de verhouding van de Rooms Katholieke Kerk met andere Christelijke kerken, de toenemende rol van de leken in het dienstwerk van de kerk, en een complete hervorming van de liturgie. Toen het concilie sloot in 1965 onder leiding van Paus Paulus VI, had het 16 uitgebreide documenten geproduceerd.

    Het liturgische document, "Constitutie over de Heilige Liturgie," was een van de eerste die uitkwam en de principes werden al uitgevoerd terwijl het concilie nog vergaderde. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat zulke uitgebreide herzieningen van de liturgische praktijk allemaal in een keer tot stand kwamen.. De verregaande hervormingen vroegen om de restauratie van traditionele vormen van liturgie terwijl tegelijkertijd de mogelijkeheid gegeven werd om in te spelen op pastorale behoeften. Dit document was erg expliciet in de roep om veranderingen die de gemeente in de gelegenheid zou stellen om volledig deel te nemen aan de liturgische handeling en niet alleen stille toeschouwer te zijn.

    Om het eerste doel te bereiken (het restaureren van traditionele vormen) schreef de Constitutie een vereenvoudiging van de liturgische riten voor zodat hun oorspronkelijke structuur duidelijk zou worden, in het bijzonder door aangroeisels uit latere perioden te verwijderen. De constitutie reataureerde ook het normale gebruik van de traditionele liturgische dienstwerk van de diaken[1], lector en acolyt. Wat betreft stijl riep het op tot het vermijden van herhaling en lange gebedsteksten, in de geest van de Roomse eenvoud en nuchterheid.

    Tegelijketijd schreef de Constitutie enige nogal vernieuwende veranderingen in de geest van tegemoetkomen aan de pastorale behoeften van een moderne tijd met veel verschillende culturen die de Roomse rite gebruiken. Hoewel de constitutie vroeg om het behouden van het Latijn als taal van de eredienst, beval deze het gebruik van de volkstaal aan waar dit pastoraal dienstig zou zijn. Terwijl de constitutie het traditionele systeem van een lectionarium voor de schriftlezingen behield, leverde deze een vernieuwing dat de lezingen verdeeld werden over drie jaar in plaats over één jaar, zodat de gelovigen beken konden worden met een groter aantal bijbelgedeelten. In tegenstelling tot het Concilie van Trente stond de Constitutie flexibiliteit toe in het creëren van variatie en aanpassing van rituele elementen.

    TERUG NAAR BOVEN

    Het Missaal van Paulus VI

    De veranderingen die bedoeld werden door de Constitution over de Heilige Liturgie werden vorm gegeven in het Missaal van Paul VI dat uitkwam in 1969. Ironisch genoeg, het gebruik van een "missaal" — een enkel boek waarin al de teksten voor de viering van de Mis verzameld zijn— werd achterhaald door dit missaal. De nieuwe rite restaureerde het gebruik van de traditionele liturgisch boeken: het sacramentarium, het lectionarium, en zang boeken, zodat het missaal nu een naslagboek werd in plaats van een vierboek.

    De Mis van Paulus VI restaureerde één oud element dat ontbrak uit de Roomse liturgie sinds de tijd van Gregorius I — dee voorbeden aan het eind van de liturgie van het Woord zoals beschreven door Justinus Martyr in 150 A.D. Er werd niet zozeer een bepaalde tekst voorgeschreven maar het gaf de mogelijkheid dat gemeenschappen hun eigen voorbeden formuleerden uitgaande van de lokale pastorale behoeften. Deze werden afgerond door een collectagebed dat verwoord werd door de voorganger. Het is interessant om te zien dat de modellen voor de vormen van voorbeden die in het nieuwe missaal gegeven worden in de stijl van de Byzantijnsee litanie zijn en niet in de oude Romeinse vorm van voorbede zoals die te vinden is in de liturgie van de Goede Vrijdag. In het algemeen zijn er veel keuze elementen die afhangen van de pastorale situatie, bij voorbeeld de verschillende schuldbelijdende riten aan het begin van de Mis.

    Het nieuwe missaal leverde een aantal nieuwe Eucharistische gebeden waaruit de voorganger kon kiezen naast de traditionele Roomse Canon. Eén ervan is een bewerking van het oude Eucharistische gebed van Hippolytus. In al de Eucharistische gebeden is de epiclese explicieter, maar behoud het de traditionele gespleten vorm van afsmeken van de komst van de Heilige Geest over de gaven en over de mensen. De communie en de afsluitende riten behouden dezelfde vorm die ze hadden sinds de tijd van Gregorius I, hoewel het middeleeuwse aangroeisel van het "Laatste Evangelie" onderdrukt werd.

    Hoewel de Constitutie over de Heilige Liturgie vroeg om het voortgaande gebruik van het Latijd naast het facultatieve gebruik van de volkstaal, werd er geen duidelijke indicatie gegeven welke delen in het Latijd gesproken of gezongen zouden moeten worden. Vanwege de grote populariteit van de volkstaal wordt het Latijd in veel parochies nauwelijks gebruikt.
    Voor meer over de Novus Ordo Missae, klik hier

    TERUG NAAR BOVEN

    Muziek sinds Vaticanum II

    De Constitutie over de Heilige Litugie beval aan het Gregoriaans te blijven gebruiken maar ook andere stijlen toe te laten. Het Missaal van Paulus VI geeft de mogelijkheid al de traditionele Gregoriaanse tijdeigen gezangen te gebruiken, maar staat alternatieven in ruime mate toe, zoals bijvoorbeeld de rubriek voor de intredezang: "De antifoon en psalm van het Graduale Romanum of Het Graduale Simplex kunnen gebruikt worden, of een ander lied dat passend is voor dit deel van de Mis, de dag, of het seizoen, en dat een tekst heeft die goedgekeurd is door de (regionale) bisschoppenconferentie."[2] De grote keuzevrijheid wordt nog vergroot door het feit dat een aantal bisschoppenconferenties geen corpus van goedgekeurde teksten hanteert maar uitgebreide richtlijnen heeft gepubliceerd.

    De documenten van Vaticanum II hebben bijna de omgekeerde benadering van het Concilie van Trente: Er worden veel mogelijkheden gepresenteerd waaruit de plaatselijke kerk en de voorganger(s) in het specifieke geval kunnen kiezen. Dit geeft grote pastorale flexibiliteit, maar tegelijkertijd gaan de documenten ervan uit dat degenen die de keuzen maken oog hebben voor de liturgische traditie. Dat was niet altijd terecht.Terwijl sommige gemeenschappen de liturgie zorgvuldig vieren en het traditionele Gregoriaanse repertoire blijven gebruiken zijn er veel parochies die doorgeslagen zijn en liederen zonder enige tekstuele of muzikale kwaliteit gebruiken waarin weinig of geen verband met de liturgische traditie te vinden is.

    Voor meer pagina's over de Westerse Katholieke Kerk, zie:

  • Vroege Westerse Liturgie
  • Gregoriaanse Hervorming
  • Hervorming onder Karel de Grote
  • Het Concilie van Trente
  • Het Tweede Vatikaanse Concilie en de bijbehorende Hervorming
  • Zang Ontwikkeling


    TERUG NAAR BOVEN

    Selecte Bibliografie

    The Documents of Vatican II: with Notes and Comments by Catholic, Protestant, and Orthodox Authorities. Ed. Walter M. Abbott, trans. by Joseph Gallagher. Piscataway, NJ, 1966.

    The Liturgy Documents: A Parish Resource, Third Edition. Ed. Elizabeth Hoffman, et al. Chicago, 1991.

    The New American Sunday Missal. Ed. Bernard Benziger. Cleveland, 1975 [An English translation of Sunday and holy day texts of the Missal of Paul VI.]

     

    TERUG NAAR BOVEN


    [1] De nieuwe invoering van het diakonaat was het resultaat van een Vaticanum II document, "Dogmatische Constitutie over de Kerk," gewoonlijk genoemd naar de latijnse beginwoorden, Lumen gentium.

    [2] Algemene Instructie bij het Roomse Missaal, Par. 27. reprinted in The Liturgy Documents, Third Edition, edited by Elizabeth Hoffman, et. al. Chicago, 1991.