|
| |
Gods- en wereldbeeld: Ontwikkelingen in de
19e eeuw Het indrukwekkende bouwwerk van Newton begon al in het begin van
de 19e eeuw scheuren te vertonen toen de natuurkundigen in de warmteleer, die
werd ontwikkeld in het kielzog van de industriele ontwikkelingen met de stoommachines
(James Watt, 1769) als energiebron, onomkeerbare processen in de warmteleer ontdekten
(die eigenlijk niet in het determinisme met zijn omkeerbare tijd passen). De tijd
heeft dus wel degelijk een richting, iets wat voor de aanhangers van het determinisme
lange tijd nauwelijks aanvaardbaar was. Bovendien leidde het inzicht in de warmteleer
(thermodynamica) ook tot het definieren van de entropie (Clausius, 1865), een
grootheid die de mate van wanorde in een systeem definieert (Bolzmann, 1884).
Hoewel de thermodynamica oorspronkelijk was ontwikkeld in verband met de destijds
bekende warmtemachines, blijkt eruit dat er voor veel fysische systemen een neiging
is in de richting van orde naar wanorde, als niet van buitenaf het omgekeerde
proces wordt bevoordeeld. Uiteindelijk zouden de wetenschappers de twee uitgangspunten
(de wetten van Newton en de Thermodynamica) als complementaire uitgangspunten
accepteren en zo toch weer het bestaande wereldbeeld herkennen. Maar we zien
en ervaren toch een grote mate van ordening in de schepping, zeker in de levende
schepping en in de mens met zijn bewuste denken en zijn gevoelens en zijn neiging
tot ordening? Dat klopt dus niet met de ontstane inzichten van toenemende wanorde.
Is er dan toch een God die zelf niet aan Zijn eigen wetten gebonden is (wonderen
bestaan!) en deze naar believen wijzigt ter wille van de schepping? De ontwikkelingen
in de techniek leidden tot de industriele ontwikkeling in de 19e eeuw, waarbij
de arbeiders onbeschaamd werden uitgebuit en onder erbarmelijke omstandigheden
moesten leven en werken. Mede daardoor ontstond grote politieke opschudding,
met als gevolg het ontstaan van socialisme en marxisme, waarop het modeme communisme
werd gebaseerd (Marx, 1818-1883) en waarbij opstanden ontstonden, die vaak bloedig
werden onderdrukt. Voor velen leidde de vraag "hoe kan God dit alles goedvinden"
tot herontdekking van het Godsbegrip van Spinoza. Maar door de doorleefde ellende
ontstond ook behoefte aan directe nabijheid van een liefdevolle God, een persoonlijke
band met God, en bloeiden binnen de gevestigde kerken opnieuw hervormingsbewegingen
op. Ook de samenkomsten in Albury in 1830, waaruit de Apostolische beweging is
ontstaan, kwamen voort uit bezorgdheid over disharmonie van de bestaande toestand
in de dogmatische kerken met de ellende in de samenleving. Men wilde de kerk hervormen
naar het voorbeeld van de eerste Christengemeente en klaar maken voor de Eindtijd.
Halfweg de 19e eeuw formuleerde de Schot James Clark Maxwell zijn beroemde unificatie
van elektrische en magnetische velden, gepubliceerd in 1873, gecomprimeerd in
een viertal wiskundige vergelijkingen. Daarmee kon hij ook het bestaan van elektromagnetische
golven voorspellen. De Duitser H. Hertz toonde als eerste deze golven aan in 1884,
en baande daarmee de weg voor de moderne communicatiesystemen, die een geweldige
invloed zouden krijgen op de samenleving. Elektromagnetische golven omvatten
een breed frequentiespectrum: naast het zichtbare licht behoren ook radiogolven,
infrarode (warmte) straling, ultra violet, Rbntgen straling en straling van nog
hogere frequenties ertoe. Maxwell's op ervaring met andere golfverschijnselen
(zoals b.v. geluid) gebaseerde intuttie suggereerde hem dat ook de elektromagnetische
golven zich in een medium moeten voortplanten. Maxwell stelde voor dit medium
"de ether" te noemen, omdat het te ijl is om waargenomen te worden.
Overigens moet de ether tevens zeer star zijn om de hoge lichtsnelheid te verklaren.
Een vreemd medium dus, maar zijn voorstel werd geaccepteerd door de wetenschappelijke
gemeenschap. Einstein zou later in verband hiermee aantonen dat met de menselijke
intuttie voorzichtig moet worden omgegaan. Het wereldbeeld van de kerken was
zelfs na aanpassing aan de wetenschappelijke ontwlkkelingen voor velen nog overzichtelijk
en overtuigend, .....waarom zouden er toch steeds mensen blijven twijfelen aan
die zekerheden? Was dat het verlangen naar "nader mijn God bij U, U naderbij"
of bleken bij nader onderzoek niet alle nieuwere ervaringen in overeenstemming
te brengen met het bestaande wereldbeeld? MN: Een Zoektocht naar God.
| | |