NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw




Stel dat u God zag, zou u hem dan herkennen? Zou u onmiddellijk weten: dit is God? Als u deze vraag met ja beantwoordt, dan is de volgende vraag: waaraan herkent u God?

Dit is een netelige kwestie, want hoe weet je dat je een wezen zult kunnen herkennen dat je nooit eerder zag? William Forgie meent dat wij zelfs niet over een concept beschikken van dat wat ‘goddelijk’ is. We kunnen geen enkel (uiterlijk) kenmerk verzinnen dat alleen en uitsluitend aan God toebehoort. Een mysticus zou God niet met zekerheid kunnen herkennen. Men denkt dat men God waarneemt, men weet het niet.

Volgens Kai Nielsen, die zeer sceptisch is ten aanzien van alle uitspraken die gelovigen doen over God, geldt dit ook voor Gods schepping. We beschikken niet over de juiste concepten om te kunnen zeggen hoe een goddelijke schepping zich onderscheidt van een natuurlijke wereld. -Dit probleem lijkt een beetje op de volgende vraag: hoe verfilm je een roman over het leven van de grootste danser die ooit bestaan heeft? Je kunt geen gebruik maken van levende dansers, dat zijn immers dansers die minder groot zijn in deze kunst?

Het probleem is: je kunt helemaal niets aanwijzen dat ook maar bij benadering zo uitzonderlijk is dat men met zekerheid kan zeggen: dat is beslist van goddelijke oorsprong! Onze geest (mind)? We weten niet eens of onze geest immaterieel is (dat zou wel bijzonder zijn, natuurlijk, alhoewel een onstoffelijke geest niet het handelsmerk van God hoeft te zijn: ook de natuur zou onstoffelijke zaken kunnen voortbrengen, zeggen -bijvoorbeeld- de wijsgeren McGinn, Chalmers, Searle en Kim). Onze moraal? Ons verstand?

Toch is het wel mogelijk om deze vraag te beantwoorden. Het vraagt echter een grote omkering: wij moeten alles herleiden tot het wereldbeeld dat wij aanhangen. Wie in God gelooft, kan immers volhouden dat deze wereld juist het enige denkbare teken is van Zijn bestaan? (Dit de verdediging die Cees Dekker koos tijdens zijn lezing in Utrecht). Alles is van goddelijke makelij en niets is van natuurlijke oorsprong.

Wie de wereld bekijkt met de blik van de gelovige ontdekt dat de naturalist zijn wereldbeeld aan hem opdringt. Het gaat hier niet om 'feiten', maar om 'waarden'. De ‘naturalist’ kaapt de schepping en eist dat men het bestaan van God aantoont in het wonder van ons bestaan, het mystieke wonder van de werkelijkheid, door categorisch te ontkennen dat het bestaan wonderbaarlijk is of 'mystiek'. Het is zijn wereldbeeld tegen dat van jouw: "zie je niet hoe God zich toont in het licht dat weerkaatst op de golven?" "Is dat God? Goede man, dat is niet veel meer dan licht op de golven!" -Klaarblijkelijk vindt de naturalist de wereld nogal gewoontjes, meent hij dat het geloof in God al te overspannen is en sluit hij zijn ogen voor het onbegrijpelijke wonder. De fout zit ‘m niet in de wereld zelf, maar in het wereldbeeld van de naturalist.

En als je er zo eens over nadenkt: waarom zouden wij geloven dat de werkelijkheid natuurlijk is? Wat betekent dat eigenlijk: alles is natuurlijk? Dat wij het kunnen begrijpen? Dat wij het kunnen verklaren? Waaruit blijkt dat de werkelijkheid niet het werk van God kan zijn? De naturalist beschikt niet eens over het concept van een wereld die ‘gewoon’ en 'natuurlijk' is! Hoe ziet een wereld die door ons volledig op 'natuurlijke' wijze kan worden verklaard er eigenlijk uit? Is dat een wereld die altijd bestaan heeft? Een wereld die zomaar uit het niets ontstaat?-Kortom: beschikken we eigenlijk wel over het conceptuele repertoire om ons een ‘natuurlijke’ wereld voor te stellen?

Wie in het wijsgerige laboratorium naar hartelust gaat knutselen met al zijn concepten, ideeën en gedachten, zal nooit een ‘natuurlijke’ wereld kunnen construeren: een natuurlijke wereld bestaat niet, zelfs niet als ideële fantasie. Of je moet menen dat een wereld die zomaar uit het niets ontstaat, of een wereld die altijd al bestaan heeft, 'natuurlijk' is, wat dat dan ook moge zijn. -Nee, er bestaan geen bevredigende restloze ‘natuurlijke’ werelden. Er is geen elegante, begrijpelijke natuurlijke voorstelling van zaken mogelijk. -Alle zogenaamde natuurlijke werelden zijn onbegrijpelijk. -Ze zijn vervuld van God.

Vraagt men u om een bewijs voor het bestaan van God? Neem ‘ouderwets’ de moeite om aan de naturalist uit te leggen hoe wonderbaarlijk het bestaan is. Alles staat of valt met het wereldbeeld. Uw zienswijze maakt de wereld tot wat deze is: een plek waar je of achteloos regenwouden mag verbruiken, of, zoals de dichter zegt, tot een oord waar men alleen door behoedzaam handelen niet krankzinnig wordt van schoonheid en wonder en mysterie en vreugde.

Kortom, u bent niet gek omdat u zogenaamd geen concept van het goddelijke hebt, nee, u bent gek omdat u meent dat u in een goddelijke wereld op zoek moet naar een concept van het goddelijke... -Laat u niet gek maken ;-).