|
| |
Mind does really matter: Een recent artikel
van dr. Mario Beauregard over het bewijsmateriaal voor de invloed van de geest
op de hersenen door Titus Rivas Samenvatting De Canadese onderzoeker
dr. Mario Beauregard heeft onlangs een belangrijk artikel gepubliceerd over bewijsmateriaal
voor de invloed van bewuste mentale toestanden en processen op de fysiologie van
de hersenen. In dit stuk een kort overzicht van de inhoud van dit artikel. Inleiding Er
bestaat veel parapsychologisch bewijsmateriaal voor een directe impact van de
geest op allerlei fysieke processen binnen en buiten het eigen lichaam. Wat tot
voor kort nog ontbrak was een overzicht van onderzoeken rond de invloed van de
geest die gebruik maken van zogeheten neuroimaging technieken, d.w.z. technieken
waarbij men de activiteit van verschillende delen van de hersenen in kaart brengt
door middel van diverse scan-methodes. Deze leemte werd dit jaar echter opgevuld
door een belangrijk artikel in het tijdschrift Progress in Neurobiology van de
Canadese neurowetenschapper Mario Beauregard getiteld Mind does really matter
(= de geest doet er werkelijk toe!). Neuro-wetenschappelijk onderzoek naar de
fysiologische effecten van emotionele zelf-regulatie, psychotherapie en het placebo
effect wijst volgens Beauregard sterk op een beïnvloeding door het bewustzijn
van zowel het functioneren als de plasticiteit van het brein. Mario Beauregard
maakt in dit artikel gebruik van de neutrale term mentalisme. Dit is de term voor
een filosofische positie die sterk lijkt op het dualisme, maar wel neutraal blijft
over de vraag van een leven na de dood en spirituele of parapsychologische aspecten
van het bewustzijn. Het bewustzijn is volgens het mentalisme iets anders dan de
fysiologische activiteit van de hersenen en kan er daardoor ook scherp van worden
onderscheiden. Hij zet het mentalisme af tegen het epifenomenalisme ('bewustzijn
is slechts een machteloos bijverschijnsel van de hersenen') en de materialistische
identiteitstheorie ('bewustzijn komt objectief gezien volledig overeen met bepaalde
hersenprocessen'). Emotionele zelf-regulatie Mario Beauregard wijst erop
dat emoties weliswaar een biologische functie kunnen hebben, maar toch lang niet
altijd de meeste geschikte reactie vormen in het leven van alledag. Er zijn allerlei
situaties waarin blind afgaan op wat je voelt nare gevolgen kan hebben en bovendien
zijn er negatieve emoties die veel leed met zich meebrengen. Daarom is het van
groot belang dat mensen hun emoties leren beheersen met behulp van hun cognitieve
(denk-)vermogens. Dit heeft te maken met een bewuste keuze welke emotie je wilt
ervaren, wanneer en hoe dat moet gebeuren, en hoe je de emotie in kwestie wilt
uiten. Hierbij komen allerlei cognitieve strategieën kijken zoals rationalisatie,
herevaluatie en onderdrukking. Ze zijn onmisbaar voor iemands sociale en morele
ontwikkeling. Bovendien is de regulatie van de eigen emoties van belang bij de
omgang met agressie en verdriet en daarom nodig voor de geestelijke gezondheid.
Dit inzicht wordt gebruikt bij moderne psychotherapieën. Beauregard bespreekt
de resultaten van experimenteel onderzoek naar de regulatie van seksuele emoties.
Hierbij vertoonden proefpersonen die de opdracht hadden gekregen hun emoties te
onderdrukken bij het kijken naar een erotische film andere neurologische activiteit
dan proefpersonen die hun emoties de vrije loop moesten laten. Bij een onderzoek
naar de regulatie van verdriet ging het opnieuw om onderdrukking versus toelating
van (in dit geval verdrietige) emoties. Hierbij was opnieuw sprake van significante
neurologische verschillen. Beauregard noemt in dit verband ook mogelijke systemen
in de hersenen die specifiek ingesteld zouden zijn op cognitieve invloeden, maar
het voert te ver om daar in deze beknopte bespreking op in te gaan. Vervolgens
wijst hij erop dat mensen al als kind hun emoties leren te reguleren vanaf het
moment dat ze een duidelijk concept van zichzelf ontwikkelen. Naarmate baby's
ouder worden. reageren ze bijvoorbeeld minder heftig op stressvolle situaties
zoals een tijdelijke scheiding van hun moeder. Dit hangt waarschijnlijk samen
met hun cognitieve ontwikkeling. Beauregard wijst op de rijping van bepaalde corticale
hersenstructuren die samenhangen met de ontwikkeling van het denkvermogen. Naarmate
die hersenstructuren beter ontwikkeld zijn is er volgens hem ook meer emotionele
zelf-regulatie mogelijk. Uit een onderzoek naar de zelf-regulatie van verdriet
onder kinderen blijkt dat ook kinderen die verdriet proberen te onderdrukken duidelijk
verschillen wat betreft de activitatie van bepaalde hersengebieden van kinderen
die het verdriet toelaten. Wel lijkt dit effect kinderen meer inspanning te kosten
dan volwassenen, hetgeen zou kunnen samenhangen met het feit dat hun lichamelijke
ontwikkeling nog niet voltooid is. Uit andere onderzoeken naar de zelf-regulatie
van negatieve emoties, blijkt dat de mate van activiteit van een bepaald deel
van de hersenen, de amygdala, bewust en doelbewust kan worden gereguleerd. Weer
een ander onderzoek richtte zich op de invloed van een herinterpretatie van negatieve
beelden die normaliter tot negatieve emoties leiden. Dit bleek duidelijke gevolgen
te hebben voor de activitatie van diverse hersengebieden. Tot slot wijst Mario
Beauregard nog op hersensystemen die mogelijk specifiek samenhangen met het doelbewust
versterken of onderdrukken van de eigen emoties. Neurologische activiteit
in verband met psychotherapie Bij patiënten die leden onder een dwangstoornis
werd gekeken naar de neurofysiologische effecten van een cognitieve psychotherapie.
Bij die therapie leren patiënt bewust om te gaan met hun dwanggedachten en
dwangmatige neigingen. Ze leren daarbij dat hun psychologische klachten voortkomen
uit verkeerde informatie van hun hersenen, en dat ze bewust kunnen kiezen hoe
ze daarmee om willen gaan. Vervolgens leren ze bepaalde gedragspatronen aan en
beseffen ze steeds meer dat hun klachten nauwelijks van belang zijn, zodat de
angst die er aan gekoppeld was langzaam maar zeker afneemt. Bij patiënten
voor wie deze therapie aansloeg, bleek de neurologische activiteit in bepaalde
delen van de hersenen na afloop sterk veranderd te zijn. Dit toont aan dat psychotherapie
kan leiden tot fysiologische veranderingen in de hersenen. Vergelijkbare resultaten
werden ook gevonden bij onderzoeken naar de effecten van psychotherapie bij patiënten
met een paniekstoornis, met een vorm van (unipolaire) depressie en met een fobie
voor spinnen. Placebo-effect Bij het placebo-effect is er sprake van
een lichamelijke respons op een middel of therapie, die niet bepaald wordt door
de feitelijke werkzaamheid ervan, maar alleen door de verwachtingen daaromtrent.
De bekendste vorm is de suikerpil waarvan men in de veronderstelling verkeert
dat het om een bepaald medicijn gaat. Het placebo-effect kan erg specifiek
zijn. Mario Beauregard noemt als voorbeeld een en dezelfde placebo die afhankelijk
van de verwachting van de patiënt de ene keer de hartslag en bloeddruk kan
verhogen en deze een andere keer juist kan verlagen. Dit geeft duidelijk aan dat
het placebo-effect echt te maken heeft met iemands overtuigingen en verwachtingen. Beauregard
staat achtereenvolgens stil bij experimenten rond het placebo-effect bij patiënten
met de ziekte van Parkinson, depressieve patiënten, pijnbestrijding, de verwachting
cafeïne binnen te krijgen, en emotionele reacties op nare en negatieve stimuli.
In al deze gevallen blijken specifieke verwachtingen een belangrijke invloed te
hebben op specifieke neurologische processen. In het laatste geval hadden proefpersonen
de verwachting dat ze een bepaald middel ingespoten kregen dat invloed had op
hun emoties, terwijl het slechts om een zoutoplossing ging. Ze vertoonde neurologische
veranderingen die overeenkwamen met hun verwachtingen rond het middel. Conclusies Mario
Beauregard stelt dat al deze onderzoeken tezamen de invloed aantonen van cognitieve
en metacognitieve1 processen op hersenprocessen. Hierbij wijst hij wederom op
het bestaan van systemen in de hersenen die betrokken zouden zijn bij de verwerking
van de invloeden van de geest. Hij stelt dat bewustzijn van emoties van cruciaal
belang is voor de beïnvloeding ervan. Het gaat om bewuste en doelbewuste
zelf-regulatie. Wat betreft psychotherapie verwacht hij dat verschillende soorten
therapieën ook een verschillende invloed zullen hebben op diverse systemen
in het brein. Het is in het algemeen methodisch gezien moeilijk om de precieze
effecten te meten. Maar in ieder geval is het van belang om het bewustzijn en
de geest bij de psychotherapie te betrekken. Zoals gezegd, tonen de onderzoeken
naar het placebo-effect aan hoe belangrijk iemands verwachtingen en overtuigingen
zijn voor zijn lichamelijke functioneren en hoe specifiek het effect ervan kan
zijn op hersengebieden die te maken hebben met waarneming, beweging, pijn en de
verwerking van emoties. Voorts presenteert Beauregard een alternatief voor
het uiterst contra-intuïtieve materialisme en epifenomenalisme2. Zijn hypothese
komt er op neer dat de geest niet gereduceerd kan worden tot de hersenen en dat
mentale processen een causale invloed uitoefenen op het brein. Het gaat om een
vorm van interactionisme. Tegenstanders hiervan wijzen erop dat dit in strijd
zou zijn met de veronderstelde causale geslotenheid van de fysieke werkelijkheid,
maar Beauregard wijst er van zijn kant op dat de quantummechanica het bestaan
van interactie tussen materie en geest ondersteunt. De specifieke vorm van
interactionisme die Beauregard voorstaat noemt hij zelf de Psychoneurale Vertaling
Hypothese. Volgens deze hypothese worden mentale processen of toestanden 'vertaald'-
in neurofysiologische processen en omgekeerd3. Dit model verklaart ook hoe mensen
zich door middel van hun geest kunnen verheffen boven (en emanciperen) van allerlei
primitieve neurologische driften en neigingen, en bijvoorbeeld ethische codes
kunnen ontwikkelen. Een paar aanvullende opmerkingen Eerder dit jaar
heb ik via e-mail contact gehad met Mario Beauregard. Ik vroeg hem of de gevonden
resultaten misschien ook verklaard konden worden door een beïnvloeding op
onbewust niveau. Hij geeft toe dat dit in bepaalde gevallen mee zou kunnen spelen,
maar benadrukt dat het in ieder geval echt om mentale toestanden en processen
moet gaan, dat wil zeggen niet slechts om hersenprocessen. Het gaat namelijk steeds
om de inhoud van iemands gedachten als bron van de veranderingen in de fysiologie
van zijn of haar lichaam. Zelf heb ik al in de jaren '90 in het Tijdschrift
voor Parapsychologie en de Spiegel der Parapsychologie een drietal artikelen gepubliceerd
die gaan over het fenomeen intrasomatische parergie (of psychokinese), d.w.z.
de specifieke beïnvloeding van het eigen lichaam door mentale voorstellingen
(Rivas, 1991a, 1991b, 1999). Mario Beauregard heeft samen met Denyse O'Leary
korter geleden ook nog een belangrijk boek uitgebracht, getiteld The Spiritual
Brain: A Neuroscientist's Case for the Existence of the Soul. Referenties Beauregard,
M. (2007). Mind does really matter: Evidence from neuroimaging studies of emotional
self-regulation, psychotherapy, and placebo effect. Progress in Neurobiology,
Vol. 81, Issue 4, 218-236. Beauregard, M., & O'Leary, D. (2007). The Spiritual
Brain: A Neuroscientist's Case for the Existence of the Soul. HarperOne. Rivas,
T. & Dongen, H. van (2003). Exit Epiphenomenalism: The demolition of a refuge.
Journal of Non-Location and Remote Mental Interactions, II, 1 (online). Rivas,
T. (1991a). Intrasomatische parergie: de directe invloed van geestelijke voorstelingen
op de fysiologie van het eigen lichaam. Deel 1. Tijdschrift voor Parapsychologie,
58, 1, 9-27. Rivas, T. (1991b). Intrasomatische parergie: de directe invloed
van geestelijke voorstelingen op de fysiologie van het eigen lichaam. Deel 2.
Tijdschrift voor Parapsychologie, 58, 2, 10-25. Rivas, T. (1999). Intrasomatische
parergie: theoretische beschouwingen. Spiegel der Parapsychologie, 37, 1, 25-35. Noten 1
Metacognitie = denken over de eigen denkprocessen. 2 Zie: Rivas & Van
Dongen, 2003. 3 Metaphorically speaking, we could say that mentalese
(the language of the mind) is translate into neuronese (the language of the brain.
gespiegeld van http://www.txtxs.nl/artikel.asp?artid=282
| | |