Beknopte Geschiedenis van de Christelijke Meditatie 2
Inhoud |
Meditatie tijdens de Contra-Reformatie
Ignatius van Loyola
De inlevende vorm van meditatie, zoals die in de moderne devotie vooral rond Jezus werd beoefend, is door Ignatius van Loyola (1491-1556) uitgewerkt in zijn Geestelijke Oefeningen, die de basis vormden voor de ignatiaanse meditatie. Wie deze vorm praktizeert wordt aangemoedigd om scenes uit het leven van Christus te visualiseren en erover te mediteren. Zijn Contemplatie om Liefde (God) te bereiken, is, in zekere zin een methode die intellectuele meditatie en meer affectieve (emotionele) contemplatie combineert.
Theresia
van Avila
De geschriften van Theresia van Avila (1515-1582) hebben blijvende
invloed gehad op het gebed en de meditatie/contemplatie. Theresia
gebruikte het begrip `meditatie' voor een redenerende vorm van
overweging. De zusters in haar kloosters gebruikten vaak meditatieboeken
voor die allerlei overwegingen over het leven en lijden van Jezus
bevatten. Daarnaast pleitte Theresia voor het inwendig gebed.
Ze bedoelde daarmee een innerlijke, biddende omgang met de Heer.
Haar ideaal was het om de hele dag door een innerlijk besef van
Christus' aanwezigheid met zich mee te dragen. Door dit in te
oefenen kwam men tot het gebed van inkeer, een door innerlijke
eenvoud gekenmerkt voorstadium van contemplatie. Maar zolang God
je niet de genade schenkt van de echte contemplatie, moet je je
volgens haar blijven wijden aan de meer redenerende meditatie,
en aan het mondgebed en het inwendig gebed die een meer affectief
karakter hebben. Teresa noemt de mystieke gave van de contemplatie
'gebed van rust' en `gebed van vereniging'. Kenmerkend is dat
het initiatief helemaal overgenomen wordt door God zel£
De menselijke vermogens van verstand, verbeelding en wil worden
uitgeschakeld, komen tot rust en storen Gods werk niet langer.
Extasen en verrukkingen treden hierbij wel op. De menselijke kant
is het voorbereiden op deze ervaring door een affectieve en ingekeerde
relatie met Jezus Christus na te streven.
Theresia van Avila (1515-1582) bedreef het contemplatieve bidden in perioden van een uur, tweemaal per dag. In haar Leven vertelt ze dat de het jarenlang erg moeilijk vond. Ze had niemand om haar te begeleiden en leerde het zichzelf vanuit een boek, Het Derde Geestelijke Alfabet van Francisco de Osuna. Haar uitgangspunt was de praktijk van de concentratie, d.w.z de inspanning om de zintuigen en het intellect bijeen te houden en niet hun eigen gang laten gaan. Men beperkt zijn aandacht tot één enkel onderwerp, voornamelijk de liefde van God. "Het wordt concentratie genoemd omdat de ziel alles binnen zichzelf rond één punt verzamelt om bij God te zijn", zegt ze in De weg van de perfectie. Omdat Teresa het moeilijk vond om zich te concentreren, gebruikte zij zullke middelen als korte lezingen uit een inspirerend boek, een prachtig uitzicht of een religieuze afbeelding of een beeld om haar te herinneren aan haar punt van concentratie. Gaandeweg wordt de geest vanzelf stil. De inspaning aan het begin zag Teresa als menselijke inzet, de erop volgende rust en vreugde zag ze als gaven van God. Haar bekendste boek over meditatie en gebed is Het innerlijke kasteel.
Johannes van het Kruis (Juan de la Cruz) was Theresia's medestander in haar vernieuwing van de orde der karmelieten. Hij legde de nadruk op de steile weg naar contemplatieve eenheid met God, die door hem getekend wordt als een proces van steeds grotere verstilling en overgave aan Gods werk in het hart van de mens, waarbij de gerichte meditatie overgaat in een diffuse, eenvoudige aandacht en een verwijlen in Gods aanwezigheid. Teresa waarschuwde voor een eigenmachtige poging tot contemplatieve rust waardoor men te vroeg stopt met meditatie en gebed, Johannes van het Kruis daarentegen dringt aan op toewijding aan de eenvoudige aandacht voor Gods aanwezigheid en waarschuwt voor een te lang blijven steken in meditatie rond woorden of teksten of vormen van verbeeldingsrijke meditatie. Deze toeleg op een elementaire aandacht voor Gods aanwezigheid noemt Johannes `verworven beschouwing' in tegenstelling tot de `ingestorte beschouwing' die alleen God kan geven en die bestaat in een overweldigd worden door de levende realiteit van Gods aanwezigheid.
Francis
de Sales
De salesiaanse spiritualiteit kent een eenvoudig, contemplatief
verwijlen in de aanwezigheid van de Heer, naast een meer uitgewerkte,
affectieve vorm van meditatie. Francis de Sales (1567-1622), bisschop
van Geneve, propageerde een menslievende spiritualiteit met een
leven in innige verbondenheid met Jezus als brenger van Gods liefde.
Samen met de weduwe Jane de Chantal stichtte hij het Instituut
van de Visitatie van de Heilige Maria als een geestelijk thuis
voor vrouwen die in de wereld leefden. Francis ontwikkelde een
meditatiemethode die voor niet-kloosterlingen geschikt was temidden
van de drukte van alle dag. Hij werd daarbij geïnspireerd
door de karmelieten en de jezuieten. Voordat je gaat mediteren,
zegt hij, moet je jezelf plaatsen in de tegenwoordigheid van de
Heer. Daarbij kun je je verbeeldingskracht te hulp roepen door
als het ware de Heer naast je te zien staan. Daarna roep je de
Heer aan met enkele bijbelwoorden. Vervolgens kun je het onderwerp
waarover je wilt mediteren je zo voor de geest halen, alsof je
het innerlijk zag. Hierna overweeg je je meditatiestof:
... want meditaties zijn eigenlijk bepaalde overwegingen waardoor
we onze gevoelens tot God en de hemelse dingen verheffen. Meditatie
verschilt van studie of van normale manieren van denken die niet
de liefde tot God of groei in heiligheid beogen, maar lets anders
op het oog hebben, zoals de vermeerdering van kennis of macht
of argumentatiekracht... Als je geest voldoende stof, licht en
vrucht vindt om daarin te rusten, blijf daar dan bij, zoals de
bij, die boven een bloem blijft hangen totdat hij de honing opgezogen
heeft.
Daarna geef je, vervolgt Francis, uiting aan bepaalde gevoelens
die de meditatie oproept, zoals dankzegging, ijver voor de redding
van anderen, ontzag voor God en je neemt bepaalde besluiten voor
de praktijk van je leven. Uiteindelijk neem het belangrijkste
dat je ontdekt hebt met je die dag mee. Trek je temidden van je
werkzaamheden regelmatig terug in de cel van je hart, om daar
in stilte met God te verblijven.
Jane de Chantal voelde zich veel meer aangetrokken tot een verstild,
contemplatief gebed, zonder verstandelijke overwegingen of opgewekte
affecties, hiertoe aangemoedig door Francis. Zo overheerste een
geest van innerlijke vrijheid, de vrije keuze om te leven in innige
verbondenheid met Jezus Christus. Jane verwoordde het als volgt:
De beste gebedsmethode is helemaal geen methode te hebben. Als
de Heilige Geest bezit heeft genomen van degene die bidt, doet
Hij zoals het Hem behaagt zonder enige methode nodig te hebben...
Als je zuiver ontvankelijk kunt worden om Gods Geest te ontvangen,
dan is dat voldoende. Gebed moet komen door genade, en niet door
kunstgrepen. Bid in geloof, blijf daar door hoop en ga dan been
in liefde.
`Vraag niets, weiger niets,' zei Francis. Daarmee bedoelde hij,
dat je in gebed en meditatie niet gericht moet zijn op het ervaren
van bepaalde gevoelens of het krijgen van bepaalde inzichten.
Als God het je geeft, aanvaard het dan in dankbaarheid, maar streef
er met naar. Verblijf in stilte in de aanwezigheid van de Heer,
ook al voel je niets.
Madame Guyon (1648-1717)
Jeanne-Marie Bouvier de la Motte-Guyon (1648-1717) was eenFranse mystica. Als 19-jarige werd ze sterk beïnvloed door een Franciscaanse priester die net uit een vijf-jarige retraite terugkwam. Ze vroeg hem waarom ze zulke moeilijkheden had bij het gebed, en hij antwoordde: "Dat is, Madame, omdat u buiten u zoekt wat binnen u is. Wen u eraan God in uw hart te zoeken, daar zult u Hem vinden". Als dertiger schreef Madame Guyon: Moyen court et trés facile de faire oraison (Een korte een eenvoudige methode om te bidden).
Madame Guyon's benadering wordt veelal gezien als een vorm van quietisme, dat ontmoedigd wordt en in de Rooms Katholieke Kerk als ketters beschouwd wordt
Meditatie in de Reformatie: Luther
Luther wende zich af van het getijdengebed en de vele gebeden
tot heiligen en wilde het gebed terugvoeren tot zijn bijbelse
wortels en ontdoen van alle wildgroei. Meditatie en gebed waren
echter voor hem een levende werkelijkheid. In zijn noviciaat bij
de augustijner heremieten had hij de systematische meditatie zich
eigen gemaakt en hij hield deze gewoonte zijn leven lang vol.
Tweemaals daags mediteerde hij, en hij wijdde de ochtend vaak
aan studie van de bijbel. Meditatie had de bijbel als uitgangspunt.
Hij las de bijbeltekst hardop en overwoog deze, daarna ging de
overweging over in gebed. Ook de Grote Catechismus bemediteerde
hij zo. Samengevat: Lere, Dancksagung, Beicht, Gebet. Bijvoorbeeld
de overdenking van her eerste gebod: gij zult geen andere goden
voor mijn aangezicht hebben:
De leer van dit gebod is, dat ik in God alleen mijn vertrouwen
stellen moet en hem zo mijn God laat zijn. In de dankzegging bedenk
ik dat God zich tot mij wendt als een Vader, hoewel ik bet niet
verdiend heb. De biecht omvat de belijdenis van mijn ondankbaarheid,
die zich toont in de dienst aan andere goden, en de bede om genade
en vergeving. Ten slotte vraag ik in bet gebed om een groeiend
inzicht in de goede betekenis van dit gebod en om de kracht overeenkomstig
te handelen.
De middeleeuwse vierslag van lectio, meditatio, oratio en contemplatio
wijzigde hij in de drieslag van oratio, meditatio en tentatio
(aanvechting). Ook Luther streefde in de meditatie de Godservaring
na, maar hij zag deze als de gave van Gods. Woord midden in hbet
leven van een christen dat altijd door strijd en aanvechting gekenmerkt
wordt. Daarom koos hij voor tentatio in plaats van contemplatio:
Ten derde is daar de Tentatio, aanvechting. Dit is de proef die
je met alleen leert weten en verstaan, maar ook ervaren, hoe recht,
hoe waarachtig, hoe zoet, hoe liefelijk, hoe machtig, hoe troostrijk
Gods Woord is, wijsheid boven alle wijsheid.
Meditatie in de Reformatie: Calvijn
Calvijn was diep doordrongen van de menselijke mod, van zijn kleinheid
en lijden, en van zijn onvermogen om
zichzelf te helpen. Daar beperkte het gebed zich niet toe. Ook
het aanbiddende gebed en het verstilde gebed werden gepraktizeerd.
Calvijn zegt dat de beste gebeden soms gebeden zijn zonder woorden.
Het (angelsaksische) Puritanisme kent naast het gewone gebed het
buitengewone gebed. Daarbij herhaalde men voortdurend woorden
als `Jesus' of `love', en waren er enkel innerlijke verzuchtingen.
Dit werd ook wel meditatie of geestelijk gebed genoemd.
In de eredienst wilde Calvijn dat elke kerkdienst begon met verootmoediging
en schuldbelijdenis.
In de calvinistische traditie kreeg het gebed ook een centrale
plaats in het gezin. De vader fungeerde als de priester van zijn
gezin. Driemaal daags diende hij zijn gezin (en personeel) voor
te gaan in de gebeden.
In de bevindelijke kringen van de Nadere Reformatie werden dit
kleine kerkdiensten, waarbij natuurlijk een hoofdstuk uit de bijbel
gelezen werd en de enige woorden als uitleg of aanmoediging gesproken
werde, daarna werd geknield om samen te loven te bidden. Ook kwamen
gelovige samen in kleine kringen (conventikels) waar men zong,
geestelijke lectuur las, sprak over geestelijke ervaringen en
samen bad. In kringen van de Nadere Reformatie werd Schriftrneditatie
bevorderd, maar ook een
soort verzonkenheid in God. G. Voetius gaf in een uitvoerig hoofdstuk
over meditatie daarvoor gedetailleerde aanwijzingen. Hij definieert
meditatie als volgt:
Meditatie of contemplatie is een daad van godsdienst, d.w.z. een
geestelijke oefening waarmee wij God en goddelijke zaken voor
zover wij die hebben leren kennen, met een aandachtige, op de
eigen ervaring toegesneden, en liefdevolle werkzaamheid van het
verstand in beschouwing nemen, opnieuw zoeken te ervaren, en op
onszelf toepassen.
Daarbijbeschouwt hij de meditatie als het (onder)zoekende, en
de contemplatie als het vindende aspect van een en dezelfde activiteit.
Hoewel hij veel problemen rond de meditatie ziet, doet hij wel
veelvuldig een beroep op middeleeuwse mystieke auteurs, zoals
Jan van Ruusbroec, Richard van St.Victor, Jean Gerson, Dionysius
de Kartuizer en Johannes Tauler. Hij benadrukt dat het nodig blijft
alles aan de bijbel te toetsen.
Andere er uit springende schrijvers over de meditatie zijn vader
en zoon Brakel. Vader Theodorus a Brakel schreef twee uitvoerige
en persoonlijken beide boeken. Hij beveelt een ochtend-, een middag-
en een avondmeditatie aan, zelfs een nachtwake. Deze meditatie
heeft vooral het karakter van een emotionele vorm van gemeenschapsoefening
met God, waarbij de toestand van de ziel van dat moment het uitgangspunt
is. Ook beveelt hij Schriftmeditatie aan en geeft uitvoerige instructies
over het bemediteren van allerlei details van het lijden van Jezus.
Dit alles doet denken aan de meditatiemethoden van de moderne
devotie en van Ignatius van Loyola. Bijvoorbeeld:
Bedenk daarbij hoe zij verder met de zoete Jezus hebben gehandeld.
Zij hebben Hem toen een kroon, die zij van doornen gevlochten
hadden, op Zijn hoofd gezet, en hebben Hem een purperen mantel
omgehangen, en een rietstok, in plaats van de scepter, in de hand
gegeven; zij namen een rietstok en sloegen daarmee op Zijn hoofd.
En dat, opdat de scherpe doornen des te meet in Zijn hoofd zouden
gaan. Daartoe bogen zij hun knieen voor Hem en zeiden spottend:
Weest gegroet, koning der joden.
Zij bespogen Hem en gaven Hem kinnebakslagen. Zo wreed en onbarmhartig
hebben zij met de zoete Jezus gehandeld. Gelijk de joden in het
huis van Kajafas Hem bespotten in Zijn profetisch ambt, zo hebben
deze heidenen in her rechthuis van Pilatus Hem bespot in Zijn
koninklijk ambt.
Ga gij nu, o gelovige ziel, in dit rechthuis van Pilatus, en zie
hoe de ware Koning Salomo door Zijn moeder, dat is Zijn Kerk,
gekroond is, Hoogl. 3:11. En hoe deerlijk Hij is mishandeld, en
dat uit liefde voor u, daar Hij was een Koning aller koningen
van de hemel en van de aarde, Dien de engelen moeten aanbidden.
Die hier zo bespot en bespogen was, in Zijn heilig aangezicht
geslagen, en hoe zij Hem een kroon van doornen op Zijn hoofd hebben
gedrukt, dat her bloed van Zijn heilig hoofd af is gelopen. Bedenk
dit, zeg ik, opdat uw ziel daardoor temeer gevoed mag worden,
en met hemelse bedenkingen vervuld, en des te overvloediger in
zijn liefde met Hem verenigd mag blijven. (Het geestelijke leven).
Zijn zoon Willem a Brakel is beknopter in zijn 'De Redelijke Godsdienst'.
Hij ziet het als een godsdienstige oefening waarvoor men zich
tot stilte in moet keren zodat het hart zich kan richten op de
verheven dingen.Als meditatiestof merkt hij aan: bepaalde geloofswaarheden
nemen, levens van heiligen en vooral de heilige Schrift.
Verschillen tussen Rooms Katholieke en Protestantse meditatie.
Belangrijke verschillen met de rooms-katholieke praktijk van rneditatie
en gebed zijn, dat in de protestantsme de bijbel in de landstaal
gelezen werd en voorwerp werd van gezamenlijke en persoonlijke
meditatie, en dat het gebed een meer vrije vorm kreeg. Ook in
protestantse kring werden `formulier'-gebeden gebruikt (vaste
gebeden voor en na de maaltijd en voor het slapen gaan, en het
Onze Vader). Maar het vrije gebed werd evenveel, zo niet meer
gebruikt. Ook in de kerkdiensten baden de predikanten vaak in
eigen woorden. Om de bijbelse meditatie te bevorderen verschenen
talloze stichtelijke werken, waaronder bijbelse dagboeken met
een korte overweging bij een bijbelgedeelte en soms een gebed.
Een nieuwere ontwikkeling in protestants Nederland, ontleend aan
evangelische stromingen, is het houden van stille tijd. Daarbij
wordt men aangemoedigd om dagelijks een tijd te nemen voor persoonlijke
schriftmeditatie en gebed. Soms wordt dit ook ondersteund door
gebedsgroepen die regelmatig samen bidden.
Oecumenische ontwikkelingen in de 20e eeuw
Taize is een oecumenisch klooster in Frankrijk dat sinds de jaren zestig grote bekendheid geniet en jaarlijks tienduizenden jongeren trekt. In Taize staat het getijdengebed driemaal daags centraal, maar men heeft daar een eigen vorm voor gevonden, die vooral uitkomt in de eenvoudige melodieuze liederen die steeds herhaald worden, de lange stilte en het gebruik van veel lichten. In Nederland werden tegen het einde van de 20e eeuw veel Taize-vieringen gehouden met een meditatieve gebedssfeer plaatsvinden.
Iona is een eiland voor de wertkust van Schotland dat een eocumenisch
bedevaartsoord is geworden. Er is niet een dar levende gemeenschap,
zoals in Taize, maar een wisselende gemeenschap (The
Iona Community) die de gastvrijheid verzorgt. Ook hier speelt
de eigen liedcultuur, een op celtische volksmuziek geïnspireerd
idioom, een grote rol.
De charismatische beweging is voortgekomen uit de pentecostale beweging, die de laatste decennia wereldwijd een enorme groei doormaakt, vooral in Afrika en Latijns-Amerika. Bij deze beweging horen de pinksterkerken, volle-evangelie-gemeenten, en veel migrantenkerken. De charismatische beweging is hierdoor geïnspireerd maar wil opereren binnen de gevestigde kerken. Er is een invloedrijke roomskatholieke en een meer oecumenische charismatische beweging. Naast meer traditionele vormen van meditatie en gebed zijn er binnen deze beweging ook belangrijke vernieuwingen. Het meest bekend is het gebed in tongentaal, waarbij men persoonlijk of in groepsverband bidt met onverstaanbare klanken. De functie van deze vorm van gebed lijkt te zijn dat het redenerend verstand wordt verstild en men zich open kan stellen voor een diepere gevoelsstroom die in de tongentaal een uitweg vindt. Daarnaast is er in charismatische kring veel aandacht voor pastorale vormen van gebed. Er wordt persoonlijk met mensen gebeden, vaak onder handoplegging en soms gepaard aan ziekenzalving.
O)ok in rooms-katholieke kring werden na de Tweede Wereldoorlog vernieuwende impulsen gegeven, in dialoog met yoga en zen, waarvan centering prayer en de beweging voor christelijke meditatie twee voorbeelden zijn De kern van beide bewegingen is het gebruik van een zogenaamd 'sacred word'. Dat is een gebed waarbij men een korte zin of een woord regelmatig herhaalt. De woestijnkluizenaars gebruikten daarvoor het Jezusgebed. Tegenwoordig wordt dit in oosterse kerkelijke kring, maar ook wel in het Westen nog steeds gehanteerd. Maar daarnaast worden woorden en zinnen als `Abba', `Jezus', `Gij in mij, ik in U' gesproken, waarbij men de aandacht in een soort elementaire openheid richt op bet goddelijk mysterie, zonder zich te verliezen in allerlei speciale emoties en ervaringen.wo contemporary forms of Christian meditation emerged during the twentieth century.
- Pater. John Main, O.S.B. (1926-1982) was a Benedijnse monnik die een Christelijke manier van mediteren propageerde die gebruik maakt van een gebedswoord(of frase) of mantra. Door dit woord eindeloos te herhalen plaatst men al het andere terzijde. Zo spreekt men niet met God, maar creëert men plaats waar Gods aanwezigheid de ruimte kan vullen en het innerlijk veranderen kan. Fr. Main ontdekte parallellen tussen de geestelijke praktijk die geleerd werd door de woestijnvader Cassianus en de meditatieve praktijk die hij geleerd had van de Swami Satyanandain in Kuala Lumpur.[1] Zijn werk werd voortgezet door Pater Laurence Freeman, O.S.B.
- Pater William Meninger, O.C.S.O., paterThomas Keating, O.C.S.O., en pater Basil Pennington, O.C.S.O., waren de voormannen van de Centering Prayer methode. Hirbij wordt een 'sacred word' gebruikt om de wens om in Gods aanwezigheid te verkeren uit te drukken, al het andere terzijde schuivend.
In protestantse kring is er inmiddels ook aandacht voor een meer
methodische meditatie. Vaak worden de gastverblijven in kloosters
gevuld met protestanten die deelnemen aan het getijdengebed. De
activiteiten van centering prayer en de beweging voor christel~ke
rneditatie trekke.n ook veel protestanten en worden soms zelfs
door predikanten begeleid. Binnen de Protestantse Kerk in Nederland
(PKN) zijn er inmiddels veel predikanten en kerkelijk werkers
die trainingen volgen om in de gemeenten cursussen meditatie te
geven.