Christelijke
Symbolen: Het Kruis
Symbolische
Kleuren in de Eredienst
Symbolisch
Bloemschikken
Betekenis
Symbolen en Tekens
Oersymbolen
Apostelen
en attributen
Heiligen
en attributen
In
de beeldende kunst.
Het
Kerkgebouw
Kerkhofsymboliek
|
Aap: symbool van duivel, ketterij, ontucht en veinzerij.
Ook het bewijs van welstand en rijkdom. Wie een aap in bezit had
was een man van de wereld en kwam verder dan zijn tuin (geldt ook
voor andere exotische dieren) zie o.a. schilderijen Antoon Van Dijck.
Anker: symbool van de hoop (ook bijenkorf, spade en sikkel).
Appel: symbool van
verlokking en zonde, maar ook het attribuut van Venus en het
symbool van liefde en vruchtbaarheid en, in afgeleide zin, van de
huwelijksgemeenschap. Ook symbool van de heerschappij (rijksappel).
Arend: vinden we terug op vele lezenaars in onze kerken.
De arend is de koning der vogels. Hij symboliseert kracht en macht.
Hij staat op de lezenaars in functie van boodschapper tussen de
aarde en de hemel.
Aureool of mandorla: ovale stralenkrans rond
het lichaam.
Aureool
Balk:
dunne rode lijn op wapenschild van de rechterboven- naar de
linkeronderhoek (=heraldisch van links naar rechts): bastaardbalk.
Hier ontspruit de uitdrukking: "Hij draagt een balk in zijn
schild." wat wil zeggen dat hij een bastaard is.
schild van Antoon van Bourgondie
Banderollen:
profeten, aankondiging van de geboorte van Jezus
Basilisk: Half haan, half serpent. Symbool
van duivel en wreedheid
Bazuinen: laatste oordeel
Bedelaar: armoede,
zonde (meestal afgebeeld met verschillend schoeisel aan de voeten)
Bij: werkzaamheid, rechtvaardigheid, gehoorzaamheid
Bijenkorf: welsprekendheid (attribuut
van Ambrosius), ook hoop
Blinddoek: geblinddoekte vrouw met weegschaal
staat voor de gerechtigheid
Beer: gramschap, wreedheid, luiheid en gemor
Bok: symbool van de verworpenen en de hel. (MattH. XXV,33).
Ook van wellust, ontucht en vrekkigheid
Boterbloem: celibaat
Bron: genade en leven
Cypres: bestendigheid
Distel: symbool van boosaardigheid en heidenen
Doodshoofd: vanitassymbool: vergankelijkheid.
Ook "memento mori" de kortstondigheid van het leven
aantonende
Duif: symbool van de H. Geest, de H. Maagd, de zielen
der uitverkorenen. Zeven duiven: zeven gaven van de H. Geest.
Draak: symbool van de duivel, de lagere driften, aardse
geneugten en zonde
Viervoetige
draak
Duiventil: bordeel (schilderij J.Bosch)
Eenhoorn: zuiverheid, maagdelijkheid
Eenhoornjacht: annunciatie van de Maagd Maria
Egel: toorn
Eieren: een korf met eieren wijst op potentie
Ezel: luiheid, dwaasheid
Gans: symbool waakzaamheid en praatzucht en ook van de
winter. Symbool van Martinus van Tours. Martinus verstopte zich
in een ganzenhok om te ontkomen aan zijn bisschopskroning, doch
de ganzen verraadden hem met hun gesnater.
Gesloten beurs: maagdelijkheid
Gier: symbool van demonen, roofzucht en gulzigheid
Griffioen:
half arend, half leeuw symboliseert de macht over hemel (arend)
en aarde (leeuw). Hij komt veelvuldig voor bij koningsgraven. Ook
Christus’ koningsschap wordt gesymboliseerd door de griffioen, zo
is hij het beeld van Christus, de Koning van hemel en aarde.
Groene boom of tak: leven en verlossing
Groene weide:
hemel (zie Van Eyck’s Lam Gods)
Haan: symbool van waakzaamheid, toorn, vreugde en verstand,
ook het symbool van de overwinning op de duisternis. We vinden de
haan terug op kerktorens en in de heraldiek. De haan is in staat
te kraaien voor zonsopgang en werd sedert de oudheid aangezien als
meerdere onder de vogels. Hij was bij machte de duisternis te verdrijven.
Hij is het symbool van het licht ook in de christelijke leer is
Christus het symbool van het licht. Het was dan ook maar een kleine
stap om de haan als symbool op de tempels van het licht te zetten.
Als windwijzer wordt de haan eveneens gebruikt. Hij wijst de weg,
hij geeft de richting aan. Anderzijds is de haan is ook het symbool
van ontucht en onreinheid.
Haas: lafheid
Hermelijn: rijkdom, matigheid, zuiverheid
Heremietkreeft: kluizenaar.
Hert: symbool van waardigheid en vrees, heilbegeerte en
godsvrucht. Ook het symbool van Christus en van de "geestelijke
mens". Worden ermee afgebeeld: Eustachius, Hubertus, Julianus,
Felix, Ida en Catherina van Siëna.
Hinde: goedertierenheid
Hooiwagen: symboliseert rijkdom, oogst
(zie schilderij Jeroen Bosch)
IJsvogeltje: zuiverheid
Ivoor: reinheid (veelvuldig gebruikt metafoor voor O.L.Vrouw:
Ivoren Toren)
Jachthonden: symbool van de jacht, ook van
rechtvaardigheid en waarheid
Janushoofd:
symbool van de tijd en tevens van de onoprechtheid en leugen. Wordt
ook als symbool van de alertheid gebruikt: "Janus is
nog thuis " wil zeggen: hij is nog goed bij zinnen.
Juk: volgzaamheid, gehoorzaamheid
Kat: behaagzucht. Een zwarte kat is het symbool voor
heks, hekserij en ongeluk. Bij de Tempeliers symboliseert ze de
duivel.
Kikker: hoogmoed (blaast zichzelf op)
Knots: symbool sterkte, ook van de marteldood de vechtlust
(zie "wildeman" wapenschild Antwerpen)
Koffer: symbool van een schat, een geheim. Gesloten koffer
staat ook voor de maagdelijkheid.
Kool: staat voor de moederschoot en wordt geassocieerd
met de geboorte
Korenaren: symbool van de Eucharistie,
ook overvloed en welvaart
Korenschoven: symbool van zomer, oogst en
overvloed
Kreeft: zonde
Ladder: verbinding tussen het hogere en het lagere, tussen
hemel en aarde
Lam: symbool van onschuld, nederigheid, geduld, apostolaat,
zuiverheid, hoop en zachtmoedigheid. Symbool van Christus (JoH.
I, 29), van de apostelen (mozaïek te Rome) en van Abel, Daniël,
Joachim, Johannes de Doper en Agnes.
Leeuw: is het symbool van macht en kracht. Hij werd meegebracht
als symbool door de kruisvaarders die de leeuw zagen op de schilden
van de Turken en de Moren. De heraldiek, gebaseerd op tekens en
symbolen is van oorsprong Arabisch en werd met de kruisvaarders
naar onze landen meegebracht. De leeuw bewaakt domeinen en poorten. Hij
houdt de wacht en dient om de onwetenden te imponeren. De heilige
met een leeuw afgebeeld is de kerkvader Hiëronymus. Hiëronymus kwam
tijdens zijn kluizenaarsbestaan in de woestijn een leeuw tegen met
een doorn in de poot. Hiëronymus
verwijderde de doorn en zo bleef de leeuw hem volgen als trouwe
gezel. De leeuw is ook het symbool van de evangelist Marcus. Ook
als symbool voor Christus, dit berust op Apoc.5,5. “Ecce
vicit leo de tribu Juda. Zie overwonnen heeft de leeuw uit de stam
van Juda.”
Lelie: symbool
van de zuiverheid en de waardigheid. Vele vorstenhuizen, waaronder
ook het Franse hof voerden de lelie in hun schild. Als
zuiverheidssymbool zien we de heilige Jozef, de maagd Maria en vele
maagden met de lelie als attribuut.
Mier: werklust
Nachtegaal: symbool van de onwetendheid
en het avond- of nachtgebed
Nimbus: cirkel rond het hoofd van een heilige. Soms ook
stralenkrans.
Olijftak: vrede en eendracht
Op de grond zitten: nederigheid (zie: annunciatie
Maria - Vlaamse Primitieven)
Paard: symbool van de levensloop en de fierheid. Maar ook
van de hoogmoed en de waanzin.
Pad: duivel of boze geest
Palm: onsterfelijkheid, maagdelijkheid, zuiverheid, martelaarschap
Patrijs: wellust
Pauw: symbool van Christus, van de onsterfelijkheid en
de alwetendheid, maar ook van de pronkzucht en de ijdelheid.
Pauwenveren:
eeuwigheidssymbool. In de negatieve zin symbool van de ijdelheid.
Pelikaan:
zou het vermogen hebben met zijn bloed zijn jongen tot leven
te wekken. De pelikaan voedt zijn jongen niet met zijn bloed maar
besproeit hen ermee. Zodoende is hij het symbool voor de Lijdende
Christus en de Eucharistie. De voornaamste oorzaak van de verspreiding
van het symbool van de zijn jongen tot leven wekkende pelikaan en
van zijn overgang op de Eucharistieis te zoeken in de bekende strofe
van Thomas van Aquino’s sacramantshymne Adoro Te: Pie
Pelicane, Jesu Domini. Me immundum mundum tuo sanguine. Liefderijke
Pelikaan, Heer Jesus, zuiver mij, onzuivere, door Uw bloed.
Putti: naakte gevleugelde kinderen, soms met pijl en boog.
Amor= liefde. In de christelijke symboliek Amor Divinus, het symbool
van de Goddelijke Liefde, veelvuldig gebruikt ten tijde van de contra-reformatie.
Raaf: symbool van de duivel en de onvoorzichtigheid. Staat
ook voor diefstal en droefenis.
Rat: symbool van verderf, duivel, vraatzucht, hebberigheid
Regenboog: genade Gods, het verbond tussen
hemel en aarde, ook vergeving.
Reptiel: symbool van duivel en ketterij
Rijksappel: macht en heerschappij. In christelijke
symboliek met kruisje.
Roos: is zoals de arend en de leeuw een machtssymbool.
Ze is de koningin van de bloemen. De roos is ook het symbool voor
dapperheid en liefde. We vinden de roos eveneens terug als veelvuldig
gebruikt heraldisch teken op de wapenschilden. De
roos is ook het symbool voor de vergankelijkheid en in deze hoedanigheid
vinden we haar dan ook terug op grafstenen en zerken.
Schaap:
symbool van apostelen en christenen, staat ook voor onschuld en
liefdadigheid
Schild of vaandel: strijder of militair
Schorpioen: ketterij
Slak: traagheid
Slang: symbool van de onderwereld en het dodenrijk. De
bijbel associeert de slang met het kwaad en met de duivel. Symbool
van nijd en tweedracht. Maar ook eeuwig en vernieuwd leven wordt
aan de slang toegeschreven. De slang die in haar eigen staart bijt,
de orobouros, verwijst naar de eeuwigheid en het vervellen van de
slang duidt op een vernieuwd leven. Zo zien we dat de context waarin
een symbool voorkomt zeer belangrijk is om het symbool te duiden.
.
Sleutel: attribuut van Petrus. Symbool van openbaring, kennis
en bezit. Een man met een sleutel die een koffertje wil openen,
vastgehouden door een meisje: is een allegorie van de geslachtsgemeenschap.
"allegorie van de geslachtsgemeenschap" - Sleutel en koffer
Slot: geheime, verborgene, ontoegankelijke
Spiegel: ijdelheid (vanitassymbool)
maar ook zelfkennis en waarheid. Ook Mariasymbool omdat God zich
in de maagd Maria door zijn evenbeeld spiegelde en uitbeeldde.
Spin en Spinneweb: ketterij, hel (Jeroen Bosch)
Tepel: vrouw die een andere vrouw de tepel vasthoudt tussen
duim en vinger wijst op zwangerschap
Tortel: zuiverheid, zachtmoedigheid
Troon: symbool van macht, ook van Maria
Uil: attribuut
van Godin Pallas Athena, staat voor wijsheid. Uilen
waken ‘s nachts en worden als symbool gezien van de waakzame soldaten
en van hen die moeten studeren.
In het volksgeloof speelt de uil echter een negatieve rol.
Jeroen Bosch vereenzelvigde de uil met verlokking en misleiding.
De uil is lichtschuwend en houdt van de duisternis. Zo wordt
de uil een metafoor voor alles wat het licht niet mag zien zoals
zonde en duistere praktijken.
Vaas met bloemen: symbool voor de lente (zie
Annunciatieschilderijen van de Vlaamse Primitieven)
Valk: symbool van de adel, de scherpzichtigheid en de
jacht
Verdorde boom of tak: dood, impotentie
Veldbloemen: symbool voor de Maagd Maria
( zie Hooglied: Ego flos campi...)
Vleermuis: symbool van dood en duisternis,
van de gevleugelde boze geest van gierigheid en nijd
Vlieg: kwaadsprekerij en bedref
Vis: symbool van het onbewuste, het is de belichaming
van de levende entiteiten uit de diepere laag van de peroonlijkheid
die samenhangen met de vruchtbaarheid en de levensschenkende krachten.
In veel oude religies worden vissen in verband gebracht met de godinnen
van de liefde. Volgens de Egyptische mythologie zouden de vissen
de fallus van Osiris, die in de Nijl gevallen was opgegeten hebben.
In de psycho-analyse is de vis als droomsymbool het verkapt beeld
van de penis die in
de Turkse omgangstaal ook wel eens als "eenogige vis"
wordt aangeduid. De vis is ook koudbloedig en symboliseert het "niet
beheerst zijn door vurige hartstochten" en is daarom voorwerp
van offers en gewijde maaltijden. In de oerchristendom wordt de
vis gebruikt als symbool voor Christus. "IXTOS" = IESOUS
CHRISTOS THEOU HUIOS SOTER (Jezus Christus Gods Zoon en Redder), beginletters
die "vis" willen zeggen.
Vis wil in het latijn PISCIS zeggen. Het woord PISCINA wat nu in
onze tijd zwembad betekent was in oorsprong een visrijk water of
visrijke vijver.
Bij de Germanen was de vis het symbool voor de godin Freia, de moeder-godin.
Onze "vrijdag" is genoemd naar Freia.
In de astrologie staat de vis symbool voor vrede, harmonie, opmerkingsgave
geduld en gezonde vruchtbaarheid.
Vlinder: symbool van Adam en van de
ziel, ook symbool voor de onstandvastigheid en de lichtzinnigheid
Vogels: symbool van de lucht, vogels
op een boom gezeten: onderlinge liefde, omhooggehouden
twijg waaraan zangvogels geritst zijn maakt het verlangen naar gemeenschap
kenbaar (Joachim Beuckelaer)
Vos: symbool van de sluwheid, het bedrog en ook van de
duivel
Vuur: loutering, bezieling, hellevuur
Water: reinheid en genade
Wierook: gebed
Wolf: symbool van de duivel
Waterput: symbool voor genade en leven
(zie: bron). Een put waarrond man en vrouw staan wil zeggen: verlangen
naar gemeenschap. De put is ook een metafoor voor vagina (Joachim
Beuckelaer)
Zandloper: symbool van de tijd, ook Janushoofd
met twee of drie gezichten (zie Janushoofd)
Zwaard: gerechtigheid, martelaarschap
Zwaan: symbool van de eenzaamheid en goedertierenheid,
ook het zinnebeeld van water, van Leda, een rode vlag met witte
zwaan (eenzaamheid) wijst op een bordeel (J.Bosch)
Zwijn: onreinheid, gulzigheid, vraatzucht en hebberigheid.
Jeroen Bosch beeldt in zijn schilderijen de nonnen af als varkens
met een nonnenkap. De kloosters dreven handel zonder belasting te
moeten betalen.
|