NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw



Gelijkenissen

De gelijkenissen van Jesus, te vinden in de synoptische evangelieën, omvatten veel van wat Jezus Christus leerde. De meeste gelijkenissen zijn eenvoudige makkelijk te onthouden verhaaltjes, met beelden uit het dagelijks leven, met een eenvoudige boodschap. Jezus vergelijkt bijvoorbeeld het Koningkrijk van God met zuurdesem (een beeld dat gewoonlijk bederf aanduidt) of mosterdzaad. Net als spreekwoorden zijn Jezus' gelijkenissen vaak anders dan je verwacht en paradoxaal. De gelijkenis van de goede Samaritaan keert het normale verwachtingspatroon om: de verachte Samaritaan blijkt de naaste te zijn van de gewonde man. De gelijkenissen waren eenvoudig en treffend genoeg om jaren mondeling doorgegeven te worden, voordat ze uiteindelijk door de evangelisten opgetekend werden.

Jezus'gelijkenissen worden in de Christelijke traditie soms geïnterpreteerd als allegorieën (volgehouden beeldspraak: alles moet dan 'vertaald'worden). Dit komt maar weinig in de evangelieën zelf voor. In zo'n allegorie, volgehouden beeldspraak) correspondeert ieder element als beeldspraak met iets anders, bijvoorbeeld een groep mensen (bijv. valse Christenen), een hemelse beloning, etc. Het evangelie naar Johannes kent zulke allegorieën, maar geen gelijkenissen.

In de Westerse beschaving zijn de gelijkenissen van Jezus de bekendste voorbeelden van dit type verhaal. Behalve de bekende gelijkenissen van de Jezus in het Nieuwe Testament, zoals de Barmhartige Samaritaan en De verloren zoon, staan er ook veel parabels in het Oude Testament, zoals de parabel van het ooilam, verteld door Nathan in 2 Samuel 12:1-9, of het verhaal van de vrouw van Tekoa in 2 Samuel 14:1-13.


Meer over Gelijkenissen

Waar vinden we gelijkenissen

De gelijkenissen zijn niet gelijk verdeeld over de vier canonieke evangelieën, de meeste zijn te vinden in de synoptische evangelieën, Matteus, Marcus, Lucas. Het evangelie naar Lucas bevat het grootste aantal gelijkenissen (24) en het grootste aantal dat niet elders gevonden wordt (10); het evangelie naar Matteus bevat 23 gelijkenissen, waarvan 6 niet elders voorkomen en het evangelie naar Marcus bevat 8 gelijkenissen waarvan slechts één (de Gelijkenis van het Groeiende Zaad) niet elders voorkomt. Het evangelie naar Johannes bevat enkel het verhaal van de Wijnstok, dat soms als gelijkenis gezien wordt.

Het niet canonieke Evangelie van Thomas bevat 15 gelijkenissen, waarvan 2 niet elders voorkomen.

De gelijkenissen zullen eerst jaren mondeling doorgegeven zijn, de voorstanders van de hypothese dat Marcus het oudste evangelie is en dat er een andere bron, Q(uelle), was voor Matteus en Lucas, zien Q als de bron waarin de meeste gelijkenissen bewaard bleven.

Doel

Het meest voor de hand liggende doel van de gelijkenissen is om dingen aanschouwelijk over te brengen en mensen aan het denken te brengen. Er is echter ook een uitleg in Markus 4:10-12, Matteus 13:10-17 en Lukas 8:9-10 die het tegenovergestelde aanbiedt, dat Jezus in gelijkenissen verteld opdat alleen de ingewijden zouden weten waarover het gaat. Daar vinden we een vrij citaat van Jesaja 6:9-10. Matteus 13:12 gaat door: "Wie heeft zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben. Wie niet heeft, zelfs wat hij heeft zal hem afgenomen worden." Dit wordt ook gevonden in het Evangelie van Thomas 41 en in Markus 4:25, Matteus 25:29 en Lukas 8:18, en 19:26.

Markus 4:33-34 en Matteus 13:34-35 herhalen dat Jezus alleen tot de menigten sprak in gelijkenissen, terwijl hij alles uitlegde aan zijn discipelen.

Een veel gevonden verklaring is dat het geloof dat Jezus een geheime betekenis leerde aan zijn discipelen zijn oorsprong vindt in de vroeg Christelijke traditie die zich ermee geconfronteerd zag dat de meerderheid van het Joodse volk Jezus niet volgde, dan moest Jezus' leer wel niet direct toegankelijk geweest zijn.

De Jewish Encyclopedia :

"De eenvoudige betekenis van deze parabel werd later ontoegankelijk en de gelijkenissen werden opgevat als allegorieën en mysterieën, in het bijzonder waar ze gingen over Messiaanse verwachting waarover men niet veilig in het openbaar kon spreken omdat ze het einde van het rijk van de Satan inhielden; verg. Markus 4:11, 4:34; Matt 13:1-52, in het bijzonder 13:35 en 13:39). Zo is de "gelijkenis van de vijgeboom" (Markus 13:28) in feite een "symbool" van de komst van de Messias, volgens de Midrash (Cant. R. ii. 13), maar deze werd door de evangelist niet meer begrepen door als allegorie of teken van het Messiaanse succes of het uitblijven daarvan, in het verhaal van de vervloekte vijgeboom (Markus 11:13-14, 11:20-23)."

Middeleeuwse bijbeluitleg behandelde Jezus' gelijkenissen doorgaans als gedetailleerde allegorieën, waarbij elk onderdeel van het verhaal geacht werd symbool te staan voor iets.

Wat wordt gebruikt als aankleding voor de gelijkenis

Sommige gelijkenissen zijn uiterst eenvoudig, andere kennen meer aankleding, vaak als uitleg aan het einde. Historici zien soms de eenvoudigste gelijkenissen als de autentieke vorm en aankleding als latere toevoeging.

Voorbeelden

In de Synoptische evangelieën zijn in ieder geval 33 gelijkenissen te vinden, als je alle spreekwoordelijke manieren van spreken erbij rekent komt het aantal tot zo'n 60.

Ze zijn wel ingedeeld in drie groepen:

-verteld bij het meer in Galilea (Matteus 13);
-op weg naar Jeruzalem (Lukas 10-18);
-aan het eind van Jezus' optreden in beide evangelieën

Een andere verdeling is: Gelijkenissen over het Koninkrijk, het Christelijke leven en het oordeel over Israel en de mensheid.

  1. Het sleepnet, Matteus 13:47 - 50
  2. Arbeiders in de Wijngaard, Matteus 20:1 - 16
  3. Het verloren Geld, Lukas 15:8 - 10
  4. De Trouwe Dienaar, Lukas 12:35 - 48
  5. De Barmhartige Samaritaan, Lukas 10:30 - 37
  6. Het Zaad dat heimelijk groeit, Markus 4:26 - 29
  7. Het Verloren Schaap, Matteus 18:12 - 14, Lukas 15:1 - 7
  8. Het Mosterdzaad, Matteus 13:31 - 32 Markus 4:30 - 32 Lukas 13:18 - 19 GELIJKENISPAAR VAN HET MOSTERDZAADJE EN VAN DE GIST
  9. De Parel, Matteus 13:45 - 46
  10. De Verloren Zoon, Lukas 15:11 - 32
  11. De Zaaier (De Vier Grondsoorten), Matteus 13:3 - 23 Markus 4:1 - 20 Lukas 8:5 - 15
  12. Het Bruiloftsfeest, Matteus 22:1 - 14, Lukas 14:16 - 24
  13. Farizeeër en Tollenaar, Lukas 18:9 - 14
  14. De Talenten , Matteusw 25:14 - 30, Lukas 19:11 - 27
  15. De uitbottende Vijgenboom, Matteus 24:32 - 36, Markus 13:28 - 32, Lukas 21:29 - 33
  16. De Vriend in de Nacht, Lukas 11:5 - 8
  17. De Verborgen Schat, Matteus 13:44
  18. De aanhoudende Weduwe, Lukas 18:1 - 8
  19. Het Zuurdesem, Matteus 13:33, Lukas 13:20 - 21
  20. De Heer en de Dienaar, Lukas 17:7 - 10
  21. De Rijke Dwaas, Lukas 12:16 - 21
  22. De Rijke Man en de arme Lazarus, Lukas 16:19 - 31
  23. Het onkruid, Matteus 13:24 - 30
  24. De Tien Meisjes, Matteus 25:1 - 13
  25. De Twee Schuldenaars, Lukas 7:41 - 47
  26. De Twee Zonen , Matteus 21:28 - 32
  27. De Onrechtvaardige Rentmeester, Lukas 16:1 - 9
  28. De pachters van de wijngaard , Matteus 21:33 - 46, Markus 12:1 - 12, Lukas 20:9 - 19
  29. De Wijze en Dwaze Bouwlieden, Matteus 7:24 - 27
  30. Ondankbare Dienaar, Matteus 18:23 - 35
  31. Het bouwen van een toren en het voeren van een oorlog, Lukas 14:28 - 33
  32. De Onvruchtbare Vijgenboom, Lukas 13:6 - 9
  33. De Gasten, Lukas 14:7 - 15
  34. De Bron van Leven: In Johannes 7:37-39 gaat Jezus in op een OT gelijkenis/visioen van Ezechiel (: De Tempelbeek/stromen water (Ezechiel 47:1-12) en betrekt die op zichzelf en zijn volgelingen; (Dit is zo belangrijk dat het terugkomt in Openbaring 22:1-5)
  35. Gelijkenis van de spelende kinderen Mt. 11, 16-19 ; Lc. 7, 31-35
  36. Beelden en/of 'gelijkenissen die Jezus en de evangelisten gebruiken op het heilswerk van Jezus Christus
  37. GELIJKENISPAAR ONKRUID TUSSEN TARWE EN SLEEPNET

Zie ook